Pastorale Theologie Christologie Centrum voor Pastorale Counseling v.z.w. Christologie Inleiding Christus: God en Mens Afwijkende leren: Docetisme Adoptianisme Concilie van Chalcedon (AD 451) Unio Personalis: Vere Deus Vere Homo Twee naturen zijn onveranderd, onvermengd, ongescheiden, ongedeeld Indeling De Persoon van Christus De mensheid van Christus De godheid van Christus De incarnatie: God en Mens in Eén Persoon De verzoening Gehoorzaamheid: actief en passief Bevrijding De opstanding en hemelvaart Gebed De namen van Christus 1
De mensheid van Christus De maagdelijke geboorte Menselijke zwakheid Zonder zonde In Zijn mens-zijn gehoorzaamheid geleerd Als Middelaar volkomen mens Zegen na gehoorzaamheid De Godheid van Christus Naar de Schrift Christus is God: Johannes 1:1 Christus is Heer: Lukas 2:11 De Zoon des Mensen: Mattheüs 16:13 De Zoon van God: Mattheüs 17:5 Jezus heeft goddelijke eigenschappen Almacht, eeuwigheid, kennis, alomtegenwoordig, soeverein Als Middelaar volkomen God De incarnatie Concilie van Chalcedon Unio Personalis: vere Deus, vere Homo Cur Deus Homo? 1 Johannes 4:2-3 Plaatsvervangend offer Middelaar Voorbeeld Twee staten van Christus Vernedering en verhoging Drie ambten van Christus Priester Profeet Koning 2
Waarom moest de Heere Jezus volkomen mens worden? Op welke manier zal dit u bemoedigen? Wat heeft u getroffen in de godheid van Christus? Helpt deze kennis u om u aan Hem toe te vertrouwen? Wat betekent de kennis van Wie Jezus is voor de geestelijke groei van een christen (en in pastoraat)? Wat werd er op het concilie van Chalcedon besloten en waarom? De Verzoening De oorzaak De noodzaak De aard: door middel van lijden Jezus is bereid om mens te worden Jezus is bereid om te sterven Gehoorzaamheid in Zijn leven; aan het kruis Verzoening en bevrijding Hebreeën 2:15 Kolossenzen 2:13-15 Bespreek de twee aspecten van gehoorzaamheid van Christus in de verzoening. Waarom was het noodzakelijk voor Jezus om de toorn van God te dragen? Indien Christus de hele schuld voor onze zonden heeft gedragen, alle toorn van God voor ons heeft gedragen, ook de doodstraf die wij verdienden, zal God dan ooit nog Zijn toorn tegen ons als gelovigen loslaten (Romeinen 8:31-39)? Zou enige vorm van lijden wat over ons leven komt kunnen voortkomen uit de toorn van God? Indien niet, hoe komt het dat christenen moeite en lijden in dit leven ervaren (Romeinen 8:28; Hebreeën 12:3-11)? 3
De opstanding Christus is Eersteling: 1 Korinthe 15:20 Openbaring 21:26 Een werk van Vader en Zoon: Efeze 1:19-20 Geeft zekerheid Verzekert onze herschepping: Efeze 1:19 Rechtvaardigverklaring: Romeinen 4:25 Ons opstandingslichaam: 1 Korinthe 6:14 Gevolgen van de opstanding De hemelvaart Plaats in de hemel: Handelingen 1:9-11 Opgestane Heer: Filippenzen 2:9 Aan de rechterhand van God Psalm 110:1 Gezag macht van Christus: 1 Korinthe 15:25 Betekenis voor ons Brengt ons in de hemel: 1 Tess. 4:17 Ons huis: Johannes 14:2-3 Wij dragen Zijn gezag: Efeze 2:6; 6:10 e.v. ; 2 Kor. 10:4-6 Voorproef op de eeuwigheid: Openbaring 3:21 Had Christus na de opstanding een fysiek lichaam? Geef antwoord vanuit de Schrift. Welke betekenis heeft de hemelvaart van Christus voor het leven van hen die geloven? De Schrift onderwijst dat de christen met Christus gezeten is in de hemelse gewesten aan de rechterhand van God (Efeze 2:6). Zal dit feit uw gebedsleven beïnvloeden? Hoe zal uw positie in Christus effect hebben in de geestelijke strijd tegen de hemelse (demonische) machten? 4
Gebed en de Namen van Jezus Immanuël: Mattheüs 1:22-23; Jesaja 7:14 Het Kind: Jesaja 9:5 Licht van de wereld: Johannes 8:12 Brood des levens: Johannes 6:48-51 Geneesheer: Lukas 4:18-19; Jesaja 61:1-3 Lam van God: Johannes 1:29; Jesaja 53:7 Koning der Koningen: Openbaring 19:16 Vredevorst: Jesaja 9:5; Filippenzen 4:8-9 De Namen van Jezus Jezus de Gezalfde, Messias, Christus: Handelingen 2:36 Jezus van Nazareth, gekomen in het vlees: Lukas 4:34; Markus 1:24; 1 Johannes 4:2 Meester: Johannes 13:13-17 Het Woord: Johannes 1:1-3; 14 De hoeksteen: Jesaja 28:16; Lukas 20:17 De blinkende Morgenster: Openbaring 22:16 De Leeuw van Juda: Openbaring 5:4-5 HEERE: Filippenzen 2:5-11 De Namen van Jezus Vriend: Johannes 15:13 Alfa en Omega: Openbaring 22:13 Jezus, de Redder: Mattheüs 1:20-21 Bruidegom, Man, Maker: Jesaja 54:5-7; Openbaring 19:6-9 Zoon van David: Lukas 1:32-33; Psalm 110; Jesaja 11:1-4 Priester, Profeet: Hebreeën 4:14-16; Romeinen 8:31-34; Johannes 14:1-4 De Zoon van God; de Zoon des Mensen: Mattheüs 16:15-17; Daniël 7:13-14 De Goede Herder: Johannes 10:11; Jesaja 40:11; Psalm 80:1-3 5
De Namen van Jezus Dienstknecht van God, Man van smarten: Jesaja 53:3; Mattheüs 20:26-28 Redder: Openbaring 5:9; Job 19:25-26; Jesaja 41:14 Ik Ben: Exodus 3:13-14; Johannes 8:57-58 (In Johannesev. Brood, Licht, Deur, Herder, Opstanding en Leven, Weg Waarheid Leven, Ware Wijnstok) In welke mate zal de verheerlijkte Christus helpen om uw ogen op Hem en op de dingen van Zijn Koninkrijk te richten? Op welke manier bevordert dit de zekerheid dat u met Hem in de hemel zult zijn? Wat betekent de toekomst voor u, om samen met Christus over volken en over de engelen te heersen? Indien u daartoe in de gelegenheid bent, op welke manier zult u dit met een confident bespreken? 6