BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

Vergelijkbare documenten
BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

Ethische Commissie voor de telecommunicatie

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

WERKWIJZE OM OP DIT DOCUMENT TE ANTWOORDEN. Aanspreekpunt: Gino Ducheyne, Eerste Ingenieur-adviseur,

Ethische Commissie voor de telecommunicatie

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

ONTWERPBESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN XX JUNI 2013 BETREFFENDE

ONTWERPBESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN DD MM 2011 BETREFFENDE DE VERDELING VAN HET SPECTRUM IN DE 900MHz-, 1800MHz- EN 2GHz-BAND

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

Ethische Commissie voor de telecommunicatie

BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 06 OKTOBER 2010 BETREFFENDE DE TOEKENNING AAN B.V.B.A. SECURITY MONITORING CENTRE

Iedere persoon die rechtstreeks en persoonlijk betrokken is bij deze kwestie wordt uitgenodigd om zijn standpunt hierover bekend te maken.

BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 13 AUGUST 2013 BETREFFENDE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

Ethische Commissie voor de telecommunicatie

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 26 OKTOBER 2010 BETREFFENDE

Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

Ethische Commissie voor de telecommunicatie

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 11 JUNI 2018 BETREFFENDE DE TOEKENNING AAN ENTROPIA CRITICAL CONCEPT N.V.

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

Ethische Commissie voor de telecommunicatie

Ethische Commissie voor de telecommunicatie

consult-2015-c3 Aanspreekpunt: Michaël Vandroogenbroek ( )

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

VERTAALDE VERSIE VAN HET BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 29 JUNI 2016

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN DAG MAAND 2011 MET BETREKKING TOT RADIOINTERFACES B17.1 tot B17.3 ONTWERP

RAADPLEGING BETREFFENDE HET ONTWERP VAN BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT

Ethische Commissie voor de telecommunicatie

Aanspreekpunt: Michaël Vandroogenbroek ( )

BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 01 MAART 2016 BETREFFENDE

ONTWERPBESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN DD MMM 2016 BETREFFENDE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

Ethische Commissie voor de telecommunicatie

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

RAADPLEGING OP VRAAG VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 24 MAART 2019 MET BETREKKING TOT DE UITBREIDING VAN DE VOORRAAD AAN NUMMERS

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

Beslissing nr. D-2013/20. van. 19 december klacht van KPN Group Belgium NV t. IMVU

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 30/06/2010 MET BETREKKING TOT

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

Ethische Commissie voor de telecommunicatie

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

RAADPLEGING INZAKE ONTWERPBESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT BETREFFENDE DE VERLENGING VAN DE GEBRUIKSRECHTEN VAN BROADBAND BELGIUM

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE STATISTISCHE INLICHTINGEN DATARETENTIE VOOR 2016 VERSIE BESTEMD VOOR HET PUBLIEK

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

RAADPLEGING DOOR DE RAAD VAN HET BIPT

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 16 JUNI 2015

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 14 JUNI 2010 BETREFFENDE

ONTWERPBESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN DD MM 2011 BETREFFENDE HET GEBRUIK VAN DE UMTS- EN DE LTE-TECHNOLOGIE IN DE 900MHz-, 1800MHz- EN 2GHz-BAND

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

Ethische Commissie voor de telecommunicatie

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

Transcriptie:

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT van 19 MAART 2008 met betrekking tot de vastlegging van subreeksen voor het aanbieden van betalende diensten via elektronische-communicatienetwerken zoals voorzien in het koninklijk besluit van 10 oktober 2006 houdende de voorwaarden waaraan spelen die aangeboden worden in het kader van televisieprogramma's via nummerreeksen van het Belgische nummerplan dienen te voldoen BIPT - Ellipse Building - Gebouw C - Koning Albert II-laan 35 - B-1030 Brussel Tel. 02 226 88 88 Fax 02 226 88 77 http://www.bipt.be

Inhoudsopgave Inleiding...3 Synthese commentaren consultatie...3 Analyse van het koninklijk besluit betreffende het beheer van de nationale nummeringsruimte en de toekenning en intrekking van gebruiksrechten voor nummers van 27 april 2007 (B.S. 28 juni 2007)...3 ACHTERGROND...3 ANALYSE...4 Besluit...5 Beroepsmogelijkheden...5 2

INLEIDING Als eerste stap werd het ontwerpbesluit van de Raad van het BIPT van 23 januari 2008 met betrekking tot de vastlegging van subreeksen voor het aanbieden van betalende diensten via elektronischecommunicatienetwerken zoals voorzien in het koninklijk besluit van 10 oktober 2006 houdende de voorwaarden waaraan spelen die aangeboden worden in het kader van televisieprogramma s via nummerreeksen van het Belgische nummerplan dienen te voldoen ter consultatie via publicatie op de website van het BIPT voorgelegd met als antwoordtermijn 29 februari 2008 om 23 uur 59. Dit ontwerpbesluit kan u op de website van het Instituut terugvinden. Het BIPT ontving bijdragen van Belgacom en het Platform Telecom Operators & Service Providers als antwoord op deze consultatie. De antwoorden die deze ondernemingen of instanties verstrekten, worden door het BIPT als vertrouwelijk beschouwd. Deze synthese van de antwoorden is dan ook zo opgesteld dat uit de tekst ervan niet afgeleid kan worden wie wat geantwoord heeft op de gestelde vragen. Daartoe worden er in het synthesedocument geen van de hierboven aangehaalde namen genoemd, maar wordt telkens wanneer er verwezen wordt naar een specifiek antwoord, in tekst gesproken van een onderneming of ondernemingen of respondent of respondenten. SYNTHESE COMMENTAREN CONSULTATIE Een respondent schrijft dat het BIPT op basis van het KB van 27 april 2007 de mogelijkheid heeft om een specifieke reeks vast te leggen voor TV spelletjes, maar niet de verplichting. Deze partij is geen voorstander om nu dergelijke reeks specifiek vast te leggen. Als dit toch zou worden gedaan stelt deze partij voor om de operatoren toe te laten de bestaande reeds gereserveerde of toegewezen nummerreeksen aan te merken als zijnde bestemd voor TV spelletjes. Deze methode laat een goede benutting toe van de beschikbare capaciteit omdat het gebruik binnen de bestaande nummerreeksen gecombineerd kan worden met nog andere toepassingen. Beide partijen geven aan dat als een 0905 1XXXX reeks zou worden ingevoerd een voldoend lange implementatieperiode hiervoor moet worden voorzien. Voor een partij is dit 3 maanden voor de andere 6 maanden na het nemen van het besluit. ANALYSE VAN HET KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE HET BEHEER VAN DE NATIONALE NUMMERINGSRUIMTE EN DE TOE- KENNING EN INTREKKING VAN GEBRUIKSRECHTEN VOOR NUM- MERS VAN 27 APRIL 2007 (B.S. 28 JUNI 2007) ACHTERGROND Het laatste lid van 4 artikel 50 stipuleert: Het Instituut kan, na consultatie van de operatoren, binnen de nummerreeks met de cijfers 05 volgend op de dienstidentiteit 9, subreeksen vaststellen voor het aanbieden van betalende diensten via elektronische-communicatienetwerken waaraan in uitvoering van andere wettelijke of reglementaire bepalingen bijzondere vereisten gekoppeld zijn. Deze bepaling wordt eveneens uitdrukkelijk toegelicht in het Verslag aan de Koning, namelijk : De bevoegdheid van het Instituut om binnen de 905-reeks subreeksen vast te stellen voor het aanbieden van betalende diensten via elektronische-communicatienetwerken waaraan in uitvoering van andere wettelijke of reglementaire bepalingen bijzondere vereisten gekoppeld zijn dient om de operatoren of andere betrokken partijen in staat te stellen om tegemoet te komen aan verplichtingen, zoals deze die voortvloeien uit het koninklijk besluit van 10 oktober 2006 houdende de voorwaarden waaraan spelen die aangeboden worden in het kader van televisieprogramma s via nummerreeksen van het Belgische nummerplan, waarvoor het toegelaten is om van de oproeper, naast de prijs van de communicatie, ook de betaling van de inhoud te vragen, doch beperkt tot deze reeksen waarop het eindgebruikerstarief geen functie is van de tijdsduur van de oproep en die een totaalprogramma inhouden dienen te voldoen. Er wordt hierbij bijvoorbeeld gedacht aan de verplichting van de operator om de mogelijkheid 3

te voorzien om elkeen die hierom persoonlijk verzoekt, of op verzoek van de wettelijke vertegenwoordiger voor minderjarigen, via de prefix «spelinhoud» te blokkeren (art. 9.2 van het koninklijk besluit van 10 oktober 2006). In toepassing van artikel 88, 2, van het koninklijk besluit van 27 april 2007 treedt artikel 50, 4, in werking op 1 april 2008. Artikel 71 3 laatste lid van het koninklijk besluit betreffende het beheer van de nationale nummeringsruimte en de toekenning en intrekking van gebruiksrechten voor nummers van 27 april 2007 (B.S. 28 juni 2007) bepaalt : Het Instituut kan binnen de reeks van SMS of MMS korte nummers die starten met de dienstidentiteit 6 subreeksen vaststellen voor het aanbieden van betalende diensten via elektronische-communicatienetwerken waaraan in uitvoering van andere wettelijke of reglementaire bepalingen bijzondere vereisten gekoppeld zijn Dit wordt verder uitgelegd in het verslag aan de Koning, nl. De bevoegdheid van het Instituut om binnen de 6XXX-reeks subreeksen (bv. de subreeks 61XX) vast te stellen voor het aanbieden van betalende diensten via elektronische-communicatienetwerken waaraan in uitvoering van andere wettelijke of reglementaire bepalingen bijzondere vereisten gekoppeld zijn dient eveneens om de operatoren of andere betrokken partijen in staat te stellen om tegemoet te komen aan verplichtingen, zoals deze die voortvloeien uit het koninklijk besluit van 10 oktober 2006 houdende de voorwaarden waaraan spelen die aangeboden worden in het kader van televisieprogramma s via nummerreeksen van het Belgische nummerplan, waarvoor het toegelaten is om van de oproeper, naast de prijs van de communicatie, ook de betaling van de inhoud te vragen, doch beperkt tot deze reeksen waarop het eindgebruikerstarief geen functie is van de tijdsduur van de oproep en die een totaalprogramma inhouden dienen te voldoen. Aangezien artikel 71, 3 deel uitmaakt van afdeling 4 van Hoofdstuk VI van het koninklijk besluit van 27 april 2007 treedt het in toepassing van artikel 88, 3, van datzelfde koninklijk besluit in werking op 1 juni 2008. ANALYSE Het BIPT heeft verschillende verzoeken gekregen van de Kansspelcommissie om in overeenstemming met het KB van 10 oktober 2006 een specifieke (sub) prefix voor TV spelletjes aan te duiden. Indien dit niet zou worden gedaan dan blijft een stuk van dit KB zonder de gewenste uitvoering. Er werd in het ontwerpbesluit voorgesteld om voor het aanbieden van TV spelletjes zoals bedoeld in het KB van 10 oktober 2006 via SMS en MMS, de reeks 61XX te weerhouden en voor het aanbieden van diezelfde spelletjes via telefoonoproepen, de reeks 0905 1XXXX. Het BIPT kan het voorstel gedaan tijdens de consultatie om de bestaande reeds gereserveerde of toegewezen nummerreeksen aan te merken als zijnde bestemd voor TV spelletjes niet weerhouden. De bestaande aan verschillende operatoren gereserveerde en toegewezen reeksen zijn willekeurig verspreid over de totale 0905- reeks. Indien het voorstel gedaan tijdens de consultatie gevolgd zou worden, dan zouden die nummerreeksen voor de eindgebruiker totaal onherkenbaar zijn als zijnde een subprefix, uniek voor TV spelletjes. Bovendien geeft het verslag aan de Koning bij het KB Nummering in zijn commentaar bij artikel 71 betreffende de SMS- en MMS-nummers een voorbeeld van wat de reglementaire overheid precies bedoeld heeft met een subreeks. Door in dat commentaar het voorbeeld van de subreeks 61XX te geven, heeft de regelgever, volgens het Instituut, duidelijk willen aangegeven dat hij achter de dienstidentiteit (in casu de dienstenidentiteit 6) een uniforme aanduiding voor subreeksen wenste (in casu door het cijfer 1). Het voorstel gedaan tijdens de consultatie is niet in lijn met deze betrachting. Er is geen afdoende reden voorhanden om voor de equivalente dienst via spraak niet dezelfde logica te volgen als diegene die aangeven wordt in de toelichting bij het KB Nummering. Uit eerste contacten met de sector in december 2007 blijkt een totale voorraad van 100 SMS/MMS korte nummers te volstaan. Voor de betalende diensten via elektronische-communicatienetwerken via telefoonoproepen worden 10 reeksen van 1.000 nummers voorzien. Het BIPT is van mening dat gezien de aard van de toepassing per operator 1.000 nummers volstaan. Hierin kan dan ook indien de sector dit wenst voldoende prijsflexibiliteit worden ingebouwd. 4

Momenteel hebben 7 operatoren nummers verkregen in de 0905- reeks. Vermits niet noodzakelijk al deze operatoren ook diensten zullen aanbieden zoals bedoeld in het KB van 10 oktober 2006 denkt het Instituut dat de voorraad van 10 blokken van 1.000 nummers zal volstaan. Om nummerschaarste te vermijden zal het in toepassing van het nieuwe koninklijk besluit inzake nummering van 27 april 2007 niet toegestaan worden dat 1 operator meerdere reeksen van 1.000 nummers reserveert. Het BIPT begrijpt dat de technische en operationele voorbereidingen voor de concrete invoering van de nieuwe 0905- subprefix nog door de operatoren moeten worden gemaakt en meent dat hiervoor een implementatietermijn van 6 maanden aangewezen is. Het Instituut stelt vast dat geen enkele respondent problemen heeft met de implementatietermijn voor de invoering van de 61XX-subprefix. De invoering van de 61XX subprefix blijft dan ook gekoppeld aan de invoering van het nieuwe SMS/MMS- nummerplan. BESLUIT 1. Betalende diensten via elektronische-communicatienetwerken, zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 10 oktober 2006 houdende de voorwaarden waaraan spelen die aangeboden worden in het kader van televisieprogramma s via nummerreeksen van het Belgische nummerplan, waarvoor het toegelaten is om van de oproeper, naast de prijs van de communicatie, ook de betaling van de inhoud te vragen, doch beperkt tot deze reeksen waarop het eindgebruikerstarief geen functie is van de tijdsduur van de oproep en die een totaalprogramma inhouden dienen te voldoen, mogen uitsluitend worden aangeboden via de volgende nummerreeksen : a. voor telefonie : de nummerreeks 0905 1XXXX; b. voor SMS/MMS : de nummerreeks 61XX; 2. In de nummerreeks 0905 1XXXX mag elke operator maximaal één nummerreeks van 1.000 nummers reserveren of in dienst hebben. 3. Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 2008 voor de nummerreeks 0905 1XXXX en op 1 juni 2008 voor de nummerreeks 61XX. BEROEPSMOGELIJKHEDEN Overeenkomstig de wet van 17 januari 2003 betreffende de rechtsmiddelen en de geschillenbehandeling naar aanleiding van de wet van 17 januari 2003, hebt u de mogelijkheid om tegen dit besluit beroep aan te tekenen bij het hof van beroep te Brussel, Poelaertplein 1, B-1000 Brussel binnen zestig dagen na de kennisgeving ervan. Het hoger beroep wordt ingesteld: 1 bij akte van een gerechtsdeurwaarder die aan de tegenpartij wordt betekend; 2 bij een verzoekschrift dat, in zoveel exemplaren als er betrokken partijen zijn, ingediend wordt op de griffie van het gerecht in hoger beroep; 3 bij ter post aangetekende brief die aan de griffie wordt gezonden; 4 bij conclusie, ten aanzien van iedere partij die bij het geding aanwezig of vertegenwoordigd is. Met uitzondering van het geval waarin het hoger beroep bij conclusie wordt ingesteld, vermeldt de akte van hoger beroep, op straffe van nietigheid de vermeldingen van artikel 1057 van het gerechtelijk wetboek. M. Van Bellinghen G. Denef C. Rutten E. Van Heesvelde Voorzitter van de Raad 5