UNIVERSITAIRE ZIEKENHUIZEN LEUVEN PATIËNTENINFO URETEROSCOPIE
INHOUD INLEIDING 3 INLEIDING..................................................3 NORMALE WERKING VAN HET URINESTELSEL.........................4 WAT IS EEN URETEROSCOPIE?....................................7 PREOPERATIEVE ONDERZOEKEN...................................8 PREOPERATIEVE VOORBEREIDING..................................9 DE OCHTEND VAN DE INGREEP..................................10 VERLOOP VAN DE INGREEP.....................................11 NAZORG...................................................13 TOTALE OPNAMEDUUR.........................................15 ONTSLAG UIT HET ZIEKENHUIS..................................16 PRAKTISCHE GEGEVENS........................................17 NOTITIES..................................................18 U werd in het ziekenhuis opgenomen op de dienst Urologie voor een heelkundige ingreep, meer bepaald een ureteroscopie. Onderzoek heeft aangetoond dat er een steen aanwezig is in uw urineleider (ureter). Wanneer een behandeling met de niersteenvergruizer geen resultaat heeft gehad of wanneer deze methode voor u niet geschikt lijkt, wordt een ureteroscopie toegepast. In deze brochure vindt u bijkomende informatie over het verloop van uw verblijf in het ziekenhuis en bijzonderheden over deze ingreep. Hebt u na het lezen van deze brochure nog bijkomende vragen, aarzel dan niet om ze met de artsen en verpleegkundigen van de dienst Urologie te bespreken. Wij wensen u een spoedig herstel en een aangenaam verblijf in ons ziekenhuis. Het medische en verpleegkundig team van de dienst Urologie. Eenheid 660, 661, 614 en 604
4 NORMALE WERKING VAN HET URINESTELSEL 5 Het overtollige voedsel en vocht in ons lichaam wordt verwijderd onder de vorm van stoelgang en urine. De organen die een belangrijke rol spelen bij de urinevorming worden achtereenvolgens in het kort besproken. DE NIEREN De nieren zijn twee boonvormige organen, gelegen aan weerszijden van de wervelkolom. Ze zorgen ervoor dat schadelijke afvalstoffen uit het bloed verwijderd worden en dat overtollig water en zouten uit het lichaam verdwijnen. Die afvalstoffen en het overtollige water vormen samen de urine. Nieren en urinewegen, ligging t.o.v. middenrif en wervelkolom (links), Nieren en urinewegen, ligging t.o.v. de buikorganen (rechts). DE URINELEIDERS (URETERS) Vanuit de nierbekkens gaat de urine, via twee fijne buisjes, namelijk de urineleiders of ureters, naar de blaas. DE BLAAS De blaas werkt als een reservoir voor de urine.als hij leeg is, is de blaas een afgeplat orgaan, gevuld kan de blaas tot aan de navel reiken. Zodra de blaas gevuld is, geven de hersenen een signaal om te plassen. Bij het plassen gaat de sluitspier open, de bekkenbodemspieren ontspannen en de spieren van de blaaswand trekken samen. Zo wordt de urine uit de blaas verwijderd. DE URINEBUIS (URETHRA) De urinebuis of urethra brengt de urine van de blaas naar buiten. Bij de vrouw ligt de urinebuis vlak voor de vagina, bij de man in de penis. nier ureter nier nier nier ureter ureter ureter blaas urethra
6 WAT IS EEN URETEROSCOPIE? PREOPERATIEVE ONDERZOEKEN 7 Een ureteroscopie of URS wordt uitgevoerd als er een te grote steen aanwezig is in de urineleider (ureter), als er een zwelling aanwezig is rond de steen of als de urineleider geblokkeerd of vernauwd is. Bedoeling is de steen, via een dun buisje dat in de urinebuis wordt ingebracht, met behulp van speciaal instrumentarium te grijpen en te verwijderen. Eventueel kan men beslissen om een stent te plaatsen. Dit is een dun hol buisje tussen nier en blaas. Ureteroscopie is een veilige operatiemethode, dankzij de verregaande ontwikkeling van de instrumenten waarmee wordt geopereerd. Nierstenen Afhankelijk van uw leeftijd en op doktersadvies moet u een aantal preoperatieve onderzoeken ondergaan. Dit kan reeds gebeurd zijn vooraleer u in het ziekenhuis werd opgenomen. Indien niet, zullen deze onderzoeken in het ziekenhuis, voorafgaand aan de operatie, uitgevoerd worden. Meestal worden de volgende onderzoeken gepland: een bloedname; een urineonderzoek; een RX Thorax: dit zijn röntgenopnames van de longen. Dit duurt ongeveer vijf minuten en is volledig pijnloos; een e.c.g. of elektrocardiogram: dit is een film van het hart, die ons informatie geeft over het functioneren van uw hartspier. Hierbij worden zuignapjes op uw borstkas geplaatst. Het onderzoek duurt een vijftal minuten en is volledig pijnloos; een RX nierstreek blaasstreek en echo nier blaas: dit zijn röntgenen echografische opnamen van de nieren en blaas. Dit onderzoek duurt ongeveer tien minuten en is volledig pijnloos. Het wordt uitgevoerd om de precieze locatie van de steen vast te stellen. Als u de avond vóór de operatie wordt opgenomen, zal de anesthesist (de arts die zorgt voor de verdoving tijdens de operatie) u een bezoekje brengen. Dit kan ook reeds vooraf gebeurd zijn op de preoperatieve raadpleging anesthesie.
8 PREOPERATIEVE VOORBEREIDING DE OCHTEND VAN DE INGREEP 9 Voor de operatie kan plaatsvinden, moet u voorbereid worden: De avond vóór de operatie (rond 20 uur) wordt u een klein lavement toegediend en krijgt u twee pilletjes om de stoelgang te bevorderen. Omdat u verdoving krijgt, moet u nuchter blijven vanaf middernacht. Nuchter blijven betekent niet eten, niet drinken en niet roken. Het uur van operatie wordt u s avonds meegedeeld door de verpleegkundige die voor u verantwoordelijk is. Make-up (onder andere nagellak) moet verwijderd worden. Als u wilt, kunt u tijdig gewekt worden, zodat u een douche of bad kan nemen. Daarna gebeurt de temperatuurcontrole. Vlak vóór het vertrek naar de operatiekamer zal u gevraagd worden: te wateren; juwelen, piercings, bril, lenzen, oorapparaat, tandprothese enzovoort te verwijderen; een operatiehemd en speciale kousen aan te trekken (de kousen bevorderen de bloedsomloop tijdens en na de operatie). De verpleegkundige overloopt vervolgens een controlelijst met specifieke informatie voor de operatiezaal en bezorgt u een kalmerend geneesmiddel, als voorbereiding op de verdoving. Dan brengt men u naar de operatiezaal.
10 VERLOOP VAN DE INGREEP NAZORG 11 DUUR VAN DE INGREEP U bent ongeveer drie uur weg van uw kamer. Hier is ook de tijd inbegrepen die u na de operatie in de ontwaakruimte doorbrengt. De operatie zelf duurt tussen de 15 en 45 minuten, afhankelijk van de grootte en de locatie van de steen. NARCOSE OF VERDOVING De ingreep zal onder algemene narcose gebeuren, u wordt volledig in slaap gedaan. WONDE EN GEBRUIKTE OPERATIETECHNIEK Alhoewel uitwendig geen wonde te zien is na de ingreep, moet de ingreep toch gezien worden als een operatie. Hierbij zal de chirurg, nadat u onder algemene verdoving bent gebracht, via de urethra (plasbuis) een ureteroscoop (een dunne holle buis) inbrengen tot in de urineleider (ureter). Langs deze ureteroscoop brengt de geneesheer aangepaste instrumenten in om de steen te verwijderen. Soms is het mogelijk de steen met behulp van speciale instrumenten (paktang, korfje) vast te pakken en geheel te verwijderen. Het kan zijn dat de steen eerst verkleind moet worden door een laser. Daarna worden de kleine deeltjes van de steen verwijderd. Na de verwijdering van de steen(deeltjes) wordt soms een dun buisje ( stent ) achtergelaten in de urineleider om de urineafvloei te vergemakkelijken en kolieken te voorkomen. Soms wordt ook een blaassonde geplaatst, dit is een sonde die vanuit de blaas, via de urinebuis, tot buiten het lichaam komt. DE DAG VAN DE INGREEP Als u van het operatiekwartier op de kamer aankomt, hebt u een infuusleiding in de arm, waarlangs (op vraag) pijnstillende medicatie kan toegediend worden. Mogelijk hebt u nog pijn, die veroorzaakt wordt door de zwelling in de urineleider. Hiervoor kunt u pijnstillende medicatie vragen. U kunt gewoon wateren (tenzij u een blaassonde hebt), maar de urine kan rood van kleur zijn (dit is normaal). Ook kunt u een drukkend gevoel ervaren in de blaas en de nieren. Wanneer de urine erg bloederig is, heeft de chirurg waarschijnlijk via de plasbuis een blaassonde geplaatst. De urine kan dan gemakkelijk afvloeien in een opvangzak. Deze sonde kan spasmen (krampen) veroorzaken. U kunt hiervoor pijnstillende medicatie krijgen. Na de operatie moet u nog enkele uren in bed blijven rusten. Als er zich geen problemen voordoen (bijvoorbeeld misselijkheid) moet u na een volledige verdoving tot twee uur na het beëindigen van de ingreep wachten vooraleer u mag drinken. s Avonds krijgt u een licht avondmaal. De volgende dag mag u terug normaal eten. Uw thuismedicatie mag u na de operatie verder nemen. Eén grote uitzondering hierop vormen de bloedverdunners. Deze moeten trouwens minstens een week vooraf aan de ingreep gestopt worden. Een tip: breng bij een opname in het ziekenhuis steeds de verpleging op de hoogte van de medicatie die u thuis neemt en vraag wanneer u deze na de operatie terug mag innemen.
12 TOTALE OPNAMEDUUR 13 VERDER VERLOOP Het infuus mag, altijd na advies van de arts, verwijderd worden de ochtend na de ingreep. De blaassonde zal eveneens de ochtend na de ingreep verwijderd worden, na advies van de behandelende arts. Na het verwijderen van de blaassonde krijgt u een antisepticum (geneesmiddel om de urine te ontsmetten) toegediend. Dit geneesmiddel moet u thuis gedurende tien dagen verder innemen.als er een stent geplaatst werd, moet u dit antsepticum verder innemen tot de stent verwijderd wordt. U mag het ziekenhuis de dag na de ingreep verlaten, afhankelijk van het moment van opname, het tijdstip van de operatie en het verloop van de ingreep.
14 ONTSLAG UIT HET ZIEKENHUIS PRAKTISCHE GEGEVENS 15 Als u goed kunt wateren, mag u in principe na consult en advies van de arts, in de loop van de namiddag het ziekenhuis verlaten. Als een stent geplaatst werd, schrijft de arts u een antisepticum voor dat u bij de apotheek moet afhalen. De arts bepaalt hoe lang de stent ter plaatse blijft. Het verwijderen van de stent zal na afspraak op consultatie gebeuren (onder plaatselijke verdoving). Ga na of u, bij uw ontslag uit het ziekenhuis, over de volgende informatie beschikt: ontslagbrief bestemd voor uw huisarts; afspraak voor de controleraadpleging; eventueel afspraak voor verwijderen stent; voorschrift voor een antisepticum; eventueel andere voorschriften of attesten. ARTSEN Prof. Van Poppel Prof. De Ridder Prof. Bogaert Dr. Van Cleynenbreugel Dr. Joniau HOOFDVERPLEEGKUNDIGEN Petra Imbrechts Jan Hendrickx Erna Ruers SOCIAAL WERKSTER Nele Vandingelen PASTOR Willy Staessens
16 NOTITIES NOTITIES 17
2005 Universitaire Ziekenhuizen Leuven Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Algemene Directie van de Universitaire Ziekenhuizen Leuven. Ontwerp en realisatie De tekst van deze brochure werd opgesteld door de dienst Urologie in samenwerking met de dienst communicatie. Verantwoordelijke uitgever Dienst Communicatie Universitaire Ziekenhuizen Leuven Herestraat 49, 3000 Leuven Tel. 016 34 49 00 www.uzleuven.be juli 2005