Verbindingsleiding 02 IO150222.2 30.30.S30.30.S6VKWW COMFORT SYSTEM 30.34Pro VOOR 4-, en 4,5-PIJPSYSTEMEN TYPE 30.12 HR
INHOUDSOPGAVE COMFORT SYSTEM 30.34 PAG. Principeschema voedingsysteem 2 Omschrijving voedingsysteem 3 De regelset Vooraanzicht 30.34Pro 4 De werking 5 Besturing 5 Bedrijfsfuncties 6 Projecttoepassingen 7 Maten en technische gegevens 8 Aansluitingen 8 Voeding HTV/HTK Sanitair Radiator en vloerverwarming Montageadviezen 9 Aansluitschema s 10 Principeschema zoneregeling 11 Kamerthermostaat en besturing 12 Bedieninginstructie en warmtemeting 13 Werking en controle verwarmen 14 koelen 15 Storingshandleiding 16 Onderdelen 17 TCB vof 2010 Wijzigingen voorbehouden 01
02 4,5-PIJPVOEDINGSYSTEEM MET PASSIEVE KOELING
COLLECTIEF SYSTEEM VOOR VLOERVERWARMING/KOELING EN WARM WATER Voedingsysteem verwarmen/koelen. Als voedingsbron voor verwarmen en koelen wordt een warmtepomp geïnstalleerd met als medium b.v. koud (bron) water. Bodemwisselaars kunnen op diverse manieren uitgevoerd worden en is hierbij afhankelijk van zowel bodemstructuur als infrastructuur. De warmtepomp ontrekt warmte uit het bronwater. Deze warmte wordt in een buffervat gepompt en op een temperatuur gebracht van ca 50 ºC. Dit buffervat wordt aangesloten als een open verdeler. Voor het HTV systeem is 70 ºC nodig en hiervoor worden hulpketels geïnstalleerd. Bij toepassing van een gasmotor warmtepomp dienen de ketels voor calamiteiten. Van hieruit wordt een doorgeluste ringleiding door het wooncomplex aangebracht met stijgof valstrangen naar de woningen. De regeling verwarmen. Het HTV systeem staat continu stand-by en levert dus warm water aan de woning van 70 ºC. Dit voedingswater wordt zowel voor productie van warm tapwater als voor verwarming van de woning gebruikt. Dit wordt in de afleverset proportioneel terug geregeld naar de opgegeven temperatuur die nodig is volgens ontwerp. Hierbij dient men rekening te houden met een Noord- en Zuidsituering van appartementen. In de doorgeluste ringleiding dient een regelafsluiter of drukverschilregelaar gemonteerd te worden. De voedingspomp dient voorzien te worden van een delta-p regeling. Einde van de strangen doorlussen met daarin een voetventiel of drukverschilregelaar om het debiet te regelen. De regeling koelen. Daar het gehele jaar warmte en koeling wordt aangeboden is in het hiernaast aangegeven principeschema uitgegaan van passieve koeling waarmee de voedingsbron geregenereerd kan worden. De voedingspomp dient voorzien te worden van een delta-p regeling en dienen de strangen op het eind doorgelust te worden met of een regelafsluiter of drukverschilregelaar. Warm tapwater. Voor warm tapwater wordt in de stookruimte een HR ketel(s) geïnstalleerd welke in serie met het buffervat worden aangesloten. Het vermogen van deze is als volgt: aantal woningen x 21 KW x 0,4 Ook voor deze installatie wordt een ringleiding aangelegd met een doorlussing. In de lus een drukverschilregelaar of regelafsluiter monteren. Einde van de strangen doorlussen met daarin een voetventiel om het debiet te regelen. De pomp dient voorzien te worden van een Delta-P regeling. Tapcapaciteit warm water is 6 l/min van 60 ºC (CW3) en hiervoor is primair een debiet nodig van 620 l/h. Capaciteit van de transportpomp: aantal woningen x 620 l/h x 0,4 Opvoerhoogte wordt bepaald door drukverlies van hoofdleiding en strangen. Stooktemperatuur voor dit systeem 70/40 ºC. Dit HTV systeem wordt tevens gebruikt voor het verwarmen van de woningen. Debietregeling. Het advies is om de aanvoer HTV van de afleverset te voorzien van een regelafsluiter. Instelling hiervan dient 620 l/h voor warm tapwater plus 250 l/h voor extra radiatoren = 870 l/h te zijn. Installatiedruk. Daar er met twee systemen wordt gewerkt (HTV en HTK) is het advies om in de technische ruimte drukcompensatie toe te passen om te voorkomen dat er verschillende drukken op de afleverset komen te staan. Dit kan de goede werking verstoren alsmede storende waterslag tot gevolg hebben. 03
04 VOORAANZICHT COMFORT SYSTEM 30.34Pro
PRINCIPESCHEMA COMFORT SYSTEM 30.34Pro Algemeen. De afleverset Comfort System, type 30.34 is specifiek ontwikkeld voor toepassing in een collectief voedingsysteem met enerzijds een HTV systeem vanuit een warmtenetwerk of bestaande cv installatie en anderzijds een HTK systeem met warmtepompen als basis. Verder is er uitgegaan van continu aanleveren van HTV voor bereiding van warm tapwater en warmte voor de vloerverwarming. Ook wordt continu koelwater aangeboden. Het klimaat in Nederland kan van dag tot dag sterk verschillend zijn en waarbij b.v. vandaag koeling gewenst is doch morgen weer behoefte is aan enige warmte. Energie kan met één warmtemeter geregistreerd worden Warm tapwater. De afleverset is standaard voorzien van een platenwisselaar met comfortklasse CW4 wat zeggen wil 8 l/min van 60 ºC. Optie is om naar CW3 te gaan (6 l/min) Warm water tappen en gelijktijdig koelen is mogelijk. Bedrijfsfunkties. Vloerverwarming wordt het gehele jaar door gevoed met HTV. Warmtebehoefte kan ingesteld worden door de kamerthermostaat. Warm watervraag. - flowswitch sluit - CV-1 open - CV-2 dicht - poort A-dwk open (2x) - pomp op laag toeren Warmtevraag. - CV-1 dicht - badkamer open - CV-2 proportioneel openen en menginjectie via bypass - poort A-dwk open - pomp op laag toeren - Koelvraag. - CV-1 dicht - CV-2 proportioneel openen en menginjectie via bypass - poort B-dwk open - badkamer dicht - pomp op hoog toeren - controle of HTK wordt aangevoerd 05
06 BEDRIJFSFUNCTIES 30.34Pro
PROJECT TOEPASSING Project toepassing. Voor het toepassen van het Comfort System dienen we onderscheid te maken tussen twee soorten woningbouw projecten: - appartementen laag- en etagebouw - appartementen in woontorens Daarnaast kunnen de binneninstallaties uitgevoerd worden met: - standaard 1 kamerthermostaat voor regeling verwarmen/koelen - zoneregeling volgens GIW Woontorens. Bij toepassing van dit systeem in woontorens van 13 etages of hoger zal de werkdruk op de onderste etage ca 500 Kpa of hoger bedragen. Voorkomen moet worden dat deze werkdruk ook in de vloerverwarmingsbuis optreed. De v.v. verdeler dient derhalve uitgevoerd te worden met een scheidingswisselaar alsmede expansievat, vul- en aftapkraan, circulatiepomp en veiligheidsventiel. Ontwerptemperatuur van het voedingsysteem dient aangepast te worden i.v.m. overdrachtverlies van de scheidingwisselaar. Laag- of etagebouw. Voor toepassing van deze regelset in laag- of etagebouw zijn twee mogelijkheden. Principe standaard Principe standaard met scheidingwisselaar Standaard is de uitvoering met alleen een kamerthermostaat in de woonkamer. (V/K) Principe met zoneregeling Principe met scheidingwisselaar en zoneregeling Het type 30.34 is geschikt voor toepassing van zoneregeling volgens GIW. Met dit toestel wordt separaat een zonemodule geleverd waar alle kamerthermostaten en de zonekleppen op aangesloten worden.zie ook pag. 11. Indien zoneregeling wordt toegepast dient de v.v. verdeler tevens voorzien te zijn van een bypass met drukverschilregelaar. Verdere uitvoering van de verdeler is gelijk aan de standaard uitvoering met scheiding. 07
MATEN EN TECHNISCHE GEGEVENS CV vermogen maximaal kw 17.6 Aansluitingen (6x) mm 22 knel Max. temperatuur ºC 50 Drukverlies bij 500 l/h kpa 24 Max. drukverschil kpa 80 Kamerthermostaat 3 draads vac 24 Sanitair Tapdebiet (sec.) bij 70/40 l/min 8 Taptemperatuur bij 70 ºC ºC 60 Debiet primair l/h 785 Drukverlies primair kpa 24 Drukverlies secundair kpa 21 Aansluitingen mm 15 knel Min. voordruk kpa 150 Elektrische voeding v/hz 230/50 Max. opgenomen vermogen w 96 Nullastvermogen w 16 Gewicht kg 26 A : retour HTV B : aanvoer HTV C : aanvoer HTK D : retour HTK G : retour V.V. H : aanvoer radiator I : koud water J : warm water Ø 22 mm knel Ø 22 mm knel Ø 22 mm knel Ø 22 mm knel Ø 22 mm knel Ø 15 mm knel Ø 15 mm knel Ø 15 mm knel 08
MONTAGE ADVIEZEN Voedingsysteem. Voor de aansluiting van de voedingsystemen worden standaard 4 kogelafsluiters 22 mm knel meegeleverd. Aanbevolen is een regelafsluiter toe te passen in de aanvoer HTV. Aansluitingen woning. De aansluitingen voor de vloerverwarming zijn 22 mm knel. (H en G) HTV HTK Aansluitingen voedingsystemen Preventie. Voor een probleemloos systeem adviseren wij om in het voedingsysteem te installeren: - vuilafscheiders in beide systemen - luchtafscheiders in beide systemen - debietregeling - pompen met delta-p regeling - condensbewaking Zoneregeling. Hoewel het systeem al veel comfort biedt kan er behoefte zijn aan nog meer comfort. In dat geval is het mogelijk om elk vertrek in de woning apart te regelen met een speciale kamerthermostaat. De ventielkranen op de verdeler worden in dit geval voorzien van servomotoren. (zie pag. 11) Voor het aansluiten zie pag. 10. Let op: Er kan alleen een kamerthermostaat met een intern wisselcontact toegepast worden. Indien men een zoneregeling van een ander fabrikaat wil gaan toepassen dient dit met TCB vooraf overlegt te worden. Dit v.w.b. de communicatie tussen de regelset en zoneregeling. Installatie vullen. Geadviseerd wordt om de binneninstallatie niet vanuit het voedingsysteem te vullen. Ontluchten kan via het ontluchtingskraantje op de retourleiding in het toestel. Voorkom lekkages. Tijdens het aansluiten van het toestel bestaat de mogelijkheid dat een leiding in het toestel verdraaid hetgeen tot lichte lekkages van een pakkingring kan leiden. Het advies is dan ook om dit na het vullen van de installatie te controleren en eventueel de wartels van de betreffende koppelingen na te draaien. Gebruik hiervoor passende steeksleutels. Badkamer. Voor het uitschakelen van de badkamergroep tijdens koelvraag is een aansluiting in de unit aanwezig voor een servomotor. Dit is alleen van toepassing als er geen zoneregeling wordt geïnstalleerd. (Zie pag. 10) 09
10 ELEKTRISCHE AANSLUITSCHEMA S
PRINCIPE ZONEREGELING Zonemodule 03 Zoneverdeling. De zoneverdeling in het zonemodule 03 is als volgt: 3 vertrekken = 3 servomotoren waarbij de kamerthermostaat aangesloten wordt in het zonemodule. Zones 4 t/m 8 = 1 servomotor Aantal bedienbare zone s = 8 Zie ook pag. 10 11
KAMERTHERMOSTAAT EN BESTURING Kamerthermostaat. De kamerthermostaat is bij toepassing van een standaard installatie de basisregeling. Deze regelaar wordt altijd in de woonkamer gemonteerd en aangesloten in de regelset. Verwarmen en koelen is gedurende het gehele jaar mogelijk. Deze regelaar heeft een 3-draadsaansluiting. (Zie pag. 10 en 11) Met deze thermostaat kan tevens de status verwarmen of koelen geschakeld worden. (zie pag. 13) Tevens heeft deze thermostaat een in te stellen dode zone tussen inschakelen van of warmte- of koelvraag. Zoneregeling. Bij toepassing van zoneregeling worden de ventielkranen van de verdeler voorzien van servomotoren. (24VAC NC max. 6 Watt) De elektrische besturingskast wordt uitgebreid met een schakelmodule. (zonemodule 03) Hierop worden de servomotoren aangesloten. In elk vertrek wordt een kamerthermostaat gemonteerd. (3-draads) Met de kamerthermostaat in de woonkamer wordt de installatie hetzij op koel- en warmvraag geschakeld. Wat is mogelijk met de zoneregeling: - op zones 1 t/m 3 kunnen 3 lussen aangesloten worden (3 servomotoren) - op zone 4 t/m 8 kan 1 leidinglus aangesloten worden De kamerthermostaat t.b.v. de woonkamer wordt in dit geval in het zonemodule aangesloten. Zie pagina 10 en 11. Woontorens. Bij toepassing van dit systeem in woontorens dient er een scheidingwisselaar gemonteerd te worden tussen het voedingsysteem en de vloerverwarming. Wordt er tevens zoneregeling toegepast moet er een bypass over de verdeler aanwezig zijn. Bewakingsensor. Bij koel- of warmtevraag gaat de bewakingsensor eerst controleren of het betreffende medium (koud of warm water) aanwezig is. Als dit het geval is wordt aan koel- of warmtevraag voldaan. Bij warmtevraag wordt middels menginjectie het voedingswater terug geregeld naar de ontwerptemperatuur. De installateur dient dit vooraf aan te geven zodat dit in de software van de microprocessor ingegeven kan worden. Na elke warmtevraag wordt gecontroleerd of er warm of koud water op aanvoer HTV/HTK aanwezig is. Maximaalthermostaat. De aanvoersensor dient tevens als maximaalthermostaat en staat softwarematig ingesteld op 55 ºC. Regelkleppen. In de aanvoer- en retourleidingen zijn 2 stuks 3-wegkleppen gemonteerd. Poorten A of B staan altijd in laatst vragende stand. In de aanvoerleiding naar de vloer is verder een 2-wegklep gemonteerd welke modulerend aangestuurd. Bij warmtevraag om het voedingswater van 70 ºC via menginjectie terug te regelen naar de ontwerptemperatuur. (b.v. 45 ºC) Bij koelvraag om het voedingswater van 11 ºC via menginjectie omhoog te brengen. (18 ºC) Hierdoor wordt condensvorming op de vloer voorkomen. In de retourleiding van de TSA is een 2-wegklep gemonteerd voor warm tapwater. Regeling op basis van retourtemperatuur???? Circulatiepomp. De circulatiepomp is instelbaar op: - toeren stand 1, 2 of 3 - drukverschil 12
BEDIENINGINSTRUCTIE EN WARMTEMETING Geachte bewoner, Uw woning is aangesloten op een collectief systeem voor verwarming, koeling alsmede warm tapwater. Collectief wil zeggen dat U vanuit een stookruimte warmte, koeling alsmede voeding voor bereiding van warm water krijgt aangeleverd. Uw behoefte aan verwarming, koeling kunt U echter individueel regelen wat tevens geld voor warm tapwater. Hiervoor is in de woning dit toestel geplaatst welke als regelstation functioneert. De installatie. De woning is voorzien van vloerverwarming en koeling. De klep voor de vloerverwarming in de badkamer blijft bij koelvraag gesloten indien deze voorzien is van een servomotor. Kamerthermostaat. In de woonkamer is een kamerthermostaat gemonteerd waarmee U de gewenste kamertemperatuur kan instellen. Tevens heeft deze thermostaat een schakelaar waarmee U in kan stellen: - verwarmen (heat) - koelen (cool) - automatisch - uit (off) Bediening kamerthermostaat. Met de kamerthermostaat kunt U de gewenste kamertemperatuur instellen bij zowel koelen of verwarmen. In het display zal normaliter de temperatuur in de ruimte aangegeven staan. Indien U de temperatuur wil veranderen drukt U op voor hoger en voor lager. Keuzeschakelaar verwarmen/koelen. De keuzeschakelaar voor de keuze verwarmen of koelen bevind zich ook op de thermostaat. (zieafbeelding) In het display kunt U zien wat de status is. (zie ook pag. 14 en 15) Indien U deze schakelaar op automatisch zet is er een verschil van 3 ºC tussen het schakelpunt verwarmen uit en start van koelen. Voorbeeld: Indien U het 22 ºC in de kamer wilt hebben zal de thermostaat (indien de temperatuur om welke redenen dan ook oploopt) bij 25 ºC de regelset automatisch op koelen schakelen Zoneregeling. Indien Uw installatie uitgevoerd is met een zoneregeling is in elk vertrek een kamerthermostaat gemonteerd. U kan dan dus elk vertrek in de woning naar behoefte de temperatuur regelen. Vertrekken afzonderlijk van elkaar verwarmen en koelen is niet mogelijk. keuzeschakelaar verwarmen/koelen Warmtemeting. De door U af te nemen energie wordt middels een z.g. absoluutmeter geregistreerd die de aanvoer- en retourtemperatuur meet alsmede het aantal liters wat door het buizensysteem stroomt. In de mantel zitten kijkopeningen waar U de meterstand in kunt aflezen en is tevens het display van de besturingskast zichtbaar. 13
ELEKTRONISCHE REGELING Elektronische regeling Het IRC Comfort System is voorzien van een elektronische regeling ten behoeve van de besturing en bewaking van het toestel. Deze regeling is voorzien van een instelknop voor het eventueel wijzigen van parameters in de software van de regelprint. Wijzigen van de instellingen zijn alleen door een servicemonteur uit te voeren. De regeling is verder voorzien van een display waarmee U de status van het toestel kunt uitlezen en is onderverdeeld in vier sectoren. Sector 3 Voedingsysteem. Uw toestel is aangesloten op een collectief warmte/koelsysteem waarbij met verschillende leidingen water van bijbehorende temperaturen aangeboden krijgt. Afhankelijk van het soort voedingsysteem en het daarbij behorend toestel kan de volgende melding in het display komen te staan. - LTV = lage temperatuur verwarming - HTV = hoge temperatuur verwarming - HTK = hoge temperatuur koeling 1 2 3 4 Sector 1 - Bedrijfstatus. Opstarten = eenmalig bij in bedrijf stellen Stand by = toestel is gereed voor gebruik Tapvraag = in bedrijf voor warm tapwater Verwarmen = woning wordt verwarmd Koelen = woning wordt gekoeld Regelstop = Stabilisatie na warmtevraag Geen koelwater = wel koelvraag doch geen koelwater beschikbaar. Sector 2 Modulatie. De modulatiewaarde geeft de stand van de betreffende regelklep weer. Indien de klep gesloten is wordt 0 % weergegeven en bij een volledig geopende klep dus 100 %. De indicatie is alleen van toepassing op de klep welke op dat moment geopend is. Let op: de modulatiewaarde is niet gerelateerd aan het energieverbruik. Een waarde van 100 % wil niet zeggen dat er dan meteen een hoog energieverbruik is. Sector 4 Temperatuur. Voor regeling en uitlezing heeft het toestel een aantal temperatuur sensoren in zich. In dit gedeelte van het display wordt de actuele temperatuur aangegeven gekoppeld aan de dan actuele bedrijfsstatus van het toestel. Zo zal b.v. bij verwarmen de temperatuur van het uitstromende water naar de woning worden weergegeven en bij tapvraag de temperatuur van het aanvoerwater naar de platenwisselaar. Voorbeeld: Kijken we nu naar het display zoals hiernaast aangegeven kunnen we de volgende conclusie trekken: Het toestel staat op verwarmen, de betreffende regelklep is volledig geopend, er wordt water onttrokken uit het lage temperatuursysteem en de uitstroomtemperatuur van het toestel is op dit moment 34 ºC. Storingen. Storingen van het toestel worden knipperend weergegeven. Het toestel wordt echter wel weer automatisch vrijgegeven als de storing is opgeheven. Blijft het display echter langere tijd knipperen neem dan contact op met Uw servicebedrijf. Display. In het display worden, zoals eerder vermeld, de bedrijfsfuncties weergegeven. Bij geen vraag gaat het toestel in rust en geeft het display aan: 14
SERVICE MANUAL Service instellingen. Ondanks dat de regeling vanaf de fabriek zo is ingesteld dat deze in de meeste gevallen wel voldoet is het mogelijk achteraf enkele parameters te wijzigen. Op deze manier is het mogelijk gemaakt om het toestel in te stellen op afwijkende situaties. Hiervoor is een service manual aan te vragen welke echter alleen bestemd is voor erkende installateur of serviceorganisatie. Voor het wijzigen van parameters heeft U dus een servicecode nodig. Deze behoort bij de service manual. Wijzigingen aan de regeling gebeurt met een z.g. draai/drukknop. Het menu. Zodra U middels de servicecode in het menu bent gekomen zal het volgende in het display verschijnen. In het menu zijn de volgende parameters in te stellen. Nr. Parameter Bereik Standaard 1 Tset Max 25-65 ºC 55 ºC 2 Tset Min 15-25 ºC 18 ºC 3 Tco warm ON / 25-35 ºC / OFF 28 ºC 4 Tco koel 18-25 ºC / OFF 23 ºC 5 Testtijd 25-250 seconden 60 sec 6 Herstart 25-250 minuten 100 min 7 Display AUTO / ON AUTO 8 In/out Test N.v.t n.v.t. 9 Exit N.v.t. n.v.t. Met de draai- en druknop zijn de diverse parameters te selecteren en in te stellen. Parameters. 1 = Tset Max. Met deze parameter is de temperatuur van het verwarmingswater in te stellen. 25-65 ºC 2 = Tset Min. Met deze parameter is de temperatuur van het koelwater in te stellen. 15-25 ºC. 3 = Tco warm. Deze instelling bepaalt bij welke temperatuur over wordt geschakeld van LTV naar HTV. Waarden instelbaar op 25 35 ºC/ON/OFF ON = altijd water uit het HTV onttrekken OFF = nooit water uit het HTV onttrekken 4 = Tco koel. Bepaald de temperatuur waarbij het toestel voor vrijgegeven voor koeling (HTK). Waarden instelbaar op 18 25 ºC / OFF OFF = Er vind geen controle plaats. 5 = Testtijd. Bepaald de tijd van een aanvoertemperatuur test na start warmte/koelvraag Waarde instelbaar van 25 tot 250 seconden. 6 = Herstart. Bepaald de tijd waarna het toestel een herstart gaat doen in geval van blokkering. Een blokkering van het systeem kan komt b.v. voor als er koelvraag is doch geen koelwater. Waarde is instelbaar van 25 tot 250 minuten. 7 = Display. ON = permanent verlicht AUTO = verlichting uit in stand by stand 8 = In/Out Test. Hiermee kunnen de in- en uitgangen plus de aangesloten regelapparatuur getest worden. Het scherm ziet er als volgt uit. ntc1 ntc2 ntc3 ntc4 Waarden van de NTC wordt in graden Celsius weergegeven. 00 = niet aangesloten of defect. Max = maximaalthermostaat actief WV = warmtevraag actief KV = koelvraag actief TAP = tapvraag actief RES = status reserve ingang 9 = Exit. Door de knop verder te draaien komt U in het laatste scherm met daarin Exit waarmee U het menu verlaat. Instellingen worden opgeslagen. 15
STORINGSHANDLEIDING Klacht: geen warm water: Dit kan twee oorzaken hebben. - regelkleppen CV-1 opent niet - geen toevoer uit voedingsysteem Controleer of er 24VAC op de regelklep CV-1 aanwezig is (blauw en zwart). Zo nee, controleer of de flowswitch gemaakt is en zo nee, vervang deze. Zo ja, controleer of de temperatuur van het voedingswater hoog genoeg is. (70 ºC) Indien hier de installatie stand by staat kan dit duiden op lucht in de strangen of verstopping. Controleer of het bij de buren ook zo is. Warmteklacht winterperiode. Controleer in eerste plaats de status, vraag en functie van het toestel. Dit wordt aangegeven in het servicedisplay van de besturingskast. (zie pag. 14 en 15) Controleer in eerste instantie: - draait de circulatiepomp - is poort A van 3-wegklep geopend Zo ja, wat is de temperatuur van aanvoer en retour. Indien delta-t en stroming goed is, betekend dit dat de desbetreffende regelkleppen open staan en dus de watertemperatuur te laag is. In dat geval dient de software van de microprocessor aangepast te worden. Neem hiervoor contact op met onze servicedienst. Klacht: te weinig warm water. Taphoeveelheid moet 8 l/min zijn en indien dit niet gehaald wordt kan een verstopping of een vervuiling de oorzaak zijn. Controleer douchekop en perlators op kalk of andere vervuiling. Controleer of doseerventiel vervuild is. Indien dit niet het geval is zal verstopping de oorzaak zijn. Klacht: Opwarming duurt te lang. Deze klacht heeft meestal te maken met het stookgedrag van de bewoner en waarbij men een te grote nachtverlaging instelt. Nachtverlaging nooit meer dan 3 graden. Koelen of verwarmen in de zomer. Poorten B van de 3-wegkleppen worden bij koelvraag geopend. Bij warmtevraag worden poorten A geopend. Controleer of dit gebeurt. Indien bij warmtevraag de vloer niet wordt opgewarmd is mogelijk: of een 3-wegklep vast of defect of max. thermostaat open of regelklep CV-2 opent niet Controleer dit en vervang zonodig het defect onderdeel. motor 3-wegklep motor 2-wegklep Voor het lokaliseren van overige warmteklachten dient men eerst te kijken wat voor soort regeling is toegepast. - standaard met één kamerthermostaat - installatie met zoneregeling 16
ONDERDELEN COMFORT SYSTEM TYPE 30.34 2 2 3 4 5 14 15 16 17 18 6 7 8 9 10 11 12 19 20 21 22 23 24 25 13 Nr Omschrijving Codenr. 02 Kogelkraan Cim 309 IO534553 03 Aanvoerleiding IO150262 04 Retourleiding IO150226 05 Koudwaterleiding IO154064 06 Servomotor M5410C1001 IO122103 2-wegklep VVP47.15-2,5 IO180015 07 Platenwisselaar Swep BW16 IO155285 08 Flowswitch Sika ½ IO844267 09 Koud waterleiding IO154066 10 Aanvoerleiding Swep IO154062 11 Warm waterleiding IO150303 12 Inlaatcomb. Pentec 15 mm IO871470 13 Verbindingsleiding IO154232 14 Aanvoerleiding HTK IO154026 15 Retourleiding HTK IO154028 16 Sam. retourleiding IO154228 17 Retourleiding 02 IO150222.1 Nr. Omschrijving Codenr. 18 Servomotor M5410C1001 IO122103 3-wegklep V5832A1061 IO180019 19 Servomotor M5410C1001 IO122103 3-wegklep V5832A1061 IO180019 20 Servomotor M7410C1007 IO122113 2-wegklep V5833A1052 IO180017 21 Verbindingsleiding aanvoer IO155078 22 Sam. aanvoerleiding IO154232 23 Circulatiepomp Biral MXB13-3 IO183512 24 Sam. retourleiding v.v. IO154238 25 Verbindingsleiding 02 IO150222.2 Schakelmodule 30.30 zone Bewakingssensor NTC Besturingskast 30.34 Doseerventiel 6 l/min Max. thermostaat Klixon L=56 IO183722 IO183540 IO183720 IO750211 IO183530 17