INHOUDSOPGAVE INLEIDING BIJZONDERE GROEPEN

Vergelijkbare documenten
Beleidsregels bijzondere bijstand GEMEENTE WADDINXVEEN BELEIDSREGELS BIJZONDERE BIJSTAND

besluit vast te stellen de Verordening bijzondere bijstand 2015 gemeente Heerde.

GEMEENTELIJK BESLUIT BIJZONDERE BIJSTAND WWB

B e s l u i t: Vast te stellen de Beleidsregels bijzondere bijstand zorg en minimabeleid gemeente Aalten.

- Intrekking van publicatie GB op 7 april Gemeenteblad Nijmegen. Jaartal / nummer 2011 / 042

BELEIDSREGELS BIJZONDERE BIJSTAND EN AMSTELVEENPAS GEMEENTE AMSTELVEEN. HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1. Begripsomschrijving.

B&W-nr.: d.d Wijziging Beleidsregels Bijzondere Bijstand

I-SZ/2015/1803. Beleidsregels Bijzondere bijstand en Minimabeleid - Algemene bepalingen 2015

GEMEENTE SCHERPENZEEL

Beleidsregels Bijzondere Bijstand Noordoostpolder 2015

Beleidsregels Bijzondere Bijstand gemeente Schouwen-Duiveland 2016

Collectieve zorgverzekering. Informatieblad bijzondere bijstand voor inwoners van Zuidplas (Bij de brochure bijzondere bijstand)

- vast te stellen de beleidsregel bijzondere bijstand 2015 (Participatiewet); - en tegelijk in te trekken de huidige beleidsregel bijzondere bijstand

CVDR. Nr. CVDR466900_1. Beleidsregels bijzondere bijstand Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 4 Draagkracht verstrekkingen op grond van hoofdstuk 4

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen ten aanzien van de bijzondere bijstand

Informatieblad bijzondere bijstand voor inwoners van Krimpen aan den IJssel

BIJZONDERE BIJSTAND BELEID

Richtlijn bijzondere bijstand Wet Werk en Bijstand Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vught;

Versie 2.4. BELEIDSREGELS TEGEMOETKOMING ONDERSTEUNINGSFONDS CHRONISCH ZIEKEN EN GEHANDICAPTEN 2015 Gemeente Breda

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen ten aanzien van de bijzondere bijstand Gemeente Grootegast

Beleidsregels tegemoetkoming bijzondere kosten

GEMEENTE UTRECHT: Richtlijnen bijzondere bijstand Utrecht

Beleidsregels bijzondere bijstand en Amstelveenpas gemeente Amstelveen.

Nota bijzondere bijstand Wet werk en bijstand 2006

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wierden; Vast te stellen: de Beleidsregels bijzondere bijstand gemeente Wierden 2013.

Vast te stellen de gewijzigde invulling van richtlijn B093 - Suppletie GKB-lening

Algemene uitgangspunten bijzondere bijstandsbeleid ISD Bollenstreek

De gemeente Hulst hanteert geen drempelbedrag als bedoeld in artikel 35 lid 2 WWB.

Nieuwsbrief Minimabeleid 2010 Gemeente Schagen

AANVULLENDE (EXTRA) ZIEKTEKOSTENVERZEKERING AVX EN TAND-G-PAKKET

Beleidsregels bijzondere bijstand 2015 gemeente Velsen

Verordening individuele bijzondere bijstand RSDHW 2015

Beleidsregels bijzondere bijstand en Amstelveenpas gemeente Amstelveen

Richtlijnen bijzondere bijstand gemeente Utrecht de artikelen 5,11,12,13,14,15,16,18,35,49 van de Participatiewet;

Richtlijnen bijzondere bijstand gemeente Utrecht 2018

Afdeling Samenleving Richtlijn 565 Ingangsdatum: DRAAGKRACHTBEREKENING

GEMEENTEBLAD. Nr Richtlijnen Bijzondere Bijstand. Inleiding en uitgangspunten November 2015 Inhoudsopgave 1.Inleiding en uitgangspunten 3

Gemeente Nijkerk - Beleidsregels bijzondere bijstand Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijkerk,

CVDR. Nr. CVDR322142_1. Beleid bijzondere bijstand BELEID BIJZONDERE BIJSTAND

Beleidsregels bijzondere bijstand WIHW 2016

Beleidsregels Compensatieregeling Schoonmaakondersteuning WMO

Waar kunt u bijzondere bijstand voor aanvragen?

B&W 30 maart 2010 Gemeenteblad. Vast te stellen de gewijzigde invulling van richtlijn nr. B078 Kosten rechtsbijstand

Beleidsregels Draagkracht Minimaregelingen Gemeente Boxtel en Gemeente Haaren Participatiewet

Beleidsregels bijzondere bijstand, kindregeling en maatschappelijke participatie Purmerend 2018

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wierden; Vast te stellen: de Beleidsregels bijzondere bijstand gemeente Wierden 2017.

BIJZONDERE BIJSTAND. informatie over bijzondere bijstand. Voor dingen die noodzakelijk zijn. Een steuntje in de rug

Hieronder staat een overzicht van de belangrijkste kosten die voor bijzondere bijstand in aanmerking komen en welke voorwaarden hierbij horen.

B&W 30 maart 2010 Gemeenteblad RICHTLIJN NR. B101 DUURZAME GEBRUIKSGOEDEREN EN INRICHTINGSKOSTEN

Informatieblad bij aanvraag Bijzondere bijstand WWB 2013

Onderwerp: Verordening toeslagen en verlagingen van uitkeringsnormen op grond van de Wet werk en bijstand (Wwb).

Informatieblad bijzondere bijstand voor inwoners van Zuidplas

De beleidsregels treden in werking, de dag na publicatie, 21 februari 2013.

Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling. Bijzondere bijstand. Informatie van Sociale Zaken & Werkgelegenheid.

Hoofdstuk I. Algemene bepalingen

CVDR. Nr. CVDR104739_1. Beleidsregel individuele bijzondere bijstand

Beleidsregels Armoedebeleid gemeente Aalten vast te stellen de Beleidsregels Armoedebeleid gemeente Aalten 2018.

april 2014 Bijzondere bijstand en verstrekkingenboek 2014

Beleidsregels bijzondere bijstand 2009

CVDR. Nr. CVDR138719_2

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Voor vermogen geldt dat wanneer uw vermogen hoger is dan de bedragen in onderstaande tabel, het meerdere draagkracht is. 18 tot 21 jaar.

Informatieblad bij aanvraag Bijzondere bijstand Participatiewet 2015

GEMEENTEBLAD. Nr Richtlijnen Bijzondere Bijstand

Artikel 3. Draagkracht Bijzondere bijstand wordt verleend met inachtneming van de draagkracht van de belanghebbende en zijn gezin.

Informatieblad bij aanvraag Bijzondere bijstand Participatiewet 2016

Beleidsregels Armoedebeleid gemeente Aalten 2016

Informatieblad bijzondere bijstand voor inwoners van Krimpen aan den IJssel (Bij de brochure bijzondere bijstand)

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Doetinchem houdende Beleidsregels Bijzondere Bijstand

Beleidsregels Draagkracht Minimaregelingen Gemeente Boxtel Participatiewet

BELEIDSNOTITIE BIJZONDERE BIJSTAND ISD NOORDENKWARTIER. Ingangsdatum 1 april 2015

Beleidsregels bijzondere bijstand 2009

Uitvoeringsregels Bijzondere bijstand 2013

Beleidsregels Draagkracht bijzondere bijstand Gemeente Boxtel Participatiewet

Bijzondere bijstand en minimaregelingen

B&W 09 oktober 2007 Gemeenteblad. Vast te stellen de gewijzigde invulling van richtlijn nr. B074 Overig beleid inzake specifieke medische kosten

Beleidsregels bijzondere bijstand gemeente Gilze en Rijen (september 2017)

Beleidsregel draagkracht bijzondere bijstand, gemeente Amersfoort

B&W 30 maart 2010 Gemeenteblad

Sint nthonis. Beleidsregels leenbijstand WWB 2Ol4. r-szl2ol4/t7t

Toelichting bij de Beleidsregel bijzondere bijstand

nr Verordening Toeslagen en Verlagingen Wet investeren in jongeren

gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Wet werk en bijstand;

goede voorlichting over de verlening van bijzondere bijstand van groot belang is;

Bijzondere bijstand kunt u aanvragen binnen 12 maanden nadat u deze kosten hebt gemaakt. U moet wel alle rekeningen en nota s bewaren.

Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude afdoening: BOB

Voorliggende voorzieningen

Wat is bijzondere bijstand? informatiefolder

Richtlijnen bijzondere bijstand

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude VERSTREKKINGENBOEK BIJZONDERE BIJSTAND 2014

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 mei 2005;

Beleidsregels Gemeente Breda Bijzondere Bijstand 2013

Nota Bijzondere bijstand in de Gemeente Edam-Volendam 2011

CVDR. Nr. CVDR120973_2

RICHTLIJNEN BIJZONDERE BIJSTAND GEMEENTE BELLINGWEDDE

Beleidsregels terugvordering & verhaal WWB

Beleidsregels terugvordering & verhaal WWB, IOAW, IOAZ

Transcriptie:

1

INHOUDSOPGAVE INLEIDING Deel 1 BIJZONDERE GROEPEN 1. Duurzame gebruiksgoederen 2. Deelname sociaal maatschappelijk verkeer 3. Collectieve ziektekostenverzekering Deel 2 Deel 3 Deel 4 Deel 5 Categorie 1: Categorie 2: Categorie 3: Categorie 4: Categorie 5: Categorie 6: DRAAGRKRACHT DREMPELBEDRAG RESERVERING EN AFLOSSING BIJ EEN GELDLENING CATEGORIEEN EN KOSTENSOORTEN Directe levensbehoeften Woonvoorzieningen Maatschappelijke zorg Financiële transacties Medische dienstverlening Overige kostensoorten 2

INLEIDING Met de beleidsregels worden richtlijnen gegeven voor de uitvoering van de bijzondere bijstand. De uitgangspunten voor de uitvoering van de bijzondere bijstand en het minimabeleid zijn opgenomen in de nota Bijzondere bijstand en minimabeleid 2004. Deze beleidsregels zijn onlosmakelijk verbonden met de nota. BIJZONDERE GROEPEN Voor een aantal groepen en kostensoorten gelden de uitgangspunten niet (zie de beleidsnota bijzondere bijstand en minimabeleid). Dit betekent dat uitsluitend moet worden vastgesteld of belanghebbende tot de doelgroep behoort en voldoet aan de gestelde voorwaarden. Het betreft de volgende kostensoorten: 1. duurzame gebruiksgoederen 2. deelname maatschappelijk verkeer 3. collectieve ziektekostenverzekering 1. duurzame gebruiksgoederen Inwoners van de gemeente, die drie jaar of langer een minimuminkomen hebben, kunnen éénmaal per 12 maanden een bedrag voor duurzame gebruiksgoederen krijgen. Dit bedrag is gelijk aan het bedrag van de langdurigheidstoeslag (dus gehuwden 454, voor een alleenstaande ouder 408 (90%) en voor een alleenstaande 318 (70%). Voorwaarden: individueel aanvragen; inkomen en vermogen worden getoetst aan de normen van de WWB; overleggen van bewijsstukken; de criteria voor de langdurigheidstoeslag zijn van toepassing, dus geen arbeidsmarktperspectief; aanvrager(s) mogen niet tot de doelgroep van de langdurigheidstoeslag behoren; aanvrager(s) moeten een zelfstandige huishouding voeren. Om de uitvoering zo eenvoudig te laten verlopen en om te verkomen dat er sprake is van voor financiering mogen de bewijsstukken ook achteraf worden ingeleverd. Niet inleveren betekent verrekenen met lopende uitkering of terugvorderen 2. deelname sociaal maatschappelijk verkeer Alle inwoners van de gemeente kunnen hiervoor in aanmerking komen. Voorwaarden: Individueel aanvragen; Inkomen en vermogen worden getoetst aan de normen van de WWB; Overleggen van bewijsstukken; Aanvrager(s) moeten een zelfstandige huishouding voeren. Op het moment van de aanvraag langer dan een jaar een inkomen op minimumniveau De bijdrage voor deelname maatschappelijk verkeer is bedoeld voor de volgende kosten: Contributies voor sport- en sociaal culturele activiteiten; abonnement bibliotheek, telefoon, krant of kabel-televisie; Schoolreisjes en excursies; 3

Hoogte bijdrage De hoogte van de bijdrage bedraagt 90,-- per gezinslid per jaar. 3. Collectieve ziektekostenverzekering De collectieve ziektekosten verzekering geldt voor personen met een bijstandsuitkering. en inwoners die op het zelfde inkomensniveau zitten. Voorwaarden: Individueel aanvragen; Inkomen en vermogen worden getoetst aan de normen van de WWB; DRAAGKRACHT Bij de vaststelling van de bijzondere bijstand dient rekening te worden gehouden met de draagkracht. Er wordt ingegaan op de volgende zaken: 1. draagkrachtperiode bij incidentele verstrekking; 2. draagkrachtperiode bij periodieke verstrekking; 3. vaststelling van het netto-inkomen; 4. vaststelling draagkrachtruimte 5. hoogte van draagkracht Draagkrachtperiode bij incidentele verstrekking Bij incidentele bijstand wordt de draagkracht over het gehele draagkrachtjaar (kalenderjaar) in aanmerking genomen. De draagkracht wordt in één keer verrekend. Het gaat dan om incidentele kosten die ten gevolge van bijzondere omstandigheden niet uit het inkomen betaald kunnen worden. Draagkrachtperiode bij periodieke verstrekking De draagkracht wordt per maand in mindering gebracht op de periodiek te verstrekken bijzondere bijstand. Bij incidentele en periodieke verstrekking heeft incidentele verrekening altijd voorrang op periodieke verrekening. Vaststelling van het netto-inkomen Bij een vast inkomen kan worden uitgegaan van het inkomen per datum aanvraag. Bij een wisselend inkomen moet worden uitgegaan van het gemiddelde inkomen over de achterliggende 12 maanden.* Bij de vaststelling van het netto-inkomen wordt uitgegaan van de som van het netto-inkomen verminderd met de middelen zoals opgenomen in artikel 31 lid 2 en 3 WWB. Bij spaarloon gelden de volgende regels: wordt het spaarloon ingehouden op het brutoloon, dan wordt het inkomen verhoogd met 60% van het ingehouden spaarloon; wordt het spaarloon ingehouden op het nettoloon, dan wordt het inkomen verhoogd met 100% van het ingehouden spaarloon. * In uitzonderlijke gevallen kan hiervan worden afgeweken. Bijvoorbeeld als iemand op grond van de gegevens van de afgelopen periode, voldoende draagkracht heeft en daardoor het verzoek om bijstand wordt afgewezen, maar het huidige inkomen op bijstandsniveau is. Of als iemand in het kalenderjaar een sterke inkomensterugval heeft en daardoor in financiële moeilijkheden komt. Vaststelling draagkrachtruimte Voor de vaststelling van de draagkrachtruimte wordt het netto inkomen verminderd met: 4

de van toepassing zijnde bijstandsnorm (exclusief vakantietoeslag) en toeslagen/verlagingen; wettelijke betalingen voor levensonderhoud (alimentatie) voor de (ex)partner en kinderen tot 21 jaar die niet tot het gezinsverband van de belanghebbende behoren; eigen bijdragen AWBZ. Er wordt geen rekening gehouden met een toegepaste maatregel (dit zou het effect daarop verliezen) Hoogte van de draagkracht De draagkracht wordt vastgesteld op 100% van de ruimte boven de bijstandsnorm exclusief vakantietoelage bij: woonkosten geldleningen; aflossing en rente aan de Kredietbank Alkmaar; algemene periodieke bestaanskosten zoals: toeslag voor zelfstandig wonende jongeren, toeslag voormalig alleenstaande ouder; De draagkracht wordt vastgesteld op 35% van de ruimte boven de bijstandsnorm exclusief vakantie toelage bij bijzondere kosten. Als tijdens de aanvraag al bekend is dat het inkomen van belanghebbende tijdens de draagkrachtperiode zal wijzigen, kan daar bij de berekening van de periodieke bijzondere bijstand rekening mee worden gehouden. De draagkracht wordt berekend vanaf een inkomen dat hoger is dan de voor de belanghebbende van toepassing zijnde bijstandsnorm. DREMPELBEDRAG Bij de vaststelling van de draagkracht wordt geen rekening gehouden met het drempelbedrag zoals genoemd in artikel 35, lid 2 van de WWB. RESERVERING EN AFLOSSING BIJ EEN GELDLENING De kosten van inrichting, aanschaf en vervanging van normale duurzame gebruiksgoederen behoren tot de algemene bestaanskosten. In principe moeten deze kosten uit het normale inkomen worden betaald. Om die reden kan in beginsel geen bijstand worden verleend voor deze kosten. kan slechts verleend worden voor de noodzakelijke kosten als er bijzondere sociale of financiële omstandigheden zijn. Voor de kosten van duurzame gebruiksgoederen wordt in principe bijstand verleend in de vorm van een geldlening, of in de vorm van borgtocht bij geldlening (vóórliggende voorziening). De beoordeling over de noodzakelijkheid is in beide gevallen hetzelfde. De volgende zaken komen aan de orde: 1. bijzondere omstandigheden; 2. de noodzaak van de bijstandsverlening 3. de hoogte van de bijzondere bijstand 4. bepaling van de reserveringscapaciteit 5. reservering en aflosssingscapaciteit 6. belanghebbende met een schuldregeling of WSNP 7. tekortschietend besef van verantwoordelijkheid 8. tekortschietend besef wegens overige redenen 9. overige uitgangspunten 10. richtlijnen voor indicatiestelling door de consulent 5

Bijzondere omstandigheden Alleen in individuele situaties kan bij bijzondere omstandigheden bijzondere bijstand worden verleend: de noodzaak tot aanschaf en/of vervanging was niet voorzienbaar en buiten toedoen van de belanghebbende kon voor deze kosten niet worden gereserveerd; buiten toedoen van de belanghebbende, kan niet in deze kosten worden voorzien door middel van gespreide betaling achteraf. De kredietbank is een vóórliggende voorziening. Eerst moet een lening aangevraagd worden voor dergelijke kosten. Indien dit niet mogelijk is moet een afwijzingsbrief overgelegd worden. De noodzaak van de bijstandsverlening Naast de bijzondere omstandigheden wordt de noodzaak van de bijstandsverlening voor duurzame gebruiksgoederen beoordeeld aan de hand van: de feitelijke toestand van de aan te schaffen of te vervangen duurzame gebruiksgoederen; de grootte van de woning van de belanghebbende; de grootte van het gezin van de belanghebbende; de overige van belang zijnde feiten en omstandigheden. De hoogte van de bijzondere bijstand Als bijstand of een lening wordt verstrekt voor de kosten van inrichting en de aanschaf en/of vervanging van algemeen noodzakelijke gebruiksgoederen, dan wordt de hoogte van de bijstand bepaald op de reële noodzakelijke kosten. Uitgangspunt is dat de aanvrager onderzoekt wat de goedkoopste oplossing is. Vervolgens wordt deze getoetst aan de Nibud bedragen. De NIBUD bedragen worden als maximaal te vergoede bedragen gehanteerd. Het is dus geen automatisme dat de Nibud bedragen altijd gehanteerd moeten worden. Bepaling van de reserveringscapaciteit Als voorzienbaar is dat duurzame gebruiksgoederen moeten worden aangeschaft of vervangen, dan moet hiervoor gereserveerd worden uit het periodieke inkomen. Vanaf het moment dat bekend is dat de kosten zich gaan aandienen, moet maandelijks worden gereserveerd. De maximale periode waarover de reserveringscapaciteit berekend kan worden is 36 maanden. Dit is ook de gebruikelijke maximale termijn om een lening af te lossen. Om de reserveringsperiode te bepalen moet uitgegaan worden van het moment waarop de belanghebbende redelijkerwijs kon weten dat er gereserveerd moest worden, bijvoorbeeld: bij inschrijving als woningzoekende of bij opname in een verzorgingshuis. Reservering en aflossingscapaciteit Uitgaande van de geldende bijstandsnorm exclusief vakantiegeld en inclusief toeslagen en verlagingen: met een inkomen tot 100%: 6 %; met een inkomen boven 100%: 100% van het meerdere; het minimale aflossingsbedrag is altijd 6%; belanghebbenden die 3 jaar of langer een inkomen hebben op bijstandsniveau worden geacht niet gereserveerd te kunnen hebben. Belanghebbenden met een schuldregeling of WSNP Belanghebbenden die begeleid worden bij een officiële schuldregeling hebben meestal geen reserverings- en aflossingscapaciteit. Personen die vallen onder de werking van de WSNP, hebben geen reserverings- en aflossingscapaciteit. Tijdens de looptijd van de sanering 6

kunnen deze belanghebbenden geen nieuwe verplichtingen aangaan omdat het de bedoeling is dat na afloop van de regeling een schuldenvrije situatie is ontstaan. Bij een aanvraag om bijstand voor duurzame gebruiksgoederen moet contact opgenomen worden met de bewindvoerder WSNP. Bij een vastgestelde noodzaak kan bijstand in de vorm van een geldlening worden verstrekt, waarop niet afgelost kan worden. Is de schuldregelingperiode met succes beëindigd wordt alsnog bijstand om niet verstrekt. Tekortschietend besef van verantwoordelijkheid Als niet is gereserveerd terwijl daar volgens de richtlijnen wel de mogelijkheden toe was, is belanghebbende tekort geschoten in het besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in de noodzakelijke kosten van aanschaf en/of vervanging van de algemene noodzakelijke duurzame gebruiksgoederen. In dat geval moet altijd 36 maanden (maximale aflossingsperiode) worden afgelost, vermeerderd met de periode dat belanghebbende voorafgaande aan de datum van de aanvraag had kunnen reserveren. Tekortschietend besef wegens overige redenen. Bij ernstige vormen van tekortschietend besef moet de lening volledig worden afgewezen of terugbetaald: als de belanghebbende vrijwillig en zonder reden afstand heeft gedaan van de eigen inboedel; als de inboedel verloren is gegaan door brand en de belanghebbende geen inboedelverzekering had afgesloten. Op grond van artikel 18 lid 1 WWB kan het verzoek worden afgewezen. Overige uitgangspunten geen bijstand voor inrichtingskosten of een lening hiervoor wordt verleend aan jongeren en alleenstaanden die voor het eerst zelfstandig gaan wonen, tenzij de noodzaak hiervoor nadrukkelijk is aangetoond; onder duurzame gebruiksgoederen zoals hier bedoeld wordt verstaan de gebruikelijke inventaris van een woning. Richtlijnen voor stelling De bijstand wordt afgestemd op de omstandigheden. Als de belanghebbende een beroep doet op bijzondere bijstand moeten de bijzondere omstandigheden uitdrukkelijk in de besluitvorming betrokken worden. Van een noodzaak kan niet worden gesproken als het de belanghebbende alleen ontbreekt aan middelen. Het moet gaan om een acute noodzaak die op een andere manier niet te verhelpen is. In de afweging moet betrokken worden welke gevolgen van sociale aard het heeft voor de belanghebbende als de bijzondere bijstand niet wordt verleend. Ook moet in beeld gebracht worden of er sprake is van tekortschietend besef van verantwoordelijkheid: er moet eerst een indicatie worden gesteld voordat bijstand kan worden verleend. Er kan dus nooit een indicatie worden gevraagd als de voorziening al is aangeschaft of een behandeling al is opgestart. sverlening is in dit geval niet mogelijk. Dit geldt zowel voor medische als sociale noodzaak.; in beeld brengen in welke sociale omstandigheden de belanghebbende verkeert; de reden aangeven. Is die buiten toedoen van de belanghebbende? Zo ja, dan kan bijstand verleend worden met inachtneming van de beleidsrichtlijnen. Zo nee, dan moet het verzoek worden afgewezen. Als er een acute noodzaak is kan in de vorm van een geldlening bijstand worden verleend. De formulering acute noodzaak is overigens geen ontsnappingsclausule op de uitsluitingsgronden van de WWB (artikel 13 WWB); aangeven of de te maken kosten te voorzien waren, zo ja dan rekening houden met de reserveringscapaciteit; omschrijven wat de gevolgen zijn als er geen bijstand of lening wordt verstrekt. 7

CATEGORIEEN EN KOSTENSOORTEN Er zijn 6 categorieën die onderverdeeld zijn in kostensoorten. Categorie 1: Directe levensbehoeften Kleding en schoeisel Eenmalig levensonderhoud Extra verwarmingskosten Toeslag voormalig alleenstaande ouder Aanvullende bijstand jonger dan 21 jaar Doorbetaling vaste lasten bij opname in een inrichting Doorbetaling vaste lasten bij detentie Categorie 2: Woonvoorzieningen Duurzame gebruiksgoederen Verhuiskosten woonkosten tot aan de huursubsidiegrens Woonkosten boven de huursubsidiegrens Woonkostentoeslag bij eigen woning Categorie 3: Maatschappelijke zorg Bijzondere reiskosten Huishoudelijke hulp Categorie 4: Financiële transacties Waarborgsom, eerste huur en dubbele huur Kosten voor rente en aflossing Kosten vestiging krediethypotheek Kosten in verband met borgstelling Arbeidsongeschiktheidsverzekering Ziektekostenverzekering Rechtsbijstand Categorie 5: Medische dienstverlening Alternatieve geneeswijzen en (alternatieve) geneesmiddel Brillen en lenzen Eigen bijdragen hulpmiddelen Dieetkosten Kosten i.v.m. geboorte Kosten psycholoog / psychiater Tandheelkundige hulp Overige medische / paramedische kosten Categorie 6 : Overige kostensoorten begrafenis / crematie / uitvaartkosten Overige kosten 8

Categorie 1: DIRECTE LEVENSBEHOEFTEN 1.1 Kleding en schoeisel : tot maximaal bedrag Nibud : GGD, GGZ, RIMA 1. De kosten voor het aanschaffen van kleding behoren tot de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan. Dit betekent, dat belanghebbenden deze kosten uit eigen middelen moeten betalen. Er kunnen echter omstandigheden zijn, waardoor de kosten als bijzonder noodzakelijk kunnen worden aangemerkt. Deze omstandigheden kunnen uit een sociale situatie voortvloeien. Bijvoorbeeld: opname in een ziekenhuis of inrichting (beperken tot nachtkleding); uithuisplaatsing van kinderen; bij ontslag uit langdurige detentie (langer dan 12 maanden) beroepskleding bij werkaanvaarding na langdurige werkloosheid (tenminste 1 jaar) babyuitzet (geen duurzame gebruiksgoederen) kosten i.v.m. reiniging en slijtage van kleding en beddengoed 2. De GGD geeft naast de noodzaak ook aan voor welke termijn het advies geldt. 3. Kosten voor speciaal uitgevoerde kleding of schoenen i.v.m. medische noodzaak of handicap vallen onder de categorie: medische dienstverlening. 1.2 Eenmalig levensonderhoud : de hoogte van de geldende bijstandsnorm over de periode waarover niet over een inkomen beschikt kan worden Voorliggende voorziening : tegoeden op bank- en/of girorekeningen, reservering 1. De bijstand wordt in de vorm van een geldlening verstrekt op grond van artikel 48 lid 2 onder a WWB). kan worden verleend als aangetoond kan worden dat binnen 3 maanden beschikt kan worden over voldoende middelen. 2. De bijstand moet worden terugbetaald volgens de bepaalde aflossingscapaciteit van tenminste 6% van de bijstandsnorm inclusief vakantiegeld. 3. In individuele bijzondere situaties kan bijstand om niet worden verstrekt. De noodzaak hierbij aangeven en de reden waarom niet kan worden afgelost. 4. Het vrij te laten vermogen moet eerst ingeteerd worden. 9

1.3 Extra verwarmingskosten : maximaal de meerkosten die zijn vastgesteld door het nutsbedrijf : maximaal 1 jaar : GGD 1. Uit het advies van de GGD moet blijken of deze kosten noodzakelijk zijn en zo ja, of de verwarming alleen in de wintermaanden (oktober t/m april) nodig is of gedurende het gehele jaar. GGD tevens aan laten geven of het om een structurele noodzaak gaat of tijdelijk. 2. Door het nutsbedrijf moeten de meerkosten worden vastgesteld omdat de soort woning van invloed is op het verbruik. 3. Bij het heronderzoek nagaan of de bijstand voor de extra kosten terecht aan het doel zijn besteed. Als blijkt dat er teveel of ten onrechte bijstand is betaald, moet de beslissing worden herzien en/of worden teruggevorderd. 1.4 Toeslag voormalig alleenstaande ouder : 6 maanden: eerste 3 maanden 20% van het minimumloon laatste 3 maanden 10% van het minimumloon : max. 6 maanden 1. Het laatste in de gezinsbijstand begrepen inwonend kind komt niet meer ten laste van de ouder waardoor het normbedrag voor een alleenstaande van toepassing wordt 2. Het gezamenlijk inkomen van de oudere en de jongere blijft onder dat van een echtpaar in vergelijkbare omstandigheden. 3. De studiefinanciering en/of tegemoetkoming WTOS blijft buiten beschouwing 1.5 Aanvullende bijstand jonger dan 21 jaar : tot maximaal het bedrag voor een alleenstaande van 21 jr : periodiek Voorliggende voorziening : onderhoudsplicht ouders 1. Onderzoek op grond van artikel 12 WWB 2. De noodzaak onderzoeken tot zelfstandig wonen. Dit doet zich in ieder geval voor indien: - de ouders zijn overleden - de jongere op grond van een officiële maatregel uit huis is geplaatst - de jongere (voordat de bijstand wordt aangevraagd) al langer dan een jaar buitenshuis woonde 10

- het op individuele gronden niet verantwoord is dat de jongere bij zijn ouders woont hetgeen is onderbouwd met een indicatiestelling, vergelijkbaar met een indicatiestelling tot uithuisplaatsing, van het algemeen maatschappelijk werk, RIAGG of SPD 1.6 Doorbetaling vaste lasten bij opname in een Inrichting of AWBZ instelling : de hoogte van de noodzakelijke vaste lasten : maximaal 1 jaar : is reeds bij opname gesteld 1. Wegens medische of sociale omstandigheden kan belanghebbende elders worden opgenomen. Als op voorhand duidelijk is dat het een blijvende situatie betreft, kan bijstand verleend worden tot de huurovereenkomst van de woning wordt beëindigd en de nutsvoorzieningen zijn opgezegd. Hierbij in acht nemen dat de huurovereenkomst en de nutsvoorzieningen tijdig worden opgezegd. 2. Als op voorhand niet duidelijk is of het een tijdelijke of bepaalde opname betreft kan maximaal 1 jaar bijstand worden betaald. De situatie moet om de 3 maanden onderzocht worden. 3. Er kan alleen bijstand verleend worden voor huur, het vastrecht van: gas, elektriciteit en water. Aan de hand van afrekeningen van de nutsbedrijven moet een onderzoek worden ingesteld om te bepalen of de beslissing moet worden herzien en/of er moet worden nabetaald dan wel teruggevorderd. 4. Als de opname langer dan 1 jaar duurt, kan geen bijstand worden verleend. 5. Bij weekendverlof de bijstand relateren aan het aantal dagen dat elders wordt verbleven. 11

1.7 Doorbetaling vaste lasten bij detentie in acute noodsituaties : de verschuldigde huur : maximaal 6 maanden : justitie, reclassering Voorliggende voorziening : alle liquide middelen 1. Op grond van artikel 13 WWB zijn gedetineerden uitgesloten van het recht op algemene en bijzondere bijstand. De gemeente heeft op dit punt geen beleidsvrijheid, maar volgt de wettelijke bepalingen. Er kan alleen bijstand worden verleend als er sprake is van een acute noodsituatie (artikel 10 WWB). Het gaat dan om bijzondere uitzonderingssituaties waarbij op individuele gronden bijstand wordt verleend. Hierbij moet beoordeeld worden wat de gevolgen zijn van het opgeven van de woning als de belanghebbende de kosten niet zelf kan betalen. Alleen als de gevolgen voor de belanghebbende onevenredig ernstig zijn ten opzichte van het belang van de gemeente om afwijzend te besluiten op een aanvraag, wordt overwogen bijstand te verlenen. Uit jurisprudentie wordt ontleend dat het moet gaan om levensbedreigende omstandigheden. 2. De bijstand moet vooraf worden aangevraagd, als de belanghebbende achteraf een aanvraag indient, is de noodzaak tot bijstandsverlening niet (meer) aanwezig. 3. Geen bijstand wordt verleend voor nutsvoorzieningen omdat hiervan geen gebruik gemaakt wordt tijdens detentie. 4. Alle liquide middelen van de belanghebbende moeten ter beschikking worden gesteld. Dit betekent dat het vrij te laten vermogen eerst ingeteerd moet worden. 5. Draagkracht: Bij het vaststellen van de draagkracht wordt het inkomen vergeleken met de norm voor personen die verblijven in een inrichting. Sociale verzekeringsuitkeringen blijven doorbetaald worden tijdens de detentieperiode. Betalingen van ZW, WW worden stopgezet. In een open inrichting wordt betaald werk verricht. Deze inkomsten zijn meestal hoger dan de norm persoonlijke toelage. Bij de comptabele van de gevangenis/inrichting moet de hoogte van de verdiensten en het tegoed worden opgevraagd. 6. Er kan geen bijstand, in welke vorm dan ook, verleend worden bij detentie in het buitenland. (territorialiteitsbeginsel). 12

Categorie 2: WOONVOORZIENINGEN 2.1 Kosten duurzame gebruiksgoederen Bedrag : maximaal tot NIBUD prijzengids en handboek : GGD bij medische noodzaak GGZ, RIMA of consulent Voorliggende voorziening : Kredietbank, WWG art. 15, WVG, reservering, gespreide betaling achteraf Instructie, De kosten van inrichting, aanschaf en vervanging van normale duurzame gebruiksgoederen behoren tot de algemene bestaanskosten en moeten in beginsel uit het normale inkomen worden betaald. Voor de kosten van duurzame gebruiksgoederen wordt in principe bijstand verleend in de vorm van een geldlening of in de vorm van borgtocht (lening bij de GKB). Alleen in individuele gevallen kan op grond van bijzondere omstandigheden bijstand worden verleend als: a. de noodzaak tot aanschaf en/of vervanging die niet voorzienbaar was en b. buiten toedoen van de belanghebbende voor deze kosten niet gereserveerd kon worden; c. buiten toedoen van de belanghebbende niet in deze kosten kan worden voorzien door gespreide betaling achteraf. d. het product kapot is en niet meer kan worden gerepareerd (moet blijken uit verklaring deskundige) 1. Het betreft maximumbedragen, er kan dus minder leenbijstand of lening worden verstrekt; 2. Het is redelijk cliënt te wijzen op 2 e hands artikelen; 3. Rekening houden met de bedragen bij overname, zowel bij het verlaten van de woning als bij het betrekken van de woning; 4. Bij het bepalen van de hoogte van het bedrag overzien of het aflossingsbedrag gedurende 3 jaar is op te brengen; 5. Beoordelen aan de hand van de aan te schaffen of te vervangen duurzame gebruiksgoederen, de grootte van de woning, de grootte van het gezin, overige van belang zijnde feiten en omstandigheden. 6. Er wordt geen bijstand verleend aan jongeren en alleenstaanden die voor het eerst zelfstandig gaan wonen, tenzij er een nadrukkelijke aantoonbare noodzaak aanwezig is. 7. Indien voor een bepaald product bijzondere bijstand wordt verstrekt dan kan pas na acht jaar opnieuw voor deze voorziening bijstand worden aangevraagd. 8. Bij het bepalen van de hoogte van de bijstandsverlening voor een volledige woninginrichting gelden maximale bedragen. Deze bedragen zijn vastgesteld op 60% van de door het Nibud berekende bedragen. 13

2.2 Verhuiskosten : tot maximaal de goedkoopste voorziening : GGD bij medische noodzaak, GGZ, RIMA of consulent Voorliggende voorziening : Kredietbank, WVG, reservering, gespreide betaling achteraf 1. Er moet aangetoond worden dat de noodzaak tot verhuizing aanwezig is; 2. Er wordt geen bijstand verleend aan jongeren en alleenstaanden die voor het eerst zelfstandig gaan wonen; 3. De goedkoopste voorziening komt in aanmerking voor bijstand; 4. Bij verhuizing naar een andere gemeente kan alleen voor de transportkosten bijstand in de vorm van leenbijstand worden verstrekt dan wel bijstand om niet; 5. Bij verhuizing naar onze gemeente vanuit een andere gemeente, komen de transportkosten voor rekening van de andere gemeente. 2.3 Woonkostentoeslag tot aan de huursubsidiegrens : gelijk aan het van toepassing zijnde subsidiebedrag : periodiek tot 1 juli van het huursubsidietijdvak Voorliggende voorziening : Huursubsidiewet, Vangnetregeling 1. Onderzoeken of het zinvol is een beroep te doen op de hardheidsclausule. Zo ja dan dit als voorwaarde opleggen en de bijstand als geldlening verstrekken. 2. kan alleen verleend worden als belanghebbende op grond van de huursubsidiewet voor huursubsidie in aanmerking komt. 14

2.4 Woonkostentoeslag boven de huursubsidiegrens : huur van de woning minus het bedrag dat zelf moet betaald worden indien er in die situatie huursubsidie zou zijn toegekend, berekend naar de maximum huurgrens : maximaal 6 maanden : GGD bij medische indicatie 1. De toepassing is conform de huursubsidiewet + het bedrag dat boven de huursubsidiegrens uitgaat. 2. Als er blijvend een beroep gedaan moet worden op bijstand dan verhuisplicht opleggen binnen 6 maanden. Wanneer blijkt dat belanghebbende alles heeft ondernomen om aan goedkopere woonruimte komen en dit niet gelukt is, kan de bijstand met een periode van 6 maanden worden verlengd. 3. Geen verhuisplicht wordt opgelegd aan: a. Gehandicapten, als de hoge huur is veroorzaakt door de voorzieningen die in de woning zijn aangebracht vanwege de handicap; b. Belanghebbenden van 65 jaar of ouder, zolang er geen goedkoper woonalternatief is, dat gelet op de medische omstandigheden voorhanden is; c. Huishoudens die uit meer dan 8 personen bestaan; 4. Geen bijstand wordt verleend aan jongeren die vanwege de hoge huurlast niet in aanmerking komen voor huursubsidie. 5. Zie onder kostensoort 2.3 m.b.t. de hardheidsclausule. 6. Als er sprake is van ongenoegzaam besef van verantwoordelijkheid moet de aanvraag worden afgewezen. 2.5 Woonkostentoeslag bij eigen woning : het toepasselijke bedrag volgens de huursubsidiewet : periodiek tot 1 juli van het huursubsidietijdvak 1. De toepassing is conform de huursubsidiewet; 2. Er wordt geen verhuisplicht opgelegd zolang de bijstand verstrekt wordt onder verband van krediethypotheek 3. Verhuisplicht wordt wel opgelegd als de woonlasten hoger zijn dan de maximale huurprijs volgens de huursubsidiewet. 4. Geen verhuisplicht geldt voor zelfstandigen die een korte tijd beroep doen op de bijstand maar geldt wel als de zelfstandige het bedrijf beëindigd. 5. Bij de berekening voor de toeslag rekening houden met: a. de hypotheekrente (dus geen aflossing) b. het eigenaarsgedeelte van de OZB, de opstalverzekering (dus geen 15

inboedelverzekering) en het onderhoud van de woning, volgens Nibud. Categorie 3: MAATSCHAPPELIJKE ZORG 3.1 Bijzondere reiskosten Bedrag : kosten openbaar vervoer of bedrag per kilometer (reisbesluit binnenland) of periodiek volgens indicatiestelling : GGD bij medische noodzaak GGZ, RIMA of consulent Voorliggende voorziening : WVG, Zorgverzekeraar 1. Reiskosten voor familiebezoek, ziekenbezoek, het bijwonen van een uitvaart en dergelijke behoren tot de algemene bestaanskosten en komen niet in aanmerking voor bijstand; 2. Reiskosten die gemaakt worden voor bezoek aan elders verpleegden of verzorgden, gedetineerden of uit huis geplaatsten, voor zover het gezinsleden betreft, worden als bijzondere kosten aangemerkt; 3. De noodzaak wordt op individuele basis vastgesteld; 4. De opname moet langer dan een maand duren; 5. De kosten die een kind moet maken (kindertehuis) om naar het ouderlijk huis te reizen, vallen onder de werking van de AWBZ. Als het kind niet in staat is alleen te reizen voorziet ook hier de AWBZ in; 6. Er moet altijd uitgegaan worden van de goedkoopste manier van reizen. 3.2 Huishoudelijke hulp : eigen bijdrage : periodiek / incidenteel : Thuiszorg Als door de Thuiszorg geen hulp beschikbaar is moet dit schriftelijk door de Thuiszorg worden bevestigd. In deze brief moet staan dat thuiszorg dringend nodig is en wanneer wel hulp beschikbaar is. Ter overbrugging kan dan een beroep worden gedaan op particuliere hulp. De vergoeding bedraagt dan maximaal 10,00 per uur. 16

Categorie 4: FINANCIELE TRANSACTIES 4.1 Waarborgsom, eerste huur inclusief administratiekosten, dubbele huur : waarborgsom -/- teruggave waarborgsom vorige woning : GGD bij medische noodzaak GGZ, RIMA of consulent Voorliggende voorziening : reservering, gespreide betaling achteraf Deze kosten behoren tot de incidenteel voorkomende algemene bestaanskosten die in beginsel uit het normale inkomen moeten worden betaald. Er kan geen bijstand voor verleend worden. Alleen in individuele gevallen kan op grond van bijzondere omstandigheden bijstand verleend worden. Er moet in ieder geval sprake zijn van een noodzaak tot het aanvaarden van (andere) woonruimte. Als de belanghebbende beschikt over adequate woonruimte, dan is er geen noodzaak tot verhuizen. De noodzaak wordt bepaald aan de hand van de (on)geschiktheid van de huidige woning in relatie tot: a. psychische aspecten m.b.t. personen die behoren tot het huishouden van de belanghebbende; b. medische aspecten met betrekking tot personen die behoren tot het huishouden van de belanghebbende, waarbij de WVG geen uitkomst biedt c. de sociale omstandigheden waarin de belanghebbende verkeert (dit in beeld brengen) d. er wordt geen bijstand verleend als de verhuizing geen wezenlijke oplossing biedt voor de sociale of medische problemen (dit in beeld brengen). e. Jongeren en alleenstaanden die voor het eerst zelfstandig gaan wonen komen niet in aanmerking voor bijstand. 1. Eerste huur en administratiekosten: deze kosten betreffen de ingangsdatum van de huurovereenkomst tot maximaal de datum waarop over de uitkering kan worden beschikt. Gelet op de betaling achteraf van de uitkering kan gesteld worden dat achteraf over de middelen beschikt kan worden. Om die reden moet de bijstand in de vorm van een geldlening worden verstrekt. (artikel 48 lid 2 WWB). 2. Waarborgsom: de restitutie van de waarborgsom van de vorige woning moet altijd in mindering worden gebracht. De bijstand wordt eveneens in de vorm van een geldlening verstrekt (artikel 48 lid 2 WWB). 3. Dubbele huur: bij een niet voorziene verhuizing of verhuizing op korte termijn, kan i.v.m. de in acht te nemen opzegtermijn hiervan sprake zijn. Voor de eerste maand huur voor de nieuwe woning bestaat geen recht op huursubsidie als die al is toegekend voor de vorige woning. Evenmin bestaat recht op huursubsidie over de eerste maand, als de huur ingaat na de eerste dag van de maand. In die gevallen moet over de betreffende maand het recht op woonkostentoeslag worden onderzocht. Als bijstand voor dubbele huur wordt verleend (het volledige bedrag), wordt daarbij uitgegaan van het huurbedrag van de nieuwe woning en als bijstand om niet verleend. Als een dubbele huurbetaling te vermijden was geweest, is er sprake van tekortschietend besef verantwoordelijkheid. Wordt er in die situatie toch bijstand verstrekt, dan moet deze verstrekt worden als geldlening (artikel 48 lid 2 WWB). Statushouders die zich voor de eerste maal vanuit een Azielzoekerscentrum vestigen in de 17