Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oisterwijk 2015

Vergelijkbare documenten
Artikel 2.7 Persoonsgebonden budget hulpmiddelen en vervoersvoorzieningen... 5

Artikel 3.6 Persoonsgebonden budget hulpmiddel en vervoersvoorziening... 5

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente <NAAM> 2015 concept. Artikel 3.6 Persoonsgebonden budget hulpmiddel en vervoersvoorziening...

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE OUD-BEIJERLAND

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Montferland;

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE Strijen 2017, tweede versie (1ste wijziging)

MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE NEDERWEERT Vastgesteld door burgemeester en wethouders in de vergadering van 9 december 2014.

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE IJSSELSTEIN 2017

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE LEUDAL December Besluit Wmo 2015 Leudal, Versie 4 december

Gemeente Leidschendam-Voorburg- Besluit maatschappelijke ondersteuning

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Montferland;

Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Oud-Beijerland,

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Strijen 2018

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Voorschoten Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Voorschoten;

Gelet op de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldambt 2017; Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldambt 2018

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Urk

HOOFDSTUK 3 RECHT EN VERPLICHTINGEN MAATWERKVOORZIENING ALS PERSOONSGE- BONDEN BUDGET

Gemeente Zoetermeer. Wmo besluit Zoetermeer 2016

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Lopik 2017

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Overbetuwe 2010 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Financieel Besluit. sociaal domein. Gemeente Oude IJsselstreek

Financieel Besluit Sociaal Domein Gemeente Oude IJsselstreek Burgemeester en wethouders van de gemeente Oude IJsselstreek;

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Lopik 2015

FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING Achtkarspelen 2012

Besluit: Vast te stellen het navolgende Besluit voorzieningen Wmo gemeente Waterland 2013.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Heeze-Leende 2016

Financieel Besluit Jeugdhulp en Maatschappelijke ondersteuning gemeente Heerde 2019

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2010

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Duiven 2012

Besluit maatschappelijke ondersteuning Gemeente Achtkarspelen 2015

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Sint-Oedenrode 2015, versie 3

Pijnacker-Nootdorp - Nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Pijnacker-Nootdorp 2015

Besluit maatschappelijke ondersteuning Gemeente Wierden 2015

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Sint- Oedenrode 2015, versie 2 30 juni 2015

Besluit maatschappelijke ondersteuning Hollands Kroon 2015

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Berkelland 2010

besluit vast te stellen het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Edam-Volendam 2017.

Besluit maatschappelijke ondersteuning citeertitel: Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 Scherpenzeel vastgesteld bij besluit van

Regeling maatschappelijke ondersteuning Wmo 2016

Burgemeester en wethouders van de gemeente Oude IJsselstreek;

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Delft 2016

Besluit maatschappelijke ondersteuning Hollands Kroon 2015

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den IJssel,

NADERE REGELS MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE IJSSELSTEIN 2018

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Houten

Gemeente Nijkerk - Regeling maatschappelijke ondersteuning Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijkerk;

Nadere regels verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Amersfoort 2017

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Delft Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Delft,

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2015 Nr

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING MAASSLUIS VLAARDINGEN SCHIEDAM 2015

Besluit maatschappelijke ondersteuning 2016

Besluit maatwerkvoorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Roermond 2015

Financieel besluit Wmo gemeente Heerde 2016

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Eersel 2018

B e s l u i t e n: Burgemeester en wethouders van Purmerend, Gelet op Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Purmerend 2011,

Wetstechnische informatie

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2012 (FINANCIEEL BESLUIT)

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2016

NADERE REGELS BEHORENDE BIJ DE VERORDENING WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE WIJDEMEREN 2013

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Delft Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Delft,

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2015 GEMEENTE EPE

GEMEENTEBLAD. Nr januari Officiële uitgave van de gemeente Capelle aan den IJssel

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Aalten 2015

2. Besluit Besluit maatschappelijke ondersteuning Capelle aan den IJssel oktober 2018.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dronten,

gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Houten;

Non-Professional. Artikel 2. Bedragen persoonsgebonden budget voor maatwerkvoorziening Begeleiding Individueel

Uitvoeringsbesluit maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gemeente Dronten 2017

Nadere regel Wmo 2015 Gemeente Ede. Inhoud Inhoud 1. Hoofdstuk 1 - Inleiding 2. Hoofdstuk 2 - Persoonsgebonden budget (pgb) 2. Artikel 1.

FINANCIEEL BESLUIT. maatschappelijke ondersteuning Zoeterwoude

Besluit maatschappelijke ondersteuning Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2017

Besluit. maatschappelijke ondersteuning. Gemeente Oude IJsselstreek

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2017 Nr

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxtel 2015

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Renkum 2012

FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING RHENEN 2013

Financieel Besluit Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Sint Anthonis 2014

HOOFDSTUK 3 VOEREN VAN EEN GESTRUCTUREERD HUISHOUDEN

Nadere regels verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Amersfoort 2019 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2010

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Nunspeet 2016

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster Gelet op Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Beemster 2013,

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Grootegast Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Deventer 2015

Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden

Besluit maatschappelijke ondersteuning maatwerkvoorzieningen gemeente Roermond 2016

Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Wormerland 2015

DE BEDRAGEN IN DIT BESLUIT GELDEN PER Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden

BESLUIT WMO GEMEENTE WERKENDAM

gelet op de artikelen 8, 11, 12, 13, 16, 17 en 21 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning 2015, Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015

NADERE REGELS MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE MONTFOORT 2018

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning 2013 gemeente Venray

Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015

CONCEPT (model)besluit BEHORENDE BIJ DE VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2013

Transcriptie:

GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Oisterwijk. Nr. 13455 16 februari 2015 Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oisterwijk 2015 Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Oisterwijk; Overwegende dat het de bevoegdheid heeft om regels te stellen omtrent de te verstrekken maatwerkvoorzieningen, tegemoetkoming meerkosten, bijdrage in de kosten en het persoonsgebonden budget in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015); gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, het Uitvoeringsbesluit maatschappelijke ondersteuning 2015 (Algemene Maatregel van Bestuur) en de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Oisterwijk 2015, zoals vastgesteld door het College van Oisterwijk Op 1 januari 2015 Besluit: Vast te stellen het navolgende Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oisterwijk 2015. Artikel 1 Begripsomschrijvingen 1. In dit Besluit wordt verstaan onder: a. Besluit: het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oisterwijk 2015; b. Verordening: de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Oisterwijk 2015; c. Uitvoeringsbesluit: het Uitvoeringsbesluit maatschappelijke ondersteuning 2015 (Stb 2014, 420); d. Instandhoudingskosten: een door het College te bepalen bedrag dat bestemd is voor bijvoorbeeld onderhoud, reparatie en verzekering verband houdend met de te verstrekken maatwerkvoorziening. 2. Alle begrippen die in dit Besluit worden gebruikt en niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet, de Verordening, het landelijk Uitvoeringsbesluit maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Algemene Wet bestuursrecht (Awb). Hoofdstuk 2 Bijzondere bepalingen Artikel 2.1 Afschrijvingsperioden Onverminderd de toepassing van artikel 7.5 vijfde lid van de Verordening worden voor woonvoorzieningen en/of woningaanpassingen de volgende afschrijvingsperioden gehanteerd: - keuken 15 jaar - tegels 25 jaar - sanitair 25 jaar - natte cel 25 jaar - toilet 15 jaar Artikel 2.2 Toepassing primaat verhuizing Het bedrag waarboven toepassing van het primaat van de verhuizing, zoals bedoeld in artikel 7.4 van de Verordening, kan worden gehanteerd bedraagt: a. 5.615,60 als in de noodzakelijke aanpassingen geen traplift is begrepen; b. 1.871,50 als in de noodzakelijke aanpassingen wel een traplift is begrepen. Artikel 2.3 Terugbetaling bij verkoop woning 1. Het in artikel 11.5 eerste lid van de Verordening genoemde afschrijvingsschema luidt als volgt: - bij verkoop tussen 0 en 1 jaar na gereedmelding 70% van vergoede aanpassingskosten; - bij verkoop tussen 1 en 2 jaar na gereedmelding 60% van de vergoede aanpassingskosten; - bij verkoop tussen 2 en 3 jaar na gereedmelding 45% van de vergoede aanpassingskosten; - bij verkoop tussen 3 en 4 jaar na gereedmelding 35% van de vergoede aanpassingskosten; - bij verkoop tussen 4 en 5 jaar na gereedmelding 25% van de vergoede aanpassingskosten; - bij verkoop tussen 5 en 6 jaar na gereedmelding 15% van de vergoede aanpassingskosten; - bij verkoop tussen 6 en 7 jaar na gereedmelding 5% van de vergoede aanpassingskosten. 2. Het College verminderd de in het eerste lid genoemde bedragen met de verschuldigde bijdrage in de kosten. 1

Artikel 2.4 Terugbetaling overig 1. Het in artikel 11.5 tweede lid van de Verordening genoemde afschrijvingsschema luidt als volgt: - tussen 0 en 1 jaar 70% van de kosten; - tussen 1 en 2 jaar 60% van de kosten; - tussen 2 en 3 jaar 45% van de kosten; - tussen 3 en 4 jaar 35% van de kosten; - tussen 4 en 5 jaar 25% van de kosten; - tussen 5 en 6 jaar 15% van de kosten; - tussen 6 en 7 jaar 5% van de kosten. 2. Het College verminderd de in het tweede lid genoemde bedragen met de verschuldigde bijdrage in de kosten. Artikel 2.5 Nadere regels aanpassingskosten woonwagens 1. Het College kan op aanvraag een persoonsgebonden budget toekennen voor de aanpassingskosten van een woonwagen indien: a. de technische levensduur van de woonwagen nog minimaal vijf jaar is; b. de standplaats niet binnen vijf jaar voor opheffing in aanmerking komt; c. de woonwagen ten tijde van de indiening van de aanvraag voor een woningaanpassing bij de gemeente Oisterwijk op de standplaats stond en; d. de hoofdbewoner van een woonwagen in het bezit is van een bewoningsvergunning als bedoeld in de Woningwet. Hoofdstuk 3 Persoonsgebonden budget Artikel 3.1 Verstrekking op verzoek 1. Verstrekking van een persoonsgebonden budget vindt plaats op verzoek van de cliënt. 2. De cliënt is verplicht desgevraagd inlichtingen te verstrekken over de met het persoonsgebonden budget aan te schaffen dan wel in te kopen maatwerkvoorziening. Artikel 3.2 Budgetperiode Het persoonsgebonden budget wordt geacht in ieder geval toereikend te zijn voor zover van toepassing met de normale afschrijvingstermijn die geldt voor de met het persoonsgebonden budget aan te schaffen dan wel in te kopen maatwerkvoorziening. Daaronder kunnen ook de instandhoudingskosten worden gerekend. Artikel 3.3 Recht op persoonsgebonden budget 1. Onverminderd de voorwaarden en/of weigeringsgronden van artikel 2.3.6 van de wet bestaat er geen recht op een persoonsgebonden budget indien en zolang een risico bestaat dat beslag kan worden gelegd op het persoonsgebonden budget. 2. Geen persoonsgebonden budget wordt toegekend voor de Regiotaxi. Artikel 3.4 Persoonsgebonden budget en kwaliteit 1. Bij de verstrekking van een persoonsgebonden budget voor een hulpmiddel, een woningaanpassing of diensten dient te worden voldaan aan de door het College gestelde voorwaarden voor wat betreft de kwaliteit als bedoeld in de wet. Daaronder wordt in ieder geval verstaan dat de maatwerkvoorwerkvoorziening: a. als veilig, doeltreffend en cliëntgericht kan worden aangemerkt; b. wordt afgestemd op de individuele situatie van de cliënt; c. wordt verstrekt in overeenstemming met de professionele standaard; d. wordt verstrekt met respect voor en inachtneming van de rechten van de cliënt. 2. Indien het College op basis van het gesprek en daarbij behorend opgestelde verslag tot het oordeel komt dat de cliënt als een zeer kwetsbaar persoon moet worden gezien, kunnen in aanvulling op het vorige lid, nadere aanvullende voorwaarden worden gesteld. Artikel 3.5 Persoonsgebonden budget woningaanpassing 1. Bij de verlening van een persoonsgebonden budget voor het realiseren van een woningaanpassing dient binnen 6 maanden na het toekenningsbesluit met de werkzaamheden te worden aangevangen. 2. Voor de verstrekking van een persoonsgebonden budget voor een woningaanpassing gelden de volgende voorwaarden: 2

a. met de werkzaamheden waarop de maatwerkvoorziening betrekking heeft, mag geen aanvang worden gemaakt voordat het College positief heeft beslist op de aanvraag; b. het College heeft desgevraagd op één of meer door het College te bepalen tijdstippen toegang tot de woning of het gedeelte van de woning waar de aanpassing wordt aangebracht; c. de cliënt verstrekt desgevraagd inzage in de bescheiden en tekeningen die betrekking hebben op de woningaanpassing; d. aan het College wordt desgevraagd de gelegenheid geboden tot het controleren van de gerealiseerde woningaanpassing. 3. Onmiddellijk na de voltooiing van de aanpassingswerkzaamheden, doch uiterlijk binnen 15 maanden na het besluit tot toekenning verklaart de cliënt schriftelijk aan het College dat de bedoelde werkzaamheden zijn voltooid. 4. De gereedmelding, bedoeld in het vorige lid, is voorzien van een verklaring waaruit blijkt dat bij het treffen van de maatwerkvoorziening is voldaan aan de voorwaarden waaronder het persoonsgebonden budget is toegekend. 5. De cliënt aan wie een persoonsgebonden budget is verstrekt voor het realiseren van een woningaanpassing aan de eigen woning is verplicht zorg te dragen voor een opstalverzekering die in voldoende mate de te verzekeren waarde van de woning dan wel de getroffen woningaanpassing dekt voor het risico van schade. Artikel 3.6 Persoonsgebonden budget hulpmiddelen en vervoersvoorzieningen 1. Bij de verstrekking van een persoonsgebonden budget voor een hulpmiddel of vervoersvoorziening kunnen, voor zover van toepassing in de individuele situatie, de volgende voorwaarden worden opgelegd: a. de cliënt dient een maatwerkvoorziening van goede kwaliteit aan te schaffen, volgens de door het College daaraan gesteld eisen; b. de cliënt dient een onderhoudscontract af te sluiten met een leverancier, waarin tenminste zijn opgenomen de kosten van reparaties (inclusief onderdelen, voorrijkosten en arbeidsloon), 24-uurs-service, recht op gebruik van leenvoorziening, jaarlijks onderhoud en keuring; c. de cliënt dient bij aanschaf van een vervoersvoorziening een wettelijke aansprakelijkheidsverzekering af te sluiten. 2. De cliënt dient het College desgevraagd in de gelegenheid te stellen de met het persoonsgebonden budget aangeschafte maatwerkvoorziening te bezichtigen en te laten beoordelen. Artikel 3.7 Hoogte persoonsgebonden budget diensten 1. Onder diensten als bedoeld in dit artikel kan ook het noodzakelijke vervoer worden verstaan van en naar de locatie waar de maatschappelijke ondersteuning wordt geboden. 2. Het persoonsgebonden budget wordt afgeleid van het hoogste bedrag in de bandbreedte zoals het College de betreffende diensten heeft gecontracteerd.(zie bijlage) 3. Uit het persoonsgebonden budget mogen de volgende extra kosten worden betaald: a. indien alleen via een acceptgiro kan worden gefactureerd; b. de reiskosten van de cliënt met een maximum van 7,10 per dag inclusief BTW en 19 per dag inclusief BTW voor rolstoelen van de persoon aan wie het persoonsgebonden budget wordt uitbetaald in verband met het bieden van maatschappelijke ondersteuning. c. Eenmalige uitkering na overlijden van de cliënt. d. Het persoonsgebonden budget kan als vast maandloon danwel op declaratiebasis worden uitbetaald. 4. Uit het persoonsgebonden budget mogen de volgende kosten niet worden betaald: a) Bemiddelingskosten; b) Administratiekosten; c) Reiskosten van de aanbieder; d) Feestdagenuitkering 5 In het kader van verantwoording kent het persoonsgebonden budget geen vrij besteedbaar bedrag. Artikel 3.8 Hoogte persoonsgebonden budget hulpmiddelen en vervoersvoorzieningen 1. De hoogte van het persoonsgebonden budget voor hulpmiddelen en vervoersvoorzieningen bedraagt in ieder geval niet meer dan de huur dan wel aanschafprijs van de goedkoopst passende bijdrage, waaronder gerekend onderhoud, reparatie en verzekering zoals die door het college aan de aanbieder verschuldigd is. 2. Het College kan bij de vaststelling van de hoogte van het persoonsgebonden budget rekening houden met de (extra) kosten van de WA-verzekering bij vervoersvoorzieningen. 3

Artikel 3.9 Hoogte persoonsgebonden budget woningaanpassing 1. De hoogte van het persoonsgebonden budget kan worden afgestemd op: a. de aanneemsom (hierin begrepen de loon- en materiaalkosten) voor het treffen van de woningaanpassing, indien de woningaanpassing in zelfwerkzaamheid wordt getroffen vervalt de loonkosten; b. het architectenhonorarium, indien dit noodzakelijk is, tot ten hoogste 10% van de aanneemsom met dien verstande dat dit niet hoger is dan het maximale honorarium als bepaald voor de leden van NLingenieurs en BNA in DNR 2011; c. de kosten voor het toezicht op de uitvoering, indien dit noodzakelijk is, tot een maximum van 2% van de aanneemsom; d. de leges voor de bouwvergunning, voor zover de bouwvergunning betrekking heeft op het treffen van de woningaanpassing; e. de door College schriftelijk goedgekeurde kostenverhoging, die ten tijde van de raming van de kosten redelijkerwijs niet voorzien hadden kunnen zijn. HOOFDSTUK 4 TEGEMOETKOMING MEERKOSTEN Artikel 4.1 Meerkosten en aanvraag 1. Het College kan aan de persoon als bedoeld in artikel 10.1 eerste lid van de Verordening een tegemoetkoming in de meerkosten op aanvraag verlenen voor: a. de verhuis- en herinrichtingskosten die het gevolg zijn van een verhuizing als bedoeld in artikel 7.4 eerste lid van de Verordening; b. het bezoekbaar maken van de woning als bedoeld in artikel 10.1 eerste lid onder d van de Verordening; b. de meerkosten in verband met de aanschaf van een geschikte sportvoorziening welke noodzakelijk is in verband de zelfredzaamheid en participatie; c. de meerkosten in verband met het zich verplaatsen in de leefomgeving met een eigen auto als bedoeld in hoofdstuk 10 van de Verordening welke noodzakelijk zijn in verband met de zelfredzaamheid en participatie. Artikel 4.2 Hoogte tegemoetkoming meerkosten 1. De hoogte van de tegemoetkomingen zijn gebaseerd op de bedragen van het Besluit Wmo gemeente Oisterwijk 2014. 2. De hoogte van de tegemoetkoming voor: a. de verhuis- en herinrichtingskosten bedraagt 2.674,50; b. voor het bezoekbaar maken van de woning maximaal 3.744,00; c. het gebruik van een (eigen) auto bedraagt maximaal 588,80 per jaar; d. de aanschaf van een sportrolstoel bedraagt maximaal 3.208,80 voor een periode van minimaal drie jaar. De tegemoetkoming is ook bestemd voor de kosten van WA-verzekering, onderhoud en reparatie. 3. Het College kan de hoogte van de tegemoetkoming in het tweede lid onder c afstemmen op de samenvallende vervoersbehoefte van de echtgenoten of daarmee gelijkgestelden. 4. Vallen de vervoersbehoeften als bedoeld in het vorige lid samen, dan verstrekt het College slechts een keer het bedrag genoemd in het tweede lid onder c. 5. Vallen de vervoersbehoeften als bedoeld in het vorige lid niet of slechts ten dele samen, dan kan aan elke bedoelde persoon een tegemoetkoming worden verstrekt welke tezamen niet meer bedragen dan 1,5 maal het bedrag genoemd in het tweede lid onder c. Artikel 4.3 Uitbetaling tegemoetkoming meerkosten 1. De tegemoetkoming als bedoeld in artikel 4.2 eerste lid onder a van dit Besluit wordt uitbetaald nadat het College heeft vastgesteld dat de persoon aan wie de tegemoetkoming is toegekend is verhuisd naar de voor hem meest geschikte beschikbare woning. 2. De tegemoetkoming als bedoeld in artikel 4.2 eerste lid onder b van dit Besluit worden uitbetaald op basis van een door het College goedgekeurde offerte of op basis van nota s. 3. De tegemoetkoming als bedoeld in artikel 4.2 eerste lid onder c van dit Besluit wordt uitbetaald nadat het College de aanvraag om de tegemoetkoming heeft toegekend. 4. De tegemoetkomingen als bedoeld in artikel 4.2 eerste lid onder d van dit Besluit worden uitbetaald op basis declaratie of op basis van nota s. 4

HOOFDSTUK 5 BIJDRAGE IN DE KOSTEN EN RITBIJDRAGE Artikel 5.1 Verschuldigde bijdrage in de kosten maatwerkvoorziening 1. De bijdrage in de kosten is verschuldigd met inachtneming van de regels waaronder het bijdrageplichtig inkomen als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Uitvoeringsbesluit. 2. De bijdrage in de kosten bedraagt niet meer dan de kostprijs van de maatwerkvoorziening. 3. De kostprijs van de maatwerkvoorziening is: a. het toegekende en betaalde PGB; b. de huurprijs die het College verschuldigd is aan de aanbieder; c. de koopprijs die het College verschuldigd is aan de aanbieder; d. voor diensten geldt het tarief welke het College verschuldigd is aan de aanbieder; 4. De bijdrage in de kosten is gelijk aan de maximale bedragen zoals opgenomen in het Uitvoeringsbesluit en volgen telkens de aanpassingen door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. 5. De cliënt is geen bijdrage in de kosten verschuldigd voor het gebruik van de Regiotaxi tegen gereduceerd tarief. Artikel 5.2 Ritbijdrage 1. Voor het gebruik van de Regiotaxi tegen gereduceerd tarief geldt een eigen ritbijdrage van 0,65 per zone/strip. Voor elke rit is een basistarief van 1 instapstrip verschuldigd. 2. Het reisgebied waarbinnen tegen het gereduceerd tarief gereisd kan worden omvat 5 OV zones. Hierbuiten geldt een commercieel tarief wat volledig voor rekening komt van de cliënt. 3. De cliënt kan met één sociaal begeleider reizen tegen het gereduceerd tarief. Beiden betalen het gereduceerde tarief. 4. Wanneer begeleiding naar het oordeel van het college medisch noodzakelijk is, reist de begeleider gratis. Heeft de cliënt een indicatie voor medische begeleiding, dan kan deze alleen reizen wanneer de medisch begeleider meereist. Om als begeleider te kunnen worden aangemerkt moet de begeleider 16 jaar of ouder zijn. HOOFDSTUK 6 SLOTBEPALINGEN Artikel 6.1 Heroverweging van besluiten Onverminderd artikel 2.3.9 van de wet kan het College een systeem van nazorg instellen waarbij periodiek onderzoek wordt gedaan naar het gebruik van een maatwerkvoorziening waaronder begrepen maatwerkwerkvoorzieningen die met een persoonsgebonden budget zijn aangeschaft. Artikel 6.2 Indexering 1. Het College kan de in het kader van dit Besluit geldende bedragen wijzigen conform artikel 14.2 van de Verordening. 2. De indexering bedoeld in het vorige lid wordt toegepast op basis van de prijsontwikkeling op basis van de consumentenprijsindex alle huishouden van het Centraal bureau voor de Statistiek en geldt voor bedragen die betrekking hebben op: a. aanpassingskosten primaat van verhuizen; b. bezoekbaar maken van de woning; c. verhuis- en herinrichtingskosten; Artikel 6.3 Citeertitel en inwerkingtreding 1. Dit Besluit wordt aangehaald als Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oisterwijk 2015. 2. Dit Besluit treedt in werking één dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2015, onder gelijktijdige intrekking van het Besluit Wmo Gemeente Oisterwijk 2014. bijlage bij artikel 3.7 lid 2: gecontracteerde bedragen inkoop gemeente Oisterwijk Perceel 1 resultaatgebied sociaal netwerk 18- ZiN Bovengrens PGB Aanbieder 100% 4 weken Maand ZZP 75% 4 weken Maand Sociaal netwerk 50% 4 weken Maand 5

199 92 100 resultaatgebied sociaal netwerk 18+ 300 300 325 225 244 163 Perceel 2 Resultaatgebied huisvesting 312 220 257 312 220 257 338 238 278 234 165 193 179 209 110 129 169 119 139 Perceel 3 Resultaatgebied financiële situatie Perceel 4 Resultaatgebied thuissituatie 340 236 255 Perceel 5 Resultaatgebied opvoed en opgroeisituatie 18-199 92 100 Resultaatgebied opvoed en opgroeisituatie 18+ 340 236 255 Perceel 6 Resultaatgebied mantelzorgondersteuning Perceel 7 Resultaatgebied daginvulling 18-275 275 275 199 191 191 191 206 206 206 127 127 127 92 100 6

Resultaatgebied daginvulling 18+ arbeidsmatige dagbesteding 299 659 299 659 334 334 324 714 231 231 224 494 250 250 243 535 154 154 330 167 167 162 357 Perceel 8 KDV per etmaal incl. hulpverlening 75 75 81 56 61 38 41 7