Inspectierapport KDV Breed (KDV) Palestrinalaan 915 8031VA ZWOLLE Registratienummer 684862645 Toezichthouder: GGD IJsselland In opdracht van gemeente: Zwolle Datum inspectie: 04-02-2016 Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 19-02-2016
Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Pedagogisch klimaat... 4 Personeel en groepen... 6 Inspectie-items... 7 Gegevens voorziening... 9 Gegevens toezicht... 9 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum...10 2 van 10
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. In dit onderzoek is op grond van de bevindingen bij voorgaande inspecties een beperkt aantal kwaliteitseisen onderzocht. Dat zijn de volgende: de eisen aan het personeel; de beroepskracht-kind-ratio; de opvang in groepen; de pedagogische kwaliteit Beschouwing Deze beschouwing beschrijft de resultaten bij de uitgevoerde inspectie. Na de feiten over het kindercentrum en de inspectiegeschiedenis, volgen de belangrijkste bevindingen. Deze worden elders in het rapport per domein verder uitgewerkt. Feiten over Kinderdagverblijf Breed Kinderdagverblijf Breed is gevestigd binnen SBO Facet in de wijk Holtenbroek te Zwolle. SBO Facet is een school voor speciaal basisonderwijs. Het kinderdagverblijf onderscheidt zich door specifieke aandacht voor de aanpak van ontwikkelingsachterstanden en ontwikkelingsstoornissen. Er wordt gewerkt met een stamgroep van maximaal 16 kinderen in de leeftijd van 0-4 jaar. Daarnaast wordt op deze locatie ook buitenschoolse opvang en peuteropvang aangeboden. Inspectiegeschiedenis 22-10-2014 jaarlijks onderzoek: Tijdens deze inspectie is er een tekortkoming geconstateerd met betrekking tot de buitenspeelruimte. 07-04-2015 nader onderzoek: De tekortkoming met betrekking tot de buitenspeelruimte is opgeheven. 07-04-2015 jaarlijks onderzoek: Tijdens deze inspectie zijn geen tekortkomingen geconstateerd. Bevindingen op hoofdlijnen Tijdens dit jaarlijks onderzoek voldoen alle onderzochte items aan de Wet kinderopvang. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 10
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk Tijdens het inspectiebezoek is de pedagogische praktijk getoetst in theorie en in de praktijk. Bij de observatie van de pedagogische praktijk is gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie pedagogische praktijk 0-4 jaar (versie januari 2015). Het observatie-instrument bevat voor elke voorwaarde indicatoren. Hieronder staan enkele observaties beschreven. De beschrijvingen, die cursief zijn weergegeven, zijn aan dit instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd. Emotionele veiligheid De beroepskrachten communiceren met de kinderen. Observatie De beroepskrachten hebben korte gesprekjes met kinderen waarbij beiden bijdragen aan de voortgang en inhoud van het gesprek. Zij sluiten meestal op passende wijze aan op de situatie en/of de vraag van een kind. Er is verbaal en non-verbaal contact. De beroepskrachten hebben korte gesprekjes met alle kinderen. De gesprekjes, vragen en antwoorden zijn passend voor de betreffende leeftijd en ontwikkelingsfase. Ook met de baby's wordt gesproken. Een van de beroepskracht legt een baby in de box. Ze vertelt tegen de baby dat ze haar even in de box legt omdat ze een fles moet klaar maken. Ze zegt ook dat ze zo weer terug komt. Ontwikkeling van de persoonlijke competentie De beroepskrachten ondersteunen en stimuleren de ontwikkeling van (individuele) kinderen. Observatie De beroepskrachten organiseren en benutten het dagprogramma voor uitdaging, stimulans, avontuur en plezier voor kinderen. Kinderen krijgen de kans om zichzelf en elkaars kunnen te ontdekken. De beroepskrachten plannen speelwerkactiviteiten met een doel (bijv. fantasie- en rollenspel). In de gymzaal spelen de beroepskrachten en kinderen verschillende spelletjes. Eerst zingen ze een liedje met bewegingen; handjes omhoog handjes omlaag en springen. De beroepskracht doet het eerst langzaam en daarna steeds sneller. Na het dansen doen ze een tikspel; "de slapende ridder". De beroepskracht doet 1 keer voor hoe het werkt en daarna mogen de 8 kinderen die mee doen om de beurt "de slapende ridder zijn". De kinderen lachen en rennen en hebben duidelijk plezier. Alle kinderen komen aan de beurt als ridder. De kinderen die het niet zo goed snappen worden geholpen door de beroepskrachten. Ontwikkeling van de sociale competentie De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in hun onderlinge interactie. Observatie De beroepskrachten zetten gerichte activiteiten en materialen in om kinderen te laten samenspelen. Op passende wijze wijzen zij kinderen op elkaars mogelijkheden. De groep als geheel wordt benut voor gezamenlijke ervaringen (rituelen, groepsgesprek, imitatie). In de kring wordt gebruik gemaakt van een liedjeskoffer. In deze koffer zitten papiertjes waar verschillende liedjes op geschreven staan. De kinderen mogen om de beurt een liedje uit de koffer kiezen. Dit liedje wordt dan vervolgens door alle kinderen samen gezongen. Overdracht van normen en waarden Oefenen van gedeelde verantwoordelijkheid en respectvol samenzijn. Observatie De beroepskrachten bouwen het dagprogramma op met vaste rituelen en bekende afspraken. Kinderen weten wat er gaat gebeuren en wat van hen wordt verwacht. Als de kinderen met elkaar 4 van 10
naar de gymzaal gaan dan pakt de beroepskracht een brandkoord. Het is duidelijk dat de kinderen dit kennen en dit vaker hebben gedaan. Ze weten dat ze allemaal een ring aan het koord mogen kiezen en doen dit ook. Sommige kinderen benoemen welke kleur de ring heeft. De kinderen houden allemaal het koord vast en laten pas los als de beroepskracht in de gymzaal zegt dat ze het koord los mogen laten. Conclusie Tijdens het inspectiebezoek is de pedagogische praktijk conform de Wet Kinderopvang. Voorschoolse educatie Het item voorschoolse educatie is niet beoordeeld aangezien er op deze locatie geen gesubsidieerde voorschoolse educatie wordt aangeboden. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (houders) Interview anderen (beroepskrachten) Observaties Pedagogisch werkplan 5 van 10
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De toezichthouder heeft middels een steekproef de verklaringen omtrent het gedrag van de beroepskrachten en stagiaires ingezien. De beroepskrachten en de stagiaires uit de steekproef zijn in het bezit van een geldige verklaring omtrent het gedrag. Sinds de vorige inspectie zijn er 2 nieuwe medewerkers en meerdere stagiaires gestart bij KDV Breed. Deze nieuwe medewerkers en stagiaires zijn ook in het bezit van een geldige verklaring omtrent het gedrag. Passende beroepskwalificatie De medewerkers uit de steekproef zijn in het bezit van een passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen Bij KDV Breed wordt gewerkt met 1 stamgroep voor maximaal 16 kinderen in de leeftijd van 0-4 jaar. Conclusie De opvang in groepen is conform de Wet kinderopvang. Beroepskracht-kindratio Op de dag van de inspectie voldeed de beroepskracht-kindratio. Er waren 12 kinderen aanwezig met 2 beroepskrachten en 2 stagiaires. Conclusie De houder voldoet aan de voorwaarden uit de wet Kinderopvang. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (houders) Interview anderen (beroepskrachten) Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten Personeelsrooster 6 van 10
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht, vrijwilliger, is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9, art 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 7 van 10
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 8 van 10
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : KDV Breed Aantal kindplaatsen : 16 Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Gegevens houder Naam houder : Stichting Kinderopvang Breed Adres houder : Schaardijkstraat 29 Postcode en plaats : 8043GA ZWOLLE KvK nummer : 08182869 Aansluiting geschillencommissie : Nee Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD IJsselland Adres : Postbus 1453 Postcode en plaats : 8001BL ZWOLLE Telefoonnummer : 038-4 281 686 Onderzoek uitgevoerd door : Inge Moerenhout Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Zwolle Adres : Postbus 10007 Postcode en plaats : 8000GA ZWOLLE Planning Datum inspectie : 04-02-2016 Opstellen concept inspectierapport : 09-02-2016 Zienswijze houder : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : 19-02-2016 Verzenden inspectierapport naar houder : 22-02-2016 Verzenden inspectierapport naar : 22-02-2016 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 07-03-2016 9 van 10
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. 10 van 10