Beleidsregel inkomstenvrijlating WWB, IOAW en IOAZ

Vergelijkbare documenten
B&W.nr , d.d. 17 januari Wijziging beleidsregels inkomstenvrijlating WWB

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Beleidsregels inkomstenvrijlating Participatiewet, Ioaw en Ioaz Het college van burgemeester en wethouders,

gelet op artikel(en) 15, vijfde lid, 17 en 27 van de Re-integratieverordening WWB, IOAW, IOAZ en WIJ gemeente Overbetuwe 2010;

Vrijlating inkomsten uit arbeid en vrijlating kostenvergoeding vrijwilligerswerk Participatiewet, IOAW en IOAZ

5. De algemene inkomstenvrijlating wordt niet met terugwerkende kracht toegekend.

Beleidsregels inkomstenvrijlating Participatiewet, Ioaw en Ioaz Orionis Walcheren

Beleidsregels vrijlating inkomsten uit arbeid Participatiewet, Ioaw en Ioaz

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Geertruidenberg;

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Delfland;

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 1 van 2

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Venray 2017

Beleidsregels activeringspremies gemeente Best. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen. Artikel 1 Begripsbepalingen

Re-integratieverordening Wet werk en bijstand 2009

Verordening tegenprestatie Sociale Zekerheid 2015, gemeente Drimmelen

Beleidsregels Uitstroompremies Wwb, Ioaw en Ioaz

B&W-Aanbiedingsformulier

RAADSBESLUIT. gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d ;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 16 mei 2003, nummer 126;

Premieverordening 2012

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Beleidsregel scholingsplicht jongeren gemeente Overbetuwe 2012

Verordening langdurigheidstoeslag gemeente Overbetuwe 2009

BURGEMEESTER E WETHOUDERS VA ROERMO D, Overwegende dat;

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november 2017,

Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Grave,

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 oktober 2014

Verordening. Verordening individuele inkomenstoeslag 2015

REÏNTEGRATIEVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND RIJSWIJK 2005

Verordening Individuele inkomenstoeslag gemeente Ameland 2018

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 november 2014;

Beleidsregels Boete WWB/Bbz, IOAW & IOAZ gemeente Twenterand 2013

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet 2015 Gemeente Harlingen

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Heerenveen 2015

Gemeente Baarn - Verordening individuele inkomenstoeslag 2015 gemeente Baarn

Re-integratieverordening wet werk en bijstand Gouda 2010

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Peel en Maas

Beleidsregels Re-integratievoorzieningen en eigen bijdrage voorzieningen Gemeente Wijdemeren. College van burgemeester en wethouders

Verordening minimabeleid en activering Participatiewet, Ioaw, Ioaz ISD Bollenstreek 2015

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Schouwen- Duiveland 2015

Verordening afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ BMWE 2016

VERORDENING. vaststelling Verordening Maatschappelijke Participatie van kinderen Wet werk en bijstand De raad van de gemeente Terneuzen;

Verordening tot wijziging van de Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015

De Verordening tegenprestatie Participatiewet IOAW en IOAZ Waddinxveen 2015.;

Afstemmingsverordening gemeente Arnhem 2015

De raad van de gemeente Schiermonnikoog,

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Enschede 2015

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Castricum 2015

Maatregelverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Doesburg 2015.

Verordening tot eerste wijziging van de Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeente Bergen 2012

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015

Hoofdstuk 2. Loonwaarde en loonkostensubsidie

Afstemmingsverordening WWB, IOAW, IOAZ en Bbz gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 maart 2013;

Beleidsregels Vrijlatingsfaciliteit en overgangsbepaling WWB

besluit vast te stellen de Verordening loonkostensubsidie Participatiewet gemeente Venray 2017 ev.

op voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 13 november 2014, no.za /DV , afdeling Samenleving;

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Verordening tegenprestatie Participatiewet gemeente Haarlem (versie ) De raad van de gemeente Haarlem;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 5 december 2014, nr ;

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

en tot intrekking van: 1. de Verordening Wet investeren in Jongeren 2. Re-integratieverordening Wet werk en inkomen kunstenaars

BELEIDSREGELS TERUGVORDERING UITKERINGEN WET WERK EN BIJSTAND 2013

io-fó-m nr. 6293^ n Heemst

besluit: vast te stellen de Maatregelenverordening Participatiewet, Ioaw en Ioaz 2015 gemeente Heerde.

CVDR. Nr. CVDR26528_1. Nadere regels Premiebeleid gemeente Almere

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Beleidsregels individuele inkomenstoeslag 2017 IGSD Steenwijkerland/Westerveld.

Beleidsregels individuele inkomenstoeslag Participatiewet 2016 IGSD Steenwijkerland/Westerveld integraal weergegeven.

HOOFDSTUK 1. Algemene bepalingen

Inhoudsopgave. Verordening Re-integratie WWB, IOAW en IOAZ 2011 Gemeente Lemsterland. Opdracht aan het college. Aanspraak op ondersteuning.

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Ede (Gelderland)

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude

Artikel 31 Let op: Artikel 31 wijzigt ook door de Wet maatregelen WWB!!! Laatste bewerking op 10 maart

Nadere regels Re-integratieverordening 2015

Verordening Loonkostensubsidie Participatiewet, IOAW en IOAZ Orionis Walcheren 2015

MAATREGELENVERORDENING inkomensvoorzieningen Lelystad 2012

gelet op artikel(en) 15, vijfde lid en 22 van de Re-integratieverordening WWB, IOAW, IOAZ en WIJ gemeente Overbetuwe 2010;

De Raad van de gemeente Ede,

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet

Heernugowaarď Stad van kansen

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015 gemeente Midden-Drenthe

gelet op artikel 36 en artikel 8 lid 2 van de Participatiewet en artikel 2 van de verordening individuele inkomenstoeslag Castricum 2015;

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Rijssen-Holten 2015

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van: 11 november 2014;

Beleidsregel algemeen geaccepteerde arbeid en ontheffing van de plicht tot arbeidsinschakeling WWB, IOAW en IOAZ 2012

Gemeenteraad 28 maart 2002

BELEIDSREGELS PARTICIPATIE Behorend bij de Participatieverordening Grondslag

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Verordening Tegenprestatie Gemeente Achtkarspelen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Maatregelverordening WWB, IOAW en IOAZ gemeente Renkum 2012

Beleidsregels Terugvordering WWB, IOAW & IOAZ

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woudenberg BESLUIT

Verordening individuele inkomenstoeslag

Wijzigingsverordening Wet werk en bijstand gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d.

Beleidsregels WWB/IOAW/IOAZschriftelijke. verminderde verwijtbaarheid gemeente Tholen 2013

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Enschede 2015

Transcriptie:

Onderwerp: Beleidsregel inkomstenvrijlating WWB, IOAW en IOAZ gemeente Overbetuwe 2012 Ons kenmerk: 12BWB00005 Burgemeester en wethouders van de gemeente Overbetuwe; gelet op artikel 4:81 e.v. van de Algemene wet bestuursrecht; gelet op artikel(en) 31, tweede lid, aanhef en onder n., 31, tweede lid, aanhef en onder r. van de Wet werk en bijstand, 8, tweede lid en vijfde lid van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en 8, derde lid en negende lid van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen; b e s l u i t e n: vast te stellen de Beleidsregel inkomstenvrijlating WWB, IOAW en IOAZ gemeente Overbetuwe 2012 Artikel 1 Begripsomschrijvingen Deze beleidsregel verstaat onder: a. college: college van burgemeester en wethouders; b. inkomstenvrijlating: de inkomstenvrijlating als bedoeld in artikelen 31, tweede lid, aanhef en onder n. WWB, 8, tweede lid IOAW en 8, derde lid IOAZ; c. inkomstenvrijlating alleenstaande ouders: de inkomstenvrijlating als bedoeld in artikelen 31, tweede lid, aanhef en onder r, WWB, 8, vijfde lid IOAW en 8, negende lid IOAZ; d. legale inkomsten uit arbeid: inkomsten uit arbeid waarop loonbelasting of inkomstenbelasting, premies volksverzekeringen en werknemersverzekeringen, de inkomensafhankelijke bijdrage op grond van de Zorgverzekeringswet dan wel andere wettelijk verplichte bijdragen ingehouden en afgedragen zijn aan de aangewezen uitvoeringsorganen; e. IOAW: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers; f. IOAZ: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen; g. WWB: Wet werk en bijstand. Artikel 2 Toepassing inkomstenvrijlating 1. Het college past op de toepasselijke bijstandsnorm of grondslag eenmalig een inkomstenvrijlating toe, als een uitkeringsgerechtigde legale inkomsten uit arbeid in deeltijd verworven heeft. 2. De inkomstenvrijlating wordt één maal per bijstandperiode toegekend. 3. Het college zet de inkomstenvrijlating in binnen 6 maanden na aanvang van de werkzaamheden. 4. De inkomstenvrijlating wordt in alle gevallen toegepast, omdat geacht wordt dat betaalde werkzaamheden in alle gevallen een bijdrage leveren aan de arbeidsinschakeling. 5. Voor toepassing van een inkomstenvrijlating moeten de inkomsten uit arbeid in deeltijd als bedoeld in het eerste lid, tezamen met andere inkomensbestanddelen, niet hoger zijn dan de toepasselijke bijstandsnorm of grondslag.

6. Het college past vanaf de aanvangsdatum de inkomstenvrijlating gedurende een aaneengesloten periode van maximaal 6 maanden toe, ongeacht of een uitkeringsgerechtigde in die periode in alle maanden inkomsten uit arbeid verwerft. 7. Dit artikel is niet van toepassing op uitkeringsgerechtigden jonger dan 27 jaar. Artikel 3 Inkomstenvrijlating alleenstaande ouders 1. Het college past op de toepasselijke bijstandsnorm of grondslag eenmalig een inkomstenvrijlating alleenstaande ouders toe, als een uitkeringsgerechtigde legale inkomsten uit arbeid in deeltijd verworven heeft. 2. Het college bepaalt of een uitkeringsgerechtigde alleenstaande ouder recht heeft op inkomstenvrijlating. 3. Het college zet de inkomstenvrijlating in binnen 6 maanden na aanvang van de werkzaamheden. 4. Voor toepassing van een inkomstenvrijlating alleenstaande ouders moeten de inkomsten uit arbeid in deeltijd als bedoeld in het eerste lid, tezamen met andere inkomensbestanddelen, niet hoger zijn dan de toepasselijke bijstandsnorm of grondslag. 5. Het college past de inkomstenvrijlating gedurende een aaneengesloten periode van maximaal 30 maanden toe, ongeacht of een uitkeringsgerechtigde in die periode in alle maanden inkomsten uit arbeid verwerft. 6. Dit artikel is niet van toepassing op uitkeringsgerechtigden jonger dan 27 jaar. Artikel 4 De toekenning 1. Het college stelt het recht op een inkomstenvrijlating ambtshalve vast, nadat aan de voorwaarden is voldaan. 2. De inkomstenvrijlating als bedoeld in artikel 2 en 3 van deze beleidsregel, gaat in op de eerste dag van de maand waaraan de inkomsten moeten worden toegerekend. Artikel 5 Inwerkingtreding Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2012. Artikel 6 Citeertitel Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel inkomstenvrijlating WWB, IOAW en IOAZ gemeente Overbetuwe 2012. Aldus besloten in de vergadering van 1 mei 2012. Het college van burgemeester en wethouders, de gemeentesecretaris, de burgemeester, Th.M.M. Hoex E. Tuijnman.

Algemene toelichting In de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) is, in afwijking van de hoofdregel, geregeld dat gedurende een beperkte periode een deel van de inkomsten uit arbeid in deeltijd niet met de bijstand of uitkering verrekend wordt. Doel van de inkomstenvrijlating is, blijkens de toelichting op de wetsartikelen, om uitkeringsgerechtigden te stimuleren om deeltijd- of voltijdwerk te accepteren. Voorts blijkt uit de toelichting dat het college een mogelijkheid moet hebben om een vrijlating op een deel van inkomsten uit arbeid toe te passen. Het betreft derhalve een zogenaamde kan-bepaling, die het college ruimte geeft om eigen beleid op dit specifieke onderwerp te voeren. In beginsel kan het college per individuele situatie besluiten van zijn bevoegdheid gebruik te maken. Dit stelt echter wel hoge eisen aan de motivering van elk afzonderlijk besluit. Immers dan moet het college bij elk besluit expliciet beargumenteren waarom het wel of niet van de bevoegdheid gebruik maakt. Het verdient daarom de voorkeur de uitvoering van beleid op basis van een vaste gedragslijn in een zogenaamde beleidsregel vast te leggen. Dit biedt niet alleen een goede waarborg voor uniforme toepassing, maar maakt ook de uitvoering, door verplichte bekendmaking van de beleidsregel, voor de burger toetsbaar. Bovendien kan het college in een besluit veelal volstaan met een verwijzing naar de relevante beleidsregel. Het college heeft besloten van de bevoegdheid tot het toepassen van een inkomstenvrijlating gebruik te maken en in deze beleidsregel vast te leggen. Algemeen uitgangspunt voor de toepassing van de inkomstenvrijlating is de opvatting dat in beginsel alle arbeid in deeltijd bijdraagt aan de arbeidsinschakeling en leidt tot verminderde bijstandsafhankelijkheid op korte termijn met mogelijk uitzicht op volledige bijstandsonafhankelijkheid in de toekomst. Een vrijlating van een deel van inkomsten uit arbeid kan een (extra) prikkel vormen om deeltijdwerk te aanvaarden en te behouden. Wijziging WWB per 1 januari 2012 Met de wijziging van de WWB per 1 januari 2012 is er voor alleenstaande ouders met een kind tot 12 jaar een extra vrijlating van 30 maanden ingevoerd. Deze vrijlating volgt aansluitend op de algemene vrijlating en vervangt de tot 1 januari 2012 bestaande heffingskortingen voor alleenstaande ouders. Jongeren onder de 27 jaar komen hier niet voor in aanmerking. Verder is het aan het college om te bepalen of de inzet van de vrijlating bijdraagt aan de arbeidsinschakeling van de alleenstaande ouder. Artikelsgewijze toelichting Artikel 1 Begripsomschrijvingen In dit artikel worden de in deze beleidsregel gehanteerde begrippen omschreven. Artikel 2 Toepassing inkomstenvrijlating Eerste lid: het moet uitsluitend gaan om legale inkomsten als omschreven in artikel 1, sub d. gaan. Weliswaar kan alle arbeid bijdragen aan de arbeidsinschakeling, echter als overheidsorgaan kan de gemeente niet meewerken aan het op illegale wijze verwerven van inkomsten uit arbeid. Dit zou immers in strijd zijn met de wet- en regelgeving van het rijk, waaraan ook de gemeente zich moet houden. Tweede lid: inkomstenvrijlating wordt eenmaal per bijstandsperiode toegekend. Wanneer de belanghebbende volledig uitgestroomd is, maar - door omstandigheden die bij de toegang tot

de bijstand zijn beoordeeld - terugkeert in de bijstand kan opnieuw recht op inkomstenvrijlating bestaan om uitstroom te stimuleren. Hiermee wordt voorkomen dat de calculerende burger nooit volledig uitstroomt en toch meermalen gebruikt maakt van de vrijlating; in zo n situatie kan bovendien geconcludeerd worden dat de vrijlating in casu zijn stimulerende werking niet heeft waargemaakt. Gezinsleden kunnen ieder afzonderlijk voor een inkomstenvrijlating in aanmerking komen, mits zij afzonderlijk inkomsten uit arbeid in deeltijd verwerven maar die tezamen de toepasselijke bijstandsnorm niet overschrijden. Ook een uitkeringsgerechtigde van 65 jaar of ouder die algemene bijstand op grond van de WWB ontvangt en inkomsten uit arbeid in deeltijd verwerft, kan, in voorkomende gevallen, in aanmerking komen voor een inkomstenvrijlating. Hoewel hij geen arbeids- en reïntegratieverplichting heeft, strookt het toepassen van een vrijlating met het algemene uitgangspunt dat deeltijdarbeid bijdraagt aan de arbeidsinschakeling en een tot verminderde bijstandsafhankelijkheid leidt. Derde lid: doel van de inkomstenvrijlating is om uitkeringsgerechtigden te stimuleren om deeltijd- of voltijdwerk te accepteren met de achterliggende gedachte uit de uitkering te komen. Het tijdstip van inzetten wordt door het college bepaald. Dit biedt de mogelijkheid gedurende 6 maanden urenuitbreiding te verkrijgen zodat de uitkeringsgerechtigde optimaal gebruik kan maken van de inkomstenvrijlating. Vierde lid: door het verrichten van arbeid in dienstbetrekking wordt een band met de arbeidsmarkt tot stand gebracht. Dat draagt in het algemeen bij aan de kansen op volledige uitstroom. - Geen mogelijkheid wordt gezien voor een terughoudend gebruik van de vrijlating in de zin dat de toepassing van de vrijlating afhankelijk gesteld kan worden van het realiseren van volledige uitstroom. - Hantering van een onderscheid tussen tijdelijk en vast werk is ongewenst, aangezien enerzijds het contraproductief zou kunnen blijken tijdelijk werk meer te stimuleren dan vast werk (de belanghebbende zou in de verleiding kunnen komen de voorkeur te geven aan uitzendwerk boven vast werk), terwijl anderzijds een vaste deeltijdbaan mogelijk minder snel tot een zodanige uitbreiding van de werkzaamheden zal leiden dat volledige uitstroom mogelijk is. Het hanteren van een onderscheid is bovendien onpraktisch omdat het extra onderzoek vergt en het veelal lastig zal zijn vast te stellen of werk vast of tijdelijk is en er situaties zijn waarin het in elkaar overloopt (tijdelijk werk kan omgezet worden in vast werk en vast werk kan door ontslag in proeftijd feitelijk een kortere periode blijken te betreffen). - Aanleiding voor het niet toepassen van de vrijlating zou kunnen bestaan indien het deeltijdwerk van de belanghebbende het maximaal haalbare is omdat hij vooralsnog niet meer dan die uren belast kan worden. Echter, ook in die situatie kan het deeltijdwerk toch geacht worden op termijn (nadat de belastbaarheid groter geworden is) bij te dragen aan de volledige uitstroom. Vijfde lid: om de inkomstenvrijlating te kunnen toepassen moeten in de eerste plaats de inkomsten uit arbeid de geldende bijstandsnorm of uitkering niet te boven gaan. Heeft een uitkeringsgerechtigde of hebben andere gezinsleden daarnaast nog andere inkomstenbronnen dan moeten deze, tezamen met de inkomsten uit arbeid, lager zijn dan van toepassing zijnde bijstandsnorm of uitkering. Immers, hij moet algemene bijstand of een uitkering ontvangen om in aanmerking te kunnen komen voor de inkomstenvrijlating. Zesde lid: uit de zinsnede in de wetsartikelen gedurende een periode van ten hoogste zes aaneengesloten maanden kan opgemaakt worden dat deze betrekking heeft op de inkomstenvrijlating en niet op de arbeidsinkomsten of de inkomsten daaruit. De

omstandigheid dat arbeid of inkomsten in de periode van ten hoogste zes maanden onderbroken zijn, verandert op zichzelf niets aan de maximale duur van de inkomstenvrijlating. Als het college eenmaal een begindatum van de inkomstenvrijlating heeft vastgesteld, dan eindigt deze inkomstenvrijlating uiterlijk zes maanden later en blijft de inkomstenvrijlating gedurende de gehele vastgestelde periode van kracht. De omstandigheid dat in deze vastgestelde periode van ten hoogste zes maanden arbeid is beëindigd en, na een tijdelijke onderbreking, weer is hervat, is niet relevant voor de maximale duur. Zevende lid: in artikel 31, vijfde lid WWB is geregeld dat jongeren tot 27 jaar, niet in aanmerking komen voor premies, vergoedingen voor vrijwilligerswerk en inkomstenvrijlatingen. Artikel 3 Inkomstenvrijlating alleenstaande ouders Met de wijziging van de WWB per 1 januari 2012 is er voor alleenstaande ouders met een kind tot 12 jaar een extra vrijlating ingevoerd. Met het percentage van 12,5% is een percentage gekozen dat ervoor zorgt dat meer werken in de bijstand loont over vrijwel het gehele traject totdat iemand uit de bijstand stroomt. Deze vrijlating duurt in totaal maximaal 3 jaar. Dit sluit volgens de wetgever aan bij het gegeven dat alleenstaande ouders vanwege de combinatie van werk en zorgtaken langer de tijd nodig hebben dan alleenstaanden of gehuwden om hun arbeidsuren uit te breiden en zo uit te stromen. Een half jaar is voor hen te kort. De regering is van mening dat uitstroom uit de bijstand door urenuitbreiding of het krijgen van een hoger uurloon binnen drie jaar bereikt zou moeten kunnen worden. Artikel 4 De toekenning Eerste lid: vanuit het oogpunt van een klantgerichte en efficiënte behandeling wordt het recht op een inkomstenvrijlating als regel ambtshalve vastgesteld. Dit is mogelijk, daar bij melding van inkomsten op het maandelijks in te leveren rechtmatigheidsonderzoeksformulier, de zogenaamde inkomstenverklaring, in vrijwel alle gevallen de noodzakelijke gegevens voor de vaststelling voorhanden zijn dan wel, bij ontbreken, alsnog op verzoek overgelegd (moeten) worden. Tweede lid: ingangsdatum is de eerste van de maand waarin de inkomsten worden gekort op de uitkering. Als het derde lid onverkort wordt toegepast, moet ook op inkomsten die zijn verzwegen maar die zijn ontdekt door het college, de inkomstenvrijlating worden toegepast. Artikel 5 Inwerkingtreding Dit artikel behoeft geen toelichting. Artikel 6 Citeertitel Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.