Vleermuizen in het projectgebied Bos en Water te Haastrecht

Vergelijkbare documenten
Vleermuisonderzoek Gorinchem

Vliegroute vleermuizen Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Beoordeling van de effectiviteit van een tijdelijke vliegroute voor vleermuizen in juli 2008

VOORBLAD RAPPORTAGES

Vleermuisonderzoek. Monnickendam

VLEERMUIZEN ONDERZOEK HELLEVOETSLUIS 2008

Vleermuisonderzoek A13 en N209

Vleermuisonderzoek park Middenwetering, Krimpen aan de IJssel R. v.d. Kuil en G. Achterkamp

Quick scan ecologie winkelcentrum t Gein

Aanvullend vleermuisonderzoek restaurant Castellum Novum in De Meern

Vleermuisonderzoek Schuttersbosch Eindhoven

Nader onderzoek vleermuizen, huismus en gierzwaluw Warmenhuizen Centrum

Vleermuisonderzoek N224

Vleermuisonderzoek Geuzenveld-Slotermeer R.M. Koelman

Geachte heer van Gerven,

Beoordeling ontwerp openbare verlichting rondweg Ommen

Notitie aanvullend veldonderzoek vleermuizen en zandhagedis Warande Zeist

Vleermuisonderzoek Kildijk

Nader onderzoek vleermuizen schoolgebouw Anne Franklaan, Montfoort

Nader onderzoek Vleermuizen en Steenmarter Ellertshaar 6 (gemeente Borger Odoorn)

ASSCHATTERWEG LEUSDEN. Nader onderzoek naar de aanwezigheid van vleermuizen en de functie van de omgeving voor vleermuizen

Vleermuizen MOB Ulicoten Onderzoek naar het gebruik van MOB complex Ulicoten door vleermuizen

Aanvullend natuuronderzoek voormalig Zoutdepot Breukelen

Gebruik van een boom door vleermuizen

Notitie flora en fauna

Notitie n.a.v. onderzoek vleermuizen

Vleermuizen in de Hoge hof (Biesbosch)

Vleermuisinventarisatie vleermuiskasten Voorburg

Nader onderzoek naar vleermuizen Nieuw Graswijk te Assen

Boomholteinspectie N224

Notitie quickscan beschermde soorten Peter Zuidlaan 22 te Veldhoven

Notitie Flora en faunawet bestemmingsplan Centrum Best; Locatie ten noorden van begraafplaats

Quick scan ecologie Stroet te Sint Maarten

Soortgericht onderzoek Wellnesscentrum De Kuil, Dordrecht. Onderzoek naar vleermuizen, vogels en ringslangen in het kader van de Flora- en faunawet

Vleermuisinventarisatie aan de Hofstraat te s- Heerenberg

Rapport Lelystad, oktober 2010 J.C. Nagel

Vleermuizenonderzoek Het Bosje te Elst

Hierbij ontvangt u het briefrapport inzake de inventarisatie van vleermuizen in het projectgebied Almere hout te Almere.

Vleermuizen rond verzorgingstehuis Ruijschenbergh, Gemert

Beschermde soorten in Hasselt (Overijssel)

Vleermuisonderzoek Houtakker II te Bemmel

Quick scan ecologie. Mientweg 5 & 29 te Lutjewinkel

Quick scan ecologie. Kerkweg-Oost, gemeente Waddinxveen

Johan de Wittlaan 2 te Woerden

Vleermuisonderzoek Prins Mauritsschool Nijmegen

Ecologisch onderzoek binnenspeeltuin Plaswijckpark

INVENTARISATIE VLEERMUIZEN DE WEID WALSTRO 3 CASTRICUM

Notitie Flora- en faunaonderzoek Enter

Rapport van de Zoogdiervereniging In opdracht van de gemeente Wijchen. Vleermuisonderzoek Cultureel Centrum t Mozaïek, Wijchen

Gemeente s-hertogenbosch Dhr. T. van Tol Postbus GZ s-hertogenbosch

Vleermuisonderzoek Vlietsingel, Medemblik

: Advies vleermuisroutes viaduct A2 te Echt (Limburg)

NOTITIE. Conclusie. Plangebied en werkzaamheden

Boomcontrole vleermuizen boom 61145, Nieuwegracht te Utrecht

SCHOLEN LEUSDEN. Nader onderzoek naar de aanwezigheid van vleermuizen en naar de functie van de omgeving voor vleermuizen

Onderzoek boomholtes bij Gramsbergen

Quick scan ecologie Noordzijde 102 te Bodegraven

De bezwarencommissie heeft geconcludeerd dat de gemeente onvoldoende heeft onderbouwd dat de aanwezigheid van vleermuizen niet aannemelijk is.

Nader onderzoek Vleermuizen Sportpark Middelweide

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk

Opdrachtgever: Geveke Bouw & Ontwikkeling projectnummer:

Onderzoek beschermde flora en fauna Zuidas

Quick scan ecologie Jan Vermeerstraat te Rucphen

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt

NATUURONDERZOEK A9 BADHOEVEDORP

Vleermuisonderzoek Geeserstroom R.M. Koelman & H.J.G.A. Limpens

Huismus- en vleermuisinventarisatie op planlocatie de Marke III te Hengevelde

Ruimtelijke onderbouwing Flora en fauna De Monarch I, II, III en IV

Rapportage onderzoeken vleermuizen, huismus en gierzwaluw

Vleermuizen in het Maasheggengebied

Notitie. Inleiding. Methodiek. J. de Waard (Trivire Wonen) aan. van A. de Baerdemaeker. betreft Vleermuis- en vogelonderzoek Patersweg Dordrecht

Quick scan ecologie Grote Sloot te Burgerbrug

Pandelaar 4 te Gemert Versie 29 juni 2016

Dwingelderveld. Vleermuisonderzoek. Vliegroutes weg Lhee-Kraloo, Oude Hoogeveensedijk en Noordenveld

Flora- en faunascan voor de bouw van een woning aan de Bolenbergweg te Belfeld

Aanvullend onderzoek aanleg woonwijk Hazenburg te Arnemuiden AANVULLEND ONDERZOEK AANLEG WOONWIJK HAZENBURG TE ARNEMUIDEN

Vleermuisonderzoek locatie Merenhoef te Maarssen

Zoetermeer. Vleermuizen in Zoetermeer Een jonge stad als leefgebied. Inventarisaties Waarom stadsbreed vleermuisonderzoek?

Ecologica BV Rondven PX Maarheeze. Vleermuisonderzoek te rooien houtwal Zuidelijke rondweg te Breda

Gemeente s Hertogenbosch Dhr. J. Winter Postbus GZ s-hertogenbosch

Resultaten Quickscan, vissen en vleermuisonderzoek met betrekking tot de Flora- en Faunawet.

Afdoend onderzoek ecologie Kanaaldijk 63 te Watergang

B i j l a g e : I n v e n t a r i s a t i e H u i s m u s e n v l e e r m u i z e n i n h e t k a d e r v a n d e F l o r a - e n fau n a w e t

VOSSEVELD SOEST. Nader onderzoek naar de aanwezigheid van vleermuizen en de functie van gebouwen, bomen en omgeving voor vleermuizen

: Holdingmaatschappij D. v.d. Plas BV : dhr. D. van der Plas jr. : Steenbakkerstraat 2 : 2222 AT Katwijk

Vleermuisinventarisatie De Annenborch, Rosmalen

Vleermuizen Palmerswaard in het kader van Stroomlijn

Gemeente Nijmegen T. Martens Postbus HG Nijmegen. Quick scan Flora- en faunawet Mesdagstraat te Nijmegen

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie

Vleermuizen in bestemmingsplangebied Nieuwendam-Noord gegevens van onderzoek in de periode

Nader onderzoek plangebied Insulindeblok, Amsterdam

Vleermuisonderzoek Locatie Zorgcentrum De Klaarbeek te Epe

Bureau Waardenburg bv. 0.42a, " Notitie aanvullend onderzoek Valleipark te Leusden

Onderzoek effect vleermuisvriendelijke verlichting, Zevenaar Hans Hollander en Marcel Schillemans

Quick scan ecologie Frankemaheerd te Amsterdam ZO

Uitvoering mitigerende maatregelen Ruusbroeckstraat en omgeving

NOTITIE Gemeente 's-hertogenbosch T. van Tol Postbus GZ s-hertogenbosch

Hierbij ontvangt u de rapportage betreffende aanvullend onderzoek rond uw plangebied Waterman II te Rijsbergen (zie figuur 1).

Ecologisch onderzoek ten behoeve van het bestemmingsplan voor een terrein ten zuiden van Harmelen

Vleermuizen: ecologie, functie van laanbomen, wettelijke bescherming. Natuurbescherming is toch tijdloos?

Nader onderzoek beschermde soorten Bossingschaaf 20, Zaandam

Transcriptie:

Vleermuizen in het projectgebied Bos en Water te Haastrecht H. J. G. A. Limpens en R. van der Kuil Juni 2006 Rapport van de Zoogdiervereniging VZZ I.s.w.m. Stichting Zoogdierenwerkgroep Zuid Holland In opdracht van Aqua-Terra Nova BV / Honserlersdijk 1

Colofon Titel: Vleermuizen in het projectgebied Bos en Water te Haastrecht Rapport nr.: 2006.14 Datum uitgave: Juni 2006 Auteurs: Herman J. G. A. Limpens en Rudy van der Kuil Zoogdiervereniging VZZ Oude Kraan 8 6811 LJ Arnhem Tel. (026) 3705318 Fax. (026) 3704038 www.vzz.nl / www.vleermuis.net Naam en adres opdrachtgever: contactpersoon aanvrager: Aqua-Terra Nova BV Molenlaan 59a 2675 CB Honselersdijk Caroline van der Graaf adviseur ruimtelijke ordening en milieu tel: 0174-6 25 24 6 / mob: 06-418 76 707 Deze rapportage kan worden geciteerd als: Limpens, H. J. G. A. & Kuil, van der, R. 2006. Vleermuizen in het projectgebied Bos en Water te Haastrecht. VZZ rapport 2006.14 Zoogdiervereniging VZZ, Arnhem i.s.w.m. Stichting Zoogdierenwerkgroep Zuid Holland te Rijswijk. De Zoogdiervereniging VZZ is niet aansprakelijk voor gevolgschade, evenals voor schade welke voortvloeit uit toepassingen van de resultaten van werkzaamheden of andere gegevens verkregen van de Zoogdiervereniging VZZ; opdrachtgever vrijwaart de Zoogdiervereniging VZZ voor aanspraken van derden in verband met deze toepassing. Zoogdiervereniging VZZ. Dit rapport is vervaardigd op verzoek van opdrachtgever hierboven aangegeven en is zijn eigendom. Niets uit dit rapport mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden d.m.v. druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de opdrachtgever hierboven aangegeven,de Zoogdiervereniging VZZ en Landschapsbeheer Flevoland, noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd. 2

Inhoud 1 Inleiding.. 4 1.1 Achtergrondinformatie plangebied. 5 2 Werkwijze... 6 3 Resultaten.. 7 4 Analyse en interpretatie... 13 5 Conclusies en aanbevelingen. 14 6 Referenties. 16 Pag. 3

1 Inleiding Op de locatie Bos en Water tussen het bosgebied Bisdom van Vliet en de woonkern van Haastrecht zullen ongeveer 80 woningen gerealiseerd worden. Ten behoeve van de waterberging en waterhuishouding, worden vaarten en sloten tussen het bos en de nieuw te realiseren wijk aangepast. Er zijn voornemens hiervoor ook een klein deel van het bosgebied te kappen. Het plangebied is gelegen in de zuidwesthoek van de kern van Haastrecht. Aan de westkant wordt de locatie begrensd door het bos Bisdom van Vliet en aan de oostkant door de bestaande woningen van de wijk Bergvliet. Aan de noordkant wordt de locatie begrensd door de Korte Tiendweg en aan de zuidkant aan weidegebied. De locatie ligt op de grens van de km-hokken X112/Y445 en X113/Y445. In het kader van het opstellen van een nieuw bestemmingsplan voor dit gebied, dienen de gevolgen van de ruimtelijke ingrepen op de aanwezige flora en fauna te worden weergegeven. In dit kader is door Aqua-Terra Nova BV al een Eco-Effectscan uitgevoerd voor het plangebied. Hierbij is op basis van een quick-scan met locatiebezoek gebleken dat de locatie mogelijk wordt gebruikt door enkele beschermde dierensoorten. Hierbij gaat het onder andere om vleermuizen. Figuur 1. Globale ligging van projectgebied en onderzoeksgebied. Aqua-Terra Nova heeft daarom aan de Zoogdiervereniging VZZ gevraagd onderzoek te doen naar het voorkomen van vleermuizen rond de te ontwikkelen bouwlocatie Bos en Water te Haastrecht. 1. 1 Doelstellingen Doelstelling is - vast te stellen welke soorten voorkomen op de te ontwikkelen bouwlocatie en de directe omgeving daarvan. - wat het landschapsgebruik is van de vleermuizen / wat de functie is van het gebied voor vleermuizen. - en of er negatieve effecten te verwachten zijn, welke een aanvraag van een ontheffing van de Flora- en faunawet noodzakelijk maken. Op basis van deze gegevens worden adviezen geformuleerd om mogelijke effecten van het realiseren van de bouwlocatie te vermijden, mitigeren, en/of compenseren. Dit zal in eerste instantie gebeuren op een globaal niveau. Indien nodig kan de Zoogdiervereniging VZZ Aqua-Terra Nova BV begeleiden bij een gedetailleerdere uitwerking. 4

1.1 Achtergrondinformatie plangebied Het plangebied Bos en Water tussen het bosgebied Bisdom van Vliet en de woonkern te Haastrecht heeft een oppervlakte van ca. 2,6 ha. In het gebied bevinden zich diverse watergangen. De huidige begroeiing bestaat voornamelijk uit grasveld en -land. Het plangebied grenst aan, en maakt gedeeltelijk deel uit van, de provinciale ecologische hoofdstructuur. Deze loopt in noord-zuid richting door het bos: Bisdom Van Vliet. In het zuidelijke deel van dit bos maakt een strook van 25 meter breed onderdeel uit van het plangebied Bos en Water. De locatie ligt tevens nabij: - het (toekomstige) natuurgebied Polder De Hooge Boezem; - de natuurgebieden De Vlot, Krimpenerwaard, de Reeuwijkseplassen; - Polders Veerstalblok en Het Beijerse. Bovengenoemde gebieden zijn grootschalige en relatief uitgestrekte weidegebieden waar veel (beschermde) vogels, amfibieën, libellen en planten voorkomen. Door een "open" verbinding met de onderzoekslocatie is het mogelijk dat beschermde soorten daar ook gebruik van maken. Vleermuizen Beschikbare gegevens: op basis van informatie van internet, naslagwerken en beleidsplannen, en interview van de gemeente, de provincie en locale zoogdierverenigingen is bekend dat het gebied en/of de directe omgeving daarvan gebruik wordt door: - Laatvlieger Eptesicus serotinus - Gewone dwergvleermuis Pipistrellus pipistrellus - Gewone grootoorvleermuis Plecotus auritus Daarnaast is het mogelijk dat er in of in de directe omgeving van het gebied nog andere soorten voorkomen: - Ruige dwergvleermuis Pipistrellus nathusii - Meervleermuis Myotis dasycneme 5

2 Werkwijze Op basis van het voorkomende landschap en biotoop wordt gesteld dat vleermuizen het plangebied Bos en Water tussen het bosgebied Bisdom van Vliet en de woonkern van Haastrecht vermoedelijk gebruiken als jachtgebied en vliegroute/verbinding. Verblijfplaatsen worden in het aangrenzende landschap, het bosgebied Bisdom van Vliet evenals in de al aanwezige bebouwing ten oosten van het plangebied verwacht. Het onderzoek richtte zich daarom op het voorkomen van soorten en de functies jachtgebied en vliegroute/verbinding van het gebied waar de woningbouwlocatie wordt gerealiseerd. Daarnaast richtte het zich, in verband met het mogelijk kappen van een klein deel van het bosgebied, op het voorkomen van soorten en de functies jachtgebied, vliegroute/verbinding en verblijfplaats in het bosgebied. Op basis van het landschap, de te verwachten soorten in de regio en de te beoordelen ingreep achtten wij veldwerk met de bat detector afdoende als methode, en werden overige veldwerkmethoden niet noodzakelijk geacht. Er werd gebruik gemaakt van detectors van het type Pettersson D200 / Pettersson D100. Er werd gewerkt met twee bezoeken op de avonden van 3 en 18 mei 2006. De periode voor de schemering werd gebruikt voor een algemene verkenning van het gebied en voor beoordeling van de potenties van de verschillende landschapselementen. De schemerperiode werd vervolgens gebruikt om eventuele vliegroutes waar te nemen, die tevens aanwijzingen geven over de aanwezigheid van verblijfplaatsen in de omgeving. De periode na de schemering werd benut om het gebruik van het plangebied en het aangrenzende bosgebied als jachtgebied te onderzoeken. In aanvulling daarop werd het gebruik de directe omgeving van het plangebied onderzocht, om het soortenspectrum in de directe omgeving vast te kunnen stellen, en om een vergelijk te kunnen maken tussen activiteit in het plangebied en in de directe omgeving daarvan. 6

3 Resultaten Functie: Soorten en jachtgebied Op 3 mei werden er veel vleermuizen foeragerend in het onderzochte gebeid onderzoeksgebied waargenomen. Hierbij ging het vooral om het bosgebied en de randzone tussen bosgebied en het gebied waar de woningbouwlocatie is gepland. De gewone dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus) was het talrijkst met enkele tientallen dieren. Van de laatvlieger (Eptesicus serotinus) en de ruige dwergvleermuis (Pipistrellus nathusii) werden enkele dieren waargenomen. De gewone grootoorvleermuis (Plecotus auritus) werd met een exemplaar waargenomen (kaarten 1 t/m 4). Op 18 mei werden er wederom veel vleermuizen waargenomen. De gewone dwergvleermuis was weer het talrijkst met enkele tientallen dieren. Verder werden een laatvlieger en een paar ruige dwergvleermuizen waargenomen. De gewone grootoorvleermuis werd niet opnieuw waargenomen. Wel werd op deze avond een meervleermuis boven een van de plassen in het bosgebied waargenomen (kaarten 1 t/m 5). Functie: Vliegroute Ondanks strategische waarnemingen in het deel van het plangebied waar de woningbouw gerealiseerd gaat worden, werden er geen routes van vleermuizen vanuit de woonkern, door het plangebied in de richting van het bosgebied waargenomen. De meeste dieren komen vanuit het noordelijk gelegen gebied naar het bosgebied en de randen van het bosgebied. Een aantal dieren kwam ook via de groenstrook (knotwilgen) direct gelegen naast het te bebouwen terrein het onderzoeksgebied binnen. (kaarten 1 t/m 3). Functie: Verblijfplaats In het bosgebied werden geen verblijfplaatsen vastgesteld. Er werden geen routes vanuit de woonkern naar het bosgebied vastgesteld. Daarom is verder ook niet geprobeerd verblijfplaatsen in de woonkern op te sporen. 7

Kaart 1. Gewone dwergvleermuis Pipistrellus pipistrellus 8

Kaart 2. Ruige dwergvleermuis Pipistrellus nathusii 9

Kaart 3. Laatvlieger Eptesicus serotinus 10

Kaart 4. Gewone grootoorvleermuis Plecotus auritus 11

Kaart 5. Meervleermuis Myotis dasycneme 12

4 Analyse en interpretatie Functie: Soorten en jachtgebied Het bosgebied Bisdom van Vliet heeft een open parkachtige structuur met waterpartijen. Hierdoor komen er een aantal belangrijke factoren bijeen: water, vegetatie, en veel randstructuren met beschutting. Het is daarmee een ideaal jachtgebied voor vleermuizen. Dat werd ook door de gegevens bevestigd. Met 5 soorten (gewone en ruige dwergvleermuis, laatvlieger, gewone grootoorvleermuis en meervleermuis) is het zondermeer een rijke locatie. In deze regio is het bovendien niet uit te sluiten dat op enig moment ook soorten als rosse vleermuis en tweekleurige vleermuis het gebied bezoeken om te jagen. Het feitelijke te bebouwen gebied bestaat uit een aantal percelen weiland. Deze gebieden zijn niet direct toegankelijk. Boven deze weilanden nauwelijks jachtactiviteit waargenomen. Er werden zo nu en dan alleen een enkele laatvlieger en ruige dwergvleermuis en een aantal gewone dwergvleermuizen gehoord. We vermoeden dat bij westenwind de luwte van het bos en daarmee de weilanden mogelijk belangrijker kunnen zijn dan nu vastgesteld kon worden. De laatvlieger, meervleermuis de en de rosse vleermuis zouden bij westenwind de windluwe weilanden mogelijk als foerageergebied kunnen benutten. Andere soorten zouden de windluwe zijde van de bosrand als foerageergebied kunnen gebruiken. In de nieuwe situatie blijft de bosrand als beschut foerageergebied behouden. Functie: Vliegroute Het feitelijk te bebouwen gebied heeft weinig structuren die als route gebruikt zouden kunnen worden. De gegevens tonen ook dat de structuren aan de rand van het te bebouwen gebied als route functioneren. Het bosgebied is behalve jachtgebied ook een verbindend gebied. Functie: Verblijfplaats De gewone dwergvleermuis, laatvlieger en meervleermuis zijn gebouwbewoners en zullen naar verwachting geen verblijfplaats in het onderzoeksgebied hebben. De boombewonende ruige dwergvleermuis en de zowel bomen als gebouwen bewonende gewone grootoorvleermuis daarentegen, kunnen wel verblijfplaatsen in het gebied hebben. Daar zijn tijdens de inventarisaties geen aanwijzingen voor gevonden. De bomen in het bosgebied naast de bouwlocatie hebben weinig natuurlijke holten in de zin van spechtengaten of uitgerotte takwonden. Het landgoed direct ten noorden van het onderzoeksgebied is wat dat betreft geschikter voor verblijfplaatsen van boombewonende soorten. Dat wil niet zeggen dat bewoning van bomen door vleermuizen (in het zuidelijke deel van het bisdom) is uit te sluiten. Solitaire dieren of mannetjes van de gewone grootoorvleermuisen de ruige dwergvleermuis zoeken regelmatig verblijfplaatsen in holtes of achter de loshangende schors van bomen. Van de grootoorvleermuis is er een verblijfplaats bekend in de kerk van Haastrecht. Het is denkbaar dat de jagende dieren vanuit het noordelijkere deel van Haastrecht via het landgoed/bosgebied tot in het zuidelijke deel van het bosgebied trekken. De mannetjes van ruige dwergvleermuis kiezen vaak de ruimte achter loshangend schors als paarverblijfplaats. Dit type verblijfplaats is potentieel aan te treffen in het gebied. De baltsactiviteit van deze soort is echter vooral in het najaar te vinden. Omdat het bosgebied (nog) niet in de herfst is onderzocht, is beeld van de ruige dwergvleermuis dan ook niet volledig. 13

5. Conclusies en aanbevelingen Functie weilanden: jachtgebied Het feitelijk te bebouwen gebied vervult een hooguit ondergeschikte rol als jachtgebied voor soorten als gewone dwergvleermuis, ruige dwergvleermuis en laatvlieger. Daarbij zal het vooral gaan om windluwe zone dicht tegen het bosgebied aan. De nieuw aan te leggen wijk biedt in feite de kans meer kleinschaligheid in het gebied te creëren. Met tuinen met (inheemse) struiken en waterpartijen met oeverbegroeiing kan het gebied geschikter worden als jachtgebied voor vleermuizen. De nieuw te bouwen woningen bieden kansen om in de woningen voorzieningen voor verblijfplaatsen aan te leggen. Wel is het van belang de verlichting van de westelijke rand van de bouwlocatie zo in te richten dat lichthinder in de richting van het bosgebied en de waterpartijen tussen bosgebied en wijk wordt voorkomen. Dit kan bijvoorbeeld door beperking van en het op de juiste manier richten van (tuin- en) straatverlichting. Door het creëren van een dichte begroeiing langs de randen van het bos kan lichthinder in het bos worden tegengegaan, maar blijft het zaak lichthinder op de (nieuwe) bosrand tegen te gaan. Functie bos: Jachtgebied en vliegroute Het bosgebied Bisdom van Vliet is van belang als foerageergebied voor vleermuizen. De goede beschutting tegen wind speelt daarbij in dit open landschap een belangrijke rol. Het kappen van grote stukken van het bos zal het gebied als foerageergebied minder interessant maken omdat de wind dan teveel invloed krijgt. Omdat er weinig bos in de directe omgeving van Haastrecht aanwezig is, zijn de bestaande bospercelen van groot belang als foerageergebied voor vleermuizen en in de toekomst mogelijk ook als verblijfplaats voor kraamgroepen van boombewonende vleermuizen. Het verdient aanbeveling het bos te behouden en ouder en structuurrijker te laten worden. Het kappen van grote delen van het bos dient zoveel mogelijk voorkomen te worden. Indien kappen onvermijdelijk is, dient het bos aan de westkant van het bosgebied versterkt en verdicht te worden om de beschutting tegen wind in het bos te behouden. De oeverzones van de waterberging die hier gecreëerd gaat worden dient met vlakke natuurlijke en begroeide oevers zo ingericht te worden dat er jachtgebied voor vleermuizen ontstaat. De beschutting ligging van dat water in de luwte van het bosgebied, is ook hiervoor een belangrijke factor. Om de beschutting van het bos in stand te houden wordt aangeraden minimaal één van de rijen populieren te behouden. Deze rij populieren kan tevens dienst doen als vliegroute. Indien er bomen gekapt worden wordt aangeraden tussen de overblijvende bomen een afstand van maximaal 20 25 meter aan te houden. Aangeraden wordt het verlies aan bomen te compenseren door de aanplant van nieuwe bomen en de aanplant van dicht struikgewas. Bij de keuze van de nieuwe aanplant wordt aangeraden voor inheemse soorten te kiezen die veel insecten aantrekken en/of bomen die in de toekomst door vleermuizen als verblijfplaats gebruikt kunnen worden. Voorbeelden van boomsoorten die veel insecten aantrekken zijn wilg, linde en eik. Boomsoorten die veel als verblijfplaats gebruikt worden zijn onder andere eik en beuk. 14

Functie bos: Verblijfplaats Op dit moment lijkt het gebied lijkt als kolonieplaats van geringer belang. Tegelijk kan niet worden uitgesloten dat de functie van paarverblijf voor ruige dwergvleermuizen aanwezig is. Het verdient aanbeveling dit te controleren door een onderzoeksronde in het najaar (september). Los van het al dan niet aantonen van deze functie verdient het aanbeveling het kappen uit te voeren in een periode die relatief veilig is voor de ruige dwergvleermuis: dus niet in de periode november half maart, om eventuele winterslapende dieren te schonen; en niet in de periode augustus september, om eventuele in paarverblijven aanwezige dieren en de baltsperiode zelf te schonen. Ook vanuit de (potentiële) functie van verblijfplaats verdient het aanbeveling het bos te behouden en ouder en structuurrijker te laten worden. Kappen van grote delen van het bos dient zoveel mogelijk voorkomen te worden. Indien kappen onvermijdelijk is, dient geprobeerd te worden de al wat oudere bomen met de meeste potentie als verblijfplaats (leeftijd, dode takken, loshangend schors) te sparen. Bovendien dient, in die delen van het bosgebied waar niet gekapt wordt, het beheer gericht te worden op het ontstaan van ouder structuurrijker bos en het ontstaan van boomholtes. 15

6 Referenties Limpens, H.J.G.A., 1993. Bat-detectors in a detailed bat survey: a method. - pp. 79-90. In: K. Kapteyn (ed), 1993. Proceedings of the First European Batdetector Workshop. Netherlands Bat Research Foundation, Amsterdam, 128 pp. Limpens, H.J.G.A., 2004. Field Identification: Using Bat Detectors to Identify Species. p. 46-57 in: Brigham, R.M., et al., eds. 2004. Bat Echolocation Research: tools, techniques and analysis. Bat Conservation International, Austin, Texas. 167 pp. Limpens, H.J.G.A. 2006. Cursus Vleermuizen en Planologie. Zoogdiervereniging VZZ / Eco Consult & Project Management. 76 pp. Limpens, H.J.G.A., K. Mostert & W. Bongers, 1997. Atlas van de Nederlandse vleermuizen; onderzoek naar verspreiding en ecologie. - KNNV Uitgeverij, 260 pp. Limpens, H.J.G.A., P.Twisk & G. Veenbaas, 2004. Met vleermuizen overweg. Brochure over vleermuizen en de wijze waarop bij planning, aanleg, reconstructie en beheer van wegen praktische invulling kan worden gegeven aan de wettelijke zorgplicht voor vleermuizen. Uitgave Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, Dienst Weg- en Waterbouwkunde, Delft, en de Vereniging voor Zoogdierkunde en Zoogdierbescherming, Arnhem. 24 pp. 16