rematic 2935-serie Schemabladen remeha ketel-, cascade- en menggroepregelaars

Vergelijkbare documenten
rematic 2935-serie K4-regelaars

rematic 2935-serie K2-regelaars

Schemabladen rematic 2940/2945

Remeha staande boiler type 120/40

rematic 2935-serie Gebruiksaanwijzing Inbedrijfstellingsvoorschrift Remeha ketel-, cascade- en menggroepregelaars

Cenvax ComfortControl 6320

Hydraulische schema s en installatievoorbeelden

Itho Daalderop CV-regelaar VAG4000. installatiehandleiding

remeha boiler type 120/40

Weersafhankelijke regelaar SAM 2003

Installatievoorschrift CV-regelaar VAG 4000

Product-Data-Blad. Celcia MC4. Celcia MC4 Modulerende cascaderegelaar met automatische programmering

remeha staande boiler type 120/40

Product-Data-Blad. Rematic MC. Rematic MC Voor het modulerend aansturen van Remeha-ketels in cascade

AD B

Gasabsorptiewarmtepomp

66 [ PRIJSLIJST BULEX 2015/2 ]

Voorschrift. Interface PWM V

9. Gasabsorptiewarmtepomp

XII. XII. Regeltechniek

Schakelkasten voor installaties met één ketel

Weersafhankelijke regelaar SAM 2100

Hydraulische schema s en installatievoorbeelden

1245 / Schema's

Weersafhankelijke regelaar SAM 2200

Weersafhankelijke regelaar SAM 2100

Regel omschrijving: Ventilatie regeling Kampmann

INSTRUCTIES VOOR HET VERVANGEN VAN DE

2. Installeren. De uitwendige afmetingen van de Climate Master BQLS met 4 zones zonder metrische wartels zijn:

Gewenste waarde-vorming voor regeling en besturing van het ketelcircuit op basis van warmtevraag vanuit de groepen welke kan bestaan uit:

9. Regelingen. remeha.be 150

Hydraulische aansluitset

HDG Hydronic. Hydraulische Oplossingen. hdg-bavaria.com. Bio Energie Nederland BV. Komfortabel verwarmen met hout!

Technisch handboek Titano Smart Pro. Ferroli Titano Smart Pro. V5 2019

Beschrijving: SAM 8.1/2 Tl.Nr.: HOL

LEGENDA 1145 (PC) / 1245 (PC), / oktober 2010 / zie tevens onze installatie- en onderhoud voorschriften.

XII. XII. Regeltechniek

Mengmodule VR 61 NL, BENL. Gebruiksaanwijzing en installatiehandleiding. Mengmodule voor VRC 430 / VRC 430f VR 61

12. Regeltechniek. remeha.nl 228

10. Regelingen. remeha.be 196

Quinta Pro Cascade Systemen

Montagehandleiding Voor erkende installateurs. Regelaar op de muur met LOGON BG2Z2. 08/2009 Art.Nr

Aandachtspunten F1145 (PC) / F1245 (PC), bijlage bij de schema s.

multimatic VRC 700 Configuratie van de weersafhankelijke regeling multimatic VRC 700

Product-Data-Blad. Celcia 20. Celcia 20 Hoe aangenaam een goed geregelde temperatuur kan zijn

Boiler Control BC 03 BOILERVOORRANGSMODULE OF REGELING VAN 2 ONAFHANKELIJKE VERWARMINGSKRINGEN

AMBASSADOR + Centrale verwarmingsketels 60 / 80 / 100 / 120 / 150 / 180. centrale verwarming en warmwatersystemen Eco Heating Systems Groningen B.V.

rematic Set/Kit M4, M5

Aandachtspunten F1145 (PC) / F1245 (PC), bijlage bij de schema s.

1245PC / 1255PC - Schema's

Quinta Pro 45/65/90/115

INSTRUCTIES VOOR HET VERVANGEN VAN DE

Remeha Aqua boilers. R e m e h a A q u a b o i l e r s. Technische informatie. Type 80/30, 120/30, 120/40. en 150/40. Indirect gestookte

De professionele standaard voor kwaliteit, flexibiliteit en comfort

De PS 005 op z'n duimpje kennen

ASSORTIMENT Centrale verwarming- en tapwaterketels. centrale verwarming en warmwatersystemen Eco Heating Systems Groningen B.V.

6. Warmtepompen voor de utiliteit

3. Cascade systemen. remeha.be 92

Nederland NL. Montage- en bedieningshandleiding. Hybride Hybride uitbreidingspakket Solar

MGC OpenTherm regelaar

Verzamelblad E-aansluitingen SMO 40 met 2040

Espace bedrade regeling (230 volt)

Installatiehandleiding VAG5000-Basic. Weersafhankelijke ketelregelaar

9. Regeltechniek. remeha.nl 280

ASSORTIMENT Centrale verwarming- en tapwaterketels

Weersafhankelijke regelaar SAM91

Installatiehandleiding

CV module Plus Installatievoorschriften

3. Cascade Systemen. remeha.nl 78

cenvax Installatiehandleiding BC 130 boilercontrol

PHONIRO LOCK MAIN ENTRANCE

9. Warmtepompen voor de utiliteit

Prachtige geschenken met vooruitstrevende & competitieve kwaliteitsproducten

Inhoudsopgave. 1. Inleiding Leveringsoverzicht Toepassing Spanningsvoorziening 6. Contactinformatie 7. Pag.

Voor iedere situatie de juiste applicatie Vele mogelijkheden voor tevreden klanten

Product-Data-Blad. Compacte hoog-rendementsketel voor optimale inzetbaarheid

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman

Climate Master BQLS. Installatievoorschrift. Brink Climate Systems BV 1

- Stel met [+] en/of [-]-toets de gewenste waarde in. - Druk op de e -toets voor het vastleggen van de nieuwe waarde (instelling knippert

COMBI FORT. I ns ta l l a ti e v oorschrift Weersa f h an ke lijke Re gel in g

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB-RF

I N S T A L L A T I E V O O R S C H R I F T E N CLIMATE MASTER BQLS BEWAREN BIJ HET TOESTEL

Cenvax CTR-systeem. Installatiehandleiding. 2. CTR-Systemen CTR: Combi Talk Ready. 1. Doel van deze handleiding

Techneco Elga. Regeling en Extra s

III. Quinta Pro Cascade. III-1 DUO- en TRIO-verdeler 72 III-2 Complete hydraulische Cascade Systemen 73 III-3 Remeha Quinta Pro Cascade Systemen 77

Installatie-instructie

Productinformatie. CYGNUS-VC Ventilatiecomputer centrale regeling

1145 / PC- Schema's

Schemanummer : I-AB1152-NL. Artikelnummer : Electrische documentatie Afstandsbedieningskast. Versie : 1.2. I-AB1152-NL Type Versie

Regelingen. Œ-tronic 3 p REA p 80-82

Schemanummer : I-AB1153-NL Versienummer : 1.1. Artikelnummer : Electrische documentatie Afstandsbedieningskast. SCR 3 Hoog/Laag I-AB1153-NL

Product-Data-Blad. Quinta Pro. De professionele standaard voor kwaliteit, flexibiliteit en comfort. Cascade Systemen. pompen

Voorwoord / veiligheidsaanwijzing 3. Gebruik BusBox 4. Aansluitingen BusBox 4. Opbouw van het kabelnetwerk met de BusBox 9

WINTERREGELING MIDEA (Low Ambient Kit)

INSTALLATIE EN GEBRUIKERS HANDLEIDING. Camera 2-draads besturingsmodule. Versie 2.0 April 2017

Schemanummer : I-AB1160-NL Versienummer : 1.2. Artikelnummer : Electrische documentatie Afstandsbedieningskast.

ETS 12 / 121 Elektrische bijverwarming

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Productbeschrijving. voor de vakman

Groepenmodule. c-mix. Installatie- en servicehandleiding

AANVULLEND INSTRUCTIEBOEKJE LUCHTVERWARMER. TYPE TR Duct. Kanaal uitvoering

Transcriptie:

rematic 2935-serie Schemabladen remeha ketel-, cascade- en menggroepregelaars 1

rematic 2935 INHOUD Voorwoord 3 1. Algemeen 3 2. rematic 2935 K2M-F, K2R-F, K2R-S 4 2.1 OD-ketels (sets 1, 2, 3.1, 3.2, 3.3) 4 2.1.1 Aansluitschema's 230V-zijde 4 2.1.2 Aansluitschema's voelerzijde 5 2.2 Gas 3d XR/HR, Gas 5d XR/HR en Gas 2000 VR/HR 6 2.2.1 Aansluitschema's K2R-F, K2R-S 230V-zijde 6 2.2.2 Aansluitschema's K2R-F, K2R-S voelerzijde 7 2.2.3 Aansluitschema's K2M-F 230V- en voelerzijde (wandbehuizing - set 5) 8 2.3 Gas 3000 VR/HR (sets 7,8,9.1, 9.2, 9.3) 9 2.3.1 Aansluitschema's 230V-zijde 9 2.3.2 Aansluitschema's voelerzijde 10 3. rematic 2935 K4BUwUw, master en slave 11 3.1 Gas 1020 Duo (set 10) 11 3.1.1 Aansluitschema's 230V-zijde 11 3.1.2 Aansluitschema's voelerzijde 12 3.2 Gas 3d XR/HR, Gas 5d XR/HR en Gas 2000 VR/HR (sets 11 en 13) 13 3.2.1 Aansluitschema's 230V- en voelerzijde (wandbehuizing) 13 3.3 W40/60 ECO (sets 12 en 13) 14 3.3.1 Aansluitschema's 230V- en voelerzijde (Hoog/Laag) 14 3.3.2 Aansluitschema's 230V- en voelerzijde (Aan/Uit) 15 3.4 Gas 3000 HR (W40/60 ECO) (sets 12 en 14) 16 4. rematic 2935 UM/UML menggroepregelaars 17 5. Overwerktimer 18 6. Analoge ingang 19 2

VOORWOORD Deze technische informatie bevat nuttige en belangrijke informatie voor het aansluiten van de remeha rematic ketelregelingen. Volg bij het monteren en bedraden van de regelaar(s) de gegeven aanwijzingen stipt op. Als u nog vragen heeft of verder overleg wenst over specifieke onderwerpen die op deze regelaars betrekking hebben, aarzelt u dan niet contact met onze afdeling Marketing & Sales support op te nemen. De in deze technische informatie gepubliceerde gegevens zijn gebaseerd op de meest recente informatie. Zij worden verstrekt onder voorbehoud van latere wijzigingen. Wij behouden ons het recht voor op ongeacht welk moment de constructie en/of uitvoering van onze producten te wijzigen zonder verplichting eerder gedane leveranties dienovereenkomstig aan te passen. 1. ALGEMEEN In deze documentatie 'Schemabladen' vindt u de benodigde informatie voor een correcte bedrading van de regelaars, voelers, pompen, kleppen, etc. ten behoeve van alle rematic -regelaars uit de 2935-serie. Per combinatie regelaar/ketel is hierin een aansluitschema opgenomen. Alle aansluitingen zijn zoveel mogelijk voorbedraad. Op de zijkant van iedere regelaar bevindt zich een sticker, waarop het type van de regelaar staat aangegeven. De benamingen van de regelaars zijn als volgt ingedeeld: rematic - type functies belastingserie stappen 2-traps ketel- en cascaderegelaars 2935 K2M-F Master K2BUwMUL-M 1-2 2935 K2R-F Master K2BUwMrL-M 1-2 2935 K2R-S1 Slave K2BUwMr-S (S1) 3-4 2935 K2R-S2 Slave K2BUwMr-S (S2) 5-6 2935 K2R-S3 Slave K2BUwMr-S (S3) 7-8 4-traps cascaderegelaars 2935 K4 Master K4BUwUw-M 1-4 2935 K4 Slave K4BUwUw-S 5-8 menggroepregelaars 2935 UM UM 2935 UML UML De functies van de rematic -regelaars worden in onderstaande tabel verklaard: K2B 2 belastingtrappen per regelaar K4B 4 belastingtrappen per regelaar Uw keteltransportpomp of ketelshuntpomp U installatiepomp Mr mengklep t.b.v. retourtemperatuurbewaking M installatiemengklep L boilerpomp -M master of leidende regelaar -S slave of volgregelaar 3

rematic 2935 2. rematic 2935 K2M-F, K2R-F, K2R-S 2.1 OD-ketels (sets 1, 2, 3.1, 3.2, 3.3) 2.1.1 Aansluitschema's 230V-zijde De regelaar wordt op de print van het instrumentenpaneel aangesloten d.m.v. de kabelsets ZKS102 en ZKS108. De pomp(en en klep(pen) worden aangesloten op de klemmenlijst van het instrumentenpaneel. Afb. 01 Klemmenstrook 230V instrumentenpaneel voor OD-ketels (KSF 101.104) * Max. opgenomen vermogen pomp is 250 W. * Voor een installatie met één ketel moet KF (Bk) in de dompelbuis van de ketel worden gemonteerd. Vanwege de voorgeschreven retourtemperatuur van de ketel(s) moet de installatie uitgevoerd zijn met (een) menggroepregeling(en). In de principeschema's zijn geen veiligheidsvoorzieningen opgenomen, zoals veiligheidsventiel, expansievat etc. Zie hiervoor de geldende voorschriften (NEN 1078 Gavo, NEN 3028). Afb. 02 Hydraulisch schema voor een K2R-F en eventueel een K2R-S. Het aansluiten van een boiler en/of meerdere menggroepregelaars UM is als bij de K2M-F (zie afb. 03). In de principeschema's zijn geen veiligheidsvoorzieningen opgenomen, zoals veiligheidsventiel, expansievat etc. Zie hiervoor de geldende voorschriften (NEN 1078 Gavo, NEN 3028). Afb. 03 Hydraulisch schema voor een K2M-F, met boiler en een extra menggroepregelaar UM. Voor aansluiting UM zie hoofdstuk 4. 4 Als er slechts 1 installatiegroep is (Hk1), regelt de K2M-F een correcte weersafhankelijke aanvoertemperatuur voor de installatie en bewaakt de retourtemperatuur van de ketel m.b.v. M1.

2.1.2 Aansluitschema's voelerzijde De aansluiting gebeurt d.m.v. de schroefklemlijst ZLS 104, die direct op de regelaar wordt gemonteerd. Afb. 04 Elektrische aansluiting van de voelerzijde voor installatie volgens afb. 02. Eventuele meerdere Slaves kunnen op dezelfde klemnummers worden doorgelust (1 op 1 en 7 op 7). Voor het aansluiten van een boiler of een menggroepregelaar zie afb. 05. De verbinding 3-4 is hier niet nodig omdat Mr1 en Mr2, onafhankelijk van de installatie, de retourtemperatuur regelen. * Doorverbinding 1-2 verwijderen omdat een gemeenschappelijke buitenvoeler wordt toegepast. Zie hoofdstuk 4 als elke groepsregelaar een eigen buitenvoeler dient te hebben (bijv. bij verschillende orientaties van de gebouwvleugels). Afb. 05 Elektrische aansluiting van de voelerzijde voor installatie volgens afb. 03. Eventuele Slaves worden aangesloten als in afb. 04. De verbinding 9-5 is alleen nodig als de master ook een boiler aanstuurt. Via deze verbinding wordt de menggroepregelaar gedwongen de klep te sluiten als de boilervoeler de warmte vraagt (boilervoorrangsschakeling). Legende voor afb. 01 t/m 05 AF (Ba) Buitenvoeler KF (Bk) Aanvoervoeler (ketel- of gezamenlijke) BF (Bb) Boilervoeler VF (Bv) Aanvoervoeler installatiemenggroep RF (Br) Retourvoeler ketel Ta Buitentemperatuur Tk Aanvoertemperatuur ketel Tr Retourtemperatuur ketel Tv Aanvoertemperatuur installatie M, M1,2 Mengklep installatie Mr, Mr1,2 Mengklep retourbewaking U1 Installatiepomp Uw, Uw1,2 Ketelpomp L (BLP) Boilerpomp B Boiler D Terugslagklep F Open verdeler HK1,2 Installatiegroep 1, 2 TV Radiatorthermostaat UV Drukverschilventiel (AVDO) ---- Te bedraden door installateur 5

rematic 2935 2.2 Gas 3d XR/HR, Gas 5d XR/HR en Gas 2000 VR/HR 2.2.1 Aansluitschema's K2R-F, K2R-S 230V-zijde De pomp(en) en de klep worden aangesloten op het instrumentenpaneel, d.m.v. stekers. De regelaar wordt aangesloten op de print van het instrumentenpaneel met kabelsets ZKS102 en ZKS108 en een verloopkabel 2-polig naar 6-polig. * Max. opgenomen vermogen pomp is 250 W. Afb. 06 Aansluiting 230V instrumentenpaneel type KSF 101.32 In de principeschema's zijn geen veiligheidsvoorzieningen opgenomen, zoals veiligheidsventiel, expansievat etc. Zie hiervoor de geldende voorschriften (NEN 1078 Gavo, NEN 3028). Afb. 07 Hydraulisch schema Gas 3d XR/HR, Gas 5d XR/HR en Gas 2000 HR. Alleen voor de Gas 2000 VR is altijd retourtemperatuurbewaking nodig (zie hydraulische schema's afb. 02 en 03), voor de overige genoemde ketels slechts bij een extreem grote waterinhoud van de installatie. In de principeschema's zijn geen veiligheidsvoorzieningen opgenomen, zoals veiligheidsventiel, expansievat etc. Zie hiervoor de geldende voorschriften (NEN 1078 Gavo, NEN 3028). Afb. 08 Hydraulisch schema Gas 3d XR/HR, Gas 5d XR/HR en Gas 2000 HR in cascade. Cascade-opstelling met smoorkleppen. Bij gelijke ketels moeten beide ketels worden voorzien van een smoorklep vanwege volgordewisseling. Bovendien moeten de klemmen L1 van de pompaansluitingen Uw1 (Master) en Uw2 (Slave) worden doorgelust voor 6 het juiste schakelprogramma. Bij een combinatie van HR-/VR-ketels heeft alleen de VR-ketel een smoorklep nodig. Zie voor de Gas 2000 VR hydraulisch schema afb. 02.

2.2.2 Aansluitschema's K2R-F, K2R-S voelerzijde De voelers worden aangesloten op de voelerconnector aan de achterzijde van het instrumentenpaneel. De regelaar wordt met behulp van kabelset ZKS101 ook voelerzijdig op het instrumentenpaneel aangesloten. * Doorverbinding 1-2 verwijderen omdat een gemeenschappelijke buitenvoeler wordt toegepast. Zie hoofdstuk 4 als elke groepsregelaar een eigen buitenvoeler dient te hebben (bijv. bij verschillende orientaties van de gebouwvleugels). Afb. 09 Elektrische aansluiting voelerzijde voor installaties volgens afb. 07, 08, 02 en 12. - Installatie volgens afb. 07: Alleen AF, KF aansluiten en Uw1. - Installatie volgens afb. 08: AF, KF en de Slave-regelaar aansluiten en Mr1, Mr2 en Uw1. - Installatie volgens afb. 02: RFen Mr1, Mr2 alleen gebruiken als retourwatertemperatuurbewaking nodig is. Boilerbedrijf is alleen mogelijk in combinatie met (een) menggroepregeling(en). De verbinding 1-5 (Master-UM) is alleen nodig als de K2R-F ook een boiler aanstuurt (boilervoorrangsschakeling). - Installatie volgens afb. 12: Voor een cascade van een HR-ketel zonder en een VR-ketel met retourtemperatuurbewaking. Alleen RF en Mr2 op Slave aansluiten. Verder als voor afb. 02. Legende voor afb. 06 t/m 09 AF (Ba) Buitenvoeler KF (Bk) Aanvoervoeler (ketel- of gezamenlijke) BF (Bb) Boilervoeler VF (Bv) Aanvoervoeler installatiemenggroep RF (Br) Retourvoeler ketel Ta Buitentemperatuur Tk Aanvoertemperatuur ketel Tr Retourtemperatuur ketel Tv Aanvoertemperatuur installatie M, M1,2 Mengklep installatie Mr, Mr1,2 Mengklep retourbewaking U1 Installatiepomp Uw, Uw1,2 Ketelpomp L (BLP) Boilerpomp B Boiler D Terugslagklep F Open verdeler HK1,2 Installatiegroep 1, 2 TV Radiatorthermostaat UV Drukverschilventiel (AVDO) ---- Te bedraden door installateur 7

rematic 2935 2.2.3 Aansluitschema's K2M-F 230V- en voelerzijde (wandbehuizing - set 5) De aansluiting 230V en voelerzijde met behulp van een wandbehuizing 2935. De bedrading is uit te voeren door de installateur. De elektrische aansluiting van een menggroepregelaar UM is als in afb. 05. Aansluitingen voelerzijde Ingang groepenregelaar UM/UML Buitenvoeler Ketelretourvoeler Aanvoervoeler (ketel- of gezamenlijke -) Boilervoeler Uitgang naar Slave-regelaar(s) Gemeenschappelijke massa Aanvoervoeler installatiemenggroep Sluitcommando naar groepenregelaar(s) UM/UML Aansluitingen 230 V - zijde Nul Fase Ketelpomp Uw Boilerpomp L Separate fase voor pomp(en) en klep Mengklep open Mengklep dicht 17 en 18: naar Aan/Uit-klemmen in schakelkast ketel De klemmen 11, 14 en 29 moeten worden doorgelust door de installateur. Afb. 10 Elektrische aansluiting wandbehuizing. Voor hydraulisch schema zie afb. 03. Een eventuele Slave-regelaar wordt in het instrumentenpaneel van de tweede ketel gemonteerd. De klemmen 3 en 12 bevinden zich op de voelerconnector aan de achterzijde van het paneel (zie afb. 09). Voor de 230V-aansluitingen op de Slave zie afb. 06. 27 en 28: naar Hoog/Laag-klemmen in schakelkast ketel Separate fase pomp Pomp installatiemenggroep U1 8

2.3 Gas 3000 VR/HR (sets 7,8,9.1, 9.2, 9.3) 2.3.1 Aansluitschema's 230V-zijde Afb. 11 Aansluitingen 230V op de inschuifmodule met behulp van Wielandstekers In de principeschema's zijn geen veiligheidsvoorzieningen opgenomen, zoals veiligheidsventiel, expansievat etc. Zie hiervoor de geldende voorschriften (NEN 1078 Gavo, NEN 3028). Afb. 12 Hydraulisch schema voor een Gas 3000 HR plus Gas 3000 met een rematic 2935 K2R-F en een K2R-S. Voor tweemaal Gas 3000 (VR) zie hydraulisch schema afb. 02. 9

rematic 2935 2.3.2 Aansluitschema's voelerzijde Afb. 13 Elektrische aansluiting inschuifmodule aan de voelerzijde voor installatie volgens afb. 12. Voor het aansluiten van een menggroepregelaar zie afb. 14. Installatie volgens afb. 07 (alleen K2R-F Master): Voor de Gas 3000 HR is geen retourtemperatuurbewaking nodig, dus RF (Br) en verbinding 5-4 naar UM kunnen dan vervallen. Installatie volgens afb. 02: Voor twee maal Gas 3000 VR retourvoeler RF en retourmengklep Mr op Master en Slave aansluiten. * Doorverbinding 1-2 verwijderen omdat een gemeenschappelijke buitenvoeler wordt toegepast. Zie hoofdstuk 4 als elke groepsregelaar een eigen buitenvoeler moet hebben (bijv. bij verschillende oriëntatie van gebouwvleugels). Afb. 14 Elektrisch aansluitschema van de voelerzijde voor installatie volgens afb. 03 (t.b.v. Gas 3000 met retourtemperatuurbewaking). Evt. slaves worden aangesloten als in afb.13. Legende voor afb. 11 t/m 14 AF (Ba) Buitenvoeler KF (Bk) Aanvoervoeler (ketel- of gezamenlijke) BF (Bb) Boilervoeler VF (Bv) Aanvoervoeler installatiemenggroep RF (Br) Retourvoeler ketel Ta Buitentemperatuur Tk Aanvoertemperatuur ketel Tr Retourtemperatuur ketel Tv Aanvoertemperatuur installatie M, M1,2 Mengklep installatie Mr, Mr1,2 Mengklep retourbewaking U1 Installatiepomp Uw, Uw1,2 Ketelpomp L (BLP) Boilerpomp B Boiler D Terugslagklep F Open verdeler HK1,2 Installatiegroep 1, 2 TV Radiatorthermostaat UV Drukverschilventiel (AVDO) ---- Te bedraden door installateur 10

3. rematic 2935 K4BUWUW, MASTER EN SLAVE 3.1 Gas 1020 Duo (set 10) 3.1.1 Aansluitschema's 230V-zijde De aansluiting van de regelaar bevindt zich in het paneel van een van de ketels en vindt plaats met de kabelsets ZKS102 en ZKS108. Ketel 1 Ketel 2 *1 Doorverbinding 20-25 aanbrengen t.b.v. voeding van de pompen. *2 Van de klemmen 26, 27, 39 en 40 de rode en gele draden verwijderen. Afb. 15 Elektrische aansluiting op de klemmenstrook van ketel 1 en 2. In de principeschema's zijn geen veiligheidsvoorzieningen opgenomen, zoals veiligheidsventiel, expansievat etc. Zie hiervoor de geldende voorschriften (NEN 1078 Gavo, NEN 3028). Afb. 16 Hydraulisch schema - Gas 1020 Duo - Gas 3d XR/HR, Gas 5d XR/HR - Gas 2000 HR - W40/60 ECO 11

rematic 2935 3.1.2 Aansluitschema's voelerzijde De aansluiting vindt plaats m.b.v. de schroefklemlijst ZLS104, die direct op de regelaar wordt gemonteerd. *1 Doorverbinding 1-2 verwijderen omdat een gemeenschappelijke buitenvoeler wordt toegepast. Zie hoofdstuk 4 als elke groepsregelaar een eigen buitenvoeler dient te hebben (bijv. bij verschillende oriëntatie van gebouwvleugels). Afb. 17 Elektrische aansluiting aan de voelerzijde voor installatie volgens afb. 16. Legende voor afb. 15 t/m 18 AF (Ba) Buitenvoeler KF (Bk) Aanvoervoeler (ketel- of gezamenlijke) BF (Bb) Boilervoeler VF (Bv) Aanvoervoeler installatiemenggroep RF (Br) Retourvoeler ketel Ta Buitentemperatuur Tk Aanvoertemperatuur ketel Tr Retourtemperatuur ketel Tv Aanvoertemperatuur installatie M, M1,2 Mengklep installatie Mr, Mr1,2 Mengklep retourbewaking U1 Installatiepomp Uw, Uw1,2 Ketelpomp L (BLP) Boilerpomp B Boiler D Terugslagklep F Open verdeler HK1,2 Installatiegroep 1, 2 TV Radiatorthermostaat UV Drukverschilventiel (AVDO) ---- Te bedraden door installateur 12

3.2 Gas 3d XR/HR, Gas 5d XR/HR en Gas 2000 VR/HR (sets 11 en 13) 3.2.1 Aansluitschema's 230V- en voelerzijde (wandbehuizing) De aansluiting 230V en de voelerzijde vindt plaats m.b.v. de wandbehuizing 2935. De bedrading dient uitgevoerd te worden door de installateur. De eventuele Slave-regelaar wordt in een tweede wandbehuizing gemonteerd. Ingang groepenregelaar UM/UML Buitenvoeler Gezamenlijke aanvoervoeler Inschakelcontact boilerbedrijf Uitgang naar Slave-regelaar * Gemeenschappelijke massa Sluitcommando naar groepenregelaars UM/UML Nul Fase Pomp Uw ketel 1(3) Pomp Uw ketel 2(4) 4(8) naar klemmen Hoog/Laag 2e (4e) ketel 1(5) naar klemmen Aan/Uit 1e (3e) ketel 2(6) naar klemmen Hoog/Laag 1e (3e) ketel 3(7) naar klemmen Aan/Uit 2e (4e) ketel (...) = op Slave-regelaar De klemmen 11 en 14 moeten worden doorgelust door de installateur. * Met doorverbinding werkt de regelaar volgens klokprogramma; zonder doorverbinding werkt de regelaar in dagbedrijf (overwerktimer of externe klokfunctie). Afb. 18 Elektrische aansluiting van de wandbehuizing Voor hydraulisch schema zie afb. 16. De elektrische aansluiting van een menggroepregelaar UML of UM is als in afb. 17. 13

rematic 2935 3.3 W40/60 ECO (sets 12 en 14) 3.3.1 Aansluitschema's 230V- en voelerzijde (Hoog/ Laag) De aansluiting 230V en de voelerzijde vindt plaats m.b.v. de inschuifmodule 2935 K4, die in één van de ketels wordt gemonteerd. In de principeschema's zijn geen veiligheidsvoorzieningen opgenomen, zoals veiligheidsventiel, expansievat etc. Zie hiervoor de geldende voorschriften (NEN 1078 Gavo, NEN 3028). Afb. 19 Hydraulisch schema W40/60 in cascade Cascadeopstelling waarbij het vermogen van één ketel uit de cascade voldoende is voor de warmwatervoorziening. De installatiepomp (U) kan worden aangestuurd als de pompuituitgangen van de regelaars voor de eerste en de laatste ketel worden doorgelust (de pomp draait tijdens het stookseizoen en daarbuiten éénmaal per 24 uur enkele seconden). Zie ook afbeeldingen 20 en 21. Legende voor afb. 19 t/m 23 AF (Ba) Buitenvoeler KF (Bk) Aanvoervoeler (ketel- of gezamenlijke) BF (Bb) Boilervoeler VF (Bv) Aanvoervoeler installatiemenggroep RF (Br) Retourvoeler ketel Ta Buitentemperatuur Tk Aanvoertemperatuur ketel Tr Retourtemperatuur ketel Tv Aanvoertemperatuur installatie M, M1,2 Mengklep installatie Mr, Mr1,2 Mengklep retourbewaking U1 Installatiepomp Uw, Uw1,2 Ketelpomp L (BLP) Boilerpomp B Boiler D Terugslagklep F Open verdeler HK1,2 Installatiegroep 1, 2 TV Radiatorthermostaat UV Drukverschilventiel (AVDO) ---- Te bedraden door installateur 14

3.3.2 Aansluitschema's 230V- en voelerzijde Afb. 20 Elektrisch aansluitschema voor installatie volgens afb. 19 (4 ketels Hoog/Laag geregeld en installatiepomp gestuurd door de regelaar). Voor aansluiting van de menggroepregelaar zie afb. 22. Om het inschakelcontact voor de 2e ketel op connector C 6 aan te sluiten moet in de inschuifmodule steker C 7 B op steker C 7 worden aangesloten. Afb. 21 Elektrisch aansluitschema voor installatie volgens afb. 19 (4 ketels Aan/Uit geregeld en installatiepomp gestuurd door de regelaar). Met een K4BUwUw Slave erbij kunnen tot 8 ketels Aan/Uit worden geregeld. De ketels moeten een eigen pompaansturing hebben. * Doorverbinding van de fasen van de pompuitgangen zorgt ervoor, dat de installatiepomp gedurende het stookseizoen blijft doordraaien. 15

rematic 2935 3.4 Gas 3000 HR (W40/60 ECO) (sets 12 en 14) *1 Doorverbinding 1-2 verwijderen omdat een gemeenschappelijke buitenvoeler wordt toegepast. Zie hoofdstuk 4 als elke groepsregelaar een eigen buitenvoeler dient te hebben (bijv. bij verschillende oriëntatie van gebouwvleugels). Afb. 22 Elektrisch aansluitschema voor installatie volgens afb. 16. Omdat de regelaar de ketelpompen Uw1 en Uw2 aanstuurt, kan de K4-regelaar geen installatiepomp aansturen. In afb. 16 worden de installatiegroepen geregeld door UM/UML-regelaars, zodat dit ook niet nodig is. 16

4. rematic 2935 UM/UML MENGGROEPREGELAARS De signaalverbinding tussen menggroepregelaar en masterregelaar is in de diverse aansluitschema's aangegeven, waarbij steeds gebruik gemaakt wordt van één gezamenlijke buitenvoeler, aangesloten op de Masterregelaar. - Als men per regelaar een buitenvoeler wil toepassen, bijv. omdat de gebvouwvleugels een verschillende oriëntatie hebben, moet de verbinding tussen klem 2 van de menggroepregelaar en de klem voor de buitenvoeler van de masterregelaar niet worden niet worden aangebracht en de brug tussen klem 1 en 2 van de menggroepregelaar moet blijven zitten (zie ook onderstaande schema's). - Een verbinding tussen de klem van de retourvoeler van de Masterregelaar en klem 4 zorgt ervoor, dat de door de menggroepregelaar gestuurde klep mede voor de ketelretourbewaking zorg draagt (zie ook afb. 03 en 05). - Een verbinding tussen de klem voor het sluitcommando van de Masterregelaar met klem 5 zorgt ervoor, dat de menggroepregelaar zich houdt aan de boilervoorkeurschakeling (zie ook afb. 02, 03 en 05). - Er kunnen meerdere menggroepregelaars op de Masterregelaar worden aangesloten door de klemmen van de menggroepregelaars door te lussen ( 2 op 2, 7 op 7, 6 op 6, etc.). De hoogstvragende groep bepaalt dan de aanvoertemperatuur van de cascade. Brug 1-2 verwijderen bij toepassing gemeenschappelijke buitenvoeler Buitenvoeler Aanvoervoeler installatiemenggroep Van retourvoeler master-regelaar Boilervoeler Uitgang naar master-regelaar 7, 8, 9: Afstandsbediening 1, 2, 3 (brug 7-8 verwijderen) Brug 1-2 verwijderen bij toepassing gemeenschappelijke buitenvoeler Buitenvoeler Aanvoervoeler installatiemenggroep Van retourvoeler master-regelaar Sluitcommando master-regelaar Uitgang naar master-regelaar 7, 8, 9: Afstandsbediening 1, 2, 3 (brug 7-8 verwijderen) Nul Fase Groepspomp Boilerpomp Installatiemengklep Installatiemengklep Nul Fase Groepspomp rematic 2935 UML De klemmen 11en14 moeten worden doorgelust door de installateur. rematic 2935 UM Afb. 23 Aansluitschema voor de menggroepregelaars UML en UM (wandbehuizing 2935). De menggroepregelaars worden gemonteerd in een wandbehuizing. De bedrading dient uitgevoerd te worden door de installateur. 17

rematic 2935 5. OVERWERKTIMER Op de volgende rematic -regelaars kan een overwerktimer (of een inschakelcontact van een 'vreemde' regelaar of externe klok) worden aangesloten: - 2935 K4BUwUw-Master, 2935 UM en 2935 UML. Het externe contact wordt als volgt aangesloten (brug verwijderen): - bij de remeha Gas 1020, Gas 3/5d XR/HR en de Gas 2000 HR op de klemmen 7 en 8 van de voelerschroefklemlijst of de wandbehuizing; - bij de remeha W40/60 en de Gas 3000 HR op de klemmen 13 en 14 van de klemmenstrook C 2 van de inschuifmodule. De werking is als volgt: Als het externe contact gesloten is, werkt de rematic - regelaar volgens zijn eigen klokprogramma. Als het externe contact geopend is, werkt de rematic - regelaar volgens het dagprogramma, d.w.z. volgens de op de rematic -regelaar ingestelde stooklijn. 18

6. ANALOGE INGANG Op de rematic -regelaars van de serie 2935 (de cascade-masterregelaars) kan een analoog signaal van een 'vreemde' regelaar worden aangesloten. Dit analoge signaal (0-10V) vertegenwoordigt de temperatuurvraag van de 'vreemde' regelaar en wordt aangesloten op dezelfde ingang waarop ook de warmtevraag van een eventuele menggroepregelaar (UM of UML) kan worden aangesloten (Sollwerteingang). De klemnummering is als volgt: - bij de remeha W40/60 en de Gas 3000 de klemmen 1 en 2 van de inschuifmodule (art.nr. S46857 en S49329); - bij de OD-ketels de klemmen 1 en 7 van de voelerconnector (art.nr. 38470); - bij de atmosferische ketels en de Gas 2000 de klemmen 11 en 12 van de voelerconnector van het instrumentenpaneel. Als de vreemde regelaar 0 tot 3,3V aanbiedt voor een temperatuurbereik van 0-100 C, dan kan dit signaal rechtstreeks op de daarvoor bestemde klemmen worden aangesloten (is gelijk aan het signaal van een UM of UML. Als de 'vreemde' regelaar 0 tot 10V aanbiedt voor een temperatuurbereik van 0-100 C, moet op klem 1 of 11 een weerstand van 200 kohm in serie worden aangesloten. Als de 'vreemde' regelaar 1 tot 10V aanbiedt voor een temperatuurbereik van 13-130 C, moet op klem 1 of 11 een weerstand van 130 kohm in serie worden aangesloten (bijv. L&G type RVL.55). weerstand klemmen 'vreemde' regelaar klemmen rematic - regelaar gemeenschappelijke nul Afb. 24 Aansluiting analoog signaal 19

rematic 2935 copyright Alle in deze technische informatie vervatte technische en technologische informatie alsmede eventueel door ons ter beschikking gestelde tekeningen en technische beschrijvingen blijven ons eigendom en mogen zonder onze voorafgaande schriftelijke toestemming niet worden vermenigvuldigd. ISO 9001 sinds 1988 Remeha b.v. Postbus 32 7300 AA Apeldoorn Tel. 055-5496969 Fax 055-5496496 Wijzigingen voorbehouden Art. nr. 51.124/18.12.96/P&D 20