Stichting IKEA Pensioenfonds Statuten

Stichting IKEA Pensioenfonds Statuten Opgericht 24.09.2007 Laatste statutenwijzing 25.06.2014 Statuten Stichting IKEA Pensioenfonds Pagina 1 van 16

Naam. Aard. Zetel. Duur. Artikel 1 1.1 De stichting draagt de naam: Stichting IKEA Pensioenfonds. 1.2 De stichting is een ondernemingspensioenfonds als bedoeld in de Pensioenwet. 1.3 De stichting is gevestigd te Amsterdam, en is opgericht voor onbepaalde duur. Begripsomschrijvingen. Artikel 2 In deze statuten wordt verstaan onder; a. aanspraakgerechtigde : persoon die begunstigde is voor een nog niet ingegaan pensioen; b. bestuur : het bestuur van het pensioenfonds; c. centrale ondernemingsraad : de centrale ondernemingsraad als bedoeld in de Wet op de ondernemingsraden, ingesteld voor de ondernemingen van de werkgever; d. deelnemer : de werknemer of gewezen werknemer die op grond van een pensioenovereenkomst pensioenaanspraken verwerft jegens het pensioenfonds; e. directie : de directie van IKEA Nederland B.V., voormeld; f. DNB : De Nederlandsche Bank, als bedoeld in de Wet op het financieel toezicht; g. gepensioneerde : pensioengerechtigde voor wie het ouderdomspensioen is ingegaan; h. gewezen deelnemer : de werknemer of gewezen werknemer door wie op grond van een pensioenovereenkomst geen pensioen meer wordt verworven en die bij beëindiging van de deelneming een pensioenaanspraak heeft behouden jegens het pensioenfonds; i. pensioen : ouderdomspensioen, arbeidsongeschiktheidspensioen of nabestaandenpensioen, zoals tussen werkgever en werknemer overeengekomen. j. pensioenfonds : Stichting IKEA Pensioenfonds; k. pensioengerechtigde : persoon voor wie op grond van een pensioenovereenkomst het pensioen is ingegaan; l. pensioenovereenkomst ; hetgeen tussen werkgever en werknemer is overeengekomen betreffende pensioen; m. pensioenreglement : de door het pensioenfonds opgestelde regeling met betrekking tot de verhouding tussen het pensioenfonds en deelnemer; n. statuten : de statuten van het pensioenfonds; o. verantwoordingsorgaan : het verantwoordingsorgaan als bedoeld in artikel 15 van de statuten; Statuten Stichting IKEA Pensioenfonds Pagina 2 van 16

p. vakorganisatie : een van de werknemersverenigingen die de belangen van de werknemers van de werkgever vertegenwoordigen bij het arbeidsvoorwaardenoverleg. q. verzekeraar : een verzekeraar die op grond van de Wet op het financieel toezicht in Nederland het bedrijf van levensverzekeraar of schadeverzekeraar mag uitoefenen, welke voldoet aan de eisen als gesteld in de Pensioenwet; r. visitatiecommissie : de visitatiecommissie als bedoeld in artikel 18 van de statuten; s. werkgever : IKEA Nederland B.V., gevestigd te Amsterdam, Inter IKEA Systems B.V., gevestigd te Delft, en andere in de groep als bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek met IKEA Nederland B.V. verbonden ondernemingen, die een pensioenovereenkomst voor hun werknemers toepasselijk hebben verklaard en die door het bestuur als werkgever zijn aanvaard; t. werknemer : degene die krachtens arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht arbeid verricht voor de werkgever; Doel. Artikel 3 Het pensioenfonds stelt zich ten doel het verlenen, het verzekeren of het doen verzekeren van pensioenen en/of andere uitkeringen in de meest ruime zin aan of ten behoeve van deelnemers, gewezen deelnemers en hun nabestaanden. Werkwijze. Artikel 4 4.1 Het pensioenfonds stelt een actuariële en bedrijfstechnische nota vast waarin in elk geval een omschrijving is opgenomen van de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan het bij of krachtens de artikelen 25, 95, 126 tot en met 137 en 143 van de Pensioenwet bepaalde, en die overigens voldoet aan de bepalingen gesteld bij of krachtens de Pensioenwet. 4.2 De actuariële en bedrijfstechnische nota bevat voorts een verklaring inzake beleggingsbeginselen en een beschrijving van de sturingsmiddelen. 4.3 Voor zover risico s zijn overgedragen, herverzekerd of ondergebracht kan de omschrijving, bedoeld in lid 1, beperkt blijven tot een verwijzing naar hetgeen daarover in de betreffende overeenkomst is opgenomen. 4.4 De verklaring inzake beleggingsbeginselen wordt om de drie jaren en voorts onverwijld na iedere belangrijke wijziging van het beleggingsbeleid herzien. Statuten Stichting IKEA Pensioenfonds Pagina 3 van 16

Herverzekering. Artikel 5 5.1 Het pensioenfonds kan de uit aangegane verplichtingen voortspruitende risico s overdragen of herverzekeren door het sluiten van overeenkomsten van verzekering met één of meer verzekeraars, welke voldoen aan de eisen, als daartoe gesteld in de Pensioenwet. 5.2 Het in het vorige lid bepaalde zal zeker plaatsvinden, indien DNB zulks noodzakelijk acht in het belang van de deelnemers, gewezen deelnemers, pensioengerechtigden of andere belanghebbenden, met inachtneming van de door DNB gestelde termijn. 5.3 Overdracht of herverzekering kan achterwege blijven indien uit de actuariële en bedrijfstechnische nota blijkt dat voldaan wordt aan alle bij of krachtens de Pensioenwet daarvoor gestelde eisen. Het bestuur doet hiervan direct mededeling aan DNB. Middelen, inkomsten en uitgaven. Artikel 6 6.1 De middelen en inkomsten van het pensioenfonds bestaan onder andere uit: a. de bijdragen van de werkgever (krachtens het pensioenreglement en/of een overeenkomst tussen de werkgever en het pensioenfonds); b. bijdragen van de deelnemers (krachtens het pensioenreglement); c. uitkeringen uit herverzekeringen; d. inkomsten uit waardeoverdrachten; e. opbrengsten uit beleggingen; f. andere baten, met dien verstande dat erfstellingen slechts onder het voorrecht van boedelbeschrijving mogen worden aanvaard. 6.2 De uitgaven van het pensioenfonds worden gevormd door: a. aan de herverzekeraar verschuldigde premies en/of koopsommen; b. pensioenuitkeringen conform het pensioenreglement; c. uitgaven in verband met waardeoverdrachten; d. kosten van beheer en van administratie en andere hiermee verband houdende kosten. 6.3 De bezittingen van het pensioenfonds moeten tezamen met de te verwachten inkomsten toereikend zijn ter dekking van de uit de statuten en reglementen voortvloeiende pensioenverplichtingen. Statuten Stichting IKEA Pensioenfonds Pagina 4 van 16

Beleggingen. Artikel 7 7.1 Het pensioenfonds voert een beleggingsbeleid dat in overeenstemming is met de prudentperson regel en met name gebaseerd is op de volgende uitgangspunten: a. de waarden worden belegd in het belang van aanspraak- en pensioengerechtigden; b. beleggingen in een bijdragende onderneming (als bedoeld in de Pensioenwet) worden beperkt tot ten hoogste vijf procent (5%) van de portefeuille als geheel, en ingeval de bijdragende onderneming tot een groep behoort, worden beleggingen in de ondernemingen die tot dezelfde groep als de bijdragende onderneming behoren, beperkt tot ten hoogste tien procent (10%) van de portefeuille. Wanneer een groep van ondernemingen aan het pensioenfonds premies betaalt, geschieden beleggingen in deze bijdragende ondernemingen prudent, waarbij rekening wordt gehouden met de noodzaak van een behoorlijke diversificatie; c. de beleggingen worden gewaardeerd op basis van marktwaardering. 7.2 Het prudente beleggingsbeleid van het pensioenfonds dient te voldoen aan de nadere regels welke ter waarborging daarvan bij of krachtens de Pensioenwet worden gesteld. 7.3 De eisen die zijn opgenomen in het eerste lid, aanhef en onderdeel b, en de regels die op grond van het tweede lid worden gesteld ten aanzien van de diversificatie van waarden zijn niet van toepassing op beleggingen in staatsobligaties. Terugstorting of premiekorting. Artikel 8 8.1 Het pensioenfonds kan uitsluitend korting verlenen op de kostendekkende premie of de gedempte premie indien ten aanzien van de pensioenverplichtingen wordt voldaan aan de artikelen 126, 132 en 133 van de Pensioenwet en de eventuele voorwaardelijke toeslagen kunnen worden nagekomen overeenkomstig de artikelen 95 en 137 van de Pensioenwet. 8.2 Het pensioenfonds kan uitsluitend terugstorten indien: a. ten aanzien van de pensioenverplichting wordt voldaan aan de artikelen 126, 132 en 133 van de Pensioenwet; b. de voorwaardelijke toeslagen met betrekking tot de voorgaande tien jaar zijn verleend en kunnen worden verleend overeenkomstig de artikelen 95 en 137 van de Pensioenwet; c. de korting op de pensioenaanspraken en pensioenrechten op grond van artikel 134 van de Pensioenwet in de voorgaande tien jaar gecompenseerd is. Statuten Stichting IKEA Pensioenfonds Pagina 5 van 16

Samenstelling en benoeming bestuur. Artikel 9 9.1 Het pensioenfonds kent een paritair bestuursmodel en bestaat uit vertegenwoordigers namens de werkgever, namens de deelnemers en namens de pensioengerechtigden in het fonds. Het bestuur benoemt de leden van het bestuur. 9.2 Het bestuur bestaat uit zes leden, waarbij de werknemersvertegenwoordigers en een vertegenwoordiger van pensioengerechtigden tezamen evenveel zetels bezetten als de werkgeversvertegenwoordigers. De werkgeversvertegenwoordigers worden voorgedragen door de directie. De werknemersvertegenwoordigers worden voorgedragen door de vakorganisaties. Een van de te benoemen werknemersvertegenwoordigers wordt voorgedragen door FNV Bondgenoten, gevestigd te Utrecht, en een wordt voorgedragen door de Werknemersvereniging van IKEA Medewerkers ( WIM. ). De vertegenwoordiger namens de pensioengerechtigden wordt voorgedragen na rechtstreekse verkiezing door de pensioengerechtigden in het fonds. Verkiesbaar zijn pensioengerechtigden of personen die door tenminste 10 pensioengerechtigden zijn voorgedragen. Zijn er geen geschikte kandidaten namens de pensioengerechtigden beschikbaar, dan kan het bestuur een kandidaat voordragen. De verkiezingen worden nader geregeld in een verkiezingsreglement. De verdeling van de bestuurszetels over de geledingen werknemers en pensioengerechtigden vindt evenredig plaats op basis van de onderlinge getalsverhoudingen, waarbij van elke geleding ten minste één vertegenwoordiger in het bestuur zitting heeft. Vertegenwoordigers van de pensioengerechtigden bezetten echter niet meer dan 25% van het totale aantal zetels, tenzij het aantal deelnemers minder bedraagt dan 10% van de som van het aantal deelnemers en pensioengerechtigden. Dan is dit maximaal 50%. 9.3 Het bestuur stelt een profielschets op voor de leden van het bestuur. Het bestuur houdt er rekening mee dat het bestuur zo veel als mogelijk complementair is samengesteld en een redelijke afspiegeling vormt van de belanghebbenden in het fonds. De voordracht van een kandidaat voor het bestuur vindt plaats op basis van de profielschets die is opgesteld naar aanleiding van de ontstane vacature(s) in het bestuur. De kandidaat bestuurder moet aantonen dat hij (zo veel mogelijk) aan het profiel voldoet. Het bestuur kan een voorgedragen kandidaat afwijzen indien deze niet (voldoende) aan het profiel voldoet. 9.4 Het bestuur stelt een procedure vast voor een periodieke evaluatie van het functioneren van het bestuur als geheel en van de individuele bestuursleden. 9.5 Indien naar het oordeel van een meerderheid van het bestuur sprake is van een bestuurslid dat onvoldoende functioneert, kan het bestuur het lid schorsen of ontslaan. Dit gebeurt pas nadat hierover het lid en degene die het lid heeft voorgedragen zijn gehoord en is slechts mogelijk als het betreffende bestuurslid binnen een door het bestuur gestelde redelijke termijn de kans heeft gekregen zijn functioneren te verbeteren en er na het verstrijken van die termijn geen toereikende verbetering van het functioneren is waargenomen, behoudens een andersluidend bestuursbesluit terzake. Bij onvoldoende functioneren van een pensioengerechtigdenvertegenwoordiger wordt in plaats van het voordragende orgaan de pensioengerechtigdenvertegenwoordiger in het verantwoordingsorgaan gehoord. Een besluit tot ontslag kan uitsluitend worden genomen met een meerderheid van de uitgebrachte stemmen, afkomstig van bestuursleden namens tenminste twee geledingen. Statuten Stichting IKEA Pensioenfonds Pagina 6 van 16

9.6 De voorzitter wordt voor een periode van twee jaar door het bestuur gekozen uit afwisselend de werkgeversvertegenwoordigers of de werknemersvertegenwoordigers in het bestuur. 9.7 De secretaris is tevens plaatsvervangend voorzitter - optredend bij ontstentenis van de voorzitter - en wordt door het bestuur gekozen uit afwisselend de werknemersvertegenwoordigers of de werkgeversvertegenwoordigers in het bestuur. 9.8 Bestuursleden worden benoemd voor een periode van maximaal vier jaar, en treden daarna af conform een door het bestuur op te stellen rooster van aftreden. Opvolgende bestuursleden - met uitzondering van bestuursleden benoemd in een tussentijdse vacature, waarop het hierna in lid 10 laatste volzin van toepassing is - worden benoemd voor een periode van vier jaar. Aftredende bestuursleden zijn terstond herbenoembaar of herkiesbaar. Nadat het rooster van aftreden is opgesteld treedt elk jaar in de vergadering waarin de jaarrekening wordt behandeld, conform het rooster één bestuurslid af, waarbij het ene jaar een werknemersvertegenwoordiger of vertegenwoordiger namens de pensioengerechtigden en het volgende jaar een werkgeversvertegenwoordiger aftreedt. De maximale termijn dat een bestuurder lid kan zijn van het bestuur bedraagt 12 jaar. 9.9 In aanvulling op het bepaalde in artikel 9.5 kan het bestuur een bestuurslid ontslaan: a. op verzoek van de directie voor wat betreft een door de directie voorgedragen bestuurder; b. op verzoek van de vakorganisaties voor wat betreft een door de vakorganisaties voorgedragen bestuurder; c. op verzoek van het verantwoordingsorgaan voor wat betreft een door de pensioengerechtigden voorgedragen bestuurder; d. op eigen verzoek van het bestuurslid (bedanken); e. door overlijden van het bestuurslid; f. doordat het bestuurslid failliet wordt verklaard, surséance van betaling aanvraagt, onder curatele of bewind wordt gesteld, in aanmerking komt voor schuldsanering uit hoofde van de faillissementswet, of op andere wijze het vrije beheer over zijn vermogen verliest; g. door ontslag door de bevoegde rechter in de gevallen in de wet voorzien. 9.10 In vacatures wordt zoveel als mogelijk binnen drie maanden na het ontstaan ervan voorzien. In geval van een vacature is het bestuur verplicht om zo spoedig mogelijk de betreffende voordragende partij te verzoeken om in de vacature te voorzien. In geval van een vacature van een lid voorgedragen door de pensioengerechtigden, organiseert het bestuur verkiezingen. Indien de directie of een vakorganisatie in gebreke blijft een bestuurslid voor te dragen, blijft de vacature bestaan, totdat hierin is voorzien. Gedurende het bestaan van een vacature behoudt het bestuur zijn volledige bevoegdheid. Een bestuurslid dat is benoemd in een tussentijdse vacature, treedt af op het tijdstip waarop degene die hij opvolgt, zou zijn afgetreden. 9.11 Het lidmaatschap van het bestuur is niet verenigbaar met het lidmaatschap van een ander orgaan binnen het pensioenfonds of van de visitatiecommissie. 9.12 Het bestuur stelt beleid vast met betrekking tot de bezoldiging en te vergoeden reis- of verblijfskosten en andere uitgaven in het belang van het fonds gedaan, voor alle bij het pensioenfonds betrokken organen. Statuten Stichting IKEA Pensioenfonds Pagina 7 van 16

9.13 Indien en zodra de centrale ondernemingsraad te eniger tijd aan het bestuur meedeelt niet langer in te stemmen met de hierboven in lid 2 vermelde wijze van verkiezing of voordracht van de werknemersvertegenwoordigers, dan is het bestuur verplicht om onverwijld hetgeen in de statuten omtrent de wijze van verkiezing en voordracht door statutenwijziging in overeenstemming te brengen met het bepaalde in artikel 102 lid 3 van de Pensioenwet. Bestuur: taak en bevoegdheden. Artikel 10 10.1 Het bestuur is belast met het besturen van het pensioenfonds. 10.2 Het bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding of bezwaring van registergoederen. 10.3 Ieder bestuurslid is bevoegd een deskundige te raadplegen, of zich krachtens een bestuursbesluit, waarbij ten minste een/vierde van het aantal in functie zijnde bestuursleden zich daarvoor heeft uitgesproken, ter vergadering door een deskundige te laten bijstaan. 10.4 Het bestuur kan een administrateur benoemen aan wie het bestuur, onverminderd de verantwoordelijkheid van het bestuur, taken kan overdragen. De administrateur is verplicht tot geheimhouding van al hetgeen hij met betrekking tot het pensioenfonds, de werkgever, de (gewezen) deelnemers en de overige belanghebbenden te weten komt. Hij mag dit niet verder bekend maken dan voor de uitoefening van zijn functie nodig is, zoals dit is omschreven in zijn taakopdracht, welke door het bestuur wordt vastgesteld. 10.5 Het bestuur delegeert compliance-taken aan een compliance officer die door het bestuur wordt benoemd en ontslagen. De taken en bevoegdheden van de compliance officer worden schriftelijk vastgelegd. Bestuur: vertegenwoordiging. Artikel 11 11.1 Het pensioenfonds wordt vertegenwoordigd door het bestuur. Het bestuur kan worden vertegenwoordigd door twee bestuursleden tezamen. Van deze twee bestuursleden moet één behoren tot de bestuursleden, voorgedragen door de vakorganisaties dan wel de pensioengerechtigden en één tot de door de directie voorgedragen bestuursleden. 11.2 Het bestuur kan besluiten tot het verlenen van volmacht aan één of meer bestuursleden alsook aan derden om het pensioenfonds binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen. Bestuur: besluitvorming. Artikel 12 12.1 Het bestuur vergadert zo dikwijls als de voorzitter of ten minste zowel een werkgeversvertegenwoordiger als een werknemers- of pensioengerechtigdenvertegenwoordiger tezamen dit wenselijk acht(en), doch ten minste drie maal per jaar. De convocatie van de vergadering zal uiterlijk veertien dagen tevoren door de secretaris aan de bestuursleden worden toegezonden, vermeldende de tijd en plaats der vergadering en de te behandelen onderwerpen. Iedere vergadering Statuten Stichting IKEA Pensioenfonds Pagina 8 van 16

wordt echter geacht op geldige wijze te zijn bijeengeroepen indien alle in functie zijnde bestuursleden ter vergadering aanwezig zijn. 12.2 De voorzitter heeft de leiding van de bestuursvergaderingen. Bij ontstentenis van de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter voorziet de vergadering zelf in haar leiding. De secretaris houdt de notulen van de bestuursvergadering, die ten blijke van vaststelling door de volgende vergadering worden ondertekend door de voorzitter en secretaris van die volgende vergadering. 12.3 Ieder bestuurslid heeft één stem. Geldige besluiten kan het bestuur slechts nemen indien ten minste de helft plus één van het aantal in functie zijnde bestuursleden ter vergadering aanwezig of door middel van een volmacht vertegenwoordigd zijn. 12.4 Ieder bestuurslid kan een ander bestuurslid schriftelijk of per email machtigen hem ter vergadering te vertegenwoordigen en voor hem stem uit te brengen. Een lid kan ten hoogste één ander lid vertegenwoordigen. 12.5 Alle besluiten worden genomen met gewone meerderheid van stemmen van de aanwezige of vertegenwoordigde bestuursleden, tenzij deze statuten uitdrukkelijk anders bepalen. Een besluit kan daarbij slechts worden genomen, indien ten minste één werkgeversvertegenwoordiger en ten minste één werknemersvertegenwoordiger of pensioengerechtigdenvertegenwoordiger voor het betreffende voorstel heeft gestemd. 12.6 Blanco stemmen zijn ongeldig. 12.7 Indien geen besluit kan worden genomen, omdat het vereiste aantal bestuursleden niet aanwezig of vertegenwoordigd is, kan, rekening houdend met het bepaalde in lid 1, een volgende vergadering worden uitgeschreven, waarin het betreffende punt wordt behandeld. Een besluit betreffende dit punt wordt dan genomen met gewone meerderheid van stemmen, ongeacht het aantal aanwezige en vertegenwoordigde bestuursleden, doch onverminderd het bepaalde in lid 6 van dit artikel. 12.8 Besluiten strekkende tot: - het aangaan, wijzigen of beëindigen van een overeenkomst met een verzekeraar als bedoeld in artikel 5; - het verrichten van rechtshandelingen waarvan het totale belang of de waarde voor het pensioenfonds een bedrag van één miljoen euro ( 1.000.000,-) te boven gaat, kunnen slechts worden genomen met algemene stemmen van alle in functie zijnde bestuurders. 12.9 Over personen wordt schriftelijk, over zaken mondeling gestemd. Bij staking van stemmen over personen beslist het lot. Loting geschiedt door de voorzitter. Bij staking van stemmen over zaken wordt het voorstel geacht te zijn verworpen. 12.10 Besluiten van het bestuur worden zo spoedig mogelijk aan de belanghebbende(n) medegedeeld. 12.11 Het bestuur kan over zaken besluiten nemen buiten de vergadering, mits geen van de bestuursleden zich hiertegen verzet en alle bestuursleden in de gelegenheid zijn geweest hun stem per e-mail of anderszins uit te brengen naar aanleiding van een document, waarin het voorgenomen besluit is opgenomen. Besluiten over zaken, op geldige wijze genomen buiten de vergadering, zullen in de eerstkomende vergadering alsnog in de notulen van die vergadering worden opgenomen. Statuten Stichting IKEA Pensioenfonds Pagina 9 van 16

Beleid. Geschiktheid. Betrouwbaarheid. Artikel 13 13.1 Het dagelijks beleid van het pensioenfonds wordt bepaald door ten minste twee personen. 13.2 De personen die het beleid van het pensioenfonds bepalen of mede bepalen richten zich bij de vervulling van hun taak naar de belangen van de bij het pensioenfonds betrokken deelnemers, gewezen deelnemers, andere aanspraakgerechtigden, de pensioengerechtigden en de werkgever dan wel werkgevers en zorgen ervoor dat dezen zich door hen op evenwichtige wijze vertegenwoordigd kunnen voelen. 13.3 Het bestuur en de overige medebeleidsbepalers moeten geschikt zijn voor de uitoefening van het bedrijf van het pensioenfonds. Het bestuur stelt een geschiktheidsplan op, waarin nader is omschreven aan welke geschiktheidseisen alle (mede-)beleidsbepalers dienen te voldoen. 13.4 Het bestuur van het pensioenfonds draagt er zorg voor dat de betrouwbaarheid van de personen die het beleid van het pensioenfonds bepalen of mede bepalen buiten twijfel staat. 13.5 Het bestuur van het pensioenfonds meldt elke wijziging in de samenstelling van de personen die het beleid van het pensioenfonds bepalen of mede bepalen vooraf aan DNB. 13.6 Een wijziging als bedoeld in het vijfde lid wordt niet doorgevoerd indien: a. DNB binnen zes weken na ontvangst van de melding van de wijziging aan het pensioenfonds bekend maakt dat het niet met de voorgenomen wijziging instemt; of b. DNB om nadere gegevens of inlichtingen heeft verzocht en binnen zes weken na ontvangst van die gegevens of inlichtingen aan het pensioenfonds bekend maakt dat het niet met de voorgenomen wijziging instemt. 13.7 Indien zich een wijziging voordoet van de antecedenten die van invloed is op de betrouwbaarheid van de personen, bedoeld in het vierde lid, stelt het pensioenfonds de compliance officer van het pensioenfonds en DNB daarvan onverwijld schriftelijk in kennis 13.8 De betrouwbaarheid van een persoon staat buiten twijfel wanneer dat eenmaal door DNB voor de toepassing van de Pensioenwet is vastgesteld, zolang niet een wijziging in de relevante feiten of omstandigheden een redelijke aanleiding geeft tot een nieuwe beoordeling. 13.9 Het in de leden 3 tot en met 7 van dit artikel bepaalde geldt met inachtneming van de terzake bij of krachtens de Pensioenwet te eniger tijd gestelde nadere regels. Samenstelling verantwoordingsorgaan. Artikel 14 14.1 Het fonds heeft een verantwoordingsorgaan. Het verantwoordingsorgaan bestaat uit zeven leden: één lid namens de werkgever, vijf leden namens de deelnemers en één lid namens de pensioengerechtigden. 14.2 De voordracht van een lid van het verantwoordingsorgaan geschiedt op basis van een door het bestuur op te stellen profielschets waaraan ieder te benoemen vertegenwoordiger op het moment van benoeming moet voldoen. Het bestuur zorgt er zo veel als mogelijk voor dat het verantwoordingsorgaan complementair is samengesteld en een redelijke afspiegeling vormt van de belanghebbenden in het fonds. Statuten Stichting IKEA Pensioenfonds Pagina 10 van 16

14.3 De taken en bevoegdheden, benoeming en ontslag van het verantwoordingsorgaan worden door het bestuur vastgesteld bij reglement verantwoordingsorgaan na advies van het verantwoordingsorgaan. De taken en bevoegdheden van het verantwoordingsorgaan komen ten minste overeen met hetgeen hieromtrent bij of krachtens de Pensioenwet is geregeld. Artikel 15 Benoeming leden verantwoordingsorgaan. 15.1 De leden van het verantwoordingsorgaan worden door het bestuur benoemd. 15.2 De voordracht of verkiezing van de leden van het verantwoordingsorgaan vindt als volgt plaats: a. Het lid van het verantwoordingsorgaan dat de werkgever vertegenwoordigt, wordt voorgedragen door de werkgever. b. De leden van het verantwoordingsorgaan die de deelnemers vertegenwoordigen, worden voorgedragen door de deelnemers na rechtstreekse verkiezingen. Behalve dat deelnemers zichzelf kandidaat kunnen stellen, kunnen kandidaten voor de verkiezing ook worden voorgedragen door de beide vakorganisaties, de W.I.M. en FNV Bondgenoten. De verkiezingen worden nader geregeld in een verkiezingsreglement en georganiseerd door het bestuur. c. Het lid in het verantwoordingsorgaan dat de pensioengerechtigden vertegenwoordigt wordt voorgedragen door de pensioengerechtigden na rechtstreekse verkiezingen. Deze verkiezingen worden nader geregeld in een verkiezingsreglement en georganiseerd door het bestuur. 15.3 Leden van het verantwoordingsorgaan worden benoemd voor een periode van vier jaar. De maximale termijn dat iemand lid kan zijn van het verantwoordingsorgaan bedraagt 12 jaar. De procedure van benoeming en ontslag wordt uitgewerkt bij reglement verantwoordingsorgaan. 15.4 Het lidmaatschap van het verantwoordingsorgaan is niet verenigbaar met het lidmaatschap van een ander orgaan binnen het pensioenfonds of van de visitatiecommissie. Beëindiging lidmaatschap verantwoordingsorgaan. Artikel 16 16.1 Het lidmaatschap van het verantwoordingsorgaan eindigt: a. na het aflopen van de benoemingstermijn van vier jaar; b. in het geval van een vertegenwoordiger namens de deelnemers: indien het dienstverband met de werkgever is beëindigd. c. in het geval van een vertegenwoordiger van de werkgever: op verzoek van de werkgever; d. bij onvoldoende functioneren: door een besluit van het verantwoordingsorgaan; e. op eigen verzoek van het lid. Statuten Stichting IKEA Pensioenfonds Pagina 11 van 16

16.2 Indien naar het oordeel van het verantwoordingsorgaan sprake is van een lid van het verantwoordingsorgaan dat onvoldoende functioneert, zoals genoemd in het vorige lid onder d, kan het verantwoordingsorgaan dit lid ontslaan, na het horen van het lid zelf, mits twee derde van de leden van het verantwoordingsorgaan hiermee instemt. Het bestuur zal alsdan de voordragende partij vragen een nieuwe kandidaat voor te dragen dan wel nieuwe verkiezingen organiseren. Ontslag is pas mogelijk als het betreffende lid binnen een door het bestuur gestelde redelijke termijn de kans heeft gekregen zijn functioneren te verbeteren en er na het verstrijken van die termijn geen toereikende verbetering van het functioneren is waargenomen. Samenstelling en benoeming intern toezicht Artikel 17 17.1 Het fonds heeft een visitatiecommissie die bestaat uit drie externe onafhankelijke deskundigen. 17.2 Het bestuur stelt, na het advies van het verantwoordingsorgaan, een profielschets vast waaraan de leden van de visitatiecommissie aantoonbaar moeten voldoen. Het verantwoordingsorgaan doet een bindende voordracht voor de leden van de visitatiecommissie op basis van de door het bestuur geselecteerde kandidaten. Daarbij worden tenminste tweemaal zoveel kandidaten geselecteerd als er vacatures zijn. Het bestuur zorgt, waar relevant, door het tijdig in gang zetten van deze procedure er zoveel als mogelijk voor dat een vacature voor een lid van de visitatiecommissie uiterlijk binnen zes maanden is vervuld. 17.3 De leden van de visitatiecommissie worden benoemd door het bestuur. 17.4 Het lidmaatschap van de visitatiecommissie eindigt bij het aflopen van de benoemingstermijn. Een lid van de visitatiecommissie kan worden herbenoemd. Het rooster van aftreden en de benoemingstermijn worden vastgelegd in een reglement intern toezicht. 17.5 Een lid van de visitatiecommissie kan van zijn functie worden ontheven op eigen verzoek. 17.6 Indien naar het oordeel van het bestuur sprake is van een lid van de visitatiecommissie dat onvoldoende functioneert, kan het bestuur dit lid ontslaan na een advies hiertoe van het verantwoordingsorgaan. Dit gebeurt pas nadat hierover het lid en de visitatiecommissie zijn gehoord. 17.7 De taken en bevoegdheden van de visitatiecommissie worden door het bestuur vastgesteld bij reglement intern toezicht. De taken en bevoegdheden van de visitatiecommissie komen ten minste overeen met hetgeen hieromtrent bij of krachtens de Pensioenwet is geregeld. 17.8 Het lidmaatschap van de visitatiecommissie is niet verenigbaar met het lidmaatschap van een orgaan binnen het pensioenfonds. Boekjaar en verslaglegging. Artikel 18 18.1 Het boekjaar van het pensioenfonds valt samen met het kalenderjaar. 18.2 Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van het pensioenfonds zodanige aantekening te houden en administratie te voeren dat daaruit te allen tijde de rechten en verplichtingen van het pensioenfonds kunnen worden gekend. Statuten Stichting IKEA Pensioenfonds Pagina 12 van 16

18.3 Het pensioenfonds stelt binnen zes maanden na afloop van het boekjaar de jaarrekening en het jaarverslag overeenkomstig titel 9, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek vast, met dien verstande dat de in artikel 360, derde lid, 396 en 397 van genoemd wetboek geformuleerde uitzonderingen niet van toepassing zijn. 18.4 Het pensioenfonds verstrekt periodiek binnen de daartoe vastgestelde termijnen staten aan DNB die DNB nodig heeft voor de juiste uitoefening van zijn taak, bedoeld in artikel 151 van de Pensioenwet. 18.5 De staten omvatten uitsluitend: a. informatie over de organisatie van het pensioenfonds; b. een bestuursverslag; c een balans; d. informatie over financiële relaties en transacties van het pensioenfonds; e. een rekening van baten en lasten; f. informatie inzake de dekkingsgraad; g. informatie inzake het vereist eigen vermogen; h. actuariële staten, gewaarmerkt door een bevoegde actuaris, waaronder een actuarieel verslag voorzien van een verklaring van een actuaris; i. informatie over het deelnemersbestand; j. informatie inzake de uitgevoerde pensioenregeling en eventueel andere door het pensioenfonds uitgevoerde regelingen; k. premiegegevens; l. informatie inzake herverzekering; m. informatie inzake verplichtingen van het pensioenfonds voor risico van de deelnemers. 18.6 Met zijn verklaring bedoeld in het vijfde lid, onderdeel h, bevestigt de actuaris dat hij zich ervan heeft overtuigd dat voldaan is aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet. Hij is bevoegd zijn verklaring nader toe te lichten of op enig punt een voorbehoud te maken. 18.7 De staten zijn periodiek voorzien van een verklaring omtrent de getrouwheid, afgegeven door een accountant. Ten bewijze dat de staten door hem zijn onderzocht, waarmerkt de accountant de staten. 18.8 De inhoud en de modellen van de staten; en de wijze, de periodiciteit en de termijnen van de verstrekking dienen te voldoen aan de regels welke bij of krachtens de Pensioenwet terzake worden gesteld. Statuten Stichting IKEA Pensioenfonds Pagina 13 van 16

Pensioenreglement. Artikel 19 Het bestuur stelt een of meerdere pensioenreglementen vast, waarin de aanspraken van de deelnemers, de gewezen deelnemers en gepensioneerden worden geregeld. Vermindering van aanspraken en rechten. Artikel 20 Indien op grond van een door een bevoegde actuaris opgestelde Asset Liability Management studie het bestuur van oordeel is dat: a. de technische voorzieningen en het minimaal vereiste eigen vermogen niet meer volledig door waarden zijn gedekt; b. het pensioenfonds niet in staat is binnen een redelijke termijn de technische voorzieningen en het minimaal vereist eigen vermogen door waarden te dekken zonder dat de belangen van deelnemers, gewezen deelnemers, pensioengerechtigden, andere aanspraakgerechtigden of de werkgever onevenredig worden geschaad; en c. alle overige beschikbare sturingsmiddelen, met uitzondering van het beleggingsbeleid, zijn ingezet om uiterlijk binnen een jaar te voldoen aan het bepaalde in artikel 133 van de Pensioenwet, zullen - tenzij het tekort op andere wijze wordt opgeheven - alle aanspraken en rechten van deelnemers, gewezen deelnemers en andere belanghebbenden naar rato van het tekort verminderd worden conform het bepaalde in artikel 134 van de Pensioenwet. Wijziging statuten. Artikel 21 21.1 Het bestuur is bevoegd de statuten te wijzigen. 21.2 Een besluit tot statutenwijziging wordt met een meerderheid van drie/vierde van de uitgebrachte stemmen genomen in een bestuursvergadering waarin ten minste drie/vierde van alle in functie zijnde bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd zijn. 21.3 Elke wijziging in de statuten moet, op straffe van nietigheid, bij notariële akte worden vastgelegd. Ieder lid van het bestuur is bevoegd wijzigingen in deze statuten notarieel te doen verlijden. Liquidatie. Artikel 22 22.1 Indien de verzekering van de pensioenuitkeringen te eniger tijd op zodanige wijze wordt geregeld, dat het voortbestaan van het pensioenfonds overbodig is te achten, of indien het Statuten Stichting IKEA Pensioenfonds Pagina 14 van 16

pensioenfonds geen verplichtingen meer heeft na te komen ten aanzien van enige verzekerde, kan het bestuur besluiten tot liquidatie van het pensioenfonds. 22.2 De liquidatie van het pensioenfonds geschiedt door het bestuur op basis van de dan geldende statuten en het dan geldende pensioenreglement. Voor zover mogelijk blijven in dat kader de bepalingen van deze statuten ten aanzien van de bevoegdheden van het bestuur en de besluitvorming in het bestuur gedurende de periode dat het pensioenfonds in liquidatie verkeert van kracht. Indien en voor zover zulks niet mogelijk zou zijn, wordt zoveel mogelijk in de geest van bedoelde bepalingen gehandeld. 22.3 Indien tijdens liquidatie een vacature in het bestuur ontstaat en hierin niet kan worden voorzien overeenkomstig het hieromtrent in deze statuten bepaalde, kan het bestuur zichzelf aanvullen. 22.4 In geval van liquidatie is het pensioenfonds verplicht tot waardeoverdracht aan een andere pensioenuitvoerder als bedoeld in de Pensioenwet. In geval van een waardeoverdracht als in de vorige zin bedoeld gelden de volgende voorwaarden: a. het voornemen tot waardeoverdracht aan een pensioenuitvoerder wordt door het pensioenfonds uiterlijk drie maanden voor de beoogde datum van waardeoverdracht schriftelijk gemeld aan DNB en DNB heeft binnen die periode geen verbod tot waardeoverdracht opgelegd; b. de overdrachtswaarde zodanig door het pensioenfonds wordt vastgesteld dat de voor mannen en vrouwen te verwerven pensioenrechten gelijk zijn, waarbij aan het vereiste van collectieve actuariële gelijkwaardigheid op basis van dezelfde grondslagen wordt voldaan. 22.5 Het vierde lid, onderdeel b, is met betrekking tot: a. uitkeringsovereenkomsten van toepassing op pensioenaanspraken die vanaf één januari tweeduizend twee zijn opgebouwd; b. premieovereenkomsten en kapitaalovereenkomsten van toepassing op pensioenaanspraken die vanaf één januari tweeduizend vijf zijn opgebouwd. 22.6 Op pensioenaanspraken die voor de in het vijfde lid genoemde data zijn opgebouwd is de eis van individuele actuariële gelijkwaardigheid, bedoeld in artikel 71, vierde lid, van de Pensioenwet van toepassing tenzij in de pensioenovereenkomst, als bedoeld in de Pensioenwet, is overeengekomen dat de voorwaarden, bedoeld in het vierde lid, onderdeel b, van toepassing zijn. 22.7 Voorzover het bij de toepassing van het vierde lid pensioenaanspraken betreft die als gevolg van een premievrije voortzetting van die pensioenaanspraken worden opgebouwd is onderdeel b van het vierde lid slechts van toepassing indien het recht op die premievrije voortzetting is ontstaan op of na één januari tweeduizend twee. 22.8 De overdrachtswaarde wordt vastgesteld met inachtneming van eventuele regels gesteld bij of krachtens de Pensioenwet. 22.9 Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van het pensioenfonds gedurende de daarvoor wettelijk voorgeschreven termijn berusten onder de persoon, daartoe door het bestuur aangewezen. Statuten Stichting IKEA Pensioenfonds Pagina 15 van 16

Klachtencommissie. Artikel 23 23.1 Een deelnemer, gewezen deelnemer, pensioengerechtigde of overige belanghebbende heeft het recht op het indienen van een klacht bij een door het bestuur te benoemen klachtencommissie. 23.2 De samenstelling, bevoegdheden en werkwijze van de klachtencommissie worden geregeld bij reglement klachtenprocedure Stichting IKEA Pensioenfonds. Niet voorziene gevallen. Artikel 24 In gevallen, waarin deze statuten en/of pensioenreglementen niet voorzien, beslist het bestuur, zoveel mogelijk naar analogie van het bepaalde in de statuten en/of de pensioenreglementen. Statuten Stichting IKEA Pensioenfonds Pagina 16 van 16