11/01/2015 versie 1 p. 1/12 ASBESTINVENTARIS Steenweg 1, 2800 Mechelen
11/01/2015 versie 1 p. 2/12 1. OPDRACHT Voorliggende inventaris werd opgemaakt conform het KB van 16/03/2006 betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico s van blootstelling aan asbest door in hoofding vermelde asbestdeskundige in opdracht van: Stad Mechelen, in het kader van verbouwingswerken. 2. OBJECT Het onderzochte object: Schepenhuis - Steenweg 1, 2800 Mechelen Situering: (bron: Google Maps)
11/01/2015 versie 1 p. 3/12 3. WETTELIJK KADER Deze inventaris werd uitgevoerd conform het KB16/03/2006 betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico s van blootstelling aan asbest (B.S. 23/3/2006): Afdeling II. - INVENTARIS Art. 5.- 1. De werkgever maakt een inventaris op van al het asbest en alle asbesthoudend materiaal in alle delen van de gebouwen (met inbegrip van de eventuele gemeenschappelijke delen), en in de arbeidsmiddelen en beschermingsmiddelen op de arbeidsplaats. Indien nodig vraagt hij hiertoe alle nuttige informatie op bij de eigenaren. De bepaling, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op de gedeelten van gebouwen, de machines en installaties die moeilijk bereikbaar zijn en die in normale omstandigheden geen aanleiding kunnen geven tot blootstelling aan asbest. Intact materiaal dat in normale omstandigheden niet wordt beroerd, mag door monsternemingen, bedoeld om de inventaris op te stellen, niet beschadigd worden. 2. Voor de aanvang van de werkzaamheden, die asbestverwijderingswerken, sloopwerkzaamheden, of andere werkzaamheden die aanleiding kunnen geven tot blootstelling aan asbest kunnen inhouden, vult de werkgever die tevens opdrachtgever voor deze werkzaamheden is, de in 1 bedoelde inventaris aan met gegevens over de aanwezigheid van asbest en asbesthoudend materiaal in de gedeelten van gebouwen, de machines en installaties die moeilijk bereikbaar zijn en die in normale omstandigheden geen aanleiding kunnen geven tot blootstelling aan asbest. In dat geval mag intact materiaal dat in normale omstandigheden niet wordt beroerd, beschadigd worden door monsternemingen. Art. 6.- De inventaris bestaat uit: 1 een algemeen overzicht van het asbest of de asbesthoudende materialen die aanwezig zijn op de plaatsen bedoeld in artikel 5; 2 een algemeen overzicht van de gedeelten van gebouwen, de machines en installaties die moeilijk bereikbaar zijn en die in normale omstandigheden geen aanleiding kunnen geven tot blootstelling aan asbest; 3 per lokaal of bouwdeel of per arbeidsmiddel of beschermingsmiddel: a) de toepassing waarin asbest is verwerkt; b) een beoordeling van de toestand van het asbest of van het asbesthoudende materiaal; c) de werkzaamheden die aanleiding kunnen geven tot blootstelling aan asbest. Art. 7.- Deze inventaris wordt bijgewerkt. De werkgever kan zich bij het opstellen en het bijwerken van de inventaris laten bijstaan door een dienst of laboratorium, erkend voor de identificatie van asbestvezels in materialen, volgens de bepalingen van het koninklijk besluit van 31 maart 1992. Ingeval een ambtenaar belast met het toezicht het nodig oordeelt, of ingeval van betwisting door het comité doet de werkgever voor het opmaken van de inventaris een beroep op een erkende dienst of laboratorium. Art. 8.- De preventieadviseur deskundig op het vlak van de arbeidsveiligheid, en de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer van de bevoegde dienst voor Preventie en Bescherming op het werk geven elk schriftelijk advies over de inventaris. Deze adviezen, alsmede de inventaris en de wijzigingen die erin worden aangebracht worden ter informatie voorgelegd aan het comité. Art. 9.- De inventaris wordt ter beschikking gehouden van de met het toezicht belaste ambtenaren. Art. 10.- De werkgever in wiens inrichting werkzaamheden worden uitgevoerd door werknemers van een onderneming van buitenaf die kunnen worden blootgesteld aan risico s te wijten aan asbest, overhandigt een kopie van de inventaris tegen ontvangstbewijs aan de werkgever van die werknemers. Art. 11.- De werkgever van een onderneming van buitenaf die bij een werkgever, een zelfstandige of een particulier onderhoudswerken of herstellingswerken, verwijderingswerken van materialen of sloopwerken komt uitvoeren treft, vooraleer de werken aan te vatten, alle nodige maatregelen om de materialen te identificeren waarvan vermoed wordt dat ze asbest bevatten. Wanneer hij deze werken voor een werkgever uitvoert, vraagt hij hem de inventaris bedoeld in artikel 5. Het is hem verboden de werkzaamheden aan te vatten zolang de inventaris hem niet ter beschikking is gesteld. Indien er ook maar de geringste twijfel bestaat over de aanwezigheid van asbest in een materiaal of constructie past hij de
11/01/2015 versie 1 p. 4/12 bepalingen van dit besluit toe. Afdeling III. - BEHEERSPROGRAMMA Art. 12.- 1. De werkgever die uit de inventaris opmaakt dat er asbest aanwezig is in zijn onderneming, stelt een beheersprogramma op. Dit programma heeft tot doel de blootstelling aan asbest van de werknemers, die al dan niet behoren tot het personeel van de onderneming, zo laag mogelijk te houden. Dit programma wordt regelmatig bijgewerkt. 2. Het beheersprogramma omvat: 1 een regelmatige beoordeling, minstens eenmaal per jaar, door middel van visuele inspectie van de toestand van het asbest en het asbesthoudend materiaal; 2 de toe te passen preventiemaatregelen; 3 de maatregelen die genomen worden met een overeenkomstige werkplanning wanneer blijkt dat het asbest en het asbesthoudend materiaal in slechte staat verkeert of zich bevindt op plaatsen waar het beroerd of beschadigd kan worden. De maatregelen bedoeld in het eerste lid, 3 kunnen inhouden dat het asbesthoudend materiaal wordt gefixeerd, ingekapseld, onderhouden, hersteld of verwijderd volgens de voorwaarden en de nadere regels bepaald bij dit besluit. Art.13.- Na advies van de preventieadviseur, deskundig op het gebied van de arbeidsveiligheid en de preventieadviseurarbeidsgeneesheer van de bevoegde dienst voor Preventie en Bescherming op het werk wordt het beheersprogramma aangepast aan de evolutie van de toestand en wordt het voor advies voorgelegd aan het comité. 4. INSPECTIEMETHODIEK De inspectie werd door vermelde asbestdeskundige uitgevoerd met in acht name van de door de opdrachtgever aangegeven geplande werkzaamheden (destructief of visueel onderzoek) en een grondige kennis van asbesttoepassingen en de veelheid van materialen die zeker geen asbest bevatten. Asbesthoudende materialen worden gespot en opgemeten. In hoofdstuk 6 wordt de volledige resultatentabel weergegeven. Materialen waarbij het voor de asbestdeskundige zonder laboanalyse duidelijk is dat het een asbesthoudende toepassing betreft worden in de tabel aangeduid als BDD (bepaald door deskundige). Bij twijfel betreffende de samenstelling van de verdachte materialen werden van de aangetroffen en zichtbare asbestverdachte materialen, waar de bereikbaarheid dat toeliet, monsters genomen om de asbesthoudendheid al dan niet aan te tonen. Deze monsters werden geanalyseerd in een daartoe geaccrediteerd laboratorium. In de tabel wordt bij deze toepassing de afkorting LAB gebruikt, achteraan deze inventaris zijn de laboverslagen van de analyses integraal opgenomen. Mogelijk wordt een oude asbestinventaris voorgelegd aan onze asbestdeskundige, als in de tabel de vermelding AI- wordt weergegeven, dan volgt het resultaat louter uit deze oude asbestinventaris. M.a.w. bron: AI = Blijkt uit vorige asbestinventaris - BDD = Bepaald door deskundige - LAB = Analyse door labo Men dient er steeds rekening mee te houden dat dit rapport zich beperkt tot de bereikbare en de zichtbare gebouwonderdelen en -installaties. Men dient er zich bij sloop- en verbouwingswerken dus steeds van te vergewissen dat er mogelijk asbesthoudende toepassingen kunnen worden ontdekt, die op de onderzoeksdatum onzichtbaar bleken. In dat geval -of bij enige twijfel over de asbesthoudendheid van een materiaal- dient dit onmiddellijk te worden gemeld aan de opdrachtgever, zodat hij zich kan informeren over de juiste verwijderingsmethode, conform het
11/01/2015 versie 1 p. 5/12 vermelde KB. Indien de door ons in de inventaris al dan niet vermelde bouwproducten en/of geschatte hoeveelheden afwijken van de werkelijke, kunnen meerprijzen bij uitvoering der sloop- en ontmantelingswerken in geen geval doorgerekend worden aan Macobo. De hoogspanningscabine is niet onderzocht wegens niet toegankelijk. De staalnames werden op voorgeschreven wijze uitgevoerd dd. 5/01/2015 door Koen VANGENECHTEN van studiebureau. 5. EVALUATIE VAN HET BLOOTSTELLINGSRISICO Tijdens het onderzoek schat de asbestdeskundige in wat het blootstellingsrisico is op het moment van het plaatsbezoek en op het moment van de hoger vermelde geplande werken. Naast de samenstelling van het materiaal die uit het onderzoek blijkt, zijn er andere parameters van groot belang voor de evaluatie, nl. beschadigingen aan de asbesttoepassing, de bereikbaarheid van het product, de adhesie aan een drager (bv gipsisolatie aan buis of pleisterwerk aan muur, enz.), de aard van de activiteiten die in de buurt van het asbestmateriaal worden uitgevoerd. In voorliggende inventaris worden volgende risicoklasses onderscheiden: A = Onmiddellijke behandeling vereist B = Behandeling op korte termijn vereist C = Behandeling vereist ten laatste voor aanvang verbouwingswerken D = Geen onmiddellijke actie noodzakelijk bij het onaangeroerd laten In de tabel uit hoofdstuk 6 is, per toepassing, duidelijk aangegeven welke risicoklasse door de deskundige werd toegekend.
11/01/2015 versie 1 p. 6/12 6. RESULTATENTABEL inventarisatie asbestverdachte materialen nr. staal nr omschrijving van de locatie asbestonderzoek foto nr. asbest? nader onderzoek indien asbest mate gebondenheid vrijwel zwak ingebed toep. asbestverdachte toepassing ongebonde gebonden hoeveelheid 1 SH1 afkasting kelder 1 geen asbest LAB losliggende leien zaal gelijkvloers links van inkom, kant Grote 2 asbestcement 1 pakket C 2 / Markt BDD x 3 SH3 pleisterwerk verspreid over het gebouw 3 geen asbest LAB dichtingen vensters verspreid over het gebouw, staalname op 4 geen asbest 4 SH4 verschillende plaatsen LAB 5 SH5 asbescementbuis zolder +3 5 chryosotiel LAB x +/- 5m zichtbaar C 6 / asbescementbuis zolder +4 6 chryosotiel LAB x +/- 8m zichtbaar C 7 SH7 afkastingen zolder +4 7 geen asbest LAB bron geschatte risico
11/01/2015 versie 1 p. 7/12 7. BEHEERSPROGRAMMA Het beheersprogramma heeft tot doel de blootstelling aan asbestvezels zo laag mogelijk te houden. In hoofdstuk 10 van voorliggende inventaris zijn per asbesthoudende toepassing fiches terug te vinden, waarin -naast een herhaling van de resultaten uit voorgaande tabel- werd opgenomen wat de voorzorgsmaatregelen zijn om risico s op blootstelling te vermijden of minstens te beperken en indien verwijdering zich opdringt volgens welke methodiek de sanering dient te gebeuren conform het KB16/03/2006. Sloop- en verwijderingswerken kunnen met behulp van één van de onderstaande drie technieken worden uitgevoerd (cfr art. 55 KB16/03/2006): 1. de techniek van eenvoudige handelingen 2. de couveusezak methode 3. de methode met de hermetisch afgesloten zone De keuze van de toe te passen techniek hangt o.a. af van de toestand waarin het asbest zich bevindt. De twee laatste technieken mogen uitsluitend worden uitgevoerd door daartoe erkende ondernemingen (erkenning volgens KB van 28/03/2007 betreffende de erkenning van ondernemingen en werkgevers die sloop- of verwijderingswerkzaamheden uitvoeren waarbij belangrijke hoeveelheden asbest kunnen vrijkomen ). Voor werknemers belast met het verwijderen van de asbesthoudende materialen volgens methodes 2 en 3, bedraagt de basisopleiding ten minste 32 uur en de jaarlijkse bijscholing ten minste 8 uur (art. 70 KB16/03/2006). Voor werknemers die uitsluitend eenvoudige handelingen verrichten (methode 1) mag de opleiding zich beperken tot 8 uur (art. 71 KB16/03/2006).
11/01/2015 versie 1 p. 8/12 8. FOTO S Foto 1 Foto 2 Foto 3 Foto 4 Foto 5 Foto 6
11/01/2015 versie 1 p. 9/12 Foto 7 9. GRONDPLANNEN/SITUATIESCHETSEN De asbesthoudende bouwmaterialen zijn eenvoudig te lokaliseren
11/01/2015 versie 1 p. 10/12 10. FICHES VAN DE ASBESTHOUDENDE TOEPASSINGEN Fiche 1 omschrijving Losliggende leien nr. toep. 2 staal nr / locatie zaal gelijkvloers links van inkom, kant Grote Markt geschatte hoev. 1 pakket, zowel natuurleien als asbesthoudende toestand gebonden bron BDD soort asbest asbestcement risicobeheersing verwijderingsmethodiek Dubbel verpakt af te voeren. Het dak is vermoedelijk plaatselijk hersteld met asbesthoudende leien. Doch op het onderzocht gedeelte van het dak zelf zijn enkel natuurleien aangetroffen. Eenvoudige handelingen / Hermetische onderdrukzone
11/01/2015 versie 1 p. 11/12 Fiche 2 omschrijving Asbestcementbuizen nr. toep. 5 6 staal nr SH5 locatie zolder +3 en zolder +4 geschatte hoev. 5 + 8 m zichtbaar toestand Ingebed bron LAB soort asbest Chrysotiel risicobeheersing verwijderingsmethodiek Vrij te maken van structuur zonder breken, boren of slijpen. In z n geheel af te voeren. Eenvoudige handelingen / Hermetische onderdrukzone
11/01/2015 versie 1 p. 12/12 11. LABORAPPORTEN