Schiphol Nederland B.V. de heer B.E. Harder Evert van de Beekstraat ZG Schiphol. Betreft: Besluit Waterwet bodemenergiesysteemwet, PNH1644

Vergelijkbare documenten
Schiphol Nederland b.v. De heer B.E. Harder Postbus ZG Schiphol. Betreft: Besluit Waterwet wijziging vergunning Terminal 3 PNH1606

Provincie Noord-Holland Dhr F.M.W.J. Zorge Directie concernzaken Sector Facility Management Postbus DA Haarlem

Stichting Heliomare Onderwijs L.J.H. Kicken Relweg AB Beverwijk. Betreft: Besluit Waterwet bodemenergiesysteemwet, PNH1638

Vaanster XII B.V. de heer H. Krebbers Rembrandtlaan AC Bilthoven. Betreft: Besluit Waterwet bodemenergiesysteem, Hudson Bay PNH1647

Stichting Dudok Wonen R. Knip Postbus BW Hilversum. Betreft: Besluit Waterwet bodemenergiesysteem, LGR82372.

Gemeente Amsterdam C. Bakker Postbus BL Amsterdam. Betreft: Besluit Waterwet bodemenergiesysteemwet, PNH1642. Geachte mevrouw Bakker,

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE VERGUNNING OP BASIS VAN DE WATERWET

Waterwet beschikking. Martinez Almere J. Algrapad Almere

Beschikking van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord Brabant

Telegraaf Media Groep N.V. J. Kunst Basisweg AP Amsterdam. Betreft: Omgevingsvergunning

De Schans Verhuur B.V. MPJ van der Schoot den Uitvanck XG Oirschot. Betreft: Omgevingsvergunning

Fuji Vastgoed B.V. de heer J. Mommer Schiphol Boulevard BG Schiphol. Betreft: Omgevingsvergunning

Stichting Spaarne Gasthuis C.A. Wolse Postbus AT Hoofddorp. Betreft: Omgevingsvergunning

Provincie Noord-Holland Mevrouw D. Wiersema Postbus DA Haarlem. Betreft: Omgevingsvergunning. Geachte mevrouw Wiersema,

Gemeente Haarlemmermeer de heer C.T. Spreeuw Raadhuisplein TZ HOOFDDORP. Betreft: Omgevingsvergunning

Parfumerie Douglas Nederland B.V. W Duthler Postbus AL Nijmegen. Betreft: Omgevingsvergunning

Panalpina World Transport B.V. R. de Vos Rangoonweg LP Schiphol. Betreft: Omgevingsvergunning

Happy Italy Amsterdam D.J.L. de Blok Postbus CD Dordrecht. Betreft: Omgevingsvergunning

Peopleware ICT Solutions BV De heer M. van Liempt Beechavenue PR Schiphol-Rijk. Betreft: Omgevingsvergunning. Geachte heer Van Liempt,

Leaseplan Corporation H. van den Bergh Postbus BB Almere. Betreft: Omgevingsvergunning

Cubord Reclameborden bv De heer X. de Ligt Vlambloem JE Rotterdam. Betreft: Omgevingsvergunning

TenneT TSO B.V. A. Middelburg Utrechtseweg AR Arnhem. Betreft: Omgevingsvergunning

Happy Italy Amsterdam de heer D.J.L. de Blok Postbus CD Dordrecht. Betreft: Omgevingsvergunning

C. van Haasteren Beheer B.V. Dhr. C. van Haasteren Leeghwater WB Hillegom. Betreft: Omgevingsvergunning

Blaisse D Blaisse Stadhouderskade AD Amsterdam. Betreft: Omgevingsvergunning

N.V. PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland Dhr. B van Aanholt Rijksweg AS Velserbroek. Betreft: Omgevingsvergunning

G & S Vastgoed bv I Taal Gustav Mahlerlaan MC Amsterdam. Betreft: Omgevingsvergunning

Stichting Stedelijk Museum Amsterdam Dhr. G.H. Wissink Postbus AB Amsterdam. Betreft: Omgevingsvergunning

F. van Lanschot Bankiers N.V. MTC Opdam Beethovenstraat WZ Amsterdam. Betreft: Omgevingsvergunning

BAS Global Holding B.V. Dhr. J. Kooijenga Nieuw-Zeelandweg AL Amsterdam. Betreft: Omgevingsvergunning

Faber Holding B.V. T.a.v. Dhr. E. Verkerk Deccaweg AD Amsterdam. Betreft: Omgevingsvergunning

Stichting Waternet Dhr. R. Oudhuis Korte Ouderkerkerdijk AC Amsterdam. Betreft: Omgevingsvergunning

W&O lichtreclame De heer ERP Wolthekker Jacobijnerkerkhof EN Leeuwarden. Betreft: Omgevingsvergunning

Gemeente Haarlemmermeer dhr. H. van den Heuvel IJweg LV Hoofddorp. Betreft: Omgevingsvergunning

Domino s Pizza Netherlands B.V. De heer A. ten Wolde Franklinweg HX Gorinchem. Betreft: Omgevingsvergunning

op een diepte van meer dan 1,50 m min maaiveld in de bodem in kwetsbaar kwelgebied in de Haarlemmermeerpolder.

Stichting Ons Tweede Thuis de heer P. Ingram Vuurdoornstraat RM AALSMEER. Betreft: Ontwerpbesluit Omgevingsvergunning

NS Stations BV de heer D. Frederiks Postbus BG Amsterdam. Betreft: Omgevingsvergunning

Contexture Architects B.V. t.a.v. dhr. Onno van Welzen Overschiestraat XK Amsterdam. Betreft: Omgevingsvergunning

Deloitte Holding BV Mevrouw F. Dijkgraaf Postbus CA Rotterdam. Betreft: Omgevingsvergunning

EdgeConnex Netherlands B.V. D. Theunissen Koolhovenlaan NE Schiphol-Rijk. Betreft: Omgevingsvergunning

Thuishaven Events BV de heer J. Cederhout Gyroscoopweg AX AMSTERDAM. Betreft: Omgevingsvergunning

Kuin Vastgoedontwikkeling BV De heer J. Kuin De Tocht HT Bovenkarspel. Betreft: Omgevingsvergunning

Himalaya Vastgoed B.V. de heer L. Bamberger Postbus ZG SCHIPHOL. Betreft: Omgevingsvergunning

Effectenstudie bodemenergiesysteem

VOF Gateway to Fashion Dhr. Y. Chang Van Mourik Broekmanstr 14 I 1065 EX Amsterdam. Betreft: Omgevingsvergunning

NEMO Science Museum T.a.v. Dhr. J. Struikmans Postbus AK Amsterdam. Betreft: Omgevingsvergunning

Stichting Stedelijk Museum Amsterdam De heer G.H. Wissink Postbus AB Amsterdam. Betreft: Omgevingsvergunning

Academisch Medisch Centrum De heer E. Spek Postbus DD Amsterdam. Betreft: Omgevingsvergunning (verlenging instandhoudingstermijn)

Lidl Nederland GmbH T. Nieste Postbus HA Zwaag. Betreft: Omgevingsvergunning

Stichting VUmc W.J. Koopmans De Boelelaan HV Amsterdam. Betreft: Omgevingsvergunning

Stibbe B.V. Beethovenplein WM Amsterdam. Betreft: Omgevingsvergunning

Provincie Noord-Holland t.a.v. de heer G.M. Boks Postbus DA Haarlem. Betreft: Omgevingsvergunning. Geachte heer Boks,

Ahold Europe Real Estate & Construction B.V. T.a.v. mevrouw S. van Adrichem Postbus HA Zaandam. Betreft: Omgevingsvergunning

Effectenstudie bodemenergiesysteem

Atletiek Vereniging Haarlemmermeer de heer C.J. de Boer Graan voor Visch EE HOOFDDORP. Betreft: Omgevingsvergunning

Deliveroo Netherlands B.V. R.A.J. Mureau Keizersgracht EM Amsterdam. Betreft: heroverweging Omgevingsvergunning

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Chanel International B.V. W.J. de Klerk Gustav Mahlerlaan MK Amsterdam. Betreft: Omgevingsvergunning

ISS Nederland B.V. T.a.v. Dhr. J. Emous Rijnzathe PV De Meern. Betreft: Omgevingsvergunning

BSH Huishoudapparaten B.V. De heer A. Morssink Postbus AG Hoofddorp. Betreft: Omgevingsvergunning

De heer T. Savic-Gecan Admiraal De Ruijterweg LX Amsterdam. Betreft: Omgevingsvergunning

The British School of Amsterdam De heer F. Gansevoort Anthonie van Dijckstraat ME Amsterdam. Betreft: Omgevingsvergunning

Shell Nederland Verkoopmaatschappij B.v. I. Golob Postbus BE Rotterdam. Betreft: Omgevingsvergunning. Geachte mevrouw Golob,

Stadsdeel Zuid t.a.v. mevrouw A.H.S. Frank Postbus BA Amsterdam. Betreft: Omgevingsvergunning

Stichting Kagiwepi De heer Kemper Postbus AG Nieuw-Vennep. Betreft: Ontwerpbesluit Omgevingsvergunning

Citytec B.V. / Luminext P. Bruggema Postbus AH Alblasserdam. Betreft: Omgevingsvergunning. Geachte heer Bruggema,

Beelen Amsterdam B.V. t.a.v. Dhr. Sijtsma Postbus NP HEERHUGOWAARD. Betreft: Besluit op aanvraag Omgevingsvergunning

Wereldhave Nederland B.V. T.a.v. mevrouw P. Van Nieuwenhuyzen - Deutman Schiphol Boulevard 233 WTC Schiphol Tower A 3rd Floor 1118 BH Schiphol

Wereldrestaurant Enjoy B.V. S.H. Hu Grote Belt GL Hoofddorp. Betreft: Omgevingsvergunning

Stichting Natura Artis Magistra Mevrouw F.H. Groen Postbus HD Amsterdam. Betreft: Omgevingsvergunning

Play Padel Club NL De heer E.K. De Wit Rietdekkershoek TN Bunnik. Betreft: Omgevingsvergunning

Europe Container Terminals BV S. Capelle Europaweg LD Maasvlakte Rotterdam. Betreft: Omgevingsvergunning

The British School of Amsterdam De heer F. Gansevoort Anthonie van Dijckstraat ME Amsterdam. Betreft: Omgevingsvergunning

Europe Container Terminals BV S. Capelle Europaweg LD Maasvlakte Rotterdam. Betreft: Omgevingsvergunning. Geachte heer Capelle,

brandveiligheid bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorieën gevallen.

T.B. van Doorn V.O.F. J.M. Stahlecker Tweede Vooruitgangstraat NJ Haarlem. Betreft: Omgevingsvergunning. Geachte mevrouw Stahlecker,

N. V. Nuon Energy De heer E. van Espelo Petroleumhavenweg AB Amsterdam. Betreft: Omgevingsvergunning. Geachte heer Van Espelo,

(ONTWERP) VERGUNNING VOOR GRONDWATERONTTREKKING OP GROND VAN DE WATERWET

N.V. Nederlandse Gasunie G.A. Westmaas Postbus DA Groningen. Betreft: Omgevingsvergunning. Geachte heer Westmaas,

Waternet Groengas-installatie p/a Rho adviseurs voor leefruimte t.a.v de heer S. van Vessem Delftseplein 27b 3013AA Rotterdam

Beleggingsmaatschap van Duuren Vastgoed J.A. van Duuren Stuartweg 8 A 4131 NJ Vianen. Betreft: Omgevingsvergunning

Digging Dutchman B.V. De heer A.J.G. de Bas Postbus AD Nieuwkoop. Betreft: Omgevingsvergunning

Gemeente Amsterdam F. Karssing Postbus NC Amsterdam. Betreft: Omgevingsvergunning

NEMO Science Museum t.a.v. dhr. C. Bertens Oosterdok VX Amsterdam. Betreft: Omgevingsvergunning

NS Stations De heer R. Wubs Postbus BG Amsterdam. Betreft: Omgevingsvergunning. Geachte heer Wubs,

Timmerfabriek Haarlemmermeer bv R.O. Bakker J.C. Beetslaan 163 C 2131 AL Hoofddorp. Betreft: Omgevingsvergunning

Beheermaatschappij W.T.C. Amsterdam B.V. De heer S. Borggreve Strawinskylaan XW Amsterdam. Betreft: Omgevingsvergunning

Topbloemen Nederland B.V. De heer E. Van Arkel Pesetaweg PJ Nieuw-Vennep. Betreft: Omgevingsvergunning

IDEXX Holding B.V. dhr. Y. van Neutegem Scorpius LR Hoofddorp. Betreft: Omgevingsvergunning

Nathan Projects B.V. (voorheen Thermoplus B.V.) T. Bauerhuit Spoorstraat HW t Harde

Voor deze locatie is niet eerder een vergunning aangevraagd en/of verleend voor het onttrekken van grondwater.

Notitie. 1. Inleiding

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Betreft: Besluit op aanvraag Omgevingsvergunning

Comedy Cafe B.V. t.a.v. de heer R.D. MacLaren Frans van Mierislaan GD Muiderberg. Betreft: Omgevingsvergunning. Geachte heer MacLaren,

Kinomi B.V. De heer J. van Tol Aalsmeerderweg ER Rijsenhout. Betreft: Omgevingsvergunning

van Drentestraat 11 B.V. J. Wintraecken Antonio Vivaldistraat HP Amsterdam Betreft: Omgevingsvergunning

Eggerding B.V. T.a.v. Dhr. J.A. Cornelissen Coenhavenweg BL Amsterdam. Betreft: Omgevingsvergunning

Transcriptie:

Bezoekadres Ebbehout 31 1507 EA Zaandam Schiphol Nederland B.V. de heer B.E. Harder Evert van de Beekstraat 202 1118 ZG Schiphol Postbus 209 1500 EE Zaandam www.odnzkg.nl Betreft: Besluit Waterwet bodemenergiesysteemwet, PNH1644 Geachte heer Harder, IF Technology BV heeft namens u ten behoeve van een bodemenergiesysteem voor de G-Pier, Schiphol in de gemeente Haarlemmermeer gevraagd om: - een vergunning als bedoeld in artikel 6.2 van de Waterwet voor het eenmalig lozen op oppervlaktewater van grondwater wat vrijkomt bij het ontwikkelen van de bronnen ten behoeve van de energieopslag; - een vergunning als bedoeld in artikel 6.4 van de Waterwet voor het onttrekken en in de bodem terugbrengen van grondwater. Contactpersoon Leonie Kwak Contactgegevens 023 5674279 Kenmerk 2199831 Datum 28 november 2016 Uw aanvraag is bij ons ontvangen op 20 oktober 2016 en geregistreerd onder nummer 2199831 en bestaat uit de volgende documenten: - Aanvraagformulier OLO, nummer OLO-2610963; - Effectrapportage 15 november 2016 G-Pier op Schiphol van IF Technology BV, rapportnummer 65104/WH/20161020; - Bijlage aanvraag keurvergunning WKO G-pier te Schiphol van IF technology BV, van 17 oktober 2016, referentie 65104\WH\20161017. De hierboven genoemde documenten zijn onderdeel van de vergunning. De inrichting is opgenomen in het Landelijke Grondwater Register (LGR) onder nummer PNH1644. Wij verzoeken u alle correspondentie betreffende dit besluit te richten aan grondwater@odnzkg.nl onder vermelding van het nummer PNH1644. Voor het aanleveren van rapportages verzoeken wij u gebruik te maken van bovenstaand adres of de webformulieren die te vinden zijn op: www.odnzkg.nl (digitaal loket, digitale formulieren). Risico s beperken, leefbaarheid vergroten. 1 14

BESLUIT Wij besluiten aan Schiphol Nederland B.V. ten behoeve van het bodemenergiesysteem voor de G-Pier op de locatie Schiphol te Haarlemmermeer vergunning te verlenen: A. voor het onttrekken en in de bodem terugbrengen van maximaal: 165 m 3 grondwater per uur; 3.960 m 3 grondwater per dag; 122.760 m 3 grondwater per maand; 319.000 m 3 grondwater per kwartaal; 638.000 m 3 grondwater per jaar. Dit is inclusief het spoelwater voor het onderhoud van de filters. Aanvullend aan de voorgaande bepaling vergunning te verlenen voor het extra onttrekken van 13.200 m 3 grondwater in het eerste jaar, ten behoeve van de ontwikkeling van de bronnen. B. voor het onttrekken en in de bodem terugbrengen van grondwater met onttrekkingsputten op G-pier Schiphol Kadastraal bekend: Haarlemmermeer AI 841. De exacte locatie van de bronnen wordt gemeld bij de te leveren boorbeschrijvingen (zie voorschrift 2.3). C. voor het boren tot in het gecombineerde 2 e /3 e watervoerend pakket in kwelgevoelige polder. D. voor onbepaalde tijd. E. met de volgende voorschriften. VOORSCHRIFTEN 1. Algemeen 1.1. Het verrichten van werkzaamheden met betrekking tot aanleg, onderhoud, gebruik en beëindiging ten behoeve van het open bodemenergiesysteem (OBES) vindt plaats overeenkomstig het daartoe krachtens het Besluit bodemkwaliteit aangewezen normdocument door een persoon of instelling, die daartoe beschikt over een erkenning op grond van het besluit. Tevens voldoen de hierboven genoemde werkzaamheden aan de eisen van het Besluit Bodemkwaliteit en de Regeling Bodemkwaliteit. 1.2. De vergunninghouder is verplicht afschriften van deze beschikking te verstrekken aan personeel dat betrokken is bij het tot stand brengen, in werking hebben en houden van de inrichting. Onder personeel wordt hierbij verstaan zowel het eigen personeel als dat van derden. 2 14

1.3. Bij verandering van (correspondentie-)adres moet de vergunninghouder ons hiervan binnen 30 dagen in kennis stellen. 2. Aanleg van het bodemenergiesysteem 2.1. De start van de boorwerkzaamheden voor de aanleg van het ondergrondse deel van het bodemenergiesysteem wordt tenminste twee weken vooraf aan ons gemeld. Hierbij moet worden vermeld welke firma de boring gaat uitvoeren en wie de contactpersoon van deze firma is. 2.2. De inrichting wordt uitgevoerd conform de aanvraag en de bijbehorende effectrapportage. Als de locatie van één of meer bronnen meer dan 10 meter afwijkt ten opzichte van de aanvraag en effectrapportage dan moet dit bij de startmelding (voorschrift 2.1) worden aangegeven. In dat geval mag niet worden gestart met de boring voordat wij hebben aangegeven met de veranderde locatie van de bronnen akkoord te gaan. 2.3. Een volledige beschrijving van het energieopslagsysteem met tekeningen en boorbeschrijvingen moet voorafgaand aan de ingebruikname van de inrichting aan ons worden toegezonden onder vermelding van PNH1644. In de beschrijving moet de feitelijke locatie van de bronnen en de bronfilterstelling zijn opgenomen. 2.4. In de warme bron en de koude bron, of in een waarnemingsput nabij één warme bron en één koude bron worden peilbuizen geplaatst die geschikt zijn voor de meting van de grondwaterstanden, stijghoogtes, grondwatertemperaturen en voor de bemonstering van het grondwater ter hoogte van: het filtertraject van de bronfilters; de freatische grondwaterstand; het watervoerende pakket dat gelegen is direct boven het watervoerend pakket waaraan het grondwater wordt onttrokken en waarin dit wordt geretourneerd. 2.5. Te maken boringen en te plaatsen filters, meetbuizen, detectiebuizen en peilbuizen mogen alleen door middel van boren (of pulsen) worden aangebracht, het (voor)spuiten is niet toegestaan. 2.6. Bij het verwijderen van filters, meetbuizen, detectiebuizen en peilbuizen moet de afsluitende laag vanaf 1,00 meter onder de afsluitende laag tot tenminste 1,00 meter boven de afsluitende laag en over een lengte van tenminste 2,50 meter afgedicht worden met bentoniet of zwelklei waarmee kwel wordt voorkomen. 2.7. Doorboring of perforatie van ondoorlatende lagen moet onmiddellijk worden hersteld. 2.8. Na afloop van de werkzaamheden moeten alle gemaakte boorgaten en/of locaties gecontroleerd worden op eventuele kwel. De vergunninghouder moet de resultaten van deze controle samen met tekening waarop de locatie van de boringen (volgens de coördinaten van de Rijksdriehoekmeting of op as built tekeningen) zijn weergeven en binnen 1 maand na afloop van de werkzaamheden overleggen. 3 14

2.9. Indien tijdens de uitvoering of tijdens het in bedrijf zijn van de bronnen blijkt dat als gevolg van de werkzaamheden wellen zijn ontstaan dan wel een toename van de kwel geconstateerd wordt, moet dit direct worden gemeld. De vergunninghouder moet ontstane wellen dichten en ontstane kwel opheffen. 3. Ingebruikname van de inrichting 3.1. De ingebruikname van het bodemenergiesysteem wordt tenminste twee weken vooraf aan ons gemeld. 3.2. Het grondwater uit één van de bronfilters moet voorafgaand aan de eerste retournering door daartoe erkende personen of instellingen worden bemonsterd en geanalyseerd op de parameters zoals aangegeven in bijlage 1 van dit besluit. 3.3. Het analyserapport wordt tenminste twee weken voorafgaand aan de ingebruikname van het bodemenergiesysteem aan ons gestuurd. 3.4. Het gebruik van het bodemenergiesysteem leidt niet tot grotere of andere negatieve effecten op bij het grondwater betrokken belangen dan welke zijn beschreven in de bij deze beschikking genoemde effectenstudie. De vergunninghouder toont dit aan door voor de ingebruikname van de inrichting, en telkens wanneer de inrichting wezenlijk wordt gewijzigd, de hydrologische effecten zoals beschreven in de bij deze beschikking genoemde effectenstudie te verifiëren door middel van een hydrologische veldproef. De rapportage van de proef beschrijft de opzet en resultaten van de proef, alsmede een evaluatie van in hoeverre de effecten zoals waargenomen of berekend op grond van de proef binnen de marges blijven van de effecten zoals in de effectenstudie zijn berekend. 3.5. De rapportage van de proef wordt uiterlijk twee weken voorafgaand aan de ingebruikname of wijziging van de inrichting aan ons toegezonden. 4. Gebruik en beheer van het bodemenergiesysteem 4.1. De vergunninghouder draagt er zorg voor, dat het vergunde OBES niet leidt tot zodanige interferentie met eerder aangelegde en geregistreerde OBES, dat het doelmatig functioneren van één van de systemen kan worden geschaad. 4.2. Het onttrokken grondwater wordt teruggebracht in het watervoerend pakket waaraan het is onttrokken, met uitzondering van maximaal 13.200 m 3 voor de aanleg van de bronnen. Dit wordt geloosd op het riool. Hiervoor moet separaat en vergunning worden aangevraagd bij het betreffende gevoegd gezag. 4.3. Voor het onderhoud van de bronfilters wordt jaarlijks grondwater onttrokken en gezuiverd teruggevoerd naar het watervoerend pakket waar het uit gehaald is. 4 14

4.4. Indien mechanische putreiniging niet mogelijk is, mag chemische putreiniging plaatsvinden, indien wij hier vooraf goedkeuring hebben verleend, conform de bij de goedkeuring door ons gestelde voorschriften. 4.5. Het gebruikte grondwater mag alleen thermische veranderingen ondergaan. 4.6. De temperatuur van het grondwater dat door het bodemenergiesysteem in de bodem wordt teruggebracht, bedraagt niet meer dan 25 C. 4.7. Het OBES bereikt uiterlijk vijf jaar na de datum van ingebruikname een moment waarop geen sprake is van een warmteoverschot of een koude overschot en herhaalt dit telkens uiterlijk vijf jaar na het laatste moment waarop die situatie is bereikt. Van een warmteoverschot is sprake indien de totale hoeveelheid warmte die vanaf de datum van ingebruikname door het systeem aan de bodem is toegevoegd groter is dan de totale hoeveelheid koude, die vanaf die datum aan de bodem in toegevoegd. 4.8. Indien de hoeveelheid warmte en de hoeveelheid koude die vanaf de datum van ingebruikname door het systeem aan de bodem is toegevoegd zodanig van elkaar verschillen dat het niet aannemelijk is dat aan voorschrift Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. kan worden voldaan, wordt op verzoek van het bevoegd gezag binnen drie maanden een plan van aanpak ingediend waarin is vastgelegd op welke wijze en binnen welke termijn aan voorschrift 4.7 zal worden voldaan. Nadat het bevoegd gezag daarmee heeft ingestemd, maakt het plan van aanpak deel uit van de vergunning. 4.9. Het bodemenergiesysteem levert het energierendement dat bij een doelmatig gebruik en goed onderhoud kan worden behaald. 4.10. De SPF van het ondergrondse deel van het bodemenergiesysteem inclusief de warmtepomp bedraagt tenminste 4.3. Indien op de datum waarop het OBES twee volledige jaren in bedrijf is, deze opbrengst tenminste 20 % minder is dan vereist, kan ons college eisen dat de vergunninghouder binnen drie maanden na die datum een plan van aanpak indient, waarin de vergunninghouder aangeeft welke maatregelen hij zal treffen om de warmte- en koude-voorziening zodanig bij te stellen dat aannemelijk is dat daarmee zal worden voldaan aan dit voorschrift. 4.11. Als een van de in de vergunning vermelde maximale debieten overschreden wordt, moet de vergunninghouder dit binnen tien werkdagen aan ons melden. 4.12. Bij ongebruikelijk drukverlies in het gebouwzijdige deel van het OBES wordt de grondwateronttrekking stilgelegd en wordt dit voorval direct aan ons gemeld. De grondwateronttrekking wordt pas weer gestart nadat gebleken is dat er geen lekkage van het gebouwzijdige deel van deze voorziening naar het bodemzijdige deel daarvan plaatsvindt. 4.13. De vergunninghouder registreert alle gegevens van de warmte- koude-voorziening met betrekking tot de vergunning, meldingen, aanleg, onderhoud en monitoring. Deze gegevens zijn te allen tijde op de locatie in te zien door de toezichthouder. Het betreft ten minste de volgende gegevens: a. kopie van deze vergunning; b. kopie van het effectrapport en de eventuele daarbij behorende aanvullingen; 5 14

c. overzicht locaties bronnen en installatie; d. principeschema installatie; e. kopie boorstaten bronnen; f. rapportage van de verificatie van de hydrologische effecten; g. specificaties bronpompen; h. controlerapport van de installatie; i. fabriekscertificaat van de watermeters, temperatuuropnemers en energiemeters; j. verklaring van installatie conform het fabriekscertificaat van de watermeters, temperatuuropnemers en energiemeters; k. recente kalibratierapporten van de watermeters, temperatuuropnemers en energiemeters, waarbij minimaal de kalibratie-frequentie wordt gehanteerd zoals die is aangegeven in het fabriekscertificaat; l. jaaropgaven debiet/temperatuur/aan de bodem onttrokken en toegevoegde hoeveelheden energie/metingen voor monitoring van de SPF/spui; m. gegevens brononderhoud. 5. Monitoring tijdens gebruik van het bodemenergiesysteem Op onze website staat een overzicht waarin is weergegeven welke gegevens uit onderstaande voorschriften met aangegeven wanneer ze moeten worden aangeleverd https://www.odnzkg.nl. 5.1. Er wordt een registratie bijgehouden van de per maand onttrokken en geïnfiltreerde hoeveelheden grondwater en het uurdebiet per maand. 5.2. Er wordt een registratie bijgehouden van de maximale en gemiddelde temperatuur per maand van het onttrokken grondwater en van het in de bodem teruggebrachte grondwater. 5.3. Er wordt een registratie bijgehouden van de hoeveelheden warmte en koude die in iedere maand aan de bodem zijn toegevoegd, van de SPF over ieder kalenderjaar en van de metingen die daaraan ten grondslag liggen. Deze hoeveelheden warmte en koude die aan de bodem zijn toegevoegd worden berekend conform bijlage 2. De SPF wordt gemeten en berekend conform ISSO-publicatie 39. 5.4. De registraties als genoemd in de voorschriften 5.1, 5.2 en 5.3, worden gebaseerd op metingen tijdens de bedrijfsvoering, met een nauwkeurigheid van ten minste 95 % en een frequentie van tenminste een maal per 15 minuten, van: - de hoeveelheden grondwater die worden onttrokken - De hoeveelheden grondwater die in de bodem worden teruggebracht dan wel als spui worden afgevoerd, en - de temperaturen van het onttrokken en in de bodem teruggebrachte grondwater. 5.5. De verzamelde gegevens als bedoeld in de voorschriften 5.1, 5.2 en 5.4 worden uiterlijk op 31 maart van ieder jaar voor het voorgaande kalenderjaar aan ons opgegeven (per mail: grondwater@odnzkg.nl) met gebruikmaking van de digitale 6 14

meetstaat zoals weergegeven in formulier Jaaropgave grondwater voor bodemenergiesystemen. 5.6. De gegevens als bedoeld bij voorschrift 5.4 worden tevens conform de meetstaat, zoals aangegeven in voorschrift 5.3 bijgehouden 5.7. Aan het einde van het warme of koude seizoen waarin de inrichting 2 jaar in werking is geweest wordt het grondwater in de warme bron bemonsterd en geanalyseerd op de stoffen zoals in bijlage 1 is aangegeven. Daarbij wordt het grondwater bemonsterd bij één van de bronnen waarbij tijdens de referentiesituatie het grondwater is bemonsterd (voorschrift 2.4) en die in het afgelopen seizoen grondwater heeft geïnjecteerd. Het analyserapport wordt als bijlage bijgevoegd bij de monitorrapportage over het kalenderjaar waarin de bemonstering heeft plaatsgevonden, met een beschouwing van de invloed van de inrichting op de chemische samenstelling van het grondwater. 5.8. Indien de gegevens als genoemd in de voorschriften 5.1 t/m 5.7 afwijkingen vertonen, kan het bevoegd gezag aanvullend onderzoek eisen naar de effecten daarvan op de bij het grondwater betrokken belangen. 5.9. Nadat de inrichting twee volledige kalenderjaren in gebruik is, en na iedere periode van vijf kalenderjaren die daar op volgen, overlegt de vergunninghouder een evaluatierapport waarin in ieder geval het volgende is opgenomen: a) De hoeveelheden warmte en koude die per maand aan de bodem zijn toegevoegd, inclusief een beschouwing van maatregelen die genomen zijn of worden om aan voorschrift 4.7 te voldoen; b) Voorgedane calamiteiten of ongewone voorvallen; c) De SPF van het bodemenergiesysteem gedurende de afgelopen periode, inclusief een beschouwing van maatregelen die genomen zijn of worden om aan voorschrift 4.10 te voldoen. 6. Beëindiging onttrekking 6.1. Beëindiging van de onttrekking en infiltratie, en de datum van afdichting van de bronnen en waarnemingsfilters, worden tenminste vier weken voor de beëindiging aan ons gemeld door middel van bijgevoegd formulier. 6.2. Na beëindiging van de onttrekking worden binnen een maand de in voorschrift 5.3 genoemde gegevens voor het kalenderjaar waarin de onttrekking is beëindigd toegezonden aan de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied, Postbus 209, 1500 EE Zaandam of grondwater@odnzkg.nl onder vermelding van het nummer PNH1644. 6.3. Zo spoedig mogelijk na de beëindiging van het gebruik van een open bodemenergiesysteem wordt het systeem, zonder daarbij het ondergrondse deel te verwijderen, zodanig opgevuld dat de werking van de oorspronkelijke waterscheidende lagen wordt hersteld. 6.4. Na buitengebruikstelling wordt binnen een maand na de afdichting een verslag van de afdichting aan ons toegezonden. 7 14

AANVRAAG U bent voornemens om een open bodemenergiesysteem (OBES) aan te leggen voor de G- pier op de luchthaven Schiphol. Het systeem bestaat uit een doublet met een debiet van maximaal 165 m 3 per uur. De filters worden geplaatst in het gecombineerde 2 e en 3 e watervoerend pakket op een diepte tussen 80 en 180 m. maaiveld. De minimale lengte van de bronfilters is 35 meter. In onderstaande tabel staan de ontwerpuitgangspunten. Uitgangspunten Winter Zomer Maximale verpompte hoeveelheid grondwater per seizoen (m 3 /jaar) 319.000 319.000 Maximaal debiet (m 3 /uur) 165 165 Minimale/maximale infiltratietemperatuur ( o C) 5 25 Gemiddelde infiltratietemperatuur ( o C) 9,5 14,5 Gemiddelde verplaatste hoeveelheid energie per seizoen (MWh) 1074 1074 Door de aanleg van het OBES wordt een energiebesparing van 39% gehaald. Dit resulteert in een jaarlijkse emissiereductie van 179 ton CO 2 en 377 kg NO x. De Seasonal Performance Factor (SPF) bedraagt 4,3. De hoeveelheid ontwikkelwater is 13.200 m 3 en wordt mogelijk op het riool geloosd. Hiervoor wordt separaat een vergunning aangevraagd bij het betreffende bevoegd gezag. WETTELIJKE PROCEDURE De voorbereiding van deze vergunning heeft plaatsgevonden overeenkomstig het bepaalde krachtens artikel 6.16 van de Waterwet en afdeling 4.1.2 van de Algemene wet bestuursrecht. In het besluit zijn voorwaarden gesteld en verplichtingen opgelegd conform het bepaalde bij of krachtens de Waterwet, de Wet milieubeheer en de Wet bodembescherming. Bovendien is de Waterverordening provincie Noord-Holland en de Keur van Rijnland van toepassing. BEKENDMAKING, MEDEDELINGEN EN TERINZAGELEGGING De vergunning is bekend gemaakt conform het bepaalde in afdeling 3.6 van de Algemene wet bestuursrecht door uitreiking aan de aanvrager, aan direct belanghebbende, door publicatie als mede door vermelding op de website van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied. De vergunning en bijbehorende stukken kunt u na publicatie in het huis-aan-huisblad inzien (uitsluitend na een telefonisch gemaakte afspraak tel.: 0800-9986734) bij de provincie Noord-Holland, Houtplein 33 te Haarlem. 8 14

Afschriften worden verzonden aan: gemeente Haarlemmermeer, Hoogheemraadschap van Rijnland. OVERWEGINGEN De aanvraag is getoetst aan het Watervisie 2021 van de provincie Noord-Holland en de Keur van Rijnland. Het gebruik van (open) bodemenergiesystemen wordt door de provincie Noord-Holland gestimuleerd met als doel het energieverbruik te verminderen. Door de toepassing van een bodemenergiesysteem wordt voorkomen dat voor koeling of verwarming gebruik gemaakt moet worden van energie uit fossiele brandstoffen met alle schadelijke milieueffecten van dien. Verder is er bij dit soort projecten geen netto verbruik van grondwater behoudens 13.200 m 3 voor het ontwikkelen van de bronnen. Dit water wordt geloosd op het Dit wordt geloosd op het riool. Hiervoor moet separaat en vergunning worden aangevraagd bij het betreffende gevoegd gezag. Bij het regenereren van de bronnen mogen geen chemicaliën worden gebruikt. Het onttrokken grondwater wordt geïnfiltreerd. Hierbij worden conform artikel 6.26 van de Waterwet eisen gesteld ten aanzien van de controle op de kwaliteit van het onttrokken en te infiltreren water. Hiertoe dient u voorafgaande aan de ingebruikname van het systeem het grondwater te laten analyseren op de natuurlijke samenstelling (zie bijlage 1). In de voorschriften wordt verder opgenomen dat het te infiltreren water alleen een thermisch verandering mag ondergaan. Ook wordt ter bescherming van de bodem in de voorschriften opgenomen dat na beëindiging van de activiteit nagegaan moet worden of er sprake is van enige nadelige invloed op de bodem. Indien dit wordt geconstateerd dient aangegeven te worden hoe deze nadelige invloed opgeheven zal gaan worden. Waterstaatkundige situatie De aanvraag heeft betrekking op werken in de bodem in beheersgebied van het Hoogheemraadschap van Rijnland. De werkzaamheden vallen onder de Keur Rijnland 2015 met name de Uitvoeringsregel 20 Grondverzet. Deze regel heeft geen betrekking op de kern- en/of beschermingszone van waterkeringen, maar op het grondverzet in gebieden met sterke (zilte) kwel. In kwetsbare kwelgebieden mag grondverzet niet leiden tot ongewenste toename van kwel of opbarsten van de bodem. Afhankelijk van het type grondverzet geldt dat zowel ter plaatse van het grondverzet, als in de omgeving ervan risico s kunnen bestaan voor toename van kwel en/of verzilting. Indien onverhoopt deze lagen toch worden doorboord, moet dit onmiddellijk ongedaan worden gemaakt door deze lagen te herstellen door het aanbrengen van zwelklei (bentoniet). 9 14

De vergunningaanvraag is getoetst aan de volgende aspecten: 1. invloed van de grondwateronttrekking op de grondwaterstand en de grondwaterstroming; 2. invloed van de grondwateronttrekking op eventuele bodemverontreinigingen en het zoet-/zout grensvlak; 3. invloed van de grondwateronttrekking op andere systemen; 4. zettingen en risico voor funderingsschade; 5. natuur en landbouw. Ad 1. De berekende veranderingen op de grondwaterstand en stroming in het eerste en freatisch watervoerend pakket zijn verwaarloosbaar. Ad 2. Uit onderzoek via het Bodemloket is gebleken dat er geen bodemverontreinigingen bekend zijn. Gezien de weerstand en de afstand tussen de bronfilters en het zoet-/brak- en brak- /zoutgrensvlak is er geen invloed hierop als gevolg van het OBES. Verzilting van het zoet grondwater treedt dus niet op. Ad 3. Het hydrologische invloedsgebied (waarbinnen de stijghoogte meer dan 0,05 meter verandert) in het gecombineerde 2 e /3 e watervoerende pakket is circa 350 meter. Binnen het hydrologische invloedsgebied bevinden zich nog 2 andere gebruikers, GH-gebouw op 200 meter en KWS3 op 350 meter. Uit de berekeningen blijkt dat er geen invloed zal zijn op het functioneren van dit systeem of de andere systemen. Het hydrothermische invloedsgebied (gebied ter hoogte van de bronfilters, waarbinnen de temperatuur minimaal 0,5 o C afwijkt van de natuurlijke grondwatertemperatuur van 12,5 C) reikt na 20 jaar tot maximaal 190 meter. De thermische bellen van het GH-gebouw en de G- pier overlappen elkaar niet maar liggen wel dicht bij elkaar. De thermische berekeningen zijn uitgevoerd op basis van het worst-case scenario en daaruit is gebleken dat zij elkaar niet negatief beïnvloeden. Ad 4. Het berekende zettingsverhang veroorzaakt geen schade aan de nabij gelegen (ondergrondse) infrastructuur. Ad 5. Er is geen invloed van het OBES op het freatische pakket. Er treedt daarom geen schade op aan de groenvoorzieningen van de omgeving. 10 14

Uit het bovenstaande is gebleken dat het OBES niet leidt tot schade aan belangen van derden. Als laatste merken wij op dat uw verzoek om vergunning betrekking heeft op een activiteit waarvoor mogelijk ook op grond van andere wet- en regelgeving een vergunning nodig is. Hoogachtend, Het college van gedeputeerde staten van de provincie Noord-Holland, namens deze, de directeur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied, voor deze, mevrouw A.M. Hopman Teammanager Vergunningverlening Portefeuille Milieu Dit document is digitaal vastgesteld. Een fysieke of ingescande handtekening is daarom niet nodig. Meer informatie: https://www.odnzkg.nl/mozard/verwijzing/digitalewerkwijze Bezwaarclausule Bent u het niet eens met dit besluit? Dan kunt u als u belanghebbende bent bij het besluit binnen zes weken na de dag van bekendmaking daarvan een bezwaarschrift indienen bij Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, ter attentie van de secretaris van de Hoor- en adviescommissie, Postbus 3007, 2001 DA Haarlem. Vermeld in uw bezwaarschrift altijd de datum, uw naam, adres, handtekening, het referentienummer/kenmerk van dit besluit (of stuur een kopie van het besluit mee) en de reden(en) waarom u bezwaar maakt. Dient iemand anders namens u een bezwaarschrift in, stuur dan een machtiging mee. Verder verzoeken wij u om uw telefoonnummer in het bezwaarschrift te vermelden. Het indienen van een bezwaarschrift schort de werking van dit besluit niet op. In spoedgevallen kan tijdens de bezwaarschriftprocedure een voorlopige voorziening worden gevraagd aan de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, sector bestuursrecht, Postbus 1621, 2003 BR HAARLEM. U kunt ook digitaal het verzoekschrift indienen bij de genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden. Voor het behandelen van het verzoek worden griffiekosten in rekening gebracht. 11 14

Voor meer informatie over het maken van bezwaar kunt u kosteloos de brochure Bezwaar en beroep tegen een beslissing van de overheid bestellen via telefoonnummer 1400 (lokaal tarief) of downloaden van de volgende website: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/brochures/2015/04/14/bezwaar-en-beroep-tegeneen-beslissing-van-de-overheid. 12 14

Bijlage 1.bij Waterwet-vergunning Monitoringparameters grondwaterkwaliteit Parameters analyse brak en zout grondwater (Cl 1.000 mg/l) Parameter Methode Eenheid Algemene parameters Elektrisch geleidingsvermogen (EC) Veldmeting AS SIKB 2000 of AS SIKB 2000 ms/m Watertemperatuur Veldmeting Anorganische parameters Chloride (Cl - ) AS SIKB 3000 mg/l o C 13 14

Bijlage 2. Berekening aan bodem toegevoegde warmte en koude Behorend bij voorschrift 5.3 van de vergunning voor open bodemenergiesystemen. De hoeveelheden van aan de bodem toegevoegde warmte en koude worden per maand als volgt berekend: E E Hierin is: T T in uit vb 9 T 3.6 *10 T uit in kb 9 3.6 *10 * V * * Cp * V * * Cp MWh MWh E vb : MWh. E kb : de hoeveelheid koude die aan de bodem is toegevoegd tijdens verwarmingbedrijf in de hoeveelheid warmte die aan de bodem is toegevoegd tijdens koelbedrijf in MWh. T in : de temperatuur van het onttrokken grondwater voor het passeren van de warmtewisselaar in C. T uit : de temperatuur van het in de bodem terug te brengen grondwater na het passeren van de warmtewisselaar in C. V: het verpompte volume grondwater (in m 3 ) in de tijdspanne van de huidige momentane meting tot aan de voorafgaande momentane meting. Dit volume wordt berekend als: het debiet tijdens de huidige momentane meting (in m 3 /uur) maal de lengte van de periode van de huidige momentane meting tot aan de voorafgaande momentane meting (in uur). ρ: de dichtheid van de circulatievloeistof in kg/m 3. Cp: de warmtecapaciteit van het grondwater in J/kg C. Deze berekeningen worden gebaseerd op momentane metingen met een frequentie van minimaal 1 maal per 15 minuten van de temperatuur van het grondwater voor en na het passeren van de warmtewisselaar en van het verpompte debiet daarvan. 14 14