Klik hier voor de brief d.d. juni 2007 van wethouder Van der Meer

Vergelijkbare documenten
Raadsvoorstel. agendapunt. Aan de raad van de gemeente IJsselstein. Onderwerp Vaststellen Parkeerverordening 2013 en Parkeerbelastingverordening 2013

DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE BESLUIT. Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen gemeente Deurne 2017

Parkeerverordening Venray 2016

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 24 november 2015;

Het tarief van de naheffingsaanslag parkeerbelastingen is conform bestendige gedragslijn verhoogd naar het wettelijk vastgestelde maximum van 51,--.

gelezen het raadsvoorstel nummer RVO van het college van burgemeester en wethouders van Den Helder van 2 december 2010;

Gemeenteblad van Zaltbommel 2009 Nr. 4.13

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN PARKEERBELASTINGEN 2018

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Delft houdende regels omtrent parkeerregulering en parkeerbelasting Parkeerverordening Delft 2018

VERORDENING op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling

Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994;

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2016

Datum: 6 oktober 2014 Portefeuillehouder: wethouder Horst

Vaststellen verordening parkeerbelasting 2014 (inclusief tarieven) Registratienummer: GF

Raadsvoorstel 78L. Gemeenteraad. Vergadering 3 november 2016 verbeterd exemplaar. Onderwerp : Verordening Parkeerbelastingen Helmond 2017

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 november 2011;

Jaar: 2010 Nummer: 92 Besluit: Gemeenteraad 11 november 2010 Gemeenteblad VERORDENING PARKEERBELASTINGEN HELMOND 2011

Onderwerp : Verordening parkeerbelastingen De raad van de gemeente Beverwijk;

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2014

Raadsstuk. Onderwerp: Wijziging Verordening parkeerbelastingen 2013 Reg.nummer: 99630

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelasting gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van ;

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN PARKEERBELASTINGEN

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 november 2016;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 november 2015; VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN PARKEERBELASTINGEN 2016

eurne DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE BESLUIT Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen gemeente Deurne 2017

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2019

Toelichting Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5

AFDELING II. PLAATSEN VOOR VERGUNNINGHOUDERS, VERGUNNINGEN EN VERGUNNINGBEWIJZEN

Verordening parkeerbelastingen Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2016 (Verordening parkeerbelastingen 2016)

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 3 november 2009;

vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2013.

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2015 gemeente Harderwijk

Parkeerverordening Valkenswaard 2016

BESLUIT: VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN PARKEERBELASTINGEN

Verordening op de heffing en de invordering parkeerbelastingen 2018

Parkeerverordening 2013

op voorstel van het college van de gemeente Lelystad d.d. 15 november 2016;

GEMEENTEBLAD. Nr Parkeerverordening Delft 2017

Verordening parkeerregulering en parkeerbelastingen 2016

gelezen het voorstel nummer RVO van het college van burgemeester en wethouders van 16 september 2014;

De raad van de gemeente Valkenswaard in zijn openbare vergadering van 16 december 2009;

CVDR. Nr. CVDR616638_1 VERORDENING PARKEERBELASTINGEN 2019

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet, B E S L U I T:

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen gemeente Veendam

Verordening op de heffing e n invordering van parkeerbelastingen

Aan deze verordening gerelateerde regelingen (gemeentebladen): GB Verordening parkeerbelastingen 2007B

Verordening parkeerregulering en parkeerbelastingen 2015

Verordening parkeerbelastingen

Verordening parkeerregulering en parkeerbelastingen 2017

Verordening op de Heffing en Invordering van Parkeerbelastingen gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 maart 2019;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 november 2018;

GEMEENTEBLAD. Nr Verordening parkeerbelastingen december Officiële uitgave van gemeente Tilburg.

gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van 21 november 2017;

RAADSVOORSTEL Onderwerp: Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2013.

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 3 oktober 2006, Nr. SO/2006/5545;

Parkeerverordening. C!! emborg

Parkeerverordening 2013

Raadsvoorstel

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 augustus 2017, nr ,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 maart 2013;

Gemeenteraad Zaltbommel Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2015 vastgesteld

Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren (PARKEERVERORDENING 2016)

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2019

Verordening op het parkeren 2007

Concept Verordening parkeerregulering en parkeerbelastingen Rijswijk

Gemeente Almere. Besluit. De raad van de gemeente Almere, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders: B E S L U I T: Pagina 1

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 november 2016;

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere (Flevoland)

VERORDENING PARKEERBELASTINGEN 2019

Afdeling Belastingen. Onder de naam "parkeerbelastingen" worden de volgende belastingen geheven:

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2016

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen gelet op het voorstel van burgemeester en wethouders, bijlage nr.

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 30 oktober 2007;

Onderwerp: Tarieven gemeentelijke belastingen en heffingen 2012 (parkeerbelasting) Registratienummer: GF

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders met nummer ; besluit :

Verordening op gebruik van parkeerplaatsen en verlening van parkeervergunningen 2017.

Portefeuillehouder Wethouder P. Depla. Voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders d.d. 24 november 2009

Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen en ontheffingen voor het parkeren (Parkeerverordening 2007)

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen Amstelveen 2016

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2019.

DE RAAD VAN DE GEMEENTE DEURNE BESLUIT. Verordening parkeerbelastingen Deurne 2018

Verordening op de heffing en invordering van Parkeerbelastingen 2018

De verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2016.

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN PARKEERBELASTINGEN VEERSE MEERGEBIED II NOORD-BEVELAND 2015

15R besluit: de Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2016 (Verordening parkeerbelastingen 2016)

vast te stellen de navolgende Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2017.

RIS PARKEERVERORDENING BOXMEER 2015 GEMEENTE BOXMEER. 2 december (Vastgesteld door de gemeenteraad op 29 januari 2015)

Raadsbesluit 2014/.Ö?.5.(

Gelet op het voorstel van burgemeester en wethouders, d.d

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2016

raadsvergadering: 13 november 2013 onderwerp: Verordening Parkeerbelastingen 2014

Raadsvoorstel 86I. Gemeenteraad. Vergadering 6 november Onderwerp : Verordening Parkeerbelastingen Helmond 2015

Verordening parkeerbelastingen 2017 gemeente Terneuzen

Jaar: 2012 Nummer: 90 Besluit: Gemeenteraad 8 november 2012 Gemeenteblad VERORDENING PARKEERBELASTINGEN HELMOND 2013

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 april 2015, nr. RVB ; BESLUIT: PARKEERVERORDENING 2015

Gemeente Zeist Verordening parkeerbelastingen Zeist 2016

Zijn in het voorstel één of meer van de volgende aspecten van toepassing?

Transcriptie:

Voorstel aan de Raad Klik hier voor de brief d.d. juni 2007 van wethouder Van der Meer Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 27 juni 2007 / 132/2007 Fatale termijn: besluitvorming vóór: 13 juni 2007 Onderwerp Regelgeving Parkeren Programma / Programmanummer Mobiliteit / 9710 Portefeuillehouder J. van der Meer Voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders d.d. 22 mei 2007 Samenvatting De evaluatie gebiedsparkeren en het principebesluit over betaald parkeren, maken wijziging van de parkeerregelgeving noodzakelijk. Deze gelegenheid is aangegrepen om de bestaande parkeerregelgeving te actualiseren en te herstructureren. Dit leidt tot het intrekken van alle bestaande parkeerregelgeving en het vaststellen van een nieuwe Verordening parkeerbelastingen, een nieuwe Parkeerverordening en een besluit met betrekking tot de Privaatrechtelijke tarieven, door de gemeenteraad, en het vaststellen van een nieuw Uitwerkingsbesluit en Aanwijzingsbesluit door het College. Om de relatie tussen de verschillende documenten en de grondslagen van de verschillende vormen van parkeerregulering uiteen te zetten is de notitie Nieuwe parkeerregelgeving voor Nijmegen opgesteld. De verplichtingen en de opties die de gemeente heeft met betrekking tot het beleid en de wijze waarop zij dit in de regelgeving opneemt c.q. moet opnemen zijn in deze notitie samengevat. Het beleid is nagenoeg ongewijzigd gebleven. De grootste veranderingen zijn het gevolg van het omzetten van de 550 parkeerplaatsen voor vergunninghouders in betaald parkeerplaatsen (op deze parkeerplaatsen kan zowel door bezoekers als door vergunninghouders geparkeerd worden) en het vergroten van de vergunninggebieden in het centrum. Een aantal eerdere besluiten ven de gemeenteraad zijn opgenomen in de nieuwe besluitvorming. Garages en afgesloten terreinen zijn niet meer opgenomen in de Verordening parkeerbelastingen, maar hebben een eigen tariefbesluit. Voorstel om te besluiten 1. de notitie Nieuwe parkeerregelgeving voor Nijmegen vast te stellen; 2. de Verordening Parkeerbelastingen 2007 in te trekken; 3. de Verordening Parkeerbelastingen 2007B vast te stellen; 4. de Parkeerverordening 2001 en bijbehorende beleidsregels in te trekken; 5. de Parkeerverordening 2007 vast te stellen; 6. de Privaatrechtelijke parkeertarieven 2007 vast te stellen Opgesteld door, telefoonnummer Patrick Vellinga, 9476 rvs met datum PA 27 juni 2007

Voorstel aan de Raad Aan de Raad van de gemeente Nijmegen 1 Inleiding Wie parkeert waar en hoe verdelen we de parkeerruimte over de doelgroepen? Dit is de centrale vraag van iedere gemeente die parkeerregulering toepast. Uitbreiding van het gereguleerde parkeerareaal en een veranderend autogebruik leiden tot noodzakelijke periodieke actualisatie van de regelgeving. De Evaluatie gebiedsparkeren en de Parkeerbalans geven aanleiding om het bestaande parkeerareaal beter te benutten. Met het raadsbesluit over de parkeerbalans heeft u de opdracht gegeven om circa 550 parkeerplaatsen voor uitsluitend vergunninghouders om te zetten in betaald parkeerplaatsen. Naar aanleiding van de door ons uitgevoerde evaluatie gebiedsparkeren hebben wij besloten in het gebied binnen de Singels de vergunninggebieden samen te voegen tot grotere gebieden. In december 2005 heeft uw Raad een principebesluit genomen over betaald parkeren in de invloedsgebieden. Hiermee heeft u aangegeven het betaald parkeren verder uit te breiden in de stad. De eerste uitbreidingen gaan conform planning 1 juli 2007 plaatsvinden in een aantal straten in St. Anna; Ooyse Schependom; Hunnerberg en Bottendaal. Het gereguleerde areaal wordt hiermee met 1600 parkeerplaatsen uitgebreid. Al deze maatregelen hebben als gevolg dat de regelgeving met betrekking tot de parkeerregulering moet worden aangepast. Wij hebben deze gelegenheid te baat genomen om de totale regelgeving tegen het licht te houden. Hierbij zijn wij tot de conclusie gekomen dat door de organische groei van de regelgeving deze niet meer actueel is. Dit heeft als gevolg dat de dagelijkse praktijk en de bestaande regelgeving niet meer volledig op elkaar aansluiten. Uw opdrachten en onze constateringen hebben ertoe geleid dat wij u voorstellen om de totale regelgeving met betrekking tot het parkeren in Nijmegen te herzien. Om meer inzicht te geven in de ontwikkeling, mogelijkheden en gevolgen van parkeerregulering hebben wij de notitie Nieuwe parkeerregelgeving voor Nijmegen opgesteld. Samengevat leidt dit ertoe dat wij voorstellen om de bestaande parkeerregelgeving in te trekken en te vervangen door: 1. Verordening Parkeerbelastingen 2. Parkeerverordening 3. Privaatrechtelijke parkeertarieven 4. Aanwijzingsbesluit 5. Uitwerkingsbesluit De eerste drie elementen vormen de kaders van het parkeerbeleid en de financiële basis. Wij stellen u voor om deze vast te stellen. De elementen 4 en 5, betreffende de uitwerking van de Verordening Parkeerbelastingen en de Parkeerverordening en zal door ons college worden vastgesteld nadat u ons daar de opdracht voor heeft gegeven. Raadsvoorstel parkeerregelgeving 16-05-07.doc

Voorstel aan de Raad Vervolgvel 2 Bij het opstellen van de regelgeving zijn de modelverordeningen van de VNG als basis genomen. Ten gevolge van de specifieke Nijmeegse situatie zijn deze echter aanzienlijk aangepast. De veranderingen voor de parkeerder zijn beperkt. De grootste veranderingen zijn het gevolg van het omzetten van de 550 parkeerplaatsen voor vergunninghouders in betaald parkeerplaatsen (op deze parkeerplaatsen kan zowel door bezoekers als door vergunninghouders geparkeerd worden) en het vergroten van de vergunninggebieden in het centrum. 1.1 Wettelijk- of beleidskader De bevoegdheid voor het vaststellen van de verordening vloeit voort uit de Gemeentewet (de artikelen 147, 149, 156, 219, 225 en 234) en het besluit gemeentelijke parkeerbelastingen. 1.2 Relatie met programma Het vaststellen van de Verordening Parkeerbelastingen 2007B en de Privaatrechtelijke parkeertarieven 2007 vallen onder programma Middelen / 9610. Het vaststellen van de Parkeerverordening 2007 onder Mobiliteit / 9710 2 Doelstelling Het eenduidig vastleggen van parkeerregelgeving en parkeertarieven 3 Argumenten Aan de aanpassing van de regelgeving ligt een aantal argumenten ten grondslag. Deels hebben deze betrekking op het wegwerken van weeffouten in de bestaande regelgeving en het stroomlijnen daarvan. Daarnaast gaat het om zaken waarover reeds besluitvorming heeft plaatsgevonden c.q. waar de gemeenteraad opdracht voor heeft gegeven aan het College. Voorts gaat het om nieuw beleid naar aanleiding van praktijkgevallen, waarin de bestaande regelgeving niet in voorziet. Ten slotte zijn er argumenten die betrekking hebben op de bedrijfsvoering van de gemeente c.q. het verbeteren van het aangezicht van de stad. A. Wegwerken weeffouten en stroomlijnen: Het ontbreken van onderscheid tussen belastingtarieven en privaatrechtelijke tarieven De versnippering van aanwijzingsbesluiten voor het betaald parkeren Het inzichtelijk maken van de regelgeving, voor Burger, Bestuur en Ambtenaar B. Reeds besloten c.q. opdracht aan het college: De opdracht om 550 parkeerplaatsen voor uitsluitend vergunninghouders om te zetten in betaald parkeerplaatsen Het principe besluit met betrekking tot het uitbreiden van betaald parkeren Het opnemen van de mogelijkheid voor het verstrekken van Marktvergunningen in de parkeerregelgeving Het opnemen van het beleid met betrekking tot autodate in de parkeerregelgeving Raadsvoorstel parkeerregelgeving 16-05-07.doc

Voorstel aan de Raad Vervolgvel 3 C. Nieuw beleid Het reduceren van het aantal vergunninggebieden in het centrum. Uit de evaluatie van het gebiedsparkeren volgt de wenselijkheid om te werken met grotere vergunninggebieden, teneinde de beschikbare parkeercapaciteit beter te benutten. Hiervoor worden bestaande vergunninggebieden samengevoegd. Het opnemen van regelgeving voor het parkeren van invalidenvoertuigen en brommobielen. Binnen de huidige regelgeving komen invalidenvoertuigen en brommobielen niet in aanmerking voor parkeervergunningen. Om deze, in vergelijking met autobezitters, ongelijke situatie recht te trekken wordt het in de toekomst ook voor eigenaren van dergelijke voertuigen mogelijk een parkeervergunning aan te vragen. Het objectiveren van de criteria voor het verstrekken van bedrijfsvergunningen. Binnen de huidige regelgeving hangt het verkrijgen van een bedrijfsvergunning af van hoe goed de ondernemer zijn verhaal weet te vertellen. De beoordeling is subjectief en vaak niet verifieerbaar. Door, net als in o.a. Amsterdam, het aantal vergunningen afhankelijk te stellen van het aantal arbeidsplaatsen in een bedrijf, worden objectieve criteria gehanteerd voor het verstrekken van parkeervergunningen. Omdat het bedrijf, en niet de werknemer, de vergunning moet aanvragen en het totaal aantal te verstrekken bedrijfsvergunningen per gebied niet wijzigt in vergelijking met de bestaande situatie, wordt geen substantiële verschuiving verwacht in de groep vergunninghouders. Het terugdringen van gebruik van bedrijfsvergunningen door bedrijven van buiten Nijmegen. Parkeervergunningen zijn bedoeld voor bewoners en bedrijven die in een gereguleerd gebied gevestigd zijn. Het kan niet zo zijn dat een inhuurkracht die 1x in de week in Nijmegen moet zijn voor een parkeervergunning in aanmerking komt. Binnen de huidige regelgeving is dat echter wel het geval. Ondernemers die regelmatig in Nijmegen vertoeven komen in aanmerking voor een parkeervergunning. Het college is voornemens deze bepaling in het uitwerkingsbesluit te schrappen. Het formaliseren van de passantenvergunning in de parkeerregelgeving. Op dit moment wordt de passantenvergunning (in de legesverordening terug te vinden als parkeerontheffing) ook gebruikt om binnen het fiscale gebied voor langere tijd te parkeren. Voor betaald parkeren kan echter geen ontheffing worden verstrekt. Door de passantenvergunning als parkeerkaart (ticket) op te nemen in de Belastingverordening, wordt deze situatie geformaliseerd. Het vrijstellen van gehandicapten van alle vormen van parkeerbelastingen. Houders van een gehandicaptenparkeerkaart kunnen op basis van de vigerende regelgeving reeds gratis parkeren op plaatsen waar betaald parkeren van toepassing is. Zo heeft men ook geen kosten voor een parkeervergunning. Het voorstel is om dit uit te breiden naar gebieden waar parkeren uitsluitend is toegestaan door vergunninghouders. In het verlengde hiervan is ook de vrijstelling voor nood- en hulpdiensten geformaliseerd. D. Verbeteren bedrijfsvoering en aangezicht van de stad Het verbeteren van de bedrijfsvoering van de afdeling Stadstoezicht Het reduceren en actualiseren van parkeerbebording op straat Raadsvoorstel parkeerregelgeving 16-05-07.doc

Voorstel aan de Raad Vervolgvel 4 4 Risico s De risico s in verband met het actualiseren en herstructureren van de regelgeving zijn beperkt. De regelgeving blijft grotendeels conform het bestaande beleid. Een belangrijk deel van de nieuwe elementen is het vastleggen van de bestaande praktijk. Ook de omzetting van de parkeerplaatsen uitsluitend voor vergunninghouders in betaald parkeerplaatsen, alsmede het samenvoegen van vergunninggebieden leidt niet tot noemenswaardige risico s. De risico s zijn niet noemenswaardig omdat tegen onderhavige besluitvorming geen bezwaar of beroep mogelijk is. Het omzetten van parkeerregimes vergt in het begin altijd gewenning. Daarom wordt de eerste twee weken waarin een nieuw regime van kracht is, eerst gewaarschuwd door Bureau Toezicht. Pas daarna start men met het toepassen van sancties. De kans bestaat dat in het begin meer naheffingsaanslagen worden uitgeschreven. Als men het niet eens is tegen een uitgeschreven naheffingsaanslag, kan men daartegen bezwaar aantekenen. Omdat het aantal bezwaarschriften een percentage is van het aantal uitgeschreven naheffingsaanslagen, moet in aanvang rekening worden gehouden met meer bezwaarschriften. 5 Financiën De tarieven blijven ongewijzigd. Het aanpassen van de regelgeving heeft geen gevolgen voor de inkomsten of uitgaven. Het omzetten van de parkeerregimes is geregeld met de begrotingswijziging van raadsvoorstel 06.0016974 d.d. 28 juni 2006. 6 Communicatie De communicatie geschiedt via de gebruikelijke weg voor de verordeningen en besluiten. Daarnaast wordt per doelgroep gecommuniceerd. De grootste doelgroepen zijn de vergunninghouders en abonnementhouders. Zij zullen bij het toesturen van de nieuwe vergunningen voor het 3e kwartaal via een brief op de hoogte worden gesteld van wat de wijzigingen voor hen betekenen. Ook andere, bekende, vaste gebruikers van parkeerproducten zullen op deze wijze van de voor hen relevante wijzigingen worden geïnformeerd. Op straat zal de bebording (geleidelijk) worden aangepast. Gekozen is voor een zonale behandeling. Alleen aan de randen van het fiscale gebied wordt groots aangeven dat betaald parkeren van kracht is, met een verwijzing naar de automaat voor tijden en tarieven. Binnen het gebied worden uitsluiten herinneringsborden geplaatst. Plaatsen waar uitsluitend parkeren van kracht is voor vergunninghouders worden wel expliciet aangegeven. De geldigheid van vergunningen wordt de vergunninghouders per brief, met omschrijving en kaartje medegedeeld. Voor het omzetten van de parkeerregimes en het samenvoegen van de vergunninggebieden heeft overleg plaatsgevonden met de Klankbordgroep Binnenstad. Zij stemmen in met de voorstellen. Raadsvoorstel parkeerregelgeving 16-05-07.doc

Voorstel aan de Raad Vervolgvel 5 7 Uitvoering en evaluatie Het totale pakket aan nieuwe parkeerregelgeving zal op 1 oktober 2007 ingaan. Conform het uitwerkingsbesluit wordt voorafgaand in september een parkeertelling uitgevoerd. Dit doen wij om een 0-meting vast te leggen en vervolgens jaarlijks desgewenst te kunnen bijsturen. Bij deze telling wordt per straat gekeken hoeveel auto s er staan en op wat voor een wijze zij hebben betaald. Op basis daarvan kan men zien hoeveel bewoners, bedrijven en bezoekers er geparkeerd staan. Door ook de automaatgegevens hiernaast te leggen wordt inzicht verkregen in de parkeerduur van de bezoekers (tijd dat men parkeert); de betalingsbereidheid van de bezoekers (het percentage bezoekers dat betaalt) en de betaalwijze (ticket, bezoekersvergunning, 06-parkeren etc.). Deze telling zal in ieder geval jaarlijks in het najaar worden herhaald en is noodzakelijk om beleid en praktijk goed op elkaar te blijven afstemmen College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester, De Secretaris, mr. Th.C. de Graaf P. Eringa Bijlage(n): Notitie Nieuwe parkeerregelgeving voor Nijmegen Verordening parkeerbelastingen Parkeerverordening Privaatrechtelijke parkeertarieven Ter Inzage: Concept aanwijzingsbesluit Concept uitwerkingsbesluit Raadsvoorstel parkeerregelgeving 16-05-07.doc

Directie Grondgebied Openbare Ruimte Ontwikkeling AAN DE GEMEENTERAAD VAN NIJMEGEN Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon (024) 329 91 11 Telefax (024) 323 93 34 E-mail gemeente@nijmegen.nl Postadres Postbus 9105 6500 HG Nijmegen Datum Datum uw brief - Ons kenmerk 07.0017909 Contactpersoon D. Moorees / P. Vellinga Onderwerp Vragen regelgeving parkeren Aantal bijlagen 1 Doorkiesnummer 3292783 / 3299476 Geachte leden van de raad, Woensdag 13 juni heeft u het raadsvoorstel regelgeving parkeren in de kamerronde van de politieke avond behandeld. Tijdens deze vergadering heeft u diverse vragen gesteld. Hieronder gaan wij in op uw vragen. - Hoe zijn de financiën geregeld omtrent de uitbreiding van het gereguleerd gebied (St. Anna, Ooyse Schependom, Hunnerberg en Bottendaal)? In december 2005 heeft u besloten in welke gebieden er de komende jaren betaald parkeren kan worden ingevoerd. Het investeringskrediet dat met deze uitbreiding gemoeid is (aanschaf en plaatsing van betaalautomaten en bebording) heeft u reeds met de begrotingswijziging behorend bij het principebesluit beschikbaar gesteld. Tevens moet er van de nieuwe gebieden een exploitatieoverzicht gemaakt worden. Dit overzicht geeft inzicht in de te verwachten inkomsten en uitgaven en wordt nog formeel door de raad vastgesteld. Conform het principebesluit is een kostendekkende exploitatie van deze gebieden het uitgangspunt. Ter informatie is het concept exploitatie-overzicht bijgevoegd (zie bijlage). - Wat zijn de financiële consequenties van de omzetting van de 550 parkeerplaatsen voor vergunninghouders in betaald parkeerplaatsen? Deze 550 parkeerplaatsen in de binnenstad (dus niet Benedenstad) zijn plaatsen die nu exclusief aan vergunninghouders zijn toegewezen. Op veel momenten staan parkeerplaatsen leeg, die ook gebruikt kunnen worden door bezoekers. Dat geldt zeker voor de doordeweekse dagen. Met dit dubbelgebruik breiden we de capaciteit aan parkeerplaatsen uit zonder te hoeven bouwen. Tot de komst van de twee nieuwe parkeergarages is dat zeer gewenst. Het investeringskrediet dat met deze omzetting gemoeid is (aanschaf en plaatsing van betaalautomaten en bebording) wordt ook beschikbaar gesteld middels de www.nijmegen.nl brief aan raad vragen actualisatie regelgeving

Gemeente Nijmegen Directie Grondgebied Openbare Ruimte Ontwikkeling Vervolgvel 1 begrotingswijziging behorend bij het principebesluit uitbreiding betaald parkeren. Deze omzetting wordt verwerkt in de bestaande exploitatie van de bestaande gebieden. Uitgangspunt is dat deze operatie kostenneutraal uitgevoerd wordt. Er zijn geen financiële consequenties voor vergunninghouders. - Wat gebeurt er nu met de 2 e bewonersvergunning? Algemeen: in alle vergunninggebieden (zowel binnenstad als schilgebieden) wordt de 2 e parkeervergunning voor bewoners een ander product dan de 1 e parkeervergunning voor bewoners. Het belangrijkste verschil is dat de 2 e vergunning wordt verstrekt op basis van tijdelijkheid. Zo kan deze worden ingetrokken als een wachtlijst ontstaat voor 1 e vergunningen. Hiermee voorkomen we dat in een vergunninggebied een huishouden de beschikking heeft over meerdere vergunningen terwijl het andere huishouden geen enkele vergunning heeft. Voor de bestaande houders van 2 e vergunningen geldt een overgangstermijn van 2 jaar. Dus iemand die nu over een 2e bewonersvergunning beschikt hoeft voorlopig niet te vrezen dat hij/zij die kwijtraakt. Specifiek voor de binnenstad: voor het gebied binnen de singels worden geen nieuwe 2e bewonersvergunningen meer uitgegeven. Bestaande 2e bewonersvergunningen blijven gewoon gehandhaafd. Het principe van eventueel intrekken (tijdelijkheid van de 2e bewonersvergunning) gaat over 2 jaar in en wordt toegepast als er aanleiding voor is (in geval van wachtlijsten). Het gaat in de binnenstad momenteel over circa 138 tweede bewonersvergunningen. - Momenteel kennen wij de specifieke en als zodanig aangewezen invalidenparkeerplaatsen. Kan met het uitbreiden van de parkeermogelijkheden met de invalidenkaart het aantal parkeerplaatsen in de nieuwe situatie niet worden verminderd? Gehandicaptenparkeerplaatsen zijn niet bedoeld om gehandicapten gratis te laten parkeren, maar om hen in de nabijheid van een voorziening, werk of woning een redelijke mate van zekerheid op een parkeerplaats te garanderen. De parkeerdruk in de omgeving is daarbij maatgevend. Het al dan niet gratis maken van het parkeren in Nijmegen voor gehandicapten leidt niet tot een lagere parkeerdruk. Het opheffen van dergelijke plaatsen ligt derhalve niet in de rede. - Parkeren op terreinen die zijn afgesloten middels slagboom of hek; in de notitie staat: al zou de gemeente uitsluitend rode auto's willen toelaten in de garage, dan kan dat. Hoe zit dit precies? Het in de notitie genoemde voorbeeld met een lager tarief voor rode auto s is een voorbeeld, waarmee wordt geïllustreerd dat voor het toepassen van tarieven op straat (parkeerbelastingen) een aantal wettelijke criteria gelden, en dat dat voor het parkeren in parkeergarages niet het geval is. De exploitant van een garage, in www.nijmegen.nl brief aan raad vragen actualisatie regelgeving

Gemeente Nijmegen Directie Grondgebied Openbare Ruimte Ontwikkeling Vervolgvel 2 dit geval de gemeente Nijmegen, kan de garage tarieven volledig naar eigen inzicht vaststellen. Wij zijn echter niet van plan om het parkeren voor rode auto s in garages goedkoper te maken en ook niet om slechts een beperkte selectie van personenvoertuigen tot parkeergarages toe te laten. - Verordening Parkeerbelastingen 2007; artikel 6; lid 4; hier staat dat een naheffingsaanslag terstond moet worden betaald. Wat betekent dit? Terstond betalen is een wettelijke term die iets zegt over de inningmogelijkheden van deze vorm van belastingen. Dit lid is afkomstig uit de modelverordening van de VNG. De feitelijke betalingstermijn staat op de acceptgirokaart die de overtreder thuis ontvangt. - Waarom is er sprake van een onderscheid in een zakelijke vergunning op kenteken en een zakelijke vergunning op naam? Een zakelijke vergunning op kenteken is door slechts één auto te gebruiken. Een zakelijke vergunning op naam van het bedrijf is door meerdere auto s te gebruiken. - Wat is het tarief van de passantenvergunning? Voor parkeren in geheel Nijmegen voor een onbeperkt aantal parkeringen is er de passantenvergunning: Per kalenderdag: 13,65 Voor een periode van minimaal 2 tot maximaal 7 dagen: 52,40 Voor een maand of gedeelte daarvan, doch meer dan twee weken: 114,00 - In afdeling III wordt een aantal verbodsbepalingen opgevoerd. Indien overtreding plaatsvindt, wordt gestraft met een hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de eerste categorie. Kan er specifieker aangegeven worden wat de hoogte is van een boete in de eerste categorie? Wat betreft de hechtenis van ten hoogste twee maanden: dit is wettelijk (art. 195 Gemeentewet). De gevangenisstraf is gekoppeld aan de categorie van de overtreding. De maximale hoogte van een boete van de eerste categorie wordt jaarlijks door het Ministerie van Justitie vastgesteld. Het opnemen van het bedrag leidt ertoe dat de parkeerverordening jaarlijks zal moeten worden aangepast. Een verwijzing naar de categorie volstaat derhalve. - Diverse vragen over hoe de wachtlijsten werken. Hoe is de objectiviteit gewaarborgd? Wat is de positie van aanvragers die geen voorkeur hebben aangegeven voor een specifiek gebied? Een aanvrager komt op een wachtlijst als de aanvrager voldoet aan de criteria om voor een parkeervergunning in aanmerking te komen, maar het maximaal aantal uit te geven vergunningen is bereikt. Bij het vrijkomen van vergunningen wordt de wachtlijst op volgorde van www.nijmegen.nl brief aan raad vragen actualisatie regelgeving

Gemeente Nijmegen Directie Grondgebied Openbare Ruimte Ontwikkeling Vervolgvel 3 anciënniteit afgewerkt. Een vergunning wordt uitsluitend verstrekt voor het gebied waarin men woont of werkt. Men kan dus niet zelf kiezen voor een vergunninggebied. In het geval van een wachtlijst kan aan een persoon die op de wachtlijst staat tijdelijk een vergunning voor een ander vergunninggebied, waar nog wel plaats is, worden aangeboden. Dit is de zogenaamde overloopvergunning. De vergunningaanvrager kan in dat geval zelf een keuze maken uit de gebieden waar nog voldoende plaatsen beschikbaar zijn. Indien vervolgens in zijn eigen vergunninggebied een plaats vrij komt, dient hij deze te accepteren en vervalt zijn overloopvergunning. Indien hij niet accepteert, vervalt zijn aanvraag en daarmee ook zijn overloopvergunning. Voorbeeld: In gebied X kunnen maximaal 1000 vergunningen worden verstrekt. De eerste 1000 aanvragers komen in aanmerking voor een vergunning. Aanvrager 1001 komt op de wachtlijst. Hij krijgt een overloopvergunning aangeboden. Hiervoor heeft hij de keuze uit de gebieden U, V of W. Hij kiest voor V, het gebied dat hem het best uitkomt. Na 2 maanden verhuist aanvrager 678 en verliest daarmee het recht op een vergunning voor gebied X. Deze vergunning wordt aan aanvrager 1001 aangeboden. Hij accepteert deze, waarmee zijn overloopvergunning voor gebied V te vervallen. Aanvrager 1002 is nu de eerste op de wachtlijst. - Waarom liggen de uitvoeringsaspecten van de parkeerverordening bij het college? De uitvoeringsaspecten liggen bij het college omdat: Dit deels wettelijk is bepaald (diverse artikelen Gemeentewet, waaronder art. 225). Dit deels voortvloeit uit de dualisering van het bestuur, waarbij de uitvoeringstaken in handen van College van B&W liggen. Dit omwille van snelheid van handelen wenselijk is. Overigens stelt de gemeenteraad kaders aan de wijze waarop het College van B&W uitvoering aan het gemeentelijk parkeerbeleid kan geven. Denk hier naast de parkeerverordening ook aan het principebesluit uitbreiding betaald parkeren en het meerjarenplan tarievenplan. De raad keurt deze goed en alleen binnen die kaders mag het College van B&W de uitvoering ter hand nemen. - De criteria voor het verstrekken van bedrijfsvergunningen worden geobjectiveerd. Gebeurt dit tot nu toe dan op subjectieve basis? In de huidige situatie is dit helaas niet uit te sluiten. Het subjectieve is gelegen in het feit dat de behandelend ambtenaar gegevens van de aanvrager van een zakelijke vergunning moet interpreteren. Deze gegevens zijn deels verifieerbaar (vestigingsplaats, kamer van koophandel nummer) en deels niet (de reden waarom de auto naadzakelijk is voor het bedrijf). Iemand met een goed verhaal, waar of niet, heeft daarom meer kans op een parkeervergunning dan iemand die een minder goed verhaal heeft. Dit kan ertoe leiden dat meneer X die de auto daadwerkelijk nodig heeft, www.nijmegen.nl brief aan raad vragen actualisatie regelgeving

Gemeente Nijmegen Directie Grondgebied Openbare Ruimte Ontwikkeling Vervolgvel 4 maar dit zwak onder woorden kan brengen geen vergunning krijgt, terwijl meneer Y die een wervend verhaal heeft wel een vergunning krijgt. Daar komt bij dat gelijke gevallen mogelijk niet vergelijkbaar zullen worden behandeld om dat de ene ambtenaar misschien net iets meer open staat voor bepaalde argumenten als de andere. Met de huidige regels is dit niet te ondervangen. - Hoe zit het met vergunning gehandicapten? Gehandicapten hoeven geen vergunning aan te vragen. Met de Europese Gehandicaptenparkeerkaart kunnen zij gratis parkeren in Nijmegen (en in Amsterdam en in Rotterdam en in meerdere, doch niet alle, steden in Nederland). De uitgifte van een dergelijke kaart is gekoppeld aan (Europese) regelgeving. Voor Nederland is dit vastgelegd in de regeling gehandicaptenparkeerkaart welke op 1 oktober 2001 door de Minister van Verkeer en Waterstaat is vastgesteld. Met vriendelijke groet, Jan van der Meer Wethouder gemeente Nijmegen Mobiliteit, Milieu, Groen en Recreatie, Stadsregio Arnhem Nijmegen www.nijmegen.nl brief aan raad vragen actualisatie regelgeving

BIJLAGE Uitbreiding parkeerregulering Bottendaal zone 3 (866 parkeerplaatsen) Investering: 15 Parkeerautomaten (incl.btw) 80.325 Bebording en verkeersmaatregelen 20.000 Totaal 100.325 Kapitaallasten annuitair 5,75%, afschrijving 10 jaar 13.600 Exploitatie overzicht Interne verrekeningen Bureau Toezicht 2.700 uur 94.330 Bureau Vergunningen 200 uur 14.000 Bureau Verkeer- en Parkeerbeheer 100 uur 7.000 Kapitaallasten Parkeerautomaten en bebording 13.600 Electriciteit Electriciteit 4.500 Goederen en diensten derden Formulieren en kaarten 900 Onderhoudscontract 12.000 Netwerkcommunicatie parkeerautomaten 21.000 Onvoorzien onderhoud/materialen/div. 900 Onderhoud vernielingen/diefstal 500 Schoonmaak 1.400 Inning chipknip 1.000 Totaal lasten 171.130 Baten Parkeergeldinkomsten 65.657 Vergunningen: Bewoners 1000 69.000 Bezoekers 720 5.400 Fiscalisering (800 naheffingsaanslagen) 37.600 Totaal baten 177.657 Saldo 6.527 Uitbreiding buitengebieden 001_08052007

Uitbreiding parkeeregulering st. Canisiussingel Zone 2 (430 parkeerplaatsen) (Hunnerberg en Ooyse schependom) Investering: 10 Parkeerautomaten (incl.btw) 53.550 Bebording en verkeersmaatregelen 5.000 Totaal 58.550 Kapitaallasten annuitair 5,75%, afschrijving 10 jaar 7.500 Exploitatie overzicht Interne verrekeningen Bureau Toezicht 1.300 uur 45.418 Bureau Vergunningen 50 uur 3.500 Bureau Verkeer- en Parkeerbeheer 30 uur 2.100 Kapitaallasten Parkeerautomaten en bebording 7.500 Electriciteit Electriciteit 3.000 Goederen en diensten derden Formulieren en kaarten 500 Onderhoudscontract 8.000 Netwerkcommunicatie parkeerautomaten 14.000 Onvoorzien onderhoud/materialen/div. 500 Onderhoud vernielingen/diefstal 250 Schoonmaak 900 Inning chipknip 600 Totaal lasten 86.268 Baten Parkeergeldinkomsten 37.020 Vergunningen: Bewoners 400 27.600 Bezoekers 320 2.400 Fiscalisering (500 naheffingsaanslagen) 23.500 Totaal baten 90.520 Saldo 4.252

Uitbreiding parkeeregulering St. Annastraat (112 parkeerplaatsen) Investering: 5 Parkeerautomaten (incl.btw) 26.775 Bebording en verkeersmaatregelen 1.500 Totaal 28.275 Kapitaallasten annuitair 5,75%, afschrijving 10 jaar 4.000 Exploitatie overzicht Interne verrekeningen Bureau Toezicht 300 uur 10.481 Bureau Vergunningen 0 uur Bureau Verkeer- en Parkeerbeheer 0 uur Kapitaallasten Parkeerautomaten en bebording 4.000 Electriciteit Electriciteit 1.500 Goederen en diensten derden Formulieren en kaarten 500 Onderhoudscontract 4.000 Netwerkcommunicatie parkeerautomaten 7.000 Onvoorzien onderhoud/materialen/div. 500 Onderhoud vernielingen/diefstal 250 Schoonmaak 500 Inning chipknip 200 Totaal lasten 28.931 Baten Parkeergeldinkomsten 11.322 Vergunningen: Bewoners : 100 6.900 Bezoekers : 80 600 Fiscalisering (20 naheffingsaanslagen) 940 Totaal baten 19.762 Saldo - 9.169

Nieuwe parkeerregelgeving voor Nijmegen 1. Doelstellingen van het beleid De doelstellingen van het parkeerbeleid zijn opgenomen in de 2004 vastgestelde "Parkeervisie Nijmegen". Parkeren in Nijmegen moet een positieve bijdrage leveren aan de economische en maatschappelijke ontwikkelingen (stedelijke knooppuntontwikkeling). Betaald parkeren is daarbij een middel om het gebruik van het aanwezige parkeerareaal te reguleren ten gunste van bepaalde doelgroepen. Betaald parkeren is een vorm van belasting, waarbij de gebruiker (mee) betaalt aan gewenste maatschappelijke doelen van het parkeerbeleid ten aanzien van bereikbaarheid en leefbaarheid van de stad. 2. Grondslag voor beleid De gemeente Nijmegen reguleert het parkeren voor een belangrijk deel op basis van het prijsmechanisme. Bezoekers moeten op straat en in de garage betalen om te kunnen parkeren. Afhankelijk van de doelgroep betalen zij een tarief. Voor het parkeren op straat (openbare weg) betaalt de parkeerder parkeerbelasting. Parkeerbelasting is een algemene, zakelijke belasting. Het algemene zit erin dat gemeenten vrijelijk kunnen beschikken over de inkomsten. Zij kunnen zelf beslissen wat zij met het geld doen. Het zakelijke karakter van de belasting komt tot uiting in het feit dat persoonlijke omstandigheden geen rol mogen spelen bij de hoogte van het belastingtarief. De handeling (het parkeren) is belast. Het gelijkheidsbeginsel is dan ook een belangrijk uitgangspunt bij het toepassen van parkeerbelasting. De toepassing van parkeerbelasting door een gemeente wordt mogelijk gemaakt in een aantal wetten. Voor de inhoud en toepassing van parkeerbelasting is artikel 225 van de Gemeentewet het centrale punt van de regelgeving. In dit artikel is bepaald dat er twee vormen van parkeerbelasting zijn: a. een belasting ter zake van het parkeren van een voertuig op een bij de belastingverordening dan wel krachtens de belastingverordening in de daarin aangewezen gevallen door het college te bepalen plaats, tijdstip en wijze; b. een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een voertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze. Onder a. wordt verstaan het betalen bij de parkeermeter of via 06-parkeren en dergelijke. De belasting genoemd onder b. betreft het betalen van parkeervergunningen. Feitelijk lopen er dus 2 systemen door elkaar heen. Enerzijds het systeem van betalen aan de automaat en anderzijds het systeem van het parkeren met een vergunning. In tegenstelling van wat sommigen denken is het vergunningsysteem geen vorm van ontheffingen, maar dus een aparte vorm van parkeerbelastingen betalen. Het zakelijke karakter van de belastingen maakt het verstrekken van ontheffingen onmogelijk. Gelijke gevallen moeten gelijk worden behandeld. Wel is het mogelijk om vrijstelling te verlenen. Zo hoeven gehandicapten in Nijmegen niet te betalen. Dit komt omdat de gemeente het parkeren door gehandicapten niet wil reguleren. Er is dus geen enkele noodzaak dat zij 1

parkeerbelasting betalen. Het zelfde geldt voor nood en hulpdiensten bij de uitoefening van hun functie. De gemeente dient met vrijstellingskwesties zorgvuldig om te gaan. Als een belanghebbende aantoont dat het gelijkheidsbeginsel wordt geschonden, kan dat de gemeente voor grote problemen stellen (zie ook uitspraak Hof Leeuwarden 9 maart 2001, nr.00/00537- E-4). Zaken als een hardheidsclausule, waarmee de gemeente maatwerk kan leveren, passen niet in een systeem van parkeerbelastingen. De parkeerbelastingen mogen worden geheven op voor openbaar verkeer openstaande terreinen. Naast wegen betreft het hier niet alleen parkeerterreinen, maar bijvoorbeeld ook zaken als weilanden die bij evenementen als noodparkeerterrein worden gebruikt. Het is niet vereist dat wegen openbaar zijn in de zin van de Wegenwet. Op terreinen of gebouwen die zijn afgesloten middels een slagboom, hek o.i.d. kan een gemeente geen parkeerbelasting heffen. Deze locaties zijn immers fysiek afgesloten. Dit betekent dat de gemeente in de parkeergarages ook geen parkeerbelasting kan heffen. Dit neemt niet weg dat voor het parkeren in parkeergarages betaald moet worden. De gemeente kan, net als private partijen, het parkeren toestaan tegen een tarief. De gemeente treedt als het ware op als ondernemer, met alle verplichtingen en mogelijkheden van dien. Zo kan zij zelf bepalen wie zij toelaat in de garage en welke bedragen zij daarvoor vraagt. Al zou de gemeente uitsluitend rode auto s willen laten in de garage, dan kan dat. Als zij het tarief voor gele auto s hoger wil maken dan voor andere auto s dan kan dat ook. Mensen met kinderen half tarief, geen probleem. Bij toepassing van parkeerbelastingen ligt dat anders. In de wet is bepaald dat de hoogte van het parkeertarief afhankelijk mag worden gesteld van: Het tijdstip dat er wordt geparkeerd De parkeerduur De locatie van de parkeerplaats De grootte van de auto (ingenomen weg oppervlakte) Daarnaast biedt de jurisprudentie de mogelijkheid om bedrijven voor vergunningen andere tarieven te mogen berekenen dan bewoners. Dit betekent dat de mogelijkheden om te differentiëren in tarief beperkt zijn. Het is bijvoorbeeld niet mogelijk om korting te geven als men met 06 parkeren betaald, of een toeslag te leggen op de vergunning als men deze met acceptgiro in plaats van automatische incasso wil betalen. Als men niet, of onvoldoende betaalt, krijgt men een naheffingsaanslag (dus geen boete) opgelegd. De maximale hoogte van de naheffingsaanslag is wettelijk bepaald. De gemeente heeft de vrijheid om een lager bedrag te rekenen. De inkomsten van de naheffingsaanslag vloeien in de gemeentekas. Parkeerbelastingen mogen niet worden geheven als het parkeren door een wettelijk voorschrift is verboden. Dit is de reden dat een auto die op de stoep staat geen naheffingsaanslag, maar een boete wordt opgelegd. Deze boete komt ten goede aan justitie. Deze bepaling maakt de toepassing van een maximum parkeerduur bij parkeerbelastingen discutabel. Na afloop van de maximale parkeertijd geldt een parkeerverbod, waarbij het heffen van parkeerbelasting niet mogelijk is, en er dus geen naheffingsaanslag kan worden opgelegd. 2

3. Locale regelgeving Om parkeerbelastingen te kunnen toepassen dient de gemeente regels vast te stellen. De wetten stellen daar een aantal eisen aan. Daaruit blijkt ook dat zowel de Gemeenteraad als het College van Burgemeester en Wethouders daarbij hun eigen bevoegdheden hebben. Zo moet de gemeenteraad de tarieven vaststellen. Hetzelfde geldt voor de kaders van het beleid. Aan het College de taak om invulling te geven aan het beleid door het aanwijzen van de plaatsen waar betaald parkeren van kracht is, aan te geven hoe moet worden betaald en de spelregels vastte stellen voor de verdeling van de parkeervergunningen. De totale regelgeving bestaat uit 5 besluiten. A. Verordening parkeerbelastingen; B. Parkeerverordening; C. Aanwijzingsbesluit en D. Uitwerkingsbesluit. E. Privaatrechtelijke Parkeertarieven A. Verordening Parkeerbelastingen De Verordening Parkeerbelastingen is de basis voor de toepassing van betaald parkeren. Hierin wordt bepaald dat de gemeente betaald parkeren toepast. Tevens is hierin bepaald wat betaald parkeren inhoud, en hoeveel de verschillende parkeerproducten gaan kosten. Deze verordening moet door de Gemeenteraad worden vastgesteld. In de Gemeentewet is aan het College van Burgemeester en Wethouders opgedragen om de plaats, tijdstip en wijze voor het betaald parkeren te bepalen. B. Parkeerverordening In de Parkeerverordening is geregeld dat de gemeente werkt met parkeervergunningen, en dat het plaatsen van voorwerpen op parkeerplaatsen is verboden. Het gaat hier om de kaders van het beleid. Het College van Burgemeester en Wethouders krijgt de mogelijkheid om nadere regels te stellen. Ook de parkeerverordening wordt door de gemeenteraad vastgesteld. C. Aanwijzingsbesluit In het aanwijzingsbesluit worden de locaties aangewezen waar parkeerbelasting wordt geheven. Zonder deze aanwijzing door het College is het niet mogelijk om parkeerbelasting te heffen. Zoals eerder is beschreven kan het uitsluitend gaan om parkeerplaatsen op de openbare weg of op een openbaar terrein, zolang dat niet is afgesloten door een slagboom, hek of iets dergelijks. Dit besluit wordt vastgesteld door het College en vindt zijn grondslag in de Verordening Parkeerbelastingen en kan daarop pas na vaststelling van deze verordening door het College worden besloten. Bij een uitbreiding van het gebied waar betaald parkeren van toepassing is, wordt het bestaande besluit ingetrokken en vervangen door een nieuw besluit, waarin de uitbreiding is opgenomen. D. Uitwerkingsbesluit Naar aanleiding van de bepalingen uit de Verordening Parkeerbelastingen en de Parkeerverordening heeft het College de opdracht om nadere regelgeving uit te werken. Zij doet dat in het Uitwerkingsbesluit. In dit besluit krijgt de wijze waarop betaald parkeren in Nijmegen toepassing vindt feitelijk vorm. Zo kan het College in dit 3

besluit verschillende parkeerproducten (zoals bewonersvergunning; bezoekersvergunning; 06-parkeren et cetera) opnemen als instrument om het parkeren in Nijmegen en het betalen daarvoor te optimaliseren. De tarieven voor dergelijke producten stelt de raad vast in de Verordening Parkeerbelastingen. Ook het uitwerkingsbesluit is een dynamisch besluit. Niet alleen wordt hierin nieuw beleid verwerkt, ook het aantal uit te geven vergunningen wordt jaarlijks geactualiseerd. E. Privaatrechtelijke parkeertarieven Op straat wordt betaald parkeren gerealiseerd met parkeerbelastingen. Daarnaast is de gemeente ook eigenaar van een aantal parkeergarages en -terreinen die zijn afgesloten met slagbomen. Hier kunnen geen parkeerbelasting worden geheven. Voor deze locaties treedt de gemeente niet op als bestuursorgaan, maar als rechtspersoon. De gemeente exploiteert garages, zoals ook commerciële partijen dat doen. Zij heeft daarbij dezelfde rechten en plichten als deze partijen. De bepalingen ten aanzien van parkeerbelastingen zijn niet van toepassing op deze locaties. Omdat de gemeente bij de exploitatie optreedt als ondernemer, moet zij voor dit deel de regels voor ondernemers hanteren, zoals een BTW boekhouding voeren. De tarieven van de parkeergarages hebben een relatie met de tarieven op straat. Hoewel het niet wettelijk is bepaald, ligt het daarom voor de hand dat de gemeenteraad de regie voert over alle gemeentelijke parkeertarieven; dus ook de tarieven voor de parkeergarages. Deze tarieven zijn opgenomen in een apart besluit: Privaatrechtelijke Parkeertarieven In de volgende tabel zijn de belangrijkste punten samengevat. 4

5

4. Actualiseren en herstructureren van de regelgeving voor parkeren De Nijmeegse Parkeerverordening dateert alweer uit 2001. Dit was de tijd dat in parkeergarages nog geen achteraf betalen plaatsvond. Sindsdien is er veel gewijzigd. Niet alleen zijn de parkeergarages uit het fiscale areaal te onttrokken door deze van slagbomen te voorzien, ook zijn er kleine wijzigingen in het beleid doorgevoerd die niet of onvoldoende in de parkeerverordening zijn opgenomen. Te denken valt bijvoorbeeld aan de autodatevergunning. De Evaluatie gebiedsparkeren en de Parkeerbalans geven aanleiding om het bestaande parkeerareaal beter te benutten. In de binnenstad worden de vergunninggebieden samengevoegd In de binnenstad worden circa 550 vergunninghoudersplaatsen omgezet in betaald parkeerplaatsen Deze maatregelen hebben als gevolg dat de bestaande regelgeving moet worden aangepast. Deze gelegenheid is aangegrepen om de totale parkeerregelgeving van Nijmegen te actualiseren en te herstructureren. De structuur van de regelgeving voldoet niet meer aan de eisen die daaraan worden gesteld. De hierboven verdeling van taken en bevoegdheden komt binnen de bestaande documenten onvoldoende tot uiting. Zo is nog onvoldoende rekening gehouden met het duale stelsel, waarin het gemeente bestuur werkt. Daarbij komt dat het overzicht van de regelgeving op dit moment sterk afhangt van personen in de organisatie die een goed zijn ingevoerd in de besluitvorming omdat zij het hele traject hebben meegemaakt. Het is wenselijk om deze afhankelijkheid los te laten en de regelgeving inzichtelijk te laten zijn voor Burger, Bestuur en Ambtenaar. Bij het actualiseren en herstructureren van de regelgeving gaat het primair om de inrichting van de regelgeving. De inhoudelijke verandering zijn beperkt en veelal het gevolg van eerder door de gemeenteraad genomen beslissingen en de gevolgen van de vergroting van de vergunninggebieden en de omzetting van de vergunninghoudersparkeerplaatsen. De nieuwe parkeerregelgeving bestaat uit 5 elementen A. Verordening parkeerbelastingen; B. Parkeerverordening; C. Aanwijzingsbesluit en D. Uitwerkingsbesluit. E. Pivaatrechtelijke Parkeertarieven De vaststelling van de elementen A, B en E geschiedt door de Gemeenteraad. Als de betreffende besluiten zijn genomen stelt het College van Burgemeester en Wethouders, de elementen C en D vast. De inhoudelijke wijzingen zijn beperkt en komen in het volgende blok aan de orde. De belangrijkste wijziging is dat de uitvoerende aspecten van de Parkeerverordening zijn verplaatst naar het Uitwerkingsbesluit. In dit uitwerkingsbesluit zijn ook de definities van de 6

vergunninggebieden opgenomen, waarbij de samenvoeging van de gebieden is verwerkt en al is geanticipeerd op mogelijke uitbreidingen. Feitelijk zijn hiermee verantwoordelijkheden gelegd waar deze thuis horen. Ook de splitsing van de oorspronkelijke Verordening Parkeerbelastingen in een nieuwe verordening die uitsluitend handelt over parkeerbelastingen en apart besluit over de overige tarieven springt in het oog. In onderstaande tabel zijn de gevolgen van de herstructurering van het beleid weergegeven. Wat is waar terug te vinden: Parkeerverordening oud nieuw waar? Artikel 1 Definities Artikel 1 parkeerverordening Artikel 2 Aanwijzen plaatsen en tijden Artikel 7 verordening parkeerbelastingen Artikel 3 Parkeervergunning; lid 1 Artikel 3 parkeerverordening Artikel 3 Parkeervergunning; lid 5 Artikel 4 parkeerverordening Artikel 3 Parkeervergunning; lid 2 t/m 4 en 6 uitwerkingsbesluit Artikel 4 Aanvragen vervallen Artikel 5 Bewonersparkeervergunning uitwerkingsbesluit Artikel 6 Zakelijke parkeervergunning uitwerkingsbesluit Artikel 7 Geldigheidsduur parkeervergunning uitwerkingsbesluit Artikel 8 Wachtlijst Artikel 7 parkeerverordening Artikel 9 Bezoekersvergunning uitwerkingsbesluit Artikel 10 Gegevens Artikel 5 parkeerverordening Artikel 11 Wijzigingen Artikel 6 parkeerverordening Artikel 12 Intrekken of wijzigen vergunning uitwerkingsbesluit Artikel 13 (verbodsbepaling) Artikel 9 parkeerverordening Artikel 14 (verbodsbepaling) Artikel 9 parkeerverordening Artikel 15 (verbodsbepaling) Artikel 9 parkeerverordening Artikel 16 (strafbepaling) Artikel 10 parkeerverordening Artikel 17 (bevoegdheid tot handhaven) vervallen Artikel 18 Diefstal, verlies of vermissing Artikel 8 parkeerverordening Artikel 19 (citeertitel)) Artikel 12 parkeerverordening Artikel 20 (overgangsbepalingen) Artikel 11 parkeerverordening nieuw (regulering van het parkeren) Artikel 2 parkeerverordening Verordening parkeerbelastingen oud nieuw waar? Artikel 1 Begripsomschrijvingen Artikel 1 verordening parkeerbelastingen Artikel 2 Belastbaar feit Artikel 2 verordening parkeerbelastingen Artikel 3 Belastingplicht Artikel 3 verordening parkeerbelastingen Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak Artikel 4 verordening parkeerbelastingen Artikel 5 Ontstaan van de belastingschuld Artikel 5 verordening parkeerbelastingen Artikel 6 Wijze van heffing en termijnen van betaling Artikel 6 verordening parkeerbelastingen Artikel 7 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen Artikel 7 verordening parkeerbelastingen Artikel 8 Kosten naheffingsaanslag Artikel 8 verordening parkeerbelastingen Artikel 9 Vrijstelling gehandicapten Artikel 9 verordening parkeerbelastingen Artikel 10 Kwijtschelding Artikel 10 verordening parkeerbelastingen Artikel 11 Nadere regels door het college van B&W Artikel 11 verordening parkeerbelastingen Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel Artikel 12 verordening parkeerbelastingen 7

Verordening parkeerbelastingen; tarieventabel oud nieuw waar? I A. Parkeervoorzieningen; voor zover op openbare weg II A verordening parkeerbelastingen I A. Parkeervoorzieningen; voor achterslagboom artikel 1 A privaatrechtelijke parkeertarieven I B II B verordening parkeerbelastingen I C II C verordening parkeerbelastingen I D II D verordening parkeerbelastingen I E II E verordening parkeerbelastingen I F artikel 1 C privaatrechtelijke parkeertarieven I G artikel 1 C privaatrechtelijke parkeertarieven II A I A; I B verordening parkeerbelastingen II B artikel 1 B privaatrechtelijke parkeertarieven II C I C verordening parkeerbelastingen II D I D verordening parkeerbelastingen II E I E verordening parkeerbelastingen II F I F verordening parkeerbelastingen II G I H verordening parkeerbelastingen II H I I verordening parkeerbelastingen II I I J; I K verordening parkeerbelastingen II J I L verordening parkeerbelastingen II K II G verordening parkeerbelastingen II L II H verordening parkeerbelastingen II M Artikel 1 B privaatrechtelijke parkeertarieven 5. Veranderingen in het beleid De inhoudelijke veranderingen in het beleid zijn beperkt. Ze hebben vooral betrekking op de individuele doelgroepen. In de meeste gevallen is sprake van een uitbreiding van de mogelijkheden. Het parkeren wordt makkelijker gemaakt. Een soort vergunning (uitvoering van reeds vastgesteld beleid: raadsbesluit parkeerbalans binnenstad) Een van de belangrijkste veranderingen is dat het verschil tussen een parkeervergunning voor vergunninghoudersplaatsen of parkeerapparatuurplaatsen verdwijnt. Door de omzetting van circa 550 vergunninghoudersplaatsen naar betaald parkeerplaatsen (op deze parkeerplaatsen kan zowel door bezoekers als door vergunninghouders geparkeerd worden) en de samenvoeging van vergunninggebieden is betaald parkeren de norm geworden voor parkeerregulering. Alle andere maatregelen zijn uitzonderingen. Voor de vergunninghouder heeft dit als gevolg dat hij met zijn vergunning mag parkeren op alle parkeerplaatsen in zijn vergunninggebied. Voor de bewoners in de binnenstad betekent dat zij hun vergunning op meer parkeerplaatsen kunnen gebruiken. Tijdelijke 2 e vergunning (nieuw beleid) Nieuw is dat de 2 e parkeervergunning voor bewoners een ander product wordt dan de 1 e parkeervergunning voor bewoners. Het belangrijkste verschil is dat de 2 e vergunning wordt verstrekt op basis van tijdelijkheid. Zo kan deze worden ingetrokken als een wachtlijst ontstaat voor 1 e vergunningen. Het mag niet zo zijn dat in een vergunning gebied een huishouden kan beschikken over meerdere vergunningen en het andere huishouden niet kan beschikken over een enkele vergunning. Voor de bestaande houders van 2 e vergunningen geldt een overgangstermijn van 2 jaar. 8

Uitgifte van bedrijfsvergunningen op basis van feitelijk gebruik van vergunningen in een vergunninggebied (nieuw beleid) Uitgangspunt bij de verdeling van parkeervergunningen is de optimale benutting van het beschikbare areaal. Bij een procentuele toewijzing van bedrijfsvergunningen is van optimale benutting geen spraak. Er worden te veel of te weinig vergunningen verstrekt. Als het juiste aantal wordt verstrekt, is sprake van toeval. Deze vorm van toewijzen van parkeervergunningen aan bedrijven wordt in de toekomst uitsluitend nog gehanteerd bij uitbreidingen van het betaald parkeren. Na circa een jaar worden parkeertellingen gehouden. Hierbij wordt gekeken welk betaalbewijs (bewonersvergunning, ticket etc.) de parkeerder achter zijn ruit heeft zitten Indien blijkt dat er voldoende ruimte is kunnen meer bedrijfsvergunningen worden verstrekt. Op die wijze wordt het beschikbare parkeerareaal optimaal benut. Objectieve uitgifte criteria voor bedrijfsvergunningen (nieuw beleid) De bestaande criteria voor bedrijfsvergunningen zijn subjectief. Of een bedrijf een vergunning heeft hangt af van het verhaal van de aanvrager en de beoordeling daarvan van de behandelend ambtenaar. Dit maakt het risico dat gelijke gevallen ongelijk worden behandeld aanzienlijk. Daarom voorziet de nieuwe regelgeving in een objectief criterium, te weten de personeelsomvang. Deze wijzing in criteria heeft geen gevolgen voor het aantal te verlenen bedrijfsvergunningen. Houders van vergunningen die deze op basis van de bestaande regelgeving hebben gekregen, behouden deze vergunning nog tot 1 januari 2010. Bedrijfsvergunningen niet meer beschikbaar voor bedrijven die niet in het gereguleerde gebied zijn gevestigd (nieuw beleid) In de oorspronkelijke regelgeving komt een bedrijf dat niet in het fiscale gebied is gevestigd, in aanmerking voor een parkeervergunning als hij in het bedtreffende gebied werkzaamheden verricht. Dit betekent dat niet alleen aannemers, maar ook bedrijven als adviseurs van de gemeente in aanmerking komen voor een bedrijfsvergunning. Gelet op de wachtlijsten voor bedrijfsvergunningen is dat niet meer mogelijk in de nieuwe regelgeving. Deze vergunning is bedoeld voor bedrijven die in het betaald parkeergebied gevestigd zijn. Bedrijven die van buiten komen kunnen gebruik maken van de passantenvergunning of 06-parkeren. Voor deze bedrijven stijgen de parkeerkosten van 27,60 c.q. 41,30 tot 114,- per maand. Voor bestaande vergunninghouders is een overgangstermijn van 2 jaar voorzien. Vergunningen in de garage worden abonnementen (formalisering van bestaand beleid) De splitsing van de tarieven in belastingtarieven en garagetarieven heeft voor de houder van een vergunning in de garage geen praktische gevolgen. Hij kan gewoon in de garage blijven parkeren. Hij maakt daarbij alleen geen gebruik meer van een vergunning, maar van een abonnement. Stimuleren incasso betalingen voor abonnementen en vergunningen (nieuw beleid) Om de administratieve last te beperken worden vergunningen niet meer voor een periode van 3, maar van 6 maanden verstrekt. De houder van de vergunning heeft de keuze om het gehele bedrag in eens te betalen per acceptgirokaart of aan de balie, of om te betalen via automatische incasso. De vergunninghouder betaalt dan maandelijks 1/6 van het verschuldigde bedrag. 9