gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 december 2010;

Vergelijkbare documenten
besluit Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2014.

Verordening rioolheffing

vast te stellen de volgende Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing

Verordening rioolheffing

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Ede (Gelderland)

Verordening rioolheffing Opmeer 2019.

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 5 november 2013

Verordening op de heffing en de invordering van de rioolheffing 2018 (Verordening rioolheffing 2018)

Verordening op de heffing en invordering van Rioolheffing Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 november 2017 b e s l u i t : Artikel 1 Begripsomschrijvingen

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 oktober 2013; VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN RIOOLHEFFING 2014.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 oktober 2018, met overneming van de daarin vermelde motieven; besluit:

BESLUIT: VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN RIOOLHEFFING

Wetstechnische informatie

De raad van de gemeente Moerdijk, in zijn vergadering van 24 november 2016;

Wetstechnische informatie

RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

Kenmerk voorstel Nieuwe regeling Gmb-jjjj-nr.

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 11 november 2014, nummer 2014/72;

Wetstechnische informatie

RAADSBESLUIT 14R.00481

WIJZIGING VERORDENINGEN RIOOLRECHTEN 2012 EN 2013

GEMEENTEBLAD. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 november 2016;

Gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders, nummer van..

De Raad van de gemeente Alphen-Chaam; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 25 oktober 2011

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 29 oktober 2013 (kenmerk );

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere (Flevoland)

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 november 2007;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr d.d. 27 september 2016;

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 1 van 5

RAADSVOORSTEL MET VERORDENING

Raadsvergadering : 8 december 2015 agendapunt : Commissie : Bestuur en Ruimte

Datum Van Steller Aan. Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing /306654

NIEUWE Verordening rioolheffing 2014

De tariefsontwikkeling laat dan vanaf 2008 het volgende beeld zien: Belastingjaar Rioolheffing per zelfstandig gedeelte

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN RIOOLHEFFING STEIN 2016

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel van de Wet milieubeheer; B E S L U I T:

gelet op het voorstel van het college van november 2015, nr. 15/

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 november 2018;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 november 2015;

Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2013

Verordening op de heffing en invordering van Afvalstoffenheffing Citeertitel Verordening Afvalstoffenheffing 2015

VERORDENING AFVALSTOFFENHEFFING EN REINIGINGSRECHTEN Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 oktober 2014;

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2018

Raadsbesluit. GEMEENTE VELSEN gemeenteraad

Vergadering d.d.: 14 december 2011 Agendanummer:

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 december 2013;

Verordening reinigingsheffingen Noord-Beveland 2018

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 oktober 2014;

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten gemeente Veendam

"Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2017"

Artikel 1 Inleidende bepaling

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2014

*Z D2E* Besluit: Zaaknummer:Z Onderwerp: Verordening Hondenbelasting De raad van de gemeente Roerdalen heeft;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 oktober 2008, nummer 2008/115;

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude. De raad van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude;

Verordening afvalstoffenheffing 2019

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2016

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2019

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 september 2018, raadsvoorstel 18bb7158; raadsstuk 18bb7150;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouder van 10 oktober 2017;

gezien het voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders van 22 november 2011 ;

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

Postbus AD STEENWIJK

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere (Flevoland)

Verordening op de heffing en de invordering van onroerende-zaakbelastingen 2016 (Verordening onroerende-zaakbelastingen 2016)

Gemeente Langedijk. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 november 2014, nummer 86;

Raadsvergadering 12 december 2002 Made, 27 november De bijgevoegde verordening rioolrechten 2003 conform vast te stellen.

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude. De raad van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 november 2016, nummer RVB ; BESLUIT:

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Wetstechnische informatie

Raadsbesluit. De raad van de gemeente Wijk bij Duurstede; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2016 nr.

l llllll l l lll lllll llll l lllll lllll Il lll llll lll Il l llll l lll l lll

GEMEENTE LOPIK. Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2010

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 november 2014;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van xxxxxx, nr. xx ;

GEMEENTEBLAD. gelet op het bepaalde in artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet; besluit:

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2019

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING 2011

VERORDENING OP DE IIEFFING EN DE INVORDERING VAN RIOOLHEFFING 2016

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel van de Wet milieubeheer; B E S L U I T:

Nummer 090 G. Afvalstoffenheffing

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2018

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

Gemeente Grootegast Verordening reinigingsheffingen 2017

Verordening op de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2019

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel van de Wet milieubeheer; B E S L U I T:

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2014,

Verordening op de heffing en invordering van reclamegelden in de gemeente

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 3 november 2015;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders besluit :

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2015

afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Oosterhout 2012 Citeertitel van de regeling Verordening reinigingsheffingen Oosterhout 2012

Verordening rioolaansluitingsrecht 2019 (versie geldig vanaf )

Transcriptie:

Ontwerp Nr. XIX / 10c De raad van de gemeente DE WOLDEN; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 december 2010; gelet op de artikelen 216 en 228a van de Gemeentewet; Besluit: vast te stellen de volgende verordening: Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2011 (Verordening Rioolheffing 2011) Artikel 1 Begripsomschrijvingen Deze verordening verstaat onder: a. perceel: een roerende of onroerende zaak of een zelfstandig gedeelte daarvan; b. gemeentelijke riolering: een voorziening of combinatie van voorzieningen voor inzameling, verwerking, zuivering of transport van afvalwater, hemelwater of grondwater, in eigendom, in beheer of in onderhoud bij de gemeente; c. verbruiksperiode: de periode waarop de afrekening van het waterbedrijf betrekking heeft; d. water: huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater, hemelwater of grondwater. Artikel 2 Aard van de belasting Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan: a. de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, alsmede de zuivering van huishoudelijk afvalwater; en b. de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemelwater, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken. Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht 1. De belasting wordt geheven: 2. van de gebruiker van een perceel van waaruit water direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd. 2. Als gebruiker wordt aangemerkt: 3. a. degene die naar de omstandigheden beoordeeld het perceel al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt; verordening rioolheffing 2011.doc Pagina 1 van 5

b. ingeval een gedeelte van een perceel niet een gedeelte als bedoeld in artikel 4 voor gebruik is afgestaan: degene die dat gedeelte voor gebruik heeft afgestaan. Artikel 4 Zelfstandige gedeelten Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt. Artikel 5 Maatstaf van heffing 1. De belasting als bedoeld in artikel 2, wordt geheven naar het aantal kubieke meters water dat vanuit het eigendom wordt afgevoerd. 2. Het aantal kubieke meters water wordt gesteld op het aantal kubieke meters water dat in de laatste aan het begin van het belastingjaar voorafgaande verbruiksperiode naar het eigendom is toegevoerd of is opgepompt. Ingeval de verbruiksperiode niet gelijk is aan een periode van een jaar, wordt de hoeveelheid water door herleiding naar tijdsgelang bepaald. Bij die herleiding wordt een gedeelte van een week voor een volle week gerekend. 3. Het aantal kubieke meters water als bedoelt in artikel 5 lid 1 en 2, wordt voor de volgende categorieën eigendommen als volgt vastgesteld: a. voor alleen tot woonhuis dienende eigendommen welke worden bewoond door meer dan één persoon: 200m3 b. voor alleen tot woonhuis dienende eigendommen welke worden bewoond door één persoon of niet permanent mogen worden bewoond en worden gebruikt voor recreatieve doeleinden: 180m3 c. voor tot woonhuis dienende eigendommen welke worden bewoond door meer dan één persoon en tevens worden gebruikt ten behoeve van een bedrijf met een agrarische bestemming van waaruit water wordt geloosd: 400m3 d. voor tot woonhuis dienende eigendommen welke worden bewoond door één persoon en tevens worden gebruikt ten behoeve van een bedrijf met een agrarische bestemming van waaruit water wordt geloosd: 360m3 4. Ingeval gebruik wordt gemaakt van een pompinstallatie moet die pompinstallatie zijn voorzien van een: a. watermeter, waarvan de hoeveelheid opgepompt water kan worden afgelezen, of b. bedrijfsurenteller, waarvan het aantal uren dat een pompinstallatie met vaste capaciteit in bedrijf is geweest kan worden afgelezen. De eerste volzin is niet van toepassing indien vaststelling van de hoeveelheid opgepompt water geschiedt op grond van enige andere wettelijke bepaling. Artikel 6 Belastingtarieven 1. De belasting bedoeld in artikel 2 wordt: a. voor alleen tot woonhuis dienende eigendommen, welke worden bewoond door meer dan één persoon waarvoor het waterverbruik is bepaald op 200m3, vastgesteld op 215,28 2

b. voor alleen tot woonhuis dienende eigendommen, welke worden bewoond door één persoon waarvoor het waterverbruik is bepaald op 180m3, of een pand welke niet permanent mag worden bewoond en wordt gebruikt voor recreatieve doeleinden, vastgesteld op 194,04 c. voor tot woonhuis dienende eigendommen welke worden bewoond door meer dan één persoon en tevens worden gebruikt ten behoeve van een bedrijf met een agrarische bestemming waarvoor het waterverbruik is bepaald op 400m3, vastgesteld op 430,56 d. voor tot woonhuis dienende eigendommen welke worden bewoond door één persoon en tevens worden gebruikt ten behoeve van een bedrijf met een agrarische bestemming waarvoor het waterverbruik is bepaald op 360m3, vastgesteld op 388,08 e. voor percelen die enkel een directe of indirecte aansluiting op de gemeentelijke riolering hebben voor de afvoer van hemel- of grondwater 53,82 Indien vanuit het bedrijfsgedeelte als bedoeld in sub c of d aantoonbaar geen water wordt afgevoerd door de gemeentelijke riolering, wordt het aantal kubieke meters water, afhankelijk van het aantal personen, op aanvraag vastgesteld overeenkomstig het gestelde in lid 1 sub a of b. 2. De belasting, bedoeld in artikel 2, voor zover dit geheven wordt van andere eigendommen als bedoeld in artikel 6 lid 1 bedraagt per jaar: - 107,64 voor iedere 100 m3 waterverbruik of gedeelte daarvan t/m 400 m3, en - 101,00 voor iedere 100 m3 waterverbruik of gedeelte daarvan boven de 400 m3 t/m 2.500 m3, en - 78,00 voor iedere 100 m3 waterverbruik of gedeelte daarvan boven de 2.500 m3 t/m 5.000 m3, en - 59,00 voor iedere 100 m3 waterverbruik of gedeelte daarvan boven de 5.000 m3 t/m 7.500,-- m3, en - 42,00 voor iedere 100 m3 waterverbruik of gedeelte daarvan boven de 7.500 m3 t/m 10.000 m3, en - 26,00 voor iedere 100 m3 waterverbruik of gedeelte daarvan boven de 10.000m3 met dien verstande dat minimaal 215,28 en maximaal 7.676,56 verschuldigd is, waarbij de op voet van artikel 5 lid 2 berekende hoeveelheid toegevoerd of opgepompt water wordt verminderd met de hoeveelheid water die aantoonbaar niet is afgevoerd. Artikel 7 Belastingjaar Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar. 3

Artikel 8 Wijze van heffing en termijn van betaling 1. De belastingen worden door middel van aanslag geheven. 2. in afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de laatste termijn twee maanden later. 3. In afwijking van het bepaalde in het tweede lid geldt dat, ingeval een machtiging is verleend tot automatische incasso en het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslag gemeentelijke heffingen, of wanneer het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan minimaal 125,-- doch niet meer dan 1.800,-- bedraagt, de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van de dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het belastingjaar waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste 3 en ten hoogste 10 bedraagt. De eerste termijn vervalt op of omstreeks de vijfentwintigste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later. 4. De in het derde lid bedoelde machtiging tot automatische incasso wordt geacht niet te zijn verleend indien twee van de tien termijnen niet zijn betaald doordat automatische incasso van de betaalrekening van de belastingschuldige niet mogelijk blijkt dan wel binnen één maand na afschrijving zijn gestorneerd. Alsdan gelden de betaaltermijnen als bedoeld in het tweede lid. 5. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking Inzake een beschikking inzake een bestuurlijke boete zijn lid 1, 2 en 3 van overeenkomstige toepassing, voorzover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag. 6. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen. Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang 1. De belasting bedoeld in artikel 6 is verschuldigd bij de aanvang van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht. 2. Indien de belastingplicht met betrekking tot het eigendom voor het recht aanvangt voor de 16e van de maand wordt het recht met ingang van die maand geheven. 3. Indien de belastingplicht met betrekking tot het eigendom voor het recht eindigt voor de 16e van de maand wordt het recht niet van die maand geheven. Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rioolheffing. Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel 1. De 'Verordening Rioolheffing 2010' van 10 december 2009, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking. 4

3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011. 4. Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening rioolheffing 2011'. Zuidwolde, 16 december 2010 De raad voornoemd, griffier, drs. I.J. Gehrke voorzitter, P.H. Snijders 5