Studeren met Open Bijbel

Vergelijkbare documenten
En toen zij Mysie voorbij waren, kwamen zij te Troas. De eerste christengemeente in Europa: Philippi

verhinderd het woord in Asia te spreken; De eerste christengemeente in Europa: Philippi

4. Samothrake, Neapolis and Filippi. Handelingen 16:11-40 Nieuwe Gelovigen

door een engel uit de gevangenis werd bevrijd lezen we in Hand. 12:12 het volgende: Wie is Marcus

Filippenzen 1. Begin van de brief

door een engel uit de gevangenis werd bevrijd lezen we in Hand. 12:12 het volgende: Wie is Markus

Bemoedigen met - woorden - daden - je leven

1 Korintiёrs 1:9. Marcus 10:45. Handelingen 4:12. Johannes 17:3. 1 Korintiёrs 3:16. Johannes 15:9,10. Psalm 32:8

Orde van dienst Hervormde Gemeente te Sellingen

Bijbel voor Kinderen presenteert DE ZENDINGSREIZEN VAN PAULUS

Handelingen e zendingsreis van Paulus Filippi Thessalonika Troas Beréa Athene Miléte

DE ZENDINGSREIZEN VAN PAULUS

DE ZENDINGSREIZEN VAN PAULUS

1 Tessalonicenzen 1. Begin van de brief

Protestantse Gemeente Kralingen Hoflaankerk, 26 juli de zondag van de zomer. PELGRIMAGE NAAR ROME In het spoor van apostel Paulus

Dopen - in het Nieuwe Testament

DE ZENDINGSREIZEN VAN PAULUS

DE ZENDINGSREIZEN VAN PAULUS

Bijbelgespreksgroep 11 Gods leiding

Handelingen 16 Antiochië Iconium 2 e zendingsreis van Paulus Syrië Lystra Derbe Cilicië Antiochië Cyprus

1 & 2 Thessalonika. De Bijbel Open. Verleden, heden en toekomst van een christen 1 Th.1

Oecumenisch leerhuis. Paulus

Inleiding op de Filippenzenbrief & Fil 1:3-11

Handelingen e zendingsreis van Paulus

De doop. BASISCURSUS deel 6

1 Tessalonicenzen 1 en 2

het Bijbelboek 1 en 2 Thessalonicenzen 19 april

Preek Filippenzen 1 21 feb 2016 De Terp Fred Meijer Brieven uit de gevangenis

De doop in de Heilige Geest

Juli Weekthema: Op reis met Paulus (1) Woensdag. De uitzending van Barnabas en Saulus. Lezen: Handelingen 12: 23-13

Paulus en Korinte. Apostel en gemeente in gesprek. Dr. Myriam Klinker-De Klerck 20 MEI Theologie dichtbij. Voor iedereen.

De Bijbel open (23-11)

Jezus zei tegen Petrus: "En u, als u eens tot inkeer gekomen bent, versterk dan uw broeders.", vlak voor zijn ontkenning (Lukas 22:32) Petrus

om met blijdschap vervuld te worden. 2 Timotheüs 1:4

Handelingen 9 en 20. 'Blijf praten.' de power text op een steen om jou er aan te herinneren hoe zwaar Paulus het had.

Studeren met Open Bijbel

De rijkdom van het evangelie

kalender FILIPPENZEN DANKEN 7dagen met de WOENSDAG 7 NOVEMBER IS HET DANKDAG.

Voorbeeld brief 2de eeuw 2 Petrus)

1 & 2 Thessalonika. De Bijbel Open. Verleden, heden en toekomst van een christen 1 Th.1

1. Wat is vervuld worden met de Geest? 2. Wat is het verschil tussen een christen die wel met de Geest vervuld is en een christen die niet met de

Galaten 1. Begin van de brief

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Marcus 16, 9-14 Ochtenddienst H. Avondmaal

Morgendienst 18 augustus 2013 Welkomkerk Ds. J. Schep

Denk aan de waarheden, beschreven in de hoofdstukken 6 t/m 8. De brief aan de Romeinen - inleiding -

DE ERVARING VAN DE EENHEID IN DE VROEGE KERK

Handelingen 16:19-34

Verblijdt u. Onze neus zit gelukkig op de juiste plaats, maar wij als christenen, hebben zinvoller dingen om ons over te verblijden.

Waarom was het noodzakelijk dat Jezus stierf?

Korte doopstudie. Uitleg over de betekenis van de doop

FORMULIER VOOR DE BEVESTIGING VAN MISSIONAIRE DIENAREN DES WOORDS. Gemeente van onze Here Jezus Christus,

Liturgie voor de ochtenddienst op zondagochtend 22 juli Thema: God opent hart en mond

de doop Matt. 28: 16 -eind

Zondag 25, vraag en antwoord 65, 66, 67 en 68.

En waarom zegent Paulus onze God en Vader. De eerste reden is deze (Staten-Vertaling): Efeze 1

26. Van alles vrij en allen dienstbaar 1 Korinthe 9: Strijden voor een onverderfelijke kroon 92 1 Korinthe 9: De Israëlieten als

Ananias & Saffira. Het leven van de eerste christengemeente, openbaarde en meewerkte, ja, daar kunnen wij naar verlangen.

6. Uitverkiezing. 6.1 Uitverkiezing is naar de voorkennis Gods

Chronologie boek Handelingen / brieven NT

2 Aan de heiligen in Kolosse, gelovige broeders en zusters die één zijn in Christus. Genade zij u en vrede van God, onze Vader.

Opmerkelijke woorden van Paulus en Petrus

Voorbereiding 17.3: Paulus in Filippi. Schriftgedeelte Handelingen 16: Thema Paulus in Filippi. Exegese Handelingen 16:11-40

Orde van dienst Kinderbiddag

Liturgie 23 juni bevestiging ambtsdragers

Missie Nederlands Gereformeerde Kerk Voorthuizen-Barneveld

Liturgie voor de vierde zondag van Advent en bevestigingsdienst

1 & 2 Thessalonika. De Bijbel Open

Paulus pastorale oproep. Galaten 4:12. Broeders; ik smeek het u! wees zoals ik want ook ik ben zoals u Het begin gedenken. Galaten 4:13-15.

Kolossenzen 1. Begin van de brief

27 November De Tweede Zendingsreis

Wie is de Heilige Geest?

y02 Marcus 15.2 Rinze IJbema - Marcus 15, 2-5. Gemeente van Jezus Christus,

De Heilige Geest in het Nieuwe Testament (2)

Het mooie van de vreugde des Heeren. Wie naar de HEER opzien, stralen van vreugde!

Bijbel voor Kinderen presenteert HET ONTSTAAN VAN DE EERSTE GEMEENTE

Ananias & Saffira. Het leven van de eerste christengemeente, openbaarde en meewerkte, ja, daar kunnen wij naar verlangen.

DE GEBOORTE VAN JEZUS

Handelingen 1 : 1 Het eerste boek heb ik gemaakt, o Theófilus, over alles wat Jezus begonnen is te doen én te onderwijzen

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Romeinen 4, Ochtenddienst H. Avondmaal. Broeders en zusters,

Voorbeeld voordat de kinderen van groep 4 en 5 naar KBC gaan: Jongens en meisjes, wie van jullie puzzelt wel eens? En dan bedoel ik zo n puzzel.

28. Paulus roem over de gemeente - 2 Korinthe 7:11b Een voorbeeld van vrijgevigheid - 2 Korinthe 8: Om uwentwil arm - 2

Vandaag spreken over het tweede deel: De opdracht van de kerk en wat dat betekent voor de leden van de kerk.

Verblijdt u. Onze neus zit gelukkig op de juiste plaats, maar wij als christenen, hebben zinvoller dingen om ons over te verblijden.

Leesrooster Bij het huisbezoekthema Jezus uitstralen, Dalfsen-Oost, seizoen 2015/16

Saulus kijkt toe, en past op de mantels van de stenengooiers. Zonder jas gooi je harder.

Zondag 12 juni Welkom in de avonddienst in De Regenboog!

DE GEBOORTE VAN JEZUS

E.G. White (The Story of Redemption, hoofdstuk 32, blz. 242)

Leidingdeel Zendingsreizen - Schets 3 Ruzie en fijngevoeligheid

De rijkdom van het evangelie

De bediening van Paulus en Gods wil

En ook had Jezus Zelf tegen de vrouwen gezegd toen Hij opgestaan was uit het graf en dat staat in vers 10: Hemelvaart

3 Ten aanzien van Zijn Zoon, Die wat het vlees betreft geboren is uit het geslacht van David. De boekenlegger in het Boek

Want Gods medearbeiders zijn wij. 1Kor. 3:9 HSV

Getuige zijn geeft de opdracht tot verantwoording, tot verantwoordelijkheid. Jij daar, ja jij, zeg het maar, waarvan ben jij nu getuige?

Boek voor beginnende Bijbellezers. Wegwijs. in de Bijbelboodschap. Nieuwe Testament. Arthur Hale en Jan Koert Davids

LES 4. Handelingen 12:1-19; Van Jeruzalem tot Rome: Verlost uit de gevangenis blz

Liturgie voor de ochtenddienst op zondag 17 juni 2018, Voorbereiding Heilig Avondmaal. Ouderling van dienst: Welkom

ZONDAG -voorbereiding op het Heilig Avondmaal- Heilig Avondmaal houden

Transcriptie:

Studeren met Open Bijbel Bijbelstudie sectie voor de wat meer gevorderde Bijbellezer De brief aan de Filippenzen 1. Inleiding Paulus naar Macedonië geroepen Zijn tweede zendingsreis brengt Paulus eerst naar de gemeenten in Zuid Galatië. Daar vraagt hij Timoteüs mee te gaan. En hij besneed hem ter wille van de Joden in die plaatsen, want iedereen wist, dat zijn vader een Griek was (Hand 16:3). Dat is opvallend, in het licht van zijn brief aan de Galaten. Maar we mogen dit niet zien als afwijking van zijn standpunt wat de besnijdenis betreft. Dat gaat a) om bekeerde niet- Joden en b) om dwang. Timoteüs moeder is Jodin, evenals zijn grootmoeder. Hij behandelt hem daarom als Jood. Het is ook noodzakelijk omdat, als zij naar synagogen gaan, daar geen onbesneden Joden worden toegelaten. Omdat hij deze reis maakt na de grote vergadering in Jeruzalem, kan hij de broeders in Galatië persoonlijk vertellen wat daar is afgesproken. Lucas schrijft: En toen zij de steden langs reisden, gaven zij hun de beslissingen, die door de apostelen en de oudsten in Jeruzalem genomen waren, om die te onderhouden (Hand 16:4). Deze zij zijn Paulus en Silas, zijn nieuwe reisgenoot. Paulus krijgt van Jezus geen toestemming te prediken in o.a. Noord Galatië en Asia. In Troas zal hij de Here hebben gevraagd wat hij nu moet doen. s Nachts krijgt hij een droom: er stond een Macedonisch man, die hem toeriep: Steek over naar Macedonië en help ons (Hand 16:9). s Ochtends vroeg zochten wij dadelijk gelegenheid om naar Macedonië te vertrekken, daar wij eruit opmaakten, dat God ons had geroepen om hun het evangelie te verkondigen, schrijft Lucas (16:10). Filippi een Romeinse kolonie Het schip waarop zij geboekt hebben, brengt hen naar Filippi de eerste stad van dit deel van Macedonië, een kolonie (16:12). Filippi is genoemd naar Filippus II van Macedonië, vader van Alexander de Grote. Hij bevestigde de stad in 356 v. Chr. In 168 v. Chr. werd zij door de Romeinen geannexeerd en tot legerplaats gemaakt. Keizer Augustus gaf de inwoners dezelfde rechten als een stad in Italië. De stad was geliefd onder uitgediende Romeinse soldaten. 66.1

Filippi paste uitstekend in de strategie van Paulus zich vooral te richten op knooppunten in het netwerk van wegen en vaarroutes. Filippi lag 15 km uit de kust, aan de hoofdweg van Rome naar Azië. Er verbleven veel mensen voor kortere of langere tijd. Het merendeel van de bewoners zal Romeins zijn geweest. Maar zoals overal leefden er Joden en Grieken, die hun diensten en waren aanboden. Lucas Nu moet er eerst iets gezegd worden over Lucas. Paulus noemt hem de geliefde geneesheer (Kol 4:14). Hij introduceert zich voor het eerst in dit verslag over de reis naar Macedonië (Hand 16:10). Sommigen menen dat hij uit Filippi kwam. Maar a) spreekt hij al vanaf de afvaart van Troas in de wij-vorm, en b) volgt daar uit dat hij vóór het vertrek naar Macedonië al christen was. Als hij oorspronkelijk uit Filippi kwam, moet hij in Klein-Azië tot geloof zijn gekomen. Pas in Handelingen 20:5 schrijft hij weer in de wij-vorm, als hij aan het eind van de derde zendingsreis met Paulus vanuit Filippi naar Troas vaart. Dit rechtvaardigt de opvatting dat Lucas in Filippi bleef, na Paulus vertrek daar op zijn tweede reis. Uit zijn woordgebruik bij de gevangenneming, geseling, gevangenschap en vrijlating van Paulus in Filippi, blijkt dat hij goed op de hoogte was van het Romeinse systeem. Hij zal dus niet alleen om zijn geloof, maar ook om die kennis heel geschikt zijn geweest de kleine gemeente in Filippi te steunen. En als geneesheer kon hij in zijn onderhoud voorzien. Joden en Joden-genoten in Filippi Uit Lucas verslag zouden we kunnen afleiden dat er niet veel Joden in Filippi zijn, en zij geen synagoge hebben. Kennelijk komen slechts enkele Joodse en niet-joodse vrouwen voor hun gebeden bijeen langs een rivier. Waar zijn de mannen? Kunnen ze op sabbat niet, omdat dit voor Grieken een werkdag is? Durven ze niet uit angst voor het verlies van hun nering? Komen mannen en vrouwen gescheiden bijeen? Maar als het dit laatste is, waarom spreekt Paulus dan eerst tot de vrouwen, en niet, zoals hij altijd doet, met de mannen? Lucas vertelt niets over zo n gesprek en het resultaat daarvan iets dat hij anders altijd doet. Hoe dan ook, als Paulus en Silas spreken met de vrouwen is er één die de parel in de akker vindt: een vrouw die niet uit Macedonië komt, maar uit Klein-Azië. Ze heet Lydia en komt uit Thyatíra, waar later ook een gemeente ontstaat (zie Openbaring 2). Is zij teruggegaan naar die plaats? Lydia zal niet onbemiddeld zijn geweest; want zij handelt in dure purpergeverfde stoffen. Zij heeft een huis in Filippi. Lucas schrijft: Lydia hoorde toe, en de Here opende haar hart, zodat zij aandacht schonk aan wat door Paulus gezegd werd (Hand 16:14). Of het meteen die eerste keer is, of op een latere dag, vertelt Lucas niet, maar zij laat zich dopen. 66.2

Zij wil dat ook haar huisgenoten het evangelie horen, en ook zij worden gedoopt op grond van hun geloof. Zo ontstaat een kleine gemeente, en op Lydia s uitnodiging, of eigenlijk dringend verzoek, wordt haar huis het uitgangspunt van Paulus activiteiten in de stad. Problemen We weten dat Paulus vaker naar de gebedsplaats ging, omdat Lucas vertelt dat een zekere slavin, die een waarzeggende geest had, ons tegenkwam Deze liep Paulus en ons achterna, luid roepende: deze mensen zijn dienstknechten van de allerhoogste God, die u de weg tot behoudenis boodschappen. En dit deed zij vele dagen lang (Hand 16:16-18). Uiteindelijk verdroot dit Paulus. Waarom is niet zo duidelijk. Voor haar, omdat zij aan een geestesziekte lijdt en uitgebuit wordt? Voor hem en zijn gezelschap, omdat voortdurend de aandacht op hen gevestigd wordt? Voor het gevaar dat het evangelie in verband wordt gebracht met waarzeggerij? En hoewel Paulus zeker ook haar bevrijding op het oog heeft gehad, lijkt het laatste het meest aannemelijk. In ieder geval bereikt hij beide doelen door één daad. Hij spreekt tot de geest : Ik gelast u in de naam van Jezus Christus van haar uit te gaan. En hij ging uit op dat uur (16:18). Dit had grote gevolgen. Want de slavin bracht haar eigenaars met waarzeggen veel voordeel aan (16:16). En toen nu haar eigenaars zagen, dat hun kans op voordeel verdwenen was, grepen zij Paulus en Silas en sleurden hen naar de markt voor de overheid (16:19). De beschuldiging tegen hen ondersteunt mijn opvatting: Deze mensen brengen onze stad in rep en roer, daar zij Joden zijn, en zij verkondigen zeden, die wij als Romeinen niet mogen aanvaarden of volgen (16:21). Joden waren er dus niet zo geliefd. We weten wat volgt: Paulus en Silas worden niet ondervraagd, zij krijgen vele geselslagen, en worden in een zorgvuldig afgesloten en extra bewaakte kerker gezet alsof ze zeer gevaarlijk zijn. Pas bij hun vrijlating laat Paulus de hoofdlieden van de stad zeggen, dat zij het Romeins recht hebben geschonden: Zij hebben ons, hoewel wij Romeinen zijn, zonder vorm van proces in het openbaar gegeseld en in de gevangenis gezet (16:37). Niet alleen Paulus, maar ook Silas heeft dus Romeins burgerrecht. Mede daarom is hij zo n geschikte reispartner voor Paulus. De gevangenbewaarder en zijn huisgenoten De gevangenzetting blijkt niet toevallig. Jezus weet dat er mogelijkheden zijn voor de verdere ontwikkeling van de kleine gemeente. De gebeurtenissen in het kort: Paulus en Silas zingen s nachts lofliederen aan God. Misschien spreken zij ook wel luid, zodat andere gevangenen het kunnen horen. Kort daarop is er een aardbeving, die het gebouw op zijn grondvesten doet schudden. Het stort niet in, maar wonderlijk genoeg gaan alle deuren open en raken de boeien van alle gevangenen los. 66.3

De aardbeving kan dus de komst van een engel begeleid hebben, zoals toen de apostelen in Jeruzalem gevangen zaten: Maar een engel van de Heer opende s nachts de deuren van de gevangenis (Hand 5:19). Iedereen kan dus zo de gevangenis van Filippi uitlopen. Maar dit doen de gevangenen niet. Waarom niet? Ik denk hier aan wat Paulus later tegen de hoofdman zegt, als enkele soldaten er in de zware storm onderweg naar Rome in een sloep vandoor willen gaan: Indien zij niet aan boord blijven, kunt u niet gered worden (Hand 27:31). Elke gevangene weet dat hij weinig kans maakt te ontsnappen; want zodra hij buiten is, zullen de soldaten die hem bewaken hem doden. Ook dat zien we als het schip onderweg naar Rome vastloopt en in stukken breekt: De soldaten nu waren van plan de gevangenen te doden, opdat niet iemand met zwemmen zou ontsnappen (Hand 27:42). En zo komt iedereen levend op het droge en ontsnapt niemand. Mogelijk heeft Paulus de gevangenen in Filippi toegeroepen dat zij allemaal moesten blijven waar zij zijn. Want hij stelt de gevangenbewaarder gerust: wij zijn allen hier (Hand 16:28). Wie bedoelt Paulus met de u, die niet gered zullen kunnen worden als er soldaten in de sloep vandoor gaan? De hoofdman? In het Grieks staat het woord in meervoud. Dus allen op het schip, maar de hoofdman is hun vertegenwoordiger. Zijn besluit bepaalt hun leven of dood. De gevangenisbewaarder die verantwoordelijk is voor de gevangenis en allen die daarin zijn wordt ook gered. In eerste instantie van de directe dood door zelfmoord of onthoofding, of een langzame dood op een galeischip want de ontsnapping van gevangenen werd zwaar gestraft. Maar vooral omdat hij, nadat hij heeft afgezien van zelfmoord, tot geloof komt in de God van Paulus en Silas. Hij vraagt: Wat moet ik doen om behouden te worden? (16:30). Dezelfde vraag als die van de Joden in Jeruzalem: Wat moeten wij doen, mannen broeders? (Hand 2:37). Petrus antwoord was: Bekeer u en een ieder van u late zich dopen op de naam van Christus, tot vergeving van uw zonden (2:38). Paulus antwoord is: Stel uw vertrouwen op de Here Jezus en u zult behouden worden (16:31). Dit heeft twee kanten: a) hij is nog steeds doodsbenauwd door de aardbeving en de mogelijke gevolgen van eventuele ontsnappingen voor hemzelf (hij was bevende over al zijn leden vs 29); en b) hij weet dat Paulus en Silas bijzondere mensen moeten zijn als hun God hen te hulp komt. Zal die God geen wraak nemen voor wat hij met hen heeft gedaan? Interessant is Lucas beschrijving van wat daarna gebeurt: de man wast de geselstriemen op de ruggen van Paulus en Silas, en wordt diezelfde nacht zelf door hèn in de doop gewassen van zijn zonden. Ook zijn huisgenoten komen tot geloof en laten zich dopen. Hoe groot is zijn blijd- 66.4

schap: hij bracht hen naar boven in zijn huis en richtte een tafel aan, en verheugde zich, dat hij met zijn gehele huis tot het geloof in God gekomen was (16:34). Het doet denken aan de bekering van Zacheüs. Zo werd de gemeente groot genoeg om te kunnen bestaan en uit te breiden. Uit de tweede brief aan Korinte blijkt dat zij het niet gemakkelijk hadden en leefden in grote armoede (8:2). Mogelijk werd het werken hen onmogelijk gemaakt en kocht niemand meer bij hen. Het vertrek uit Filippi Paulus en Silas blijven in de gevangenis. De volgende ochtend besluiten de hoofdlieden dat ze genoeg gestraft zijn. Ze weten kennelijk nog niet wat er is gebeurd, want zij sturen de gevangenisbewaarder de boodschap: Laat die mensen vrij. Hij vertelt Paulus en Silas dit, en zegt: Vertrek dan nu en ga heen in vrede (16:35,36). Zegt hij dit in zijn opluchting over hun vrijlating? Meent hij dat het gevaarlijk voor hen is te blijven? Paulus ziet het echter als een uitzetting van ongewenste vreemdelingen via de achterdeur, en wil dat de hoofdlieden zelf komen om hen, als Romeins burgers, officieel te verzoeken de stad te verlaten, zodat duidelijk is dat zij geen uitschot zijn. Mogelijk doet hij dit om later terug te kunnen keren wat hij ook doet en/of te voorkomen dat de pasbekeerden direct in moeilijkheden komen. Maar voordat zij vertrekken gaan zij naar Lydia. Daar zien zij de broeders en spreken hen bemoedigend toe en vertrekken (16:40). Wie zijn die broeders? In ieder geval de huisgenoten van Lydia. Maar daar waren ook Lucas en Timoteus, die niet waren gevangengezet. Door over het vertrek uit Filippi te schrijven: Hun weg nemende over Amfipolis en Apollonia, kwamen zij in Tessalonika (17:1), sluit Lucas zichzelf uit. Hij blijft in Filippi. Timoteus gaat wel met hen mee, want Lucas schrijft dat Silas en Timoteus achterblijven in Berea, als Paulus naar Athene vlucht. Als hij van daaruit naar Korinte gaat, voegen zij zich weer bij hem. We komen hier nog op terug. De derde zendingsreis Zijn derde zendingsreis brengt Paulus in Efeze. Daar nam Paulus zich voor door Macedonië en Achaje naar Jeruzalem te reizen (19:21). Maar pas drie maanden later, na de kwestie met de zilversmeden, gaat Paulus daadwerkelijk. Hij doorreist die streken, en spreekt de broeders en zusters uitvoerig toe, ook in Filippi. Daarna reist hij verder, om uiteindelijk vanuit Korinte naar Jeruzalem te gaan. Omdat Joden hem op het schip naar Syrië willen vermoorden, gaat hij lopend via Macedonië naar Efeze. Daarbij bezoekt hij tijdens het Pascha Filippi weer, waar Lucas zich weer bij Paulus voegt. En: wij voeren na de dagen van de ongezuurde broden van Filippi af (20:6) naar Troas. Hier eindigt in het boek Handelingen Paulus relatie met de gemeente in Filippi. Maar er is meer informatie in de brieven. 66.5

Een vierde bezoek? Men gaat ervan uit dat Paulus later, na zijn vrijlating uit gevangenschap in Rome, weer naar Macedonië is gegaan. Dit is gebaseerd op wat hij de Filippenzen schrijft: wanneer ik weer bij u kom (1:26); en: ik vertrouw echter in de Here, dat ik ook zelf spoedig komen zal (2:24). Als man van zijn woord zal Paulus dit na zijn vrijlating zeker hebben gedaan, als de Here Jezus het hem heeft toegestaan. Als bewijs dat hij dit bezoek daadwerkelijk heeft gebracht, wordt vaak de eerste brief aan Timoteus aangehaald. Paulus schrijft hem dat hij in Efeze moet blijven zoals ik u bij mijn reis naar Macedonië aangeraden heb (1:3). Filippi in de brieven van Paulus De eerste brief aan Tessalonika is de eerste van Paulus aan een gemeente in Macedonië. Hij schrijft die vanuit Korinte, kort na zijn haastig vertrek uit hun stad. Hij vertelt hen dat het voorbeeld van hun geloof navolging heeft gekregen in Achaje (1 Tes 1:7). Hij herinnert de broeders van Tessalonika aan wat in Filippi gebeurde: ondanks de mishandeling en de smaad, die wij in Filippi tevoren ondergaan hadden, hebben wij u, in onze God vrijmoedig, onder zware strijd het evangelie van God gebracht (2:2). Uit deze brief zouden wij kunnen afleiden dat Timoteus toch met hem naar Athene reisde. Dan zou Paulus hem van daaruit of onderweg daarheen naar Macedonië hebben teruggestuurd om u te versterken en u te vermanen inzake uw geloof, dat niemand zou wankelen onder deze verdrukkingen (3:2,3). Dat geldt ook voor Filippi. Als Timoteus zich weer bij hem voegt, brengt hij goede tijding van uw geloof en uw liefde (3:6). Daarom schrijft hij verder: Over de broederliefde is het niet nodig u te schrijven; immers, u hebt zelf van God geleerd elkaar lief te hebben; u doet dat dan ook ten aanzien van alle broeders in geheel Macedonië (4:9,10); dus ook van die in Filippi. Maar zij hebben niet alleen de broeders in Macedonië lief. In de brief aan de Romeinen, die Paulus in Korinte schrijft, lezen we over zijn voorgenomen reis naar Jeruzalem, met de inzameling voor de armen uit alle gemeenten die door Paulus prediking zijn ontstaan. Dus ook uit Macedonië, waarin Filippi lag (Rom 15:25). Hierover schrijft hij ook in de brieven aan de Korintiërs: Wij maken u de genade van God bekend, broeders, die aan de gemeenten van Macedonië geschonken is. Want, doordat zij beproefd zijn gebleken in veel verdrukking, hebben hun overvloedige blijdschap en diepe armoede nog overvloedig de rijkdom van hun mildheid bevorderd; want (zij deden), dat getuig ik, wat zij konden, ja meer dan dat (2 Kor 8:1-3; zie ook 1 Kor 16:1,3). Hij herinnert hen er ook aan, dat toen ik bij u was en gebrek kreeg, ben ik niemand van u lastig gevallen, want wat mij ontbrak, hebben de broeders, die uit Macedonië kwamen, aan- 66.6

gevuld (11:8,9). En nu wordt het verband met de brief aan de Filippenzen duidelijk. Want zij zijn het, die hem financieel ondersteunden: U weet het zelf ook wel, Filippenzen; in het begin van mijn evangelieprediking, toen ik uit Macedonië vertrok, heeft geen enkele gemeente met mij in rekening van uitgave en ontvangst gestaan dan u alleen (Flp 4:15). En al eerder hadden zij dit gedaan: Want ook in Tessalonika hebt u mij een en andermaal ondersteuning gezonden (4:16). De brief aan de Filippenzen Paulus schrijft de brief aan de Filippenzen vanuit gevangenschap in Rome, waarschijnlijk tijdens de eerste periode van 60-62. In 1:7 en 12-17 gebruikt hij vier keer het woord gevangenschap. Niet zuchtend en negatief, maar begrijpend dat het omwille van het evangelie zo moet zijn, omdat zijn getuigenis resultaat heeft: Ik wil, dat u weet, broeders, dat wat mij wedervaren is veeleer tot bevordering van de evangelieprediking heeft gestrekt. Daardoor toch is aan het gehele hof en aan al de overigen duidelijk geworden, dat ik in gevangenschap ben om Christus wil, en het merendeel van de broeders in de Here heeft door mijn gevangenschap vertrouwen gekregen om met des te meer moed onbevreesd het woord van God te spreken (verzen 12-14). Hier moeten we, denk ik, ook de achtergrond voor het schrijven van de brief zoeken. Reden tot dankbaarheid voor financiële hulp We zagen al dat hij dankbaar terugdenkt aan hun ondersteuning in de begintijd, in Tessalonika en Korinte. In de inleiding dankt hij God en hen daarvoor (1:3-5). Zij hebben deel aan zijn prediking door hun gebeden (1:19) en herhaaldelijke ondersteuning. Paulus weet dat zij dit doen uit liefde en verbondenheid in Christus. Nu hebben zij zelfs broeder Epafroditus naar Rome gestuurd, met opnieuw een geldelijke bijdrage. Paulus moet hoge kosten hebben gehad, omdat hij zelf een woning moest huren. En dat zal in Rome niet goedkoop zijn geweest. Misschien kon hij alle kosten niet opbrengen. Aan het eind van de brief schrijft hij: Nu is alles voldaan en ik ben rijkelijk voorzien; alles is aangezuiverd, nu ik van Epafroditus het door u gezondene ontvangen heb (4:18). Het had kennelijk lang geduurd, voordat zij hem in Rome hulp zonden, want hij schrijft: De Heer heeft mij veel vreugde gegeven nu u eindelijk uw zorg voor mij hebt kunnen tonen. U dacht altijd al aan mij, maar vond niet de gelegenheid het te laten zien (4:10 NBV). Epafroditus zal hem de reden hebben verteld. Het resultaat van hun dienstbaarheid Paulus is overtuigd van hun goede gezindheid. Hun steun is een welriekend, God welgevallig offer (4:18). Hun gave is niet alleen een vermindering van zijn zorgen, maar vooral winst voor de broeders en zusters in Filippi zelf: Niet dat het mij om de gave te doen zou zijn, maar het is mij 66.7

te doen om de opbrengst, die als een tegoed op uw rekening groeit (4: 17). Doet dit niet denken aan de gelijkenis van Jezus, waarin de heer zijn dienaren inzage vraagt in de toename van het hen toevertrouwde kapitaal? Zij hebben van het begin af ingelegd op hun geloofsspaarrekening. Nu hebben zij dat opnieuw gedaan. Daarom ontvangen de Filippenzen wat God Paulus geeft; want hij schrijft dat zij deelgenoten zijn van de mij verleende genade (1:7). Lijden om het werk van Christus Ik heb echter de indruk dat zij Epafroditus om meer dan geldelijke steun naar Rome stuurden. Want Paulus noemt hem: mijn broeder en medearbeider en medestrijder, die uw afgevaardigde was om mij te helpen in wat ik nodig had (2:25). Paulus ziet het zo, dat de broeders en zusters in Filippi, in de persoon van hun afgevaardigde Epafroditus, deelnemen aan de prediking in Rome (1:5), en delen in wat hij in Rome lijdt. Zij lijden al omwille van hun geloof: Want aan u is de genade verleend, voor Christus, niet alleen in Hem te geloven, maar ook voor Hem te lijden, in dezelfde strijd, die u eens van mij hebt gezien en nu van mij hoort (1:29,30). Nu lijden zij, in de persoon van Epafroditus, ook voor de zaak van Christus: Want om het werk van Christus is hij de dood nabijgekomen en heeft hij zijn leven gewaagd om aan te vullen wat nog aan uw dienstbetoon jegens mij ontbrak (2:30). Zijn leven wagen heeft in ieder geval betrekking op zijn reis, met het geld. Hij heeft zichzelf ook in Rome verloochend, zoals hij dat zag van Paulus en Timoteus. Over Timoteus schrijft Paulus dat hij niet is zoals vele anderen: allen zoeken zij hun eigen belang, niet de zaak van Christus Jezus (2:21). Zo is ook Epafroditus. Daarnaast is hij werkelijk bijna gestorven aan een ernstige ziekte. Paulus heeft de broeders en zusters in Filippi dat bericht, en zij zullen net zo bezorgd zijn geweest als hijzelf. God heeft alle gebeden voor hem verhoord en hem genezen. Begeleidend schrijven bij de terugkeer van Epafroditus naar Filippi De bedoeling zal zijn geweest dat Epafroditus bij Paulus bleef. Paulus wil echter dat hij nu teruggaat naar Filippi. Om te voorkomen dat de broeders dit verkeerd opvatten, geeft hij hem de brief mee. Want het is niet omdat hij hun gave niet waardeert, of omdat Epafroditus onbruikbaar is, of zijn eigen belang zoekt: Maar ik achtte het noodzakelijk, Epafroditus tot u te zenden Immers, hij was vol verlangen naar u allen en ook in zorg, omdat u gehoord had, dat hij ziek was de dood nabij Ik zend hem dan met te meer spoed, opdat u, als u hem ziet, u weer verblijden mag en ik minder zorg zal mogen hebben (2:25-29). Om wat hij gedaan en geleden heeft, vraagt Paulus hen: Ontvangt hem dan in de Here met alle blijdschap en houdt mannen zoals hij in ere (2:29). 66.8 J.K.D.