Onderwijs- en examenregeling 2016-2017 School voor Fashion Kwalificatiedossier : Kleding-, confectie- en veranderatelier Crebonummer : 23074 Opleiding : Basismedewerker Mode Crebonummer : 25159 Niveau : 2 Leerweg : BOL Opleidingsduur : 2 jaar Cohort 1 : 2016 Status: vastgesteld 1 juli 2016 Versie: 1.0 1.
2
Voorwoord mo de (de; v(m); meervoud: modes) 1tijdelijk, voorbijgaand gebruik in kleding, manieren, uiterlijk: in de mode zijn Van Dale Met kleding geven we vorm en expressie aan ons lichaam. De mode-industrie speelt daar op in en is constant beweging, collecties en seizoenen volgen elkaar snel op. Werken in de mode industrie is uitdagend en afwisselend, je werkt met leuke producten en veel creatieve mensen. Deze Onderwijs- en Examenregeling geeft je uitgebreide informatie om de Fashionopleiding goed te kunnen volgen. Onze opleidingen worden alléén gegeven door professionals, die het vak door en door kennen. Die weten dat mooie theorieën toch altijd door de praktijk worden ingehaald. Die jouw toekomst voorop stellen. Een toekomst waarin succes het sleutelwoord is. Dat succes komt echter alleen binnen handbereik als jij bereid bent om daadwerkelijk te investeren in jouw opleiding. Door zowel op school als privé veel tijd en energie in je opleiding te steken. Maar ook door samen te werken met je medestudenten. En tijdens je stageperiode eruit te halen wat erin zit. Zorg er dus voor dat je gemotiveerd blijft. Hoe? Door soms eigenwijs te zijn en een andere weg in te slaan dan de anderen. Door zelf de kennis te vergaren, die je nodig hebt. Schroom dus niet om vragen te stellen of je mening te geven. Alleen zo ontdek je wat jij werkelijk wil bereiken en wat jouw drijfveren zijn. Dan is een investering in Fashion, een investering in jouw toekomst. Wij wensen je een succesvolle opleiding toe. 3
Beste student, In deze Onderwijs- en Examenregeling (OER) vind je informatie over de opleiding waar jij voor gekozen hebt. 1. Hoe is een mbo-opleiding opgebouwd? 2. Hoe ziet jouw opleiding eruit? 3. Welke examens krijg je? 4. Wanneer krijg je je diploma? 5. Met welke regelingen heb je te maken bij Summa 6. Overzicht onderwijs- en BPV uren Behalve de OER is er ook een informatiegids met allerlei wetenswaardigheden voor studenten van Summa. Kijk die ook een keer goed door. Leeswijzer Je komt gele blokken en blauwe tekst met links tegen in deze OER. Als je klikt (ctrl + klikken), krijg je meer informatie, zoals een filmpje of een schema. Voor vragen over deze OER kun je terecht bij jouw loopbaanbegeleider. Veel succes tijdens jouw opleiding, we helpen je graag het beste uit jezelf te halen! 4
1. Hoe is een mbo-opleiding opgebouwd? 1.1. Het kwalificatiedossier en keuzedelen Elke mbo opleiding is gebaseerd op een kwalificatiedossier. De opleiding bestaat uit verschillende onderdelen: de gemeenschappelijke basis met beroepsgerichte en generieke onderdelen, één profieldeel (= de kwalificatie) en een aantal keuzedelen. Klik hier als je meer wilt weten over de kwalificatiestructuur van het MBO In hoofdstuk 2 lees je meer over de inhoud van de brede basis, het profiel en de keuzedelen. 1.2. Het onderwijs- en het examenprogramma Bij het Summa College zijn de opleidingen in 2 programma s opgedeeld: a. het onderwijsprogramma b. het examenprogramma Het onderwijsprogramma bestaat uit 3 leerlijnen. 1. Integrale leerlijn 2. Basisleerlijn 3. Loopbaanleerlijn In paragraaf 2.9 van deze OER vind je de onderwijsactiviteiten per leerlijnen. Klik hier en kijk in hoofdstuk 2.6 van de informatiegids als je meer wilt weten over de leerlijnen. Het examenprogramma omvat alle examens die je moet maken binnen jouw opleiding. Alles over de examens vind je in hoofdstuk 3. 1.3. De diploma-eisen Om je diploma te halen moet je voldoen aan de eisen: 5
1. uit het kwalificatiedossier 2. van de keuzedelen 3. Nederlands en Rekenen 4. Engels als je een niveau 4 opleiding volgt 5. Loopbaan en Burgerschap 6. Beroepspraktijkvorming In deze OER vind je over alle onderdelen meer informatie. In hoofdstuk 4 zijn de eisen toegelicht uitgelegd. 6
2. Hoe ziet jouw opleiding eruit? In dit hoofdstuk van de Onderwijs- en examenregeling lees je hoe het onderwijs er in jouw opleiding uitziet. Er wordt eerst ingegaan op het beroep basismedewerker mode. Vervolgens wordt het onderwijsprogramma toegelicht. De inhoud van het basisdeel en het profieldeel, zoals dat in het kwalificatiedossier staat, wordt uitgelegd. Ook wordt ingegaan op de keuzedelen en hoe we binnen de opleiding werken met de keuzedelen. Het loopbaanprogramma en burgerschapsprogramma wordt vervolgens toegelicht. In paragraaf 2.9 vind je een uitgebreide uitwerking van het onderwijsprogramma. Je kunt daarin per leerlijn en per vak zien wat op het programma staat en hoe je wordt beoordeeld. 2.1. Wat houdt het beroep van basismedewerker mode in? De basismedewerker mode houdt zich vooral bezig met de technische aspecten van het vervaardigen of vermaken van de kleding. Vanuit een technische tekening herken je het model. Je verzamelt het benodigde materiaal. Vanuit het model ben jij in staat een patroon verder uit te werken of aan te passen. Vervolgens knip je het patroon uit en je controleert het patroon. Je legt het patroon op de stof en knipt dit uit. Daarna zet je het kledingstuk in elkaar. Bij deze activiteiten is het mogelijk dat je geassisteerd wordt door een collega of assistent. Je controleert of het kledingstuk voldoet aan de gestelde eisen en noteert de gegevens op het controleformulier. Je overlegt met de leidinggevende of jouw conclusies juist zijn. Het is belangrijk dat je nauwkeurig en ordelijk kunt werken. Soms is het echt werken onder tijdsdruk. En ook dan moet je een goede kwaliteit van je werk na streven. Als basiswerker mode werk je onder leiding van een collega of leidinggevende en moet je instructies en goed kunnen opvolgen. Verder is het belangrijk dat je goed kan communiceren en samenwerken met collega s. De beroepsopleiding die je volgt is gebaseerd op een landelijk geldend kwalificatiedossier. Hierin is beschreven wat je allemaal moet weten en kunnen om het beroep, waarvoor je opgeleid wordt, goed te kunnen uitvoeren. Met dit diploma kun je aan de slag bij een atelier van een confectiebedrijf, een reparatie- of veranderatelier, bij een modeontwerper of kleermaker. 7
2.2. Inhoud van het basisdeel Het basisdeel van de opleiding bestaat uit 2 delen, het gemeenschappelijk beroepsgerichte deel en het generieke deel: Gemeenschappelijk beroepsgerichte onderdelen, de kerntaken: B1-K1 Bereidt de opdracht voor. B1-K2 Verricht naaitechnische handelingen. In het kwalificatiedossier kun je in het hoofdstuk overzicht van het kwalificatiedossier de werkprocessen die bij de opleiding horen te vinden. Klik hier om naar het kwalificatiedossiers te gaan. Hier vind je de kerntaken en werkprocessen. Generieke onderdelen: Nederlands Rekenen Loopbaan Burgerschap Engels (alleen niveau 4 opleidingen) Klik hier voor meer informatie over de generieke onderdelen In paragraaf 2.5 vind je een toelichting op de generieke onderdelen 8
2.3. Inhoud van het profieldeel Tijdens je opleiding volg je het profiel: Basismedewerker Mode dat bestaat uit : Profiel: Basismedewerker Geen extra kerntaken en werkprocessen in het kwalificatiedossier in het hoofdstuk overzicht van het kwalificatiedossier vind je de werkprocessen die bij de opleiding horen Klik hier om naar het kwalificatiedossier te gaan 2.4. De keuzedelen Binnen jouw opleiding bestaat een deel van het programma uit keuzedelen. Dit is nieuw in de mboopleidingen. Daardoor kunnen er nog wijzigingen optreden tijdens je opleiding. Voor jouw opleiding geldt een keuzedeelverplichting van 480 klokuren. Een keuzedeel kan bestaan uit lessen, bpv en/of zelfstudie. Er zijn verschillende soorten keuzedelen: - Om je te specialiseren in een onderdeel van je beroep (verdiepen) - Om iets extra s te leren wat je goed bij je beroep kunt gebruiken (verbreden) - Om je voor te bereiden op doorstroom naar een hoger niveau mbo of naar het hbo (doorstroom) Als je op het plaatje klikt komt er een filmpje met meer informatie. Klik hier als je meer wilt lezen over de keuzedelen 9
Voor jouw opleiding is samen met werkgevers afgesproken welke keuzedelen geschikt zijn bij jouw beroep. Omdat er in het werk steeds dingen veranderen kunnen er nog nieuwe keuzedelen bijkomen. Het kan dus gebeuren dat er tijdens jouw opleiding nog een nieuw keuzedeel bijkomt waar je voor kunt kiezen. Jouw opleiding biedt een aantal keuzedelen aan die bij jouw beroep passen. Soms wordt een keuzedeel voor alle studenten aangeboden: dit gebeurt als een keuzedeel heel belangrijk is voor jouw beroep in deze regio. Tijdens de opleiding kun je ook zelf nog keuzedelen kiezen. Keuzedelen worden altijd afgesloten met een examen en deze resultaten komen op je resultatenlijst. Omdat keuzedelen nieuw zijn in het mbo kunnen studenten die in 2016-2017 of in 2017-2018 starten met een opleiding nog niet zakken door een onvoldoende voor deze examens. Maar keuzedelen zijn wel een belangrijk onderdeel van je programma: voor elk keuzedeel zijn bepaalde eisen aan de voortgang gesteld. Bij de start van het keuzedeel word je hierover geïnformeerd. Binnen jouw opleiding worden de volgende keuzedelen aangeboden: Keuzedeel Code Periode Uren Alle studenten/ Eigen keuze Minimum aantal studenten Basispatroontekenen (K0007) Leerjaar 240 Alle - 1 en leerjaar 2 Be- en verwerkingstechnieken textiel (K0209) Leerjaar 1 en leerjaar 2 240 Eigen Keuze - Klantcontact en verkoop (K0059) Leerjaar 1 en leerjaar 2 240 Eigen keuze - Je maakt je keuze welke keuzedelen je wilt volgen in overleg met je loopbaanbegeleider. Soms kan een bepaald keuzedeel niet doorgaan in het programma. Dit gebeurt bijvoorbeeld als te weinig studenten een keuzedeel kiezen. In de tabel kun je zien hoeveel studenten er mee moeten doen om het door te laten gaan. In de volgende periode(n) kun je een keuze maken: Leerjaar periode keuzedelen 1 2 Be- en verwerkingstechnieken textiel (K0209) Klantcontact en verkoop(k0059) Behalve de keuzedelen van je eigen opleiding kun je soms ook een keuzedeel van een andere opleiding volgen. Als je dit wilt, bespreek je het met je loopbaanbegeleider en dien je een aanvraag in bij de examencommissie. Er zijn bepaalde voorwaarden aan verbonden: jouw programma moet te organiseren zijn. 2.5. Algemeen basisdeel 10
Nederlands en Rekenen Iedere mbo-student moet aan het einde van zijn/haar opleiding voldoende kennis hebben van de Nederlandse taal en rekenen. Hiervoor leg je een centraal examen af. In onderstaand schema zie je uit welke onderdelen Nederlands en rekenen bestaan en op welk niveau je dit volgt. Nederlands 2F Lezen 2F Luisteren 2F Gesprekken voeren 2F Spreken 2F Schrijven/ Taalverzorging 2F Rekenen 2F Getallen 2F Verhoudingen 2F Meten 2F Verbanden 2F In paragraaf 2.9 kunt je lezen wat de eisen zijn voor Nederlands en rekenen. Het loopbaanprogramma Iedere student binnen het Summa College heeft een loopbaanbegeleider. De loopbaanbegeleider begeleidt jou tijdens je hele opleiding en je hebt regelmatig gesprekken met hem/haar. In het loopbaanprogramma leer je je eigen talenten en kwaliteiten kennen en onder woorden te brengen. Je doet dat, in onze opleiding in woord én beeld, in een portfolio. En je leert na te denken over wat je geleerd hebt over het beroep en over jezelf. Je kijkt terug op ervaringen die je hebt opgedaan door het doen van onderwijsopdrachten, op ervaringen in je bpv en ook in bijvoorbeeld een werksituatie buiten school, bijvoorbeeld van je bijbaan. Zo krijg je een steeds beter beeld van jezelf en is het doel dat je steeds beter in staat bent om keuzes te maken, of en waar je wilt gaan werken of dat je nog verder wilt studeren. Een keuze die bij jou past. Je werkt dan aan een plan voor jouw toekomst. Binnen het loopbaanprogramma werk je aan je loopbaancompetenties. Dit zijn 5 belangrijke competenties die je helpen om richting te geven aan je (toekomstige) loopbaan. Binnen het Summa noemen we deze competenties de loopbaanelementen. In het schema hieronder staan ze genoemd. Tussen haakjes zie je de naam van de competentie die je gaat ontwikkelen. Loopbaanelementen die je verder gaat ontwikkelen Ontdek je talent Wat kun je? (Capaciteitenreflectie) Waar ben je goed in? Ontdek je passie (Motievenreflectie) Ontdek je werkplek (Werkexploratie) Zelf aan zet (Loopbaansturing) Waar wil je het beste in worden? Wat wil je? Wat houdt je bezig? Waar wil je moeite voor doen? Wat kies je? Welke uitdagingen en dilemma s kom je tegen op je werk/je BPV? Wat voor (soort) werk past bij mij? Wat ga je ontdekken? Wat ga je oefenen en bewijzen? 11
In gesprek met (Netwerken) Wat ga ik doen om mijn opleiding af te maken of werk te vinden? Wie heb je nodig om je wensen te realiseren? Wie kun je om hulp vragen? Je werkt aan het loopbaanprogramma in je loopbaangroep. Naast deze groepsbijeenkomsten heb je ook individuele gesprekken met je loopbaanbegeleider. In de groep, en soms ook individueel, werk je aan opdrachten. Deze opdrachten zijn gelinkt aan de 5 loopbaanelementen. In de individuele gesprekken kijkt de loopbaanbegeleider, samen met jou, naar je ontwikkeling en gaat hij of zij met jou op zoek naar de de richting die bij jou past. Voor het loopbaanprogramma geldt een inspanningsverplichting. Je hebt aan deze verplichting voldaan als je aanwezig bent geweest bij groepsbijeenkomsten van de loopbaangroep en de individuele gesprekken met de loopbaanbegeleider hebt gehad. Tevens maak je opdrachten om aan de inspanningsverplichting te voldoen. Het burgerschapsprogramma Burgerschap is ook een verplicht deel van de opleiding. Burgerschap heeft te maken met politiek, deelnemen aan het arbeidsproces, functioneren als kritisch consument, deel uitmaken van de gemeenschap, omgaan met de verschillende culturen en gezonde leefwijze. Binnen burgerschap beantwoord je vragen die te maken hebben met de volgende onderwerpen: Dimensies van burgerschap Politiek-juridische dimensie Economische dimensie Sociaal maatschappelijke dimensie Vitaal burgerschap Je bent in staat én bereid om je te verdiepen in de politiek van Nederland en een actieve bijdrage te leveren door bijvoorbeeld te stemmen of mee te denken bij politieke besluitvorming bijvoorbeeld door lid te zijn van de studentenraad. a. Je bent bereid én in staat een bijdrage te leveren aan het arbeidsproces b. Je bent bereid én in staat om op een verantwoorde manier je te gedragen als consument Je bent in staat én bereid om deel uit te maken van de samenleving en daar een bijdrage aan te leveren door bijvoorbeeld vrijwilligerswerk te doen. Je bent bereid én in staat om te reflecteren op je eigen gezondheid en leefstijl. Je bent bereid én in staat zorg te dragen voor je eigen gezondheid en leefstijl als burger én als werknemer. Je werkt in een programma of tijdens themadagen aan opdrachten die te maken hebben met deze dimensies van burgerschap. Deze opdrachten kunnen worden uitgevoerd in samenwerking met bedrijven, andere vakken, groepen etc. Inspanningsverplichting In het eerste jaar volg je de lessen burgerschap, doe je mee aan de themadag en ga je mee op excursie. In het 2 e leerjaar ga je ook op excursie. Zo komen alle dimensies aan bod. In elk leerjaar kun je een studiepunt halen voor burgerschap. 12
2.6. Beroepspraktijkvorming Een beroepsopleiding kan niet zonder de beroepspraktijk, daarom volg je een deel van jouw opleiding in een bedrijf of instelling. We noemen dit de beroepspraktijkvorming (BPV). Tijdens de BPV word je begeleid door een BPV-begeleider (van jouw school) en een praktijkopleider (van het leerbedrijf). Voor iedere BPV-periode worden afspraken gemaakt wat je gaat doen, welke eisen gesteld worden aan de BPV en hoe de BPV beoordeeld wordt. De BPV is behaald als je: - De voorgeschreven uren hebt behaald, - De BPV beoordeeld is met een voldoende (V) of goed (G) - De BPVO en het BPV-werkboek op tijd ingeleverd hebt. Dit staat allemaal beschreven in het BPV-werkboek dat je tijdens de opleiding ontvangt. Je moet een voldoende beoordeling hebben voor de BPV om je diploma te kunnen halen. Het kan ook zijn dat je een aantal examens in het bedrijf aflegt waar je de BPV uitvoert. Dit staat los van de beoordeling van de BPV. Voor jou opleiding zitten de BPV-periodes in periode 4 van leerjaar 1 (2 dagen per week), in periode 1 van leerjaar 2 (2 dagen in de week) en in de perioden 2, 3 en 4 van leerjaar 2 (3 dagen per week). 2.7. Studiepunten Het opleidingsprogramma is ingedeeld in verschillende onderwijsproducten. Voor ieder onderwijsproduct worden studiepunten toegekend. Per studiejaar zijn er 60 studiepunten te behalen. Met de studiepunten kunnen we samen jouw studievoortgang goed volgen. Als je te weinig studiepunten behaalt dan kan dat gevolgen hebben voor de voortgang van jouw opleiding. In de overzichten in paragraaf 2.9 kun je zien hoeveel studiepunten een onderdeel bevat. Studenten krijgen aan het einde van het eerste en tweede studiejaar een voortgangsadvies dat gebaseerd is op het aantal behaalde studiepunten: - 55 of meer van de studiepunten zijn behaald: voortzetten van opleiding. - Minder dan 55 studiepunten zijn behaald: dan volgt verwijzing naar een andere opleiding. Niet behaalde studiepunten hoeven in een volgende fase van de opleiding niet te worden ingehaald. Meer informatie: Regeling bindend studieadvies. 2.8. Ontwikkelingsgerichte beoordeling en reparaties Tijdens de opleiding volgen we jouw voortgang en ontwikkeling op de voet. We doen dit met behulp van ontwikkelingsgerichte beoordelingen. Er wordt gekeken hoe het met je gaat in de verschillende leerlijnen. Je leert ook om goed naar jezelf te kijken (te reflecteren) en uitspraken te doen over jouw eigen functioneren. Zo krijg je een overzicht van je sterke en zwakke punten. Met jouw loopbaanbegeleider maak je afspraken over je studievoortgang. Deze worden vastgelegd in je leerarrangement. In de volgende paragraaf kun je zien wat in het onderwijsprogramma aan bod komt per vak en welke normering daarvoor geldt. Per vak is ook aangegeven hoeveel uur inzet van je wordt verwacht. 13
In paragraaf 2.10 wordt uitgelegd hoe je, mocht je een vak niet hebben gehaald kunt repareren zodat je het vereiste aantal studiepunten kunt halen. 2.9. Activiteiten in het onderwijsprogramma In het onderstaande schema wordt het programma van de opleiding beschreven. Er is per programma en leerlijn te lezen welke onderdelen in welke periode van de opleiding aan bod komen. Je kunt zien hoeveel studiepunten je kunt behalen. 14
Onderwijsprogramma 1 e jaar, integrale leerlijn Integrale Opdrachten Vanaf de eerste onderwijsperiode (OP1) werk je aan een Integrale Opdracht (IO). Dit zijn opdrachten die heel erg lijken op opdrachten zoals je die ook in het beroep tegen kunt komen. Je werkt daar zelfstandig aan of soms in samenwerking met medestudenten. Het gaat in de IO natuurlijk vooral om het leren vanuit de praktijk. Het product dat je uiteindelijk gaat maken (een jas, een rok) ontwerp je vaak zelf en maak je ook helemaal zelf. Resultaat vinden we belangrijk, maar je zult ook merken dat het samenwerken en het zelf kunnen beoordelen van je werk belangrijk is. De titels van de IO s in het eerste jaar zijn Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 4 Integrale Opdrachten (IO) - Rok maken naar eigen ontwerp geïnspireerd op een ontwerp(st)er. Leren kennen van ontwerp(st)ers. Wat is mode? Wat is een trend? Broek en top maken naar eigen smaak volgens aan eisen kleinvak (loopt door in P4). Geschiedenis van kleding /mode. Broek en top maken naar eigen smaak volgens aan eisen kleinvak. Geschiedenis van kleding /mode. Stofonderzoeken uitvoeren. Cijfer - > 4 > 4 > 4 Studiepunten - 4 4 4 Het minimale cijfer voor een IO moet een 5 zijn. Het gemiddelde van de drie IO s in periode 2, 3 en 4 moet 5,5 of hoger zijn. Je kunt een onvoldoende repareren. Inzet in uren In onderwijsperiode 2 (OP2) en onderwijsperiode 3 (OP3) heb je 6 uur IO op je rooster staan. In OP4 heb je 5 uur IO op je rooster. Daarnaast wordt minimaal 3 uur inzet per IO aan zelfstudie van je verwacht. Gemiddeld eindcijfer Het gemiddelde cijfer voor de 3 Integrale opdrachten moet een het einde van periode 4 gelijk of hoger zijn dan een 5,5.
Basisleerlijn 1 e jaar Beroepsgericht Naast de integrale opdrachten krijg je ook verschillende beroepsgerichte vakken. Deze vakken bestaan uit lessen waarin veel kennis opdoet over het vak en waarin je ook veel technische vaardigheden leert. Soms staat de inhoud van de lessen wat meer los van de integrale opdracht waar je ook aan werkt en soms hebben ze juist heel erg met elkaar te maken. Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 4 Atelier (AT) Je leert in de lessen in dit vak hoe een kledingstuk maakt. Je begint met de basis en oefeningen om een rok te maken. Je leert over de functie van kleding en over het verschil tussen confectie, pret a portier en haute couture. Deze periode krijg je pantalon onderdelen (zakken, gulpsluiting e.d.) Maken van een jeansbroek Bestaande kledingstukken herstellen en verstellen Machines voor het maken van een t-shirt (tricot). Deze periode krijg je blouse onderdelen (split, manchet, kraag e.d.) Cijfer > 5 > 5 > 5 > 5 Studiepunten 9 5 5 1 Het gemiddelde cijfer over het eerste jaar moet gelijk of hoger zijn dan een 5,5. Inzet in uren Je bent in OP1 op school 18 uur per week bezig in het Atelier. In OP2 en OP3 is dat 12 uur en in OP4 3 uur. Gemiddeld eindcijfer Het gemiddelde eindcijfer voor Atelier moet een 5,5 of hoger zijn na periode 3 16
Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 4 Coupetekenen (CP) Basis van het patroontekenen voor het modelleren van diverse rok modellen Maatnemen. Maatkiezen uit maat tabel. Vervolg modelleren rok en start modelleren broek. aanvulling maatnemen Maatkiezen uit maat tabel Modelleren broek. Oefenen met verschillende rok en broek modellen. Oefenen met verschillende rok en broek modellen. Start bovenstukken. Cijfer > 4 > 4 > 4 > 4 Studiepunten 1 1 1 1 Het cijfer aan het einde van iedere periode moet minimaal een 4 zijn. Inzet in uren In OP1, OP2, OP3 en OP4 staat voor dit vak een studielast van 20 uur. In alle periode 1,2 en 3 heb je dit vak 1,5 uur in de week op je rooster staan. In periode 4 heb je voor dit vak 1 uur per week. Daarnaast wordt dus ½ tot 1 uur per week zelfstudie van je verwacht. Gemiddeld eindcijfer Het gemiddelde eindcijfer moet hoger of gelijk zijn aan een 5,5 Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 4 Textielkennis (TK) Kennismaking textiel. Hoe en waarvan zijn stoffen gemaakt. Wasetiketten. Grondstoffen. Het maken van garen. Het maken van stoffen: - Weven - Breien - Non-woven Veredelingen Was-etiketten. Stofonderzoeken. In deze periode voer je stoffen onderzoeken uit tijdens de integrale opdracht. Het vak staat niet apart op je rooster Cijfer > 4 > 4 > 4 - Studiepunten 1 1 1 - Het cijfer aan het einde van iedere periode moet minimaal een 4 zijn. Beoordeling van P4 valt onder I.O. 17
Inzet in uren Voor dit vak staan voor alle perioden per week 1 uur studielast gepland. Het vak staat in OP1, OP2 en OP3 voor 1 uur op je lesrooster. Gemiddeld eindcijfer Het gemiddelde eindcijfer moet hoger of gelijk zijn aan een 5,5. Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 4 Nederlands (NE) Basisvaardigheden Hoe zie ik mezelf en hoe ziet de ander mij. BASIS Solliciteren+CV Hoe presenteer ik mij SPREKEN Tijdschrift maken Interview SCHRIJVEN Mondelinge vaardigheden LEZEN Cijfer Behaald/Niet Behaald (B/NB) Behaald/Niet Behaald (B/NB) Behaald/Niet Behaald (B/NB) Behaald/Niet Behaald (B/NB) Studiepunten 1 1 1 1 Elke periode moet je Behaald hebben. Inzet in uren Je hebt 2 uur in de week Nederlands in OP1, OP2, OP3 en OP4. Met een studielast van 30 uur per periode wordt ongeveer 1 uur per week zelfstudie bij dit vak van je verwacht. Gemiddeld eindcijfer Alle perioden bij Nederlands moeten aan het einde op Behaald staan. Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 4 Rekenen (RE) Voortgang rekenen Getallen 2F Verhoudingen 2F Verbanden 2F Voortgang rekenen Getallen 2F Verhoudingen 2F Verbanden 2F Voortgang rekenen Getallen 2F Verhoudingen 2F Verbanden 2F Voortgang rekenen Getallen 2F Verhoudingen 2F Verbanden 2F Cijfer Behaald/Niet Behaald (B/NB) Behaald/Niet Behaald (B/NB) Behaald/Niet Behaald (B/NB) Behaald/Niet Behaald (B/NB) Studiepunten 1 1 1 1 18
Elke periode moet je Behaald hebben. Inzet in uren Alle perioden heb je 2 uur in de week Rekenen. Met een studielast van 20 uur per periode wordt ongeveer 1 uur zelfstudie bij dit vak van je verwacht. Gemiddeld eindcijfer Alle perioden bij Nederlands moeten aan het einde op Behaald staan. Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 4 Loopbaanoriëntatie (LO) Schoolbeeld Leren werken met Fronter Opleidingsbeeld Stagevoorbereiding Beroepsbeeld Stagevoorbereiding Beroepsbeeld BPV Cijfer Onvoldoende/Voldoende/Goed O/V/G Onvoldoende/Voldoende/Goed O/V/G Onvoldoende/Voldoende/Goed O/V/G - Studiepunten - - 2 - Aan het einde van OP2 en aan het einde van OP3 moet je voor loopbaanoriëntatie minimaal een voldoende beoordeling hebben Inzet in uren In OP1, OP2 en OP3 heb je 1 uur in de week Loopbaanoriëntatie. Met een studielast van 20 uur per periode wordt ongeveer 1 uur zelfstudie bij dit vak van je verwacht. Gemiddeld eindcijfer Voor Loopbaanoriëntatie moet je aan het einde van OP2 en aan het einde van OP 3 op een voldoende staan (V) Volgorde en inhoud onder voorbehoud. Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 4 Burgerschap (BURG) Hoe zie ik mezelf? Wie ben ik in de maatschappij? Waarden en normen Vitaal Burgerschap? BPV Cijfer - - - - Studiepunten - - 1-19
Aan het einde van OP3 moet Burgerschap op Behaald staan. Inzet in uren In OP1, OP2 en OP3 heb je 1 uur in de week Burgerschap. Met een studielast van 20 uur per periode wordt ongeveer 1 uur zelfstudie bij dit vak van je verwacht. Gemiddeld eindcijfer - Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 4 Keuzedeel (KD) Basis Patroontekenen Maatnemen Basisopstelling verschillende rok vormen Basisopstelling verschillende rok vormen Maatnemen Basisopstelling verschillende broek vormen Basisopstelling verschillende broek vormen Maatnemen Basisopstelling T-vorm Maatnemen Start Basisopstelling blouse vormen Cijfer Behaald/Niet Behaald (B/NB) Behaald/Niet Behaald (B/NB) Behaald/Niet Behaald (B/NB) Behaald/Niet Behaald (B/NB Studiepunten 1 1 1 1 Elke periode moet je Behaald hebben. Inzet in uren Je hebt 1,5 uur in de week voor het Keuzedeel Basis patroontekenen in OP1, OP2 en OP3. De totale studielast is ongeveer 30 uur per OP. In OP4 heb je 1 uur in de week op het rooster staan. Gemiddeld eindcijfer Alle perioden bij moeten aan het einde op Behaald staan. 20
Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 4 Keuzedeel (KD) Be- en verwerkingstechnieken textiel óf klantcontact en verkoop - - - Geschiedenis en ontwikkeling Be-verwerkingstechnieken Leren van verschillende technieken. Wie is de klant? Hoe ga je met de klant om? Cijfer - - - Behaald/Niet Behaald (B/NB Studiepunten - - - 1 Elke periode moet je Behaald hebben. Inzet in uren Je maakt een keuze voor 1 van de twee keuzedelen, Be- en verwerkingstechnieken textiel óf klantcontact en verkoop. Dit staat dan voor 2 uur op je rooster in OP4. Daarnaast wordt dus 2 uur per week zelfstudie van je verwacht. Gemiddeld eindcijfer Alle perioden bij moeten aan het einde op Behaald staan. Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 4 BPV - - - BPV Cijfer - - - Behaald/Niet Behaald (B/NB) Studiepunten - - - 5 BPV moet je Behaald hebben. Je wordt beoordeeld bij het stagebedrijf op je werk, inzicht en het bedrijfsverslag. De stage loopt door in P5 ( de 1 e periode van het 2 e leerjaar). Inzet in uren Je moet in deze periode 111 uren stage lopen bij een erkend leerbedrijf. Dat is 2 dagen per week (en 3 dagen naar school). 21
Gemiddeld eindcijfer Aan het einde van de periode moet BPV op Behaald staan. 2.10 Reparaties Voor het onderwijs gaan wij uit van het principe dat je jezelf ontwikkelt en dat je steeds beter wordt in je vak. Stap voor stap, periode na periode. Een keer een onvoldoende halen is natuurlijk jammer, maar ook niet zo heel erg. Je kunt namelijk in de volgende perioden je prestatie verbeteren. Als je voor een vak een onvoldoende haalt bestaat er geen mogelijkheid om dit vak te herkansen. Wel kun je een vak in een periode repareren of kun je een vak repareren als je gemiddelde voor het vak onder de norm ligt. Je docenten en je loopbaanbegeleider kunnen je alles vertellen over de procedure rond de reparaties in het onderwijsprogramma. 2.11 Overige leerjaren Deze opleiding is gebaseerd op een vernieuwd kwalificatiedossier (zie hoofdstuk 1.1). Omdat we de opleiding nog volop aan het ontwikkelen zijn, vind je in het onderwijsprogramma alleen leerjaar 1. Je zult via de Teamleider zo snel mogelijk over het onderwijsprogramma van de latere leerjaren geïnformeerd worden. De benodigde informatie zal uiterlijk 1 april voorafgaand aan het nieuwe leerjaar aan je worden verstrekt. Voor meer informatie over jouw opleiding kun je contact opnemen met jouw loopbaanbegeleider. 22
3. Welke examens krijg je? 3.1. Examinering Het examenprogramma is een overzicht van de examens waarmee jij te maken krijgt tijdens je opleiding. Je legt examens af die gericht zijn op jouw toekomstige beroep. Daarnaast zijn er ook examens voor bijvoorbeeld Nederlands en rekenen. In het volgende schema kun je zien welke examens je moet doen. De volgende afkortingen worden gebruikt: BxKxWx PxKxWx Kxxx OP Context 3.2. Overzicht examens Basis x Kerntaak x Werkproces x Profiel x Kerntaak x Werkproces x Keuzedeel xxx Onderwijsperiode Waar wordt het examen afgenomen? BIS Binnenschools BUS Buitenschools BPV Binnen de BPV Examenprogramma Naam Kerntaak: Bereidt de opdracht voor Naam examen B1-K1-W1 Verzamelt materialen B1-K1-W2 Past het patroon aan Examenvorm (Zie 3.2.1) Context (Zie 3.2.2) B1.K1.W1 pvb 2 4 bis B1.K1.W2 pvb 2 4 bis Normering Weging cijfer (5.5) cijfer (5.5) 1 1 Naam Kerntaak: Verricht naaitechnische handelingen Naam examen B1-K2-W1 Bereidt de naaitechnischfe werkzaamheden voor B1-K2-W2 Vervaardigt of verstelt het kledingstuk Examenvorm (Zie 3.2.1) Werkproces Leerjaar Onderwijsperiode Werkproces Leerjaar Onderwijsperiode Context (Zie 3.2.2) B1.K2.W1 pvb 2 4 bis B1.K2.W2 pvb 2 4 bis Normering Weging cijfer (5.5) cijfer (5.5) B1-K2-W3 Controleert het B1.K2.W3 pvb 2 4 bis cijfer 1 1 1
eindresultaat (5.5) Nederlands Naam examen Nederlands Lezen/luisteren COE (centraal examen) Nederlands Spreken (instellingsexamen) Nederlands Schrijven (instellingsexamen) Nederlands Gesprekken voeren (instellingsexamen) Examenvorm (Zie 3.2.1) Context (Zie 3.2.2) Normering Weging Generiek vex 2 bis Cijfer 1 Generiek vex 2 bis Cijfer 1 Generiek vex 2 bis Cijfer 1 Generiek vex 2 bis Cijfer 1 Rekenen Naam examen Rekenen COE (centraal examen) Examenvorm (Zie 3.2.1) Werkproces Leerjaar Onderwijsperiode Werkproces Leerjaar Onderwijsperiode Context (Zie 3.2.2) Normering Weging Generiek vex 2 bis Cijfer 1 24
3.2.1. Vormen van examens Binnen de opleiding kun je te maken krijgen met verschillende vormen van examineren. Een voorbeeld hiervan is een proeve van bekwaamheid. In de proeve van bekwaamheid laat je zien dat je de taken die je moet uitvoeren in je beroep goed kunt uitvoeren. Ook kun je een examen krijgen waarin kennis (kennisexamen) of vaardigheden (vaardigheidsexamen) worden geëxamineerd. PvB ske mke wsv vex pex cex sir Proeve van bekwaamheid Kennisexamen schriftelijk Kennisexamen mondeling Werkstuk/verslag Vaardigheidsexamen Praktijkexamen Casusexamen Simulatie/rollenspel 3.2.2. Plaats examinering Een examen vindt plaats: - Binnenschools (BIS) - Buitenschools (BUS) - Binnen de BPV (BPV). Het gaat hier dan niet om de beoordeling van de BPV, maar om bv een Proeve van Bekwaamheid die je in jouw BPV bedrijf aflegt. 3.3. Landelijke eisen Nederlands, rekenen en Engels Voor Nederlands, Engels en rekenen zijn er landelijke eisen gesteld. De eisen voor deze onderdelen zijn verschillend. Dit is afhankelijk van: Niveau van de opleiding Duur van de opleiding Het jaar waarin je gediplomeerd wordt Ook voor de cijferberekening en de herkansing zijn aparte regelingen. De landelijke eisen vind je hier Klik hier voor de landelijke herkansingsregeling voor de centrale examens 25
3.4. Veel voorkomende vrijstellingen Misschien kom je in aanmerking voor een vrijstelling voor delen van de opleiding, omdat je die al ergens anders hebt afgerond. Vrijstelling kun je krijgen voor: delen van het onderwijs én het examen Om een vrijstelling aan te vragen voor delen van het onderwijs én het examen neem je eerst contact op met je loopbaanbegeleider. Bij hem/haar kun je een aanvraagformulier aanvragen. Je vrijstellingsverzoek dient altijd goed onderbouwd te zijn. Uiteindelijk dien je je verzoek in bij de examencommissie. Zij zal een uitspraak doen. alleen voor het onderwijs Een vrijstelling voor alleen het onderwijs wordt toegekend door de teamleider van de opleiding. Ook deze vrijstelling vraag je aan en dien je te onderbouwen. Dit kun je doen via jouw loopbaanbegeleider. In het examenreglement kun je meer lezen over de vrijstellingsregeling. Als je een vrijstelling krijgt, maken we afspraken over hoe jouw onderwijsprogramma er uit komt te zien. Veel voorkomende vrijstellingen voor rekenen, Nederlands, Engels, loopbaan en burgerschap kun je hier terugvinden. 3.5. Regelingen met betrekking tot examens Het Summa College heeft een examenreglement. In dit document worden alle regels rondom de examens beschreven. Hier vind je bijvoorbeeld wat je moet doen als je het niet eens bent met een uitslag van het examen. Klik hier voor de het examenreglement 3.1. Herkansingsregeling voor examens en proeven van bekwaamheid Elk examen en proeve van bekwaamheid mag twee keer afgelegd worden. Je hebt de Proeve van Bekwaamheid behaald als alle kerntaken èn het afpas/eindgesprek met uiteindelijk minimaal een 5.5 of meer beoordeeld zijn. Als blijkt na de vaststelling van de resultaten door de assessoren dat je per werkproces lager dan de gestelde cesuur behaald hebt moet dit onderdeel herkanst worden. De cesuur kan verschillen per werkproces. Een kerntaak kan bestaan uit meerdere werkprocessen. Let op: binnen een kerntaak heb je recht op herkansing van maximaal 2 werkprocessen!! Als één kerntaak/het afpas/eindgesprek onvoldoende is kan deze herkanst en/of gerepareerd worden. Als 2 kerntaken onvoldoende zijn ben je gezakt. Je zult je de gehele proeve opnieuw moeten doen. 26
Als je na 2 kansen een examen of proeve niet behaald hebt kun je een verzoek tot een derde kans indienen bij de (sub)examencommissie. Daarvoor is een formulier dat je in Fronter kunt vinden. In dit verzoek geef je aan waarom je een extra kans nodig hebt. De (sub)examencommissie communiceert het besluit met de loba Je kunt tijdens de hele opleiding maximaal tweemaal een derde kans aanvragen/krijgen. Het maken van de derde kans betekent meestal dat je niet binnen de gestelde tijd je opleiding afrondt en je diploma in ontvangst kunt nemen. 4. Wanneer krijg je jouw diploma? Je krijgt jouw diploma als je aan de onderstaande eisen hebt voldaan. Diploma eis Kerntaken Wettelijke vereisten, indien in kwalificatie opgenomen Branchevereisten, indien in kwalificatie opgenomen Nederlands, rekenen, eventueel Engels Loopbaan en Burgerschap BPV Keuzedelen Slaag/zak Oordeel per kerntaak minstens voldoende en/of cijfer 6 Oordeel voldoende Oordeel voldoende Kijk hier voor de zak/slaag regeling Voldaan aan de inspanningsverplichting Met positieve beoordeling voltooid, waarbij oordeel leerbedrijf is betrokken. Aanwezigheid van een examenresultaat (voldoende of onvoldoende) voor de keuzedelen die deel uitmaken van de keuzedeelverplichting 5. Relevante regelingen Summa heeft diverse regelingen die van belang zijn voor jou als student zoals bijvoorbeeld het Studentenstatuur, de klachtenregeling, gebruik van ICT. Regelingen Summa 27
6. Overzicht onderwijs- en bpv uren Crebonummer K-code/variant leerweg 25159 BOL * BOT = Begeleide onderwijstijd totaal BOT en BPV leerjaar 1 BPV BOT leerjaar 2 BPV BOT Activiteiten Begeleide onderwijsactiviteiten (BOT) zoals opdrachten, praktijk- en theorielessen 865 249 Beroepspraktijkvorming (BPV) 150 710 Keuzedelen 75 90 BOT 940 150 339 710 0 leerja Totaal BOT en BPV leerjaar 1090 1049 Activiteiten Begeleide onderwijsactiviteiten (BOT) zoals opdrachten, praktijk- en theorielessen Beroepspraktijkvorming (BPV) Keuzedelen Totaal BOT en BPV alle leerjaren Totaal alle leerjaren BPV BOT 1279 860 2139 28