Oude Testament 1 Samuel Maleachi Leertoets Formulier A Old Testament Seminary Teacher Manual Een uitgave van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen Salt Lake City (Utah, VS) 2015 Intellectual Reserve, Inc. Alle rechten voorbehouden. Origineel vrijgegeven: 1/15. Ter vertaling vrijgegeven: 1/15. Titel van het Engels origineel: Old Testament: 1 Samuel Malachi Learning Assessment, Form A. Dutch. PD10052277 120 I
INHOUD Pakket voor de leerkracht Inleiding 1 De schriftelijke toets afnemen 1 Neem de leertoets door 1 Voorzieningen voor cursisten met een handicap 2 Antwoordbladen en feedback naar de Seminaries and Institutes Office of Research sturen 3 Oude Testament: 1 Samuel Maleachi Studiegids leertoets 4 Antwoordengids voor onderdeel 1: Meerkeuze 5 Antwoordengids voor onderdeel 2: leerstellige vraag beantwoorden 11 Cursistenpakket leertoets Antwoordblad voor Leertoets 1 Samuel Maleachi, Formulier A 14 Deel 1: Meerkeuze 15 Onderdeel 2: leerstellige vraag beantwoorden 19 Onderdeel 3: geloofs- en toepassingsenquêtes 20 II
Pakket voor de leerkracht Inleiding Deze leertoets is voor seminariecursisten. De leerkracht neemt de toets af nadat hij/zij de desbetreffende seminarielessen heeft gegeven. De leertoets duurt 60 minuten. In het dagelijks seminarie duurt de toets één lesperiode, ofwel 40 minuten. Het klassikaal doornemen van de toets wordt de volgende lesperiode gedaan. Klassen die langer dan 60 minuten bij elkaar zijn, besteden één les aan het afnemen en doornemen van de toets. De schriftelijke toets afnemen (GEMIDDELDE TIJD: 40 MINUTEN) 1. Vóór de dag waarop de toets wordt afgenomen, stelt u vast welke cursisten vanwege bijzondere behoeften, een handicap of gezondheidsproblemen hulp nodig hebben. Twee of drie dagen vóór de beoordeling bespreekt u de volgende uitspraak met de cursisten: Er kunnen voorzieningen worden getroffen voor cursisten met bijzondere behoeften, handicaps of gezondheidsproblemen die niet in staat zijn om op gelijke voet met de andere cursisten aan de toets deel te nemen. Als je een bijzondere behoefte, handicap of gezondheidsprobleem hebt waardoor je niet in staat bent om op gelijke voet met de andere cursisten aan de toets deel te nemen, neem dan contact met me op om over mogelijke voorzieningen te praten. Er kunnen voorzieningen worden getroffen voor cursisten met bijzondere behoeften, handicaps of gezondheidsproblemen (zie Aanpassingen voor cursisten met een handicap op pagina 2). 2. Maak voor iedere cursist een kopie van het Cursistenpakket leertoets. Druk het pakket op wit papier af. 3. Zorg ervoor dat iedere cursist een potlood en een gum heeft om het antwoordblad in te vullen. Gebruik geen rode potloden. 4. Geef iedere cursist een afdruk van het pakket. 5. Zeg dat ze hun naam op het antwoordblad moeten zetten. 6. Zet de programmacode van de cursus op het bord. Laat de cursisten de programmacode op hun antwoordblad zetten. 7. Lees duidelijk de volgende instructies aan de klas voor: Het doel van deze toets is te bepalen hoe goed je het behandelde materiaal begrijpt en je te helpen met verder leren. Er zijn drie onderdelen: meerkeuzevragen, een leerstelllige vraag, en een enquête. Tijdens de toets mag je de Schriften niet gebruiken. Doe je uiterste best tijdens deze toets. Je mag nu beginnen. Neem de leertoets door 1. Geef iedere cursist een kopie van de Antwoordengids voor onderdeel 2: leerstellige vraag beantwoorden. Laat de cursisten zelf beoordelen wat ze hebben opgeschreven om de leer uit te leggen. Sommige cursisten zijn eerder klaar dan andere. Vraag ze om rustig te blijven zitten tot iedereen klaar is. 2. Als alle cursisten klaar zijn, neemt u de meerkeuzevragen klassikaal door. Lees de juiste antwoorden voor en laat de cursisten hun eigen antwoorden beoordelen. (Bijvoorbeeld: Het antwoord op nummer 1 is c, nummer 2 is a,.) 1
Gebruik de antwoordengids in het leerkrachtenpakket om antwoorden op vragen uit te leggen en te bespreken die de cursisten wellicht niet goed begrijpen. 3. De cursisten bewaren hun eigen geloofs- en toepassingsenquêtes. Leg in enkele minuten uit hoe belangrijk het is om te evalueren hoe goed ze de evangeliebeginselen in hun dagelijks leven toepassen. Vraag de cursisten niet hoe ze de enquêtevragen hebben beantwoord, maar bespreek hoe belangrijk het is om de beginselen van het evangelie steeds beter in hun dagelijks leven toe te passen. Geef ze even de tijd om op te schrijven wat ze voelen. Daardoor kan hun getuigenis van deze leerstellingen en beginselen worden versterkt. Ze kunnen zich bijvoorbeeld ten doel stellen om iets te doen of iets beter te doen, om iets oprechter te doen, of om met een vriend of familielid over het evangelie te praten. 4. Laat de cursisten in de rechterbovenhoek van hun antwoordblad opschrijven hoeveel vragen ze goed beantwoord hebben. Laat ze de antwoordbladen en hun uitleg van de leer bij u inleveren. De cursisten bewaren hun eigen geloofsen toepassingsenquêtes. 5. Zet de resultaten van de cursisten in het WISE Gradebook. Selecteer Ja voor cursisten die 75 procent of meer van de vragen juist hebben beantwoord. Selecteer Nee voor cursisten die minder dan 75 procent van de vragen juist hebben beantwoord. (Van de 32 vragen moeten de cursisten minimaal 24 vragen juist hebben beantwoord om te slagen.) 6. Help cursisten die minder dan 75 procent hebben gescoord om op een later tijdstip alsnog voor de toets te slagen. Moedig ze aan om het lesmateriaal te bestuderen en de toets opnieuw te doen. Afhankelijk van de behoeften en vaardigheden van de cursisten kunt u voorstellen dat zij tijdens deze nieuwe poging met behulp van hun Schriften, de leerkracht, een ouder, een kerkleider of een kundige vriend de antwoorden op de vragen proberen te vinden. Met behulp van de toets kunnen cursisten enkele belangrijke leerstellingen, beginselen, kernteksten en de context van de cursus beter begrijpen. Tref voorzieningen om tegemoet te komen aan de behoeften en vaardigheden van uw cursisten. 7. Pas de resultaten aan in het WISE Gradebook als de cursist voor de toets slaagt. Verander voor die cursist het resultaat van Nee in Ja. Voorzieningen voor cursisten met een handicap Het doel van de voorzieningen is cursisten met bijzondere behoeften, handicaps of gezondheidsproblemen de kans te bieden om op gelijke voet met de andere cursisten aan de toets deel te nemen. Leerkrachten treffen voorzieningen om tegemoet te komen aan de bijzondere behoeften, handicaps of gezondheidsproblemen van hun cursisten. Hieronder staan enkele richtlijnen die u kunt overwegen als u voorzieningen voor uw cursisten treft: 1. Stel vast welke cursisten bijzondere behoeften of een handicap hebben. Praat onder vier ogen met elke cursist om zijn of haar specifieke behoeften vast te stellen. Luister aandachtig, en wees positief. U kunt overwegen om met de ouders of kerkleiders van deze cursisten te praten om meer inzicht in hun specifieke behoefte(n) te krijgen. 2. Stel aan de hand van die gesprekken een plan op dat op de concrete behoefte(n) van de cursist toegespitst is. 3. Tref de voorzieningen. De voorzieningen moeten vertrouwelijk blijven. Het is onmogelijk om alle mogelijke voorzieningen te vermelden, maar hieronder staan enkele voorbeelden: Presentatie: Geef de cursist een audioversie van de toets, geef de instructies en de toets mondeling, of geef de cursist de toets in groot letterformaat (zie de Learning Assessments website voor de momenteel beschikbare formaten van de toets). Omgeving: Bied de cursist een goede zitplaats in het lokaal aan, zorg voor een plek met weinig afleiding, of laat de cursist de toets in een kleine groep of in een ander lokaal maken. Planning van de toets: Verspreid de toets over meerdere dagen, laat de cursist de verschillende onderdelen in een andere volgorde doen, laat de cursist de toets op een specifieke tijd van de dag doen, of geef extra tijd om alle vragen te beantwoorden. Antwoorden: Laat de cursist de vragen mondeling beantwoorden, laat de antwoorden door iemand anders opschrijven of opnemen, of laat de cursist de antwoorden in het vragenboekje aanstrepen in plaats van op het antwoordblad. 4. Tref geen voorzieningen waardoor de aan de cursist gestelde leerverwachtingen worden gewijzigd of verlaagd. 5. Heb christelijke naastenliefde voor elke cursist, en volg de influisteringen van de Geest als u voorzieningen treft om aan de behoeften van de cursisten tegemoet te komen. 6. Ga naar de volgende website van de kerk voor meer algemene informatie over hulp aan mensen met een handicap: lds.org/topics/disability. 2
Antwoordbladen en feedback naar de Seminaries and Institutes Office of Research sturen (FACULTATIEF) Als u de antwoordbladen van uw cursisten en uw feedback naar de Seminaries and Institutes of Religion Office of Research stuurt, wordt die waardevolle informatie gebruikt om de toetsen en het leerplan van het seminarie en instituut te verbeteren. Er wordt momenteel een rapportagesysteem voor deze toetsen ontwikkeld. Maar tot die tijd kunnen er geen rapporten van leerkrachten worden teruggestuurd. Als u resultaten van uw cursisten of feedback wilt insturen, kunt u het volgende doen: 1. Stuur uw antwoordbladen naar: Seminaries and Institutes of Religion Office of Research 50 East North Temple Street Salt Lake City, UT 84150-0009, VS 2. Scan en e-mail uw antwoordbladen als volgt: a. Scan de antwoordbladen met een resolutie van 300 dpi (dots per inch) en sla ze op een computer op. Controleer of alle pagina s goed zijn gescand. b. Voeg alle scans samen in één pdf-bestand per leerkracht. Dus niet 30 afzonderlijke pdf-bestanden voor 30 cursisten. c. E-mail de pdf-bestanden naar: si-processing@ldschurch.org. Als het bestand groter is dan 12 MB, gebruik dan FileSend op https://filesend.ldschurch.org. U kunt ook gebruik maken van opslagdiensten voor persoonlijke bestanden, zoals Dropbox of Box, om uw bestanden naar si-processing@ldschurch.org te sturen. 3. Uw feedback en suggesties worden op prijs gesteld. Wij ontvangen graag uw opmerkingen aangaande de toets, de procedure, eventuele problemen en successen. Link naar de enquête: Feedback leertoets E-mail: si-research@ldschurch.org Stuur opmerkingen naar het bovenstaande adres. 3
Oude Testament: 1 Samuel Maleachi Studiegids leertoets Vragen over kernteksten: de leerstellingen in de kernteksten begrijpen. 1 Samuel 16:7 Psalmen 24:3 4 Psalmen 119:105 Psalmen 127:3 Spreuken 3:5 6 Jesaja 1:18 Jesaja 5:20 Jesaja 29:13 14 Jesaja 53:3 5 Jesaja 58:6 7 Jesaja 58:13 14 Jeremia 1:4 5 Ezechiël 37:15 17 Amos 3:7 Maleachi 3:8 10 Maleachi 4:5 6 Vragen context en inhoud: een aantal belangrijke verhalen, mensen, periodes en symbolen begrijpen. Samuel en Eli: wat we uit de belevenis van Samuel over de stem van de Heer herkennen kunnen leren (zie 1 Samuel 3:4 10). Redenen waarom Israël een koning wilde (zie 1 Samuel 8:6 7, 19 20). David en Goliath: waar David op vertrouwde om Goliath te verslaan (zie 1 Samuel 17: 37, 45 47) Uzza grijpt de ark des verbonds vast: geleerde lessen over onbevoegd leiden of bijsturen van Gods werk (zie 2 Samuel 6:3 7) David en Batsheba: geleerde lessen over verleiding vermijden en lustgevoelens beheersen (zie 2 Samuel 11:1 5) Salomo s huwelijken met niet-israëlitische vrouwen: de gevolgen van huwelijken buiten het verbond (zie 1 Koningen 11:3 6) Elia en de weduwe in Sarefat: wat de weduwe deed om in geloof te handelen (zie 1 Koningen 17:9 16) Elia en zijn wedstrijd met de profeten van Baäl: geleerde lessen over Gods macht (zie 1 Koningen 18:26 29, 36 39) Naäman: geleerde lessen over het volgen van een profeet (zie 2 Koningen 5:9 10, 13 14) Herbouw van de tempel in Jeruzalem: geleerde lessen over tegenspoed (zie Ezra 4:4 5; 5:1 5; 6:1 3, 7 8, 14) Ester: geleerde lessen over moed (zie Ester 3:6; 4:8, 11, 14; 5:1 2; 7:3 6) Job: geleerde lessen over beproevingen (zie Job 13:13 16) Daniël: geleerde waarheden uit deze ervaring aan het hof van de koning (zie Daniël 1:3 20) Droom van koning Nebucadnessar: geleerde waarheden over het koninkrijk van God (zie Daniël 2:34 35, 44 45; LV 65:2) Sadrak, Mesach en Abednego: geleerde lessen over geloof (zie Daniël 3:14 18) Leerstellingen en beginselen: de belangrijkste leerstellingen en beginselen in het Oude Testament begrijpen. De zegeningen van tempelaanbidding (zie 1 Koningen 8:37 40; zie ook Bible Dictionary, Temple ) en heilanden op de berg Sion worden (zie Obadja 1:17, 21; zie ook Leringen van kerkpresidenten: Joseph Smith (2007), 508) Omstandigheden in het millennium (zie Jesaja 65:21 25) De verzoening van Jezus Christus: hoe het Oude Testament met symboliek, verhalen, profeten en kernteksten van Jezus Christus getuigt (zie Mozes 6:63; zie ook Mosiah 3:15) Zinsneden uit belangrijke Schriftteksten: de betekenis van zinsneden uit belangrijke Schriftteksten begrijpen. Ik heb u in beide handpalmen gegraveerd (Jesaja 49:16) Daarna zal het geschieden dat Ik Mijn Geest zal uitstorten op alle vlees (Joël 2:28) 4
Antwoordengids voor onderdeel 1: Meerkeuze Bespreek de antwoorden op de meerkeuzevragen klassikaal. Lees de antwoorden voor en laat de cursisten hun eigen antwoorden beoordelen. Laat ze een X zetten naast het nummer van een vraag die ze fout beantwoord hebben. De cursisten mogen hun antwoorden niet op het antwoordblad veranderen of een X in een vakje zetten als ze de juiste antwoorden horen. Er is uitleg voorhanden, en evaluatievragen die u eventueel kunt gebruiken om de leertoets te beoordelen. Lees niet de uitleg van elke vraag voor. Maak bij de evaluatie gebruik van doeltreffende onderwijsmethoden om ervoor te zorgen dat de cursisten beginselen en leringen van het evangelie gaan begrijpen, erover gaan vertellen en ervan gaan getuigen. De cursisten actief betrekken bij een doeltreffende evaluatie is een belangrijk onderdeel van de leertoets en zal bijdragen tot hun bekering. 1. Wat kunnen we leren uit het verhaal van Samuel die de stem van de Heer hoort? (c) Ons vermogen om de stem van de Heer te horen kan toenemen. (Zie 1 Samuel 3:4 10.) Als we bereidwillig en ontvankelijk zijn, kan ons vermogen om de stem van de Heer te herkennen, toenemen. (Old Testament Seminary Teacher Manual [lesboek kerkelijke onderwijsinstellingen, 2015], 295.) Eventuele evaluatievraag: Wat kunnen we uit de belevenis van Samuel leren over de stem van de Heer herkennen? 2. Waarom vroegen de Israëlieten Samuel om een koning? (a) Ze wilden net zoals andere volken zijn. (Zie 1 Samuel 8:5 7, 19 20.) Dat de Israëlieten zoals alle volken een koning wilden, geeft aan dat ze hun vertrouwen liever in een mens stelden dan in de Heer, die hun ware Koning was (Old Testament Seminary Teacher Manual, 300.) Eventuele evaluatievraag: Hebben jullie wel eens iemand zien besluiten in plaats van de Heer de wereld te volgen? 3. Waarop zei David dat hij zou vertrouwen om Goliath te verslaan? (c) De kracht van de Heer. (Zie 1 Samuel 17:37; 45 47.) David doodt Goliath met de kracht van de Heer. (Old Testament Seminary Teacher Manual, 314.) Eventuele evaluatievraag: Op welke manieren kunnen we in tijden van beproeving geloof in de Heer oefenen? 4. Wat kunnen we leren uit de poging van Uzza om de ark des verbonds vast te grijpen? (a) Pogingen om Gods werk onbevoegd te leiden, voeren tot de geestelijke dood. (Zie 2 Samuel 6:3 7.) De ark vastgrijpen is te vergelijken met een poging om onbevoegd iets in de kerk bij te sturen. [ ] Wie onbevoegd poogt Gods werk te leiden, roept de geestelijke dood over zich af. (Old Testament Seminary Teacher Manual, 323 324.) Eventuele evaluatievraag: Hoe proberen mensen tegenwoordig Gods werk te leiden zonder daartoe de bevoegdheid te hebben? 5
5. Wat leren we van het verhaal van koning David en Bathseba? (a) Lustgevoelens kunnen tot ernstige zonde leiden. (Zie 2 Samuel 11:2.) Als we ervoor kiezen om lustgevoelens te koesteren, worden we vatbaar voor ernstige zonden. (Old Testament Seminary Teacher Manual, 329.) Eventuele evaluatievraag: Wat kunnen we doen om ongewenste gedachten en lustgevoelens te vermijden? 6. Hoe kan aanbidding in de tempel ons helpen? (c) Al het bovenstaande. (Zie 1 Koningen 8:37 40; zie ook Bible Dictionary, Temple.) Als we de Heer in de tempel aanbidden, kan de Heer ons zegeningen geven om ons te helpen met onze moeilijkheden. (Old Testament Seminary Teacher Manual, 337.) In de tempel kunnen we de verordeningen benodigd voor de verhoging ontvangen (zie Bible Dictionary, Temple ). Eventuele evaluatievraag: Wanneer ben jij, of is iemand die je kent, beter in staat geweest om na aanbidding in de tempel een bepaalde beproeving te doorstaan? 7. Wat was het gevolg van Salomo s huwelijk buiten het verbond? (b) Zijn hart keerde zich van de Heer af. (Zie 1 Koningen 11:3 6.) Als we in het verbond trouwen, zal ons hart meer geneigd zijn om zich tot God te keren en kunnen we de volledige zegeningen van het evangelie ontvangen. (Old Testament Seminary Teacher Manual, 338.) Eventuele evaluatievraag: Waarom is het belangrijk om in de tempel te trouwen? 8. Wat komen we door het verhaal over de weduwe in Serafat die Elia eten geeft over zegeningen te weten? (b) In geloof de raad van een profeet opvolgen levert zegeningen op. (Zie 1 Koningen 17:13 16.) Om de zegeningen te ontvangen die de Heer heeft beloofd, moeten we in geloof handelen. (Old Testament Seminary Teacher Manual, 342.) Eventuele evaluatievraag: Waarom is het belangrijke dat je dit begrijpt? 9. Wat komen we door het verhaal over de wedstrijd tussen Elia en de profeten van Baäl te weten over de Heer? (c) Zijn macht is groter dan de macht van de mensen en hun afgoden. (Zie 1 Nephi 18:26 29, 36 39.) De macht van de Heer is groter dan de macht van de mens. (Old Testament Seminary Teacher Manual, 348.) Eventuele evaluatievraag: Waarom is het belangrijk voor een tiener om te weten dat de macht van de Heer groter is dan die van de mens? 6
10. Wat deed Naäman waardoor hij van zijn melaatsheid genezen kon? (a) Hij was de profeet zelfs in de kleine dingen gehoorzaam. (Zie 2 Koningen 5:9 10, 13 14.) Als we geloof hebben dat de profeet namens onze hemelse Vader en Jezus Christus spreekt, dan volgen we alles wat hij zegt. Als we de kleine en eenvoudige dingen doen die Gods profeten van ons vragen, krijgen we grote zegeningen. (Old Testament Seminary Teacher Manual, 355.) Eventuele evaluatievraag: Waarom zouden we bereidwilliger zijn iets groots te doen en minder bereidwillig iets kleins te doen om de profeet te volgen_ 11. Koning Kores van Perzië liet de Joden naar Jeruzalem terugkeren om hun tempel te herbouwen. Wat staat er in dit verhaal over tegenspoed? (c) In tijden van tegenspoed waakt God over hen die ernaar streven om Hem te gehoorzamen, en helpt Hij ze. (Zie Ezra 4:4 5; 5:1 5; 6:1 2, 7 8, 14.) God waakt over hen die ernaar streven Hem te gehoorzamen, en Hij helpt ze. (Old Testament Seminary Teacher Manual, 376.) Eventuele evaluatievraag: Op welke manieren waakt God over zijn volk als het in moeilijkheden verkeert, en hoe helpt Hij ze? 12. Waartoe had Esther de moed? (a) Haar leven op het spel te zetten om de Joden te redden. (Zie Esther 3:6; 4:8, 11, 14; 5:1 2; 7:3 6.) De Heer kan ons in bepaalde omstandigheden brengen zodat we anderen kunnen helpen. [ ] Als we moedig het goede doen, kunnen wij veel mensen tot zegen zijn. (Old Testament Seminary Teacher Manual, 388 89.) Esther deed moedig het goede en was veel Joden tot zegen. Eventuele evaluatievraag: Wanneer heb jij, of iemand die je kent, moedig het goede gedaan? 13. Wat leren we uit het verhaal van Job over beproevingen? (c) We kunnen op God blijven vertrouwen, zelfs als we niet weten waarom we beproevingen doormaken. (Zie Job 13:13 16.) Hoewel we de redenen voor onze beproevingen misschien niet kennen, moeten we op de Heer blijven vertrouwen. (Old Testament Seminary Teacher Manual, 393.) Eventuele evaluatievraag: Hoe kun je in je beproevingen blijk geven van je vertrouwen in de Heer? 14. Wat kunnen we leren van de zinsnede Ik heb u in beide handpalmen gegraveerd (Jesaja 49:16)? (c) De Heer heeft ons lief en zal ons nooit vergeten. (Zie Jesaja 49:15 16.) De Heer heeft ons lief en Hij zal ons nooit vergeten. (Old Testament Seminary Teacher Manual, 460.) Eventuele evaluatievraag: Door welke ervaringen weet je dat de Heer je liefheeft en je niet vergeten is? 7
15. Hoe heet de periode van duizend jaar waarin het volk van Heer gelukkig, vreedzaam en welvarend zal zijn? (b) Het millennium. (Zie Jesaja 65:17 25.) Een millennium is een tijdperk van duizend jaar. Als we spreken over het millennium hebben we het over de duizend jaar die volgt op de wederkomst van de Heiland. (Trouw aan het geloof: evangeliewijzer [2004], 110.) Tijdens het millennium zal het volk van de Heer gelukkig, vredig en welvarend zijn. (Old Testament Seminary Teacher Manual, 478.) Eventuele evaluatievraag: Wat kunnen we zoal doen om nu al gelukkig, vredig en welvarend te zijn? 16. Wat kunnen we leren van de weigering van Daniël om het vlees van de koning te eten en zijn wijn te drinken? (a) Als we de wetten van de Heer nakomen, zal Hij ons stoffelijk en geestelijk zegenen. (Zie Daniël 1:17 20.) Als we de wetten van de Heer nakomen, zal Hij ons stoffelijk en geestelijk zegenen. (Zie Old Testament Seminary Teacher Manual, 524.) President Boyd K. Packer van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd: Hoe waardevol het woord van wijsheid ook voor onze gezondheid is, het is veel waardevoller voor onze geest dan voor ons lichaam. ( Prayers and Answers, Ensign, november 1979, 20.) Eventuele evaluatievraag: Op welke manieren kan het woord van wijsheid geestelijk veel meer waarde voor ons hebben dan in lichamelijk opzicht? 17. Wat zal er volgens de droom van koning Nebukadnezar gebeuren met Gods koninkrijk? (c) Het zal doorgaan en uiteindelijk de hele aarde beslaan. (Zie Daniël 2:34 35, 44 45; zie ook LV 65:2.) De Heer heeft zijn kerk De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen gevestigd, en zij zal doorgroeien tot zij de hele aarde vervult. (Old Testament Seminary Teacher Manual, 528.) Eventuele evaluatievraag: Wat kunnen wij op momenten dat ons geloof wordt aangevallen, hebben aan de wetenschap dat de Heer zijn koninkrijk in deze tijd leidt? 18. Hoe gaven Sadrach, Mesach en Abed-Nego blijk van groot geloof? (a) Ze zeiden dat God hen kon verlossen, maar dat ze Hem toch nog zouden vertrouwen als Hij dat niet deed. (Zie Daniel 3:14 18.) Wij geven blijk van ons geloof in de Heer door Hem te gehoorzamen, ongeacht de consequenties. (Old Testament Seminary Teacher Manual, 532.) Eventuele evaluatievraag: Hoe kunnen wij ook zo n geloof in de Heer ontwikkelen? 19. Wat betekent de zinsnede Daarna zal het geschieden dat Ik Mijn Geest zal uitstorten op alle vlees (Joël 2:28)? (c) De Heer zal alle mensen zegenen en hun zijn Geest sturen. (Zie Joël 2:27 29.) In de laatste dagen zal de Heer zijn Geest op alle vlees uitstorten. (Old Testament Seminary Teacher Manual, 544.) 8
President Joseph Fielding Smith heeft gezegd: Broeders en zusters, ik zal deze profetie niet alleen op de leden van de kerk betrekken. De Heer heeft gezegd dat Hij zijn Geest op alle vlees zou uitstorten [ ]. [Dit betekent dat] de Heer zijn zegeningen en zijn Geest op alle mensen zou en ze zou inzetten voor het bereiken van zijn doelen. (Doctrines of Salvation, samengesteld door Bruce R. McConkie, 3 delen [1954 1956], 1:176.) Eventuele evaluatievraag: Welke aanwijzingen heb je dat de Heer zijn Geest op alle mensen uitstort om zijn doelen te bereiken? 20. Hoe kunnen wij verlossers op de berg Sion worden? (a) Door tempelwerk voor onze voorouders te doen. (Zie Obadja 1:17, 21.) Wij worden heilanden op de berg Sion als we de gegevens van onze overleden familieleden opzoeken en in de tempel verordeningen voor ze verrichten. (Old Testament Seminary Teacher Manual, 554.) De profeet Joseph heeft uitgelegd hoe leden van de kerk verlossers op de berg Sion kunnen worden: Maar hoe kunnen de heiligen verlossers op de berg Zion worden? Door tempels te bouwen, doopvonten neer te zetten, en daarna alle verordeningen te ontvangen ten behoeve van al hun overleden voorouders doop, bevestiging, wassingen, zalvingen, ordeningen en verzegelingen. Zo kunnen de heiligen hen verlossen, zodat ze deel kunnen hebben aan de eerste opstanding en met hen verhoogd kunnen worden op tronen van heerlijkheid. (Leringen van kerkpresidenten: Joseph Smith [2007], 503.) Eventuele evaluatievraag: In welk opzicht doen wij hetzelfde als de Heiland wanneer we deelnemen aan familiehistorisch en tempelwerk? 21. Wat is de kerngedachte in Spreuken 3:5 6? (b) Als we op de Heer vertrouwen, zal Hij ons leiden. Als we met heel ons hart op de Heer vertrouwen, zal Hij ons leiden. (Old Testament Seminary Teacher Manual, 415.) Eventuele evaluatievraag: Wanneer heb je op de Heer vertrouwd en gevoeld dat Hij je leidde? 22. In welke Schrifttekst staat dat onze zonden wit [ ] als sneeuw kunnen worden? (b) Jesaja 1:18. Als we ons oprecht bekeren, kunnen we door de verzoening van Jezus Christus van al onze zonden gereinigd worden. (Old Testament Seminary Teacher Manual, 426.) Eventuele evaluatievraag: Waarom is het voor een tiener van cruciaal belang om de waarheid in Jesaja 1:18 te begrijpen en te geloven? 23. In welke kerntekst staat dat de herstelling van het evangelie een wonderbaar werk en een wonder is? (b) Exodus 29:13 14. De herstelling van het evangelie, inclusief het tevoorschijn komen van het Boek van Mormon, is een wonderbaar werk dat valse leerstellingen corrigeert en de wijsheid van de wereld weerlegt. (Old Testament Seminary Teacher Manual, 446.) Eventuele evaluatievraag: Waarom is het herstelde evangelie een wonderbaar werk en een wonder voor je? 9
24. Wat is de kerngedachte in Ezechiël 37:15 17? (b) De Bijbel en het Boek van Mormon getuigen samen dat Jezus Christus onze Heiland is. De Bijbel en het Boek van Mormon getuigen samen dat Jezus Christus onze Heiland is. (Old Testament Seminary Teacher Manual, 517.) Eventuele evaluatievraag: Hoe heeft je studie van de Bijbel en het Boek van Mormon ertoe bijgedragen dat je je voorbereid voelde op de verkondiging en verdediging van je getuigenis van Jezus Christus? 25. Welke kerntekst gaat over familiegeschiedenis en tempelwerk? (c) Maleachi 4:5 6. Doen we familiegeschiedenis en tempelwerk, dan wordt ons hart tot onze voorouders gewend en dragen we bij aan de voorbereiding van de aarde op de wederkomst van Jezus Christus. (Old Testament Seminary Teacher Manual, 590.) Eventuele evaluatievraag: Welke ervaringen heb je gehad toen je familiehistorisch en tempelwerk voor je voorouders deed? 26. Amos 3:7 (d) Profeten en openbaring. De Heer openbaart zijn waarheid bij monde van zijn profeten. (Old Testament Seminary Teacher Manual, 547.) Eventuele evaluatievraag: Wat heeft de Heer in de laatste dagen aan profeten geopenbaard dat aantoont hoe belangrijk het in deze tijd is om profeten te hebben? 27. Maleachi 3:8 10 (b) Geboden (tiende). Als we ons weer tot God wenden en we onze tiende en gaven betalen, zal de Heer zegeningen over ons uitstorten. (Old Testament Seminary Teacher Manual, 586.) Eventuele evaluatievraag: In welke opzichten ben jij of je familie door trouwe tiendebetaling gezegend? 28. Jesaja 53:3 5 (e) De verzoening van Jezus Christus. Jezus Christus heeft ons leed en verdriet gedragen. (Old Testament Seminary Teacher Manual, 465.) Eventuele evaluatievraag: Wat voor gevoelens heb je voor de Heiland bij de gedachte dat Hij de straf voor jouw zonden heeft ondergaan? De cursisten corrigeren zelf hun korte antwoorden op de vragen 29 32 met behulp van de Antwoordengids voor onderdeel 2: leerstellige vraag beantwoorden. De cursisten noteren hun zelf gecorrigeerde antwoorden bij de desbetreffende nummers op het antwoordblad. 10
Antwoordengids voor onderdeel 2: leerstellige vraag beantwoorden Leraren: Geef de cursisten een kopie van deze gids voordat ze met de beoordeling van de leertoets beginnen. Instructies voor de cursisten: Volg deze stappen om te beoordelen wat je hebt opgeschreven om de leer uit te leggen: 1. Vergelijk je antwoord met de informatie in de nummers 29 32 hieronder. 2. Stel vast of je antwoord het belangrijkste leerstellige punt in 29 32 bevat. Er hoeven geen verwijzingen in je antwoord te staan. De verwijzingen zijn er om je te helpen. Beoordeel zelf je antwoorden door a of b bij de nummers 29 32 op het antwoordblad in te vullen. 29. Een symbool in het Oude Testament dat ons iets over Jezus Christus leert. Vermeld wat je over Hem hebt geleerd. Misschien heb je iets opgeschreven wat op een van deze verklaringen lijkt: De manna die de Israëlieten in de wildernis kregen, gaf hen dagelijkse voeding en kracht. Jezus Christus zal ons, als het Brood des levens, dagelijkse voeding en kracht geven. Er werd een vlekkeloos lam als offerande gegeven. Jezus Christus leidde een zondeloos leven zodat Hij verzoening kon brengen voor de zonden van het hele mensdom. De Israëlieten smeerden bloed op hun deurpost en de engel der verwoesting ging aan hun woning voorbij. De verzoening van Christus kan ons van zowel de geestelijke als de lichamelijke dood redden. Mozes liet een koperen slang op een paal zetten en ieder die ernaar keek, werd genezen. Als wij opzien naar Christus, kunnen wij door zijn verzoening genezing vinden. In het boek Psalmen is sprake van een herder die voor zijn schapen zorgt. Christus is de goede Herder die ons kent, voor ons zorgt en ons ijverig beschermt. Beoordeel zelf je antwoord: a. Ja, dat heb ik in mijn antwoord uitgelegd. b. Nee, dat staat niet in mijn antwoord. 30. Een gebeurtenis of profeet in het Oude Testament waarvan we iets over Jezus Christus leren. Vermeld wat je over Hem hebt geleerd. Misschien heb je iets opgeschreven wat op een van deze verklaringen lijkt: Het verhaal van David en Goliath geeft aan dat Jezus ons niet in de steek zal laten. Als we in onze tijd van nood Christus zoeken, zal Hij ons sterken. Met zijn hulp kunnen we alle hindernissen overwinnen. Daniel bleef bidden, zelfs toen hij wist dat dit niet populair was. Net als Jezus Christus kunnen we altijd de wil van onze hemelse Vader blijven doen, zelfs als dat niet populair is. De broers van Jozef verkochten hem naar Egypte, maar hij besloot ze te vergeven en ze jaren later te helpen. Christus heeft genade met ons allen, zelfs met hen die Hem verraden hebben. Abraham was bereid om zijn zoon Izak te offeren. Onze hemelse Vader heeft zijn Zoon, Jezus Christus, geofferd om ons te redden. Beoordeel zelf je antwoord: a. Ja, dat heb ik in mijn antwoord uitgelegd. b. Nee, dat staat niet in mijn antwoord. 11
31. Een kerntekst in het Oude Testament waardoor je de verzoening van Jezus Christus bent gaan begrijpen. Leg uit wat je hebt geleerd, met het taalgebruik in het gekozen vers. Misschien heb je iets opgeschreven wat op een van deze antwoorden lijkt: Vanwege de verzoening kunnen we ons bekeren en onze zonden overwinnen. Als we ons oprecht bekeren, kunnen onze zonden worden weggewassen. Jesaja heeft geschreven dat onze zonden wit [kunnen] worden als sneeuw (Jesaja 1:18). Jezus Christus heeft geleden voor onze zonden zodat wij vergeving kunnen krijgen en kunnen genezen. Hij heeft onze ziekten [ ] op Zich genomen, en onze smarten gedragen. Door zijn verzoening kunnen de wonden van onze zonden genezen. (Jesaja 53:3 5.) Om het huis van de Heer te betreden, of het eeuwige leven te verkrijgen, moeten we rein [ ] van handen en zuiver van hart zijn. De verzoening stelt ons allen in staat om rein [ ] van handen en zuiver van hart te zijn. (Psalmen 24:3 4.) Beoordeel zelf je antwoord: a. Ja, dat heb ik in mijn antwoord uitgelegd. b. Nee, dat staat niet in mijn antwoord. 32. Hoe je meent dat je studie van het Oude Testament je heeft geholpen om je meer op de leringen en de verzoening van Jezus Christus te verlaten. Beoordeel zelf je antwoord: a. Ja, ik heb vermeld wat ik vind van me op de leringen en de verzoening van Jezus Christus verlaten. b. Nee, ik heb niet vermeld wat ik vind van me op de leringen en de verzoening van Jezus Christus verlaten. 12
Cursistenpakket schriftelijke toets Oude Testament 1 Samuel Maleachi Leertoets Formulier A Old Testament Seminary Teacher Manual Iedere cursist heeft een exemplaar van de volgende pagina s nodig. De pagina s van Onderdeel 1: Meerkeuzevragen kunnen samengeniet worden, en de twee pagina s van Onderdeel 3: geloofs- en toepassingsenquêtes kunnen ook aan elkaar geniet worden of dubbelzijdig worden afgedrukt. Maar het antwoordblad en de pagina van Onderdeel 2: leerstellige vraag beantwoorden, moeten enkele en afzonderlijke pagina s zijn. 13
Antwoordblad voor Leertoets 1 Samuel Maleachi, Formulier A Naam cursist: Aantal juist: /32 Instructies: Gebruik een potlood om je antwoord te noteren, door het rondje zo in te vullen, en niet zo. Gum alle gemaakte fouten netjes uit. Vul het informatiegedeelte in de linkerkolom in. De programmacode is een vijfcijferig nummer op de inschrijvingsrapporten in WISE. Programma-ID (vraag de leerkracht) 0 0 0 0 0 1 1 1 1 1 1. a b c d e 2. a b c d e 3. a b c d e 15. a b c d e 16. a b c d e 17. a b c d e 2 2 2 2 2 3 3 3 3 3 4 4 4 4 4 5 5 5 5 5 4. a b c d e 5. a b c d e 6. a b c d e 18. a b c d e 19. a b c d e 20. a b c d e 6 6 6 6 6 7 7 7 7 7 8 8 8 8 8 9 9 9 9 9 7. a b c d e 8. a b c d e 9. a b c d e 21. a b c d e 22. a b c d e 23. a b c d e 10. a b c d e 24. a b c d e Hoeveel jaar heb je het seminarie gevolgd? (Inclusief het lopende jaar) 1 11. a b c d e 12. a b c d e 13. a b c d e 25. a b c d e 26. a b c d e 27. a b c d e 2 3 14. a b c d e 28. a b c d e 4 Instructies voor Onderdeel 2: leerstellige vraag beantwoorden : Gebruik de Antwoordengids voor onderdeel 2: leerstellige vraag beantwoorden om te beoordelen hoe je de leerstellige vraag hebt beantwoord. 29. a b 30. a b 31. a b 32. a b 14
Deel 1: Meerkeuze Schrijf niet op dit formulier. Je mag tijdens de toets je Schriften niet gebruiken. Noteer je antwoorden op het antwoordblad. Gebruik een zwart potlood. Geef elk antwoord aan met een zwartgemaakt rondje op het antwoordblad. Gebruik geen rood potlood. Gum alle gemaakte fouten netjes uit. Tenzij anders aangegeven, heeft elke vraag één juist antwoord. Aan het eind van de toets kan de leerkracht de antwoorden met de klas bespreken. Als je een bijzondere behoefte, handicap of gezondheidsprobleem hebt waardoor je niet in staat bent om op gelijke voet met de andere cursisten aan de toets deel te nemen, praat dan met je leerkracht over mogelijke speciale voorzieningen. Instructies: Selecteer ÉÉN antwoord voor de vragen 1 20. Zet je antwoord op het antwoordblad. 1. Wat kunnen we leren uit het verhaal van Samuel die de stem van de Heer hoort? a. De Heer geeft ons de kans om zijn stem te leren herkennen. b. Doordat Samuel niet rechtvaardig was, kon hij geen openbaring ontvangen. c. Ons vermogen om de stem van de Heer te herkennen, kan toenemen. 2. Waarom vroegen de Israëlieten Samuel om een koning? a. Ze wilden net als alle andere volken zijn. b. De profeet had het geboden. c. Ze moesten de Assyriërs verslaan. 3. Waarop zei David dat hij zou vertrouwen om Goliath te verslaan? a. Zijn lichaamskracht. b. Zijn wapenrusting. c. De kracht van de Heer. 4. Wat kunnen we leren van de poging die Uzza deed om de ark des verbonds vast te grijpen? a. Pogingen om Gods werk onbevoegd te leiden, voeren tot de geestelijke dood. b. God zal ons de kracht geven om geboden die we moeilijk vinden na te komen. c. Gehoorzaamheid aan de geboden van de Heer levert stoffelijke en geestelijke zegeningen op. 5. Wat leren we van het verhaal van koning David en Bathseba? a. Lustgevoelens kunnen tot ernstige zonde leiden. b. God zal ons helpen om de persoon te vinden met wie we moeten trouwen. c. Overtreding van de wet van kuisheid is een onvergeeflijke zonde. 6. Wat kunnen we aan aanbidding in de tempel hebben? a. Het kan ons kracht en troost geven als we een moeilijke tijd doormaken. b. Het stelt ons in staat om de verordeningen benodigd voor het eeuwige leven te ontvangen. c. Al het bovenstaande. 7. Wat was het gevolg van Salomo s huwelijk buiten het verbond? a. Zijn vrouw werd later lid van de kerk. b. Zijn hart werd van de Heer afgewend. c. Zijn vrouw verliet hem. 15
8. Wat komen we door het verhaal over de weduwe in Serafat die Elia eten geeft over zegeningen te weten? a. Goddeloosheid voorkomt dat we zegeningen ontvangen. b. In geloof de raad van een profeet opvolgen, levert zegeningen op. c. We kunnen zegeningen mislopen als we ons potentieel niet bereiken. 9. Wat komen we door het verhaal over de wedstrijd tussen Elia en de profeten van Baäl over de Heer te weten? a. Hij kent ieder van ons persoonlijk en geeft om ons. b. Hij begrijpt al ons verdriet en lijden. c. Zijn macht is groter dan de macht van de mensen en hun afgoden. 10. Wat deed Naäman waardoor hij van zijn melaatsheid genezen kon? a. Hij was de profeet zelfs in de kleine dingen gehoorzaam. b. Hij kreeg door handoplegging een priesterschapszegen. c. Hij aanvaardde het evangelie van Jezus Christus. 11. Koning Kores van Perzië liet de Joden naar Jeruzalem terugkeren om de tempel te herbouwen. Wat staat er in dit verhaal over tegenspoed? a. Een van de zegeningen van tempelwerk is dat we in ons leven geen tegenspoed zullen krijgen. b. Er komt tegenspoed als men afgoden aanbidt. c. In tijden van tegenspoed waakt God over hen die Hem gehoorzamen en helpt Hij hen. 12. Waartoe had Esther de moed? a. Haar leven op het spel te zetten om de Joden te redden. b. Weigeren om van de wijn en het vlees van de koning te nemen. c. Bidden nadat dit verboden was. 13. Wat leren we uit het verhaal van Job over beproevingen? a. Onze familie en vrienden kunnen ons in tijden van beproeving helpen. b. De rechtschapenen klagen tijdens hun beproevingen niet, maken zich geen zorgen en zitten niet met vragen. c. We kunnen op God blijven vertrouwen, zelfs als we niet weten waarom we beproevingen doormaken. 14. Wat kunnen we leren van de zinsnede Ik heb u in beide handpalmen gegraveerd (Jesaja 49:16)? a. De Heer vergeet wel eens wat. b. De Heer telt al onze zonden. c. De Heer heeft ons lief en zal ons nooit vergeten. 15. Hoe heet de periode van duizend jaar waarin het volk van Heer gelukkig, vreedzaam en welvarend zal zijn? a. De herstelling. b. Het millennium. c. De geestenwereld. 16. Wat kunnen we leren van de weigering van Daniël om het vlees van de koning te eten en zijn wijn te drinken? a. Als we de wetten van de Heer nakomen, zal Hij ons stoffelijk en geestelijk zegenen. b. De Heer zal de goddelozen vervloeken omdat zij zijn geboden niet onderhouden. c. God zal geen wonderen voor ons verrichten als we in geloof tekortschieten. 16
17. Wat zal er volgens de droom van koning Nebukadnezar gebeuren met Gods koninkrijk? a. Het zal door afvallige leden worden vernietigd. b. Het zal niet meer groeien wegens de goddeloosheid van de mens. c. Het zal doorgaan en uiteindelijk de hele aarde beslaan. 18. Hoe gaven Sadrach, Mesach en Abed-Nego blijk van groot geloof? a. Ze zeiden dat God hen kon verlossen, maar dat ze Hem toch nog zouden vertrouwen als Hij dat niet deed. b. Ze vroegen Daniël of ze het gouden beeld moesten aanbidden. c. Ze waren bereid om naar Jeruzalem terug te keren en met de herbouw van de tempel te helpen. 19. Wat betekent de zinsnede Daarna zal het geschieden dat Ik Mijn Geest zal uitstorten op alle vlees (Joël 2:28)? a. De Heer zal iedereen op aarde bezoeken. b. Alle goddelozen zullen de Geest herkennen en besluiten zich te bekeren. c. De Heer zal alle mensen zegenen en hun zijn Geest sturen. 20. Hoe kunnen wij verlossers op de berg Sion worden? a. Door tempelwerk voor onze voorouders te doen. b. Door voor de zonden van onze familieleden en vrienden te lijden. c. Door onze eigen beproevingen trouw te doorstaan. Instructies: De vragen 21 25 gaan allemaal over kernteksten. Zet je antwoord op het antwoordblad. 21. Wat is de kerngedachte in Spreuken 3:5 6? a. De Heer spreekt in ons hart en ons verstand tot ons. b. Als wij op de Heer vertrouwen, zal Hij ons leiden. c. Kinderen zijn een erfdeel des Heren. 22. In welke kerntekst staat dat onze zonden wit [ ] als sneeuw kunnen worden? a. Jeremia 1:4 5. b. Jesaja 1:18. c. Jesaja 58:13 14. 23. In welke kerntekst staat dat de herstelling van het evangelie een wonderbaar werk en een wonder is? a. Psalmen 24:3 4. b. Jesaja 29:13 14. c. 1 Samuel 16:7. 24. Wat is de kerngedachte van Ezechiël 37:15 17? a. Als we ons van de Heer afkeren, raken we zijn bescherming kwijt en zullen we verdriet en lijden doormaken. b. De Bijbel en het Boek van Mormon getuigen samen dat Jezus Christus onze Heiland is. c. Als we Gods woord bestuderen, kunnen we zijn leiding voelen. 25. Welke kerntekst gaat over familiegeschiedenis en tempelwerk? a. Psalmen 119:105. b. Jesaja 5:20. c. Maleachi 4:5 6. 17
Instructies: Voor de vragen 26 28 verbind je de verwijzing in de linkerkolom met het bijbehorende fundamentele beginsel in de rechterkolom. Zet je antwoord op het antwoordblad. Kernteksten 26. Amos 3:7 27. Maleachi 3:8 10 28. Jesaja 53:3 5 Fundamentele leerstellingen a. Verordeningen. b. Geboden (tiende). c. Huwelijk en gezin. d. Profeten en openbaring. e. De verzoening van Jezus Christus. Ga alsjeblieft door naar Onderdeel 2: leerstellige vraag beantwoorden. De vragen 29 32 worden ingevuld als je je antwoord op de leerstellige vraag beoordeelt. 18
Onderdeel 2: leerstellige vraag beantwoorden Naam cursist: Instructies: Voor de nummers 29 32 beantwoord je de volgende leerstellige vraag. Je vult je antwoordenblad in als je de leerstellige vraag hebt beantwoord en het antwoord zelf hebt beoordeeld. Neem niet meer dan tien minuten om dit onderdeel in te vullen. Je antwoord wordt uitsluitend op inhoud beoordeeld (niet op zinsbouw, grammatica, spelling, lengte of stijl). Leerstellige vraag: Hoe getuigt het Oude Testament van Jezus Christus? Je antwoord moet het volgende omvatten: Een symbool in het Oude Testament dat ons iets over Jezus Christus leert. Vermeld wat je over Hem hebt geleerd. (Dit is vraag 29; je krijgt 1 punt als je dit vermeldt.) Een gebeurtenis of profeet in het Oude Testament waarvan we iets over Jezus Christus leren. Vermeld wat je over Hem hebt geleerd. (Dit is vraag 30; je krijgt 1 punt als je dit vermeldt.) Een kerntekst in het Oude Testament waardoor je de verzoening van Jezus Christus bent gaan begrijpen. Leg met het taalgebruik in het gekozen vers, uit wat je hebt geleerd. (Dit is vraag 31; je krijgt 1 punt als je dit vermeldt.) Hoe je meent dat je studie van het Oude Testament je heeft geholpen om je meer op de leringen en de verzoening van Jezus Christus te verlaten. (Dit is vraag 32; je krijgt 1 punt als je dit vermeldt.) 19
Onderdeel 3: geloofs- en toepassingsenquêtes De geloofs- en toepassingsenquêtes zijn vrijwillig en anoniem. Als je de vragen eerlijk beantwoordt, kun je goed nadenken over je geloof in en toepassing van de volgende leerstellingen en beginselen. Geloofsenquête Lees elke uitspraak door, en kies het antwoord dat het beste bij jou past. Markeer vervolgens je antwoord in de daarvoor bestemde ruimte. Er zijn twee antwoorden voor elke uitspraak. Ik dat dit waar is. Wat betekent deze leerstelling voor je? weet geloof geloof enigszins weet niet of Heel belangrijk voor mij. Het is belangrijk voor me. Het is enigszins belangrijk voor me. Het is niet belangrijk voor me. 1. Onze hemelse Vader is almachtig en alwetend. 2. Jehova, Jezus Christus, is de God van het Oude Testament, en Hij is genadig. 3. Onze hemelse Vader kende ons al vóór onze geboorte. 4. Dankzij de verzoening van Jezus Christus kunnen al onze zonden weggewassen worden. 5. Als we de profeet in kleine dingen gehoorzamen, krijgen we grote zegeningen. 6. God zal ons openbaring geven om ons met concrete behoeften en vragen te helpen. 7. Als we leiders met priesterschapssleutels steunen, zal dat ons geestelijk sterken. 8. Ons hart wordt tot de Heer en tot onze voorouders gewend als we familiegeschiedenis en tempelwerk doen. 9. De aarde is geschapen en het evangelie is geopenbaard, opdat er gezinnen konden worden gesticht en voor eeuwig worden verzegeld en verhoogd. 10. De geboden zijn de wetten en voorschriften die God het mensdom geeft. Ga verder met de toepassingsenquête. 20
Toepassingsenquête Lees elke uitspraak door, en kies het antwoord dat het beste bij jou past. Markeer dan je antwoord in de daarvoor bestemde ruimte. Er zijn twee antwoorden voor elke uitspraak. Wat betekent dit voor je? Heel belangrijk voor mij. Belangrijk voor mij. Enigszins belangrijk voor mij. Niet belangrijk voor mij. Hoe vaak pas je dit toe? Vaak en consequent Vaak Soms Zelden of nooit In het Oude Testament staat hoe belangrijk het is om. 11. je op de macht en wijsheid van God de Vader te verlaten 12. onze keuzevrijheid te gebruiken om alles te doen wat de Heer heeft geboden 13. ons van onze zonden te bekeren en rein te worden 14. te begrijpen dat de Bijbel en het Boek van Mormon allebei van Jezus Christus getuigen 15. ernaar te streven alle woorden van Gods profeten te volgen 16. hen die met priesterschapsgezag zijn geroepen in gedachten, woord en daad te steunen 17. de verbonden die we met God hebben gesloten na te komen 18. familiebanden te ontwikkelen en sterken die ook na de dood blijven bestaan 19. de sabbat te heiligen 20. de Schriften te bestuderen Als je na het invullen van de enquête even de tijd neemt om op te schrijven wat je voelt, zal je getuigenis van deze leerstellingen en beginselen worden versterkt. Je kunt je bijvoorbeeld ten doel stellen om iets te doen of iets beter te doen, om iets oprechter te doen, of om met een vriend(in) of familielid (of in de kerk) over het evangelie te praten. 21