COMPOSER PRO MDX2200 Korte handleiding Versie 1.2 Juni 2001 www.behringer.com NEDERLANDS
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES CAUTION: Om de kans op elektrische schokken te verminderen wordt het afgeraden om zelf het omhulsel (of achterkant) te verwijderen. Er bevinden zich daar binnen geen bruikbare onderdelen: voor onderhoud wendt u zich tot het daarvoor bevoegde personeel. WARNING: Stel dit apparaat niet bloot aan regen of vochtigheid om de kans op brand of elektrische schokken te voorkomen. Dit symbool, dient ter waarschuwing voor de aan-wezigheid van onafgedekte hoge Voltage dat voldoende kan zijn om een kans op schokken te vormen. Dit symbool, dient ter waarschuwing voor belangrijke bedienings- en ondenhoudsinstructies in de bijbehorende literatuur. Lees de handleiding. GEDETAILLEERDE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES: Voor het bedienen van het apparaat, dienen alle veiligheids en bedieningsinstructies te worden gelezen. Instructies Voor Het Bewaren: Alle veiligheids en bedieningsinstructies moeten zorgvuldig worden bewaard voor latere raadplegingen. Waarschuwing Voor Oplettendheid: Alle waarschuwingen op het apparaat dienen in acht te worden genomen. Op te Volgen Instructies: Alle bedienings en gebruikersinstructies moeten worden opgevolgd. Water en Vochtigheid: Het apparaat mag niet gebruikt worden in de buurt van water (dwz. In de buurt van een bad, wasbak, keuken aanrecht, wasmachine, in een vochtige kelder of in de buurt van een zwembad.). Ventilatie: Het apparaat moet u zo plaatsen, dat de plaats of positie niet storend is voor een juiste ventilatie. Bijvoorbeeld: het apparaat mag niet geplaatst worden op een bed, een bank of dergelijke oppervlakten, die de ventilatieopeningen zouden kunnen afsluiten. Het mag ook niet worden geplaatst in inbouw-installaties, zoals een boekenkast of een afgesloten kast waardoor de luchttoevoer in de ventilatie-openingen wordt belemmert. Hitte: Het apparaat moet ver weg geplaatst worden van warmtebronnen zoals radiatoren, thermometers, kachels en andere apparaten (zoals versterkers), die warmte produceren. Energiebron: Het apparaat mag alleen worden aangesloten op de stroomvoorziening van het type dat wordt beschreven in de bedieningsinstructies of zoals aangegeven op het apparaat zelf. Randaarding en Polarisatie: Er dienen voorzorgsmaatregelen te worden genomen, zodat de middelen voor randaarding of polarisatie van een apparaat niet gebrekkig zijn. Bescherming van de Electriciteitsdraden: De electriciteitsdraden dienen te worden vastgelegd, om te voorkomen dat er niet op wordt getrapt of dat ze worden gebroken door voorwerpen die erop of tegenaan zijn geplaatst. Speciale attentie dient er worden gegeven aan kabels en stekkers, meervoudige stekkerdozen en het punt van waar ze uit het apparaat komen. Schoonmaken: Het apparaat mag alleen volgens aanwijzingen van de fabrikant worden schoongemaakt. Periodes van niet in gebruik zijn: De electriciteitsdraad van het apparaat moet uit het stopcontact worden getrokken, indien het apparaat voor langere tijd ongebruikt blijft. Infiltratie van voorwerpen en vloeistoffen: Men dient ervoor te zorgen dat er geen voorwerpen vallen of vloeistoffen worden gemorst via de openingen. Dit kan de binnenkant van het apparaat ernstig beschadigen. Schade die Service Vereist: Het apparaat moet uitsluitend door professionele servicemensen behandeld worden, wanneer: - de elektriciteitsdraad of de stekker zijn beschadigd; of - voorwerpen in het apparaat zijn gevallen, of vloeistoffen erin zijn gemorst; of - het apparaat in aanraking is gekomen met regen; of - het apparaat niet werkt zoals het hoort, of het vertoont een aanmerkelijke verandering in de verrichtingen; of - het apparaat is gevallen, of het omhulsel is beschadigd. Controlebeurt: De gebruiker moet niet meer aan het onderhoud doen, dan is voorgeschreven in de bedieningsinstructies. Al het andere onderhoud moet worden overgelaten aan professionele servicemensen. Deze handleiding is auteursrechterlijk beschermd. Elke vermenigvuldiging, resp. nadruk, ook gedeeltelijk, en elke weergave van afbeeldingen, ook in gewijzigde vorm, is alleen toegestaan met schriftelijke toestemming van de firma BEHRINGER Spezielle Studiotechnik GmbH. BEHRINGER en COMPOSER zijn geregistreerde handelsmerken. 2001 BEHRINGER Spezielle Studiotechnik GmbH. BEHRINGER Spezielle Studiotechnik GmbH, Hanns-Martin-Schleyer-Str. 36-38, 47877 Willich-Münchheide II, Duitsland. Tel. +49 (0) 21 54 / 92 06-0, Fax +49 (0) 21 54 / 92 06-30
1. INLEIDING Met de nieuwe COMPOSER PRO MDX2200, heeft u een uitermate bekwaam en universeel dynamische verwerker aangeschaft, die de meest gebruikte en dynamische reguleringsfuncties in een compact stereo-installatie combineert. Ieder kanaal heeft een afhankelijke compressor/begrenzer, een expander/poort en een piekbegrenzer. De precisie en flexibiliteit van de functies zijn de opvallendste hoofdargumenten van dit top-of-the-range-apparaat. IKA (Interactive Knee Adaptation)-compressor Onze bewezen IKA (Interactive Knee Adaptation)-circuit combineert het concept van de harde knie -compressor op succesvolle wijze met de zachte knie -karakteristieken. Dit reguleringskarakteristiek die afhankelijk is van het programma, vormt de basis voor een onhoorbare en muziekaal programmacompressie en ook voor een creatieve en effectieve dynamische verwerking. IRC (Interactive Ratio Control)-expander Een basisprobleem bij het gebruiken van de compressor wordt, afhankelijk van de vastgestelde compressieratio, veroorzaakt door het feit dat in stille passages of muziekpauzes, het minimale achtergrondgeluid tot een maximum wordt versterkt. Om dit probleem op te lossen, gebruikt men over het algemeen een extra expander of poort. Gedurende de pauzes verdwijnt langzamerhand het geluidssignaal. IGC (Interactive Gain Control)-piekbegrenzer Een ander voortreffelijk kenmerk van de BEHRINGER COMPOSER PRO is de IGC (Interactive Gain Control)- begrenzer. Dit is een intelligente combinatie van afsnijden en programmabegrenzen. De piekbegrenzer begint boven een afstelbare drempel te werken en begrenst op radicale wijze het signaalniveau (Clipper). Wanneer de drempel van de begrenzer echter gedurende meer dan een paar milliseconden wordt overtroffen, dan wordt het IGC-circuit automatisch in werking gesteld en verlaagt het voor zover het niveau van het totale uitgangssignaal, dat de hoorbare vervormingen niet tevoorschijn komen (programmabegrenzer). Ongeveer 1 seconde nadat het signaalniveau onder de drempel is gevallen, verkrijgt het zijn originele waarde terug. Deze IGC-zetting bewijst extreem waardevol te zijn bij directe reguleringen (bijvoorbeeld luidsprekerbescherming) zowel in op digitaal gebied, waar het overtreffen van de maximale modulatiegrens tot fatale resultaten kan leiden. 2. HET CONCEPT Gebalanceerde In- en Uitgangen De BEHRINGER COMPOSER PRO heeft als standaard elektronische servo, gebalanceerde in- en uitgangen. Het nieuwe circuitconcept kenmerkt een automatisch onderdrukken van bromgeluiden, die zich in de gebalanceerde signalen bevinden en laat zonder enige problemen, zelfs bij de hoogste niveau s het verwerken toe. Extern veroorzaakt gebrom en dergelijke, in de hoofdleidingen, wordt op deze manier op effectieve wijze onderdrukt. Vervormer van gebalanceerde uitgangen (optie) U kunt, op aanvraag, een uitgangsvervormer inbouwen. Deze wordt over het algemeen bij de radio en televisietechniek gebruikt. De BEHRINGER vervormer OT-1, die wij gebruiken, is als hulpstuk te verkrijgbaar en voldoet aan de hoogste eisen. 3. INSTALLATIE De COMPOSER PRO is met zorg verpakt in de fabriek. Dit om een veilig transport te verzekeren. Mocht er desondanks enige schade zijn berokkend aan de verpakking, dan wordt u verzocht, om onmiddellijk het apparaat te onderzoeken op externe schade. + In geval van schade, stuur het apparaat dan NIET terug naar ons, maar informeer altijd eerst uw dealer en het transportbedrijf. De garantie verliest anders zijn geldigheid. 1. INLEIDING 3
3.1 Het monteren in het rek De BEHRINGER COMPOSER PRO vereist een hoogte-eenheid om in een 19 inch rek ingebouwd te worden. Houdt u er alstublieft rekening mee, dat u een extra 10 cm montage-diepte moet overlaten voor de aansluitingen aan de achterkant. Om oververhitting van het apparaat te voorkomen, moet u voor voldoende luchttoevoer zorgen en de COMPOSER PRO niet op, bijvoorbeeld vermogensversterker plaatsen. 3.2 Netspanning Alvorens de COMPOSER PRO op de stroomvoorziening aan te sluiten, wordt u verzocht, om voorzichtig te controleren of uw apparaat op de juiste voltage is afgesteld! De zekeringhouder, die zich aan de contactdoos van de netspanning bevindt, heeft 3 driehoekige marken. Twee van deze driehoeken bevinden zich tegenover elkaar. De bedrijfsspanning van de COMPOSER PRO is op een waarde afgesteld, die u naast deze markers kunt vinden. Deze spanning kan men veranderen, door de zekeringhouder met 180o te wisselen. VOORZICHTIG: Dit geldt niet voor exportmodellen, die gebouwd zijn voor een netspanning van 115 V. 3.3 Audio aansluitingen De audio in- en uitgangen van de BEHRINGER COMPOSER PRO zijn compleet gebalanceerd geïnstalleerd. U kunt gebalanceerde signaalgeleiders met andere apparaten opbouwen. U moet hiervan gebruik maken om een maximale en probleemloze signaalcompensatie te verkrijgen. Voor kritieke toepassingen kan het nuttig zijn om de uitgangssignalen via een gebalanceerde transformator uit te zenden. Op deze wijze kan men de zoemende invloed of de potentiële storingen uitsluiten. Voor dit doeleinde bieden wij u onze uitstekende uitgangstransformator OT-1 aan voor het graderen. + Ongebalanceerde XLR-aansluitingen mogen niet als microfoonkabels gebruikt worden, gezien dit tot kortsluiting van een bestaande phantoomvoorziening kan leiden! 3.4 Het werkniveau selecteren Met de BEHRINGER COMPOSER PRO kunt u het werkniveau veranderen door gebruik te maken van de Werkniveau -schakelaar, die zich aan de achterkant van het apparaat bevindt. Zo kunt u de COMPOSER PRO optimaal aanpassen aan verschillende werkniveau s. Dit betekent, dat u kunt kiezen tussen het thuisopnameniveau (-10 dbv) en het studioniveau (+4 dbu). Als gevolg van deze aanpassing worden de niveau-indicatoren automatisch op het overeenstemmende nominale niveau geschakeld en wordt de COMPOSER PRO in een optimaal werkgebied gebruikt. 1 Afb. 4.1: Het frontpaneel van de COMPOSER PRO De BEHRINGER COMPOSER PRO heeft twee volledig gelijk gebouwde kanalen en meer dan 8 oplichtende druktoetsen, 8 draaiende bedieningsorganen en 30 LEDs per kanaal. Voor stereo-besturing heeft u bovendien de COUPLE-schakelaar: 4
1 Als de COUPLE-schakelaar is ingedrukt, dan werkt de COMPOSER PRO in stereomodus. Hierbij reguleert het linkerkanaal gelijktijdig beide audio-kanalen, zodat het besturingssignaal van kanaal 2 vervangen wordt door dat van kanaal 1. Zo worden alle controllers en schakelaars van kanaal 2 buiten werking gesteld, door het in werking stellen van de COUPLE-schakelaar. Dit met uitzondering van de IN/OUT-, SC MON-, SC EXT-, SC FILTER- en de I/O LEVEL schakelaars. De controllers van kanaal 1 nemen de besturing van kanaal 2 over. 4.2 Expander / Gatesectie Afb. 4.2: Bedieningselementen van de Expander / Gatesectie 2 Met de THRESHOLD-controller kunt u het drempelniveau definiëren, waar na de expansie begint. Het instelgebied bevindt zich tussen AF en +15 db. 3 De RATIO-controller wordt, in geval van het naar beneden dalen van de drempelwaarde, voor het afstellen van de expansiesnelheid gebruikt. Met deze controller kunt u definiëren of het apparaat als expander werkt (lagere factorwaarde) of als gate (1:8). De expansieverhouding kan men in een bereik van 1:1 tot 1:8 af stellen. 4 Als een signaal boven de drempelwaarde uitkomt, dan lichten de - -LEDs op. Bij de aanvang van de expansie lichten de + -LEDs op. 5 Om de expander/gate precies op het programmamateriaal aan te passen, kunt u tussen een langzame of snelle vrijgavetijd kiezen door de RELEASE-schakelaar te gebruiken. Wanneer de expander is ingedrukt, dan werkt hij met een langzame vrijgavetijd. Trillend geluidsmateriaal met weinig of geen ambiance wordt over het algemeen in de snelle modus verwerkt, terwijl voor langzame of zware weg vervagende signalen de langzame modus wordt verkozen. 5
4.2 Compressorsectie Afb. 4.3: Bedieningspanelen van de compressorsectie 6 Met de THRESHOLD-controller kunt u het startpunt van de compressor in een gebied van -40 tot +20 db afstellen. De zachte knie -(IKA)kenmerken zijn voor signalen die het drempelmaximum van 10 db overschrijden. Boven het gebied van 10 db veranderen de reguleringskenmerken naar de conventionele harde knie -compressor. De drie hierboven geplaatste THRESHOLD LEDs tonen aan of het ingangssignaal onder of boven de door de DREMPEL-controller afgestelde waarde is. De middelste, gele LED tekent het IKA zachte knie -gebied. 7 De RATIO-controller definieert de relatie van het ingangs- tot het uitgangsniveau voor alle signalen, die het drempelpunt met meer dan 10 db overtreden. De verhouding kan in een oneindig variatiegebied van 1:1 tot oo:1 worden afgesteld. 8 De ATTACK-controller definieert de tijd, die de compressor nodig heeft om op de signalen, die het drempelpunt overtreden, te kunnen reageren. De reikwijdte ligt tussen 1 tot 150 milliseconden. 9 De RELEASE-controller definieert de tijd, die de compressor nodig heeft om weer het oorspronkelijke niveau te bereiken, na onder het drempelpunt te dalen. De reikwijdte ligt tussen de 0.05 tot 5 seconden. 10 Bij het in werking stellen van de AUTO-functie door middel van de AUTO-schakelaar raken de ATTACKen de RELEASE-controller buiten werking en de herstel en vrijgave tijden worden automatisch van het programmamateriaal afgeleid. Deze functie laat een grote, en gelijktijdig ook een muziekcompressie voor signalen met verschillende niveaus of voor de compressie van moeilijk programmamateriaal toe. Alleen in de positie van MANUEEL, zijn de herstel- en vrijgave-tijden van kracht. 11 De OUTPUT-controller laat de versterking of verzwakking van ongeveer 20 db van het uitgangssignaal toe. Zo kan een niveauverlies, die door het compressie- en beperkingproces is ontstaan, worden gecompenseerd. + Houdt u er alstublieft rekening mee, dat bij het afstellen van de THRESHOLD-controller van de piekbegrenzer-sectie, de regulatie van het uitgangsniveau van de compressorsectie VOOR de piekbegrenzer-sectie gemaakt zal worden. Een te hoge positie van de OUTPUT-controller kan een ononderbroken initialisering van de piekbegrenzer veroorzaken (zie element 19 THRESHOLD-controller van de piekbegrenzersectie). 12 Wanneer de SC EXT-schakelaar in werking is gesteld, dan wordt het contact tussen de audio-ingang en het zijketen-kanaal onderbroken. U kunt nu gelijk een extern controllersignaal bij de SC RETURNcontact, voeden. 13 Met de SC MON-schakelaar vormt u een verbinding tussen het zijketen-kanaal en de audio-uitgang, terwijl gelijktijdig het audio-ingangssignaal wordt onderdrukt. Deze functie laat het voorhoren van het zijketensignaal toe. Bijvoorbeeld, in verband met een tussengevoegde equalizer of in verband met de tussengevoegde apparaten in het zijketenkanaal. De SC MONITOR-functie vergemakkelijkt bijvoorbeeld het afstemmen van de filter van de equalizer. 6
+ Houdt u er alstublieft rekening mee dat het in werking stellen van de SC MONITOR-schakelaar de audio-funtie van het kanaal uitstelt. De signaalonderbreking wordt zichtbaar weergegeven door een oplichtende LED-schakelaar. 14 Met de IN/OUT-schakelaar wordt de relais in werking gesteld en het overeenkomende kanaal wordt van kracht gezet. De schakelaar functioneert als een zogenaamde harde bypass functie, wat inhoudt dat de schakelaar niet is ingedrukt (UIT) of, dat wanneer het apparaat is afgezonderd van het lichtnet, het ingangscontact meteen wordt aangesloten op het uitgangscontact. Over het algemeen wordt de schakelaar gebruikt om een directe A/B-vergelijking toe te laten. Hiermee wordt de gehoorsvergelijking tussen het onverwerkte en het samengeperste of beperkte signaal bedoelt. 15 Bij het indrukken van de INTERACTIVE-schakelaar, kunt u van harde knie naar IKA-karakteristieken overschakelen. De IKA-karakteristieken biedt een zeer aparte onderdrukking van een muziekaal programma aan en moet daarom pas worden gekozen wanneer men geen hoorbaar onderdrukkingseffect wenst. 16 De SC FILTER-schakelaar stelt een hoogdoorlaatfilter in het zijketen-pad in werking en verkleint op deze manier de invloed van de lage frequenties op het verwerkingsproces van de COMPOSER PRO. 17 De indicator van de GAIN REDUCTION bestaat uit 12 nummers en informeert u over de huidige niveauverlaging bij het compressieproces en geeft dit weer in een gebied van 1 tot 30 db. 18 De INPUT/OUTPUT LEVEL-indicator bestaat uit 12 nummers en informeert - afhankelijk van de positie op de I/O METER-schakelaar - over het ingangs- en over het uitgangsniveau en geeft dit weer in een gebied van -30 tot +18 db. Wanneer de schakelaar zich in de IN-positie bevindt (ingedrukt) dan wordt het ingangsniveau weergegeven. Wanneer hij zich in de OUT-positie bevindt (niet ingedrukt) dan wordt het uitgangsniveau weergegeven. De schaalverdeling van de indicator heeft betrekking op het bedieningsniveau (-10 dbv of +4 dbu), die met de schakelaar van het OPERATING LEVEL wordt geselecteerd. 4.3 Piekbegrenzingsniveau Afb. 4.4: Bedieningselementen voor het Piekbegrenzingsniveau 19 De piekbegrenzer beperkt het signaal tot een niveau dat door de THRESHOLD-controller wordt vastgesteld. Door zijn extreem snelle respons ( nulpunt -inschakeling), kan de begrenzer de signaalpieken zonder hoorbare storingen beperken. Als het signaal voor meer dan 20 ms is beperkt, dan wordt het algemene niveau gedurende ongeveer 1 seconde teruggebracht om zware en dus hoorbare signaalstoringen te voorkomen. + Wanneer u de piekbegrenzer als een beveiligingshulpmiddel tegen signaalpieken wenst te gebruiken, dan moet de THRESHOLD-controller in combinatie gesteld worden met de OUTPUTcontroller van de compressorsectie, opdat de piekbegrenzer zelden of niet reageert. Op deze manier wordt de begrenzer alleen door echte signaalpieken in werking gesteld. Om creatieve geluidseffecten te verkrijgen, kan men de werking van de piekbegrenzer opzettelijk beperken. 20 De LIM LED licht op wanneer de begrenzer in werking wordt gesteld. 7
4.4 De achterste paneelelementen van de COMPOSER PRO Afb. 4.5: De achterste paneelelementen van de COMPOSER PRO 21 SERIENUMMER. Neem alstublieft de tijd om ons de registratiekaart van de garantie terug te sturen. Deze moet geheel worden ingevuld door uw dealer en binnen 14 dagen na aankoop bij ons terug zijn, anders verliest u uw aangeboden garantie. 22 ZEKERINGHOUDER / SPANNINGSKEUZE. Voordat u het apparaat aansluit, wordt u verzocht controleren of het weergegeven spanningsbereik overeen komt met uw netspanning. Bij het verwisselen van de zekering moet u hetzelfde soort gebruiken. 23 LICHTNETAANSLUITING. U wordt verzocht de bijgeleverde stroomkabel te gebruiken om het apparaat op het lichtnet aan te sluiten. Bekijk verder ook de instructies in het hoofdstuk INSTALLATIE. 24 AUDIO IN. Dit zijn de audio-ingangen van de COMPOSER PRO. Deze zijn uitgevoerd als symmetrische 6,3 mm Stekker- en XLR-bussen. 25 AUDIO OUT. Dit zijn de audio-uitgangen van de COMPOSER PRO. Elke overeenkomende bus- XLRcontacten zijn op parallelle wijze bedraad. Deze uitgangen kunnen hierdoor door middel van het retroverbinden van de facultatieve uitgangtransformatoren OT-1. 26 Met de schakelaar van het OPERATING LEVEL kunt u de COMPOSER PRO optimaal aan verschillende werkniveau s aanpassen. Dit betekent dat u kiest tussen thuisopname-niveau (-10 dbv) en studioniveau (+4 dbu). Door het aanpassen veranderen de niveau-indicatoren automatisch naar het overeenkomende nominale niveau en kan de COMPOSER PRO in het optimale werkgebied gebruikt worden. 27 SC SEND. Dit is de ongebalanceerde zijketen-uitgang. Door dit sub-pad te gebruiken, kan het audiosignaal overgaan op externe bediening. 28 SC RETURN. Dit is de ongebalanceerde zijketen uitgang, waar het extern (verwerkte) besturingssignaal kan worden teruggezonden. 8
Afb. 4.6: De verschillende stekkersoorten in vergelijking 9
5. TECHNISCHE SPECIFICATIES COMPOSER PRO MDX2200 AUDIO INGANGEN Aansluitingen Impedantie Nominaal werkniveau Max. ingangsniveau CMRR AUDIO UITGANGEN Aansluitingen Impedantie Max. uitgangniveau ZIJKETEN INGANG Aansluitingen Impedantie Max. ingangsniveau ZIJKETEN UITGANG Aansluitingen Impedantie Max. uitgangsniveau 6,3 mm bus- en XLR-contacten HF onderbroken, servo gebalanceerde ingang 50 kohm gebalanceerd, 25 kohm ongebalanceerd +4 dbu/-10 dbv verwisselbaar +21 dbu gebalanceerd en ongebalanceerd typisch 40 db, >55 db @ 1 khz 6,3 mm bus- en XLR-contacten elektronisch geregelde servo gebalanceerde uitgangstrap (facultatieve trafo gebalanceerd). 60 Ohm gebalanceerd, 30 Ohm ongebalanceerd +21 dbu, +20 dbm gebalanceerd en ongebalanceerd 6,3 mm buscontacten HF onderbroken, DC afgekoppelde ongebalanceerde Ingang >10 kohm +24 dbu 6,3 mm buscontacten HF onderbroken, DC afgekoppelde ongebalanceerde Uitgang 2 kohm +21 dbu SYSTEEMDATA Bandbreedte 20 Hz tot 20 khz, +0/-0,5 db Frequentiepad 0,35 Hz tot 200 khz, +0/-3 db Ruisfactor >-95 dbu ongewogen, 22 Hz tot 22 khz THD 0,008 % typ. @ +4 dbu, 1 khz, versterking 1 0,04 % typ. @ +20 dbu, 1 khz, versterking 1 IMD 0,01 % typ. SMPTE Overspraak<-100 db, 22 Hz tot 22 khz Stereo koppeling ware RMS vermogensom EXPANDER / GATESECTIE IRC (Interactive Ratio Control)-expander Drempel wisselend (UIT tot en met +15 db) Verhouding wisselend (1:1 tot 1:8) Inschakeling <1 ms / 50 db, programma afhankelijk COMPRESSORSECTIE IKA (Interactive Knee Adaptation)-compressor Drempel wisselend (-40 tot +20 db) Verhouding wisselend (1:1 tot oo:1) Drempelkenmerk wisselend (interactieve knie of harde knie) Inschakeling/Vrijgavemodes wisselend (manueel of automatisch) Autokenmerk golfadaptief compressor Manuele inschakelingtijd wisselend (0,5 ms / 20 db tot 100 ms / 20 db) Manuele vrijgavetijd wisselend (0,5 ms / 20 db tot 5 s / 20 db) Auto inschakelingtijd typ. 15 ms voor 10 db, 5 ms voor 20 db, 3 ms voor 30 db Auto vrijgavetijd programma afhankelijk, typ. 125 db/sec. Output wisselend (-20 tot +20 db) 10 5. TECHNISCHE SPECIFICATIES
PIEKBEGRENZINGSECTIE Niveau Verhouding Trap 1 begrenzersoort Inschakeling Vrijgave Trap 2 begrenzersoort Attack Vrijgave FUNCTIESCHAKELAARS SC EXT SC MON INTERACTIEF SC FILTER AUTO I/O METER IN/UIT WERKNIVEAU KOPPELING IGC (Interactive Gain Control) piekbegrenzer wisselend (+4 db tot OFF (+22 dbu)) oo:1 Clipper nul nul programma-limiter programma-afhankelijk, typ. < 5 ms programma-afhankelijk, typ. 20 db/s schakelt de externe zijketen uitgang aan de Detectorsectie. schakelt het zijketen-signaal aan de audio-uitgang en onderbreekt het normale audio-pad. activeert het Interactieve Knieberwerking -kenmerk. activeert de van frequentie afhankelijke detectorfunctie. activeert het automatische en programma afhankelijke inschakelings- en vrijgaveregulering en schakelt de manuele inschakelings- en vrijgaveregulering. schakelt de niveau-reguleringsindicator tussen ingang en uitgang. relais bestuurde harde bypass-schakelaar naar de bypass-modus. In geval van stroomuitval schakelt het apparaat automatisch over op de bypass-modus. schakelt het interne werkniveau van het kanaal van +4 dbu naar -10 dbv. mogelijkheid van koppeling van de kanalen in stereomodus. Kanaal 1 wordt het hoofdkanaal. INDICATOREN Versterkingsvermindering 12-nummerig LED-indicator: 1/2/4/6/9/12/15/18/21/24/27/30 db Ingang/uitgangniveau 12-nummerig LED-indicator: -30/-24/-18/-12/-6/-3/0/+3/+6/+9/+12/+18 db expander/gatedrempel 2 LEDs voor onder - en boven + compressordrempel 3 LEDs voor onder - en boven + Piekbegrenzingsdrempel 1 LED voor weergave van de begrenzerfunctie LIM Functieschakelaar LED-indicator voor ieder schakelaar OPTIES Uitgangstransformator BEHRINGER transformator OT-1 herstellend STROOMTOEVOER Werkspanning USA/Canada 120 V ~, 60 Hz UK/Australie 240 V ~, 50 Hz Europa 230 V ~, 50 Hz Algemene exportmodellen 100-120 V ~, 200-240 V ~, 50-60 Hz Stroomgebruikmaximum 20 W Zekering 100-120 V ~: T 250 ma H 200-240 V ~: T 125 ma H Stroomaansluiting standaard koud apparaat-aansluiting AFMETINGEN/GEWICHT Afmetingen (H * L * B) Gewicht Transportgewicht 1 ¾" (44,5 mm) * 19" (482,6 mm) * 8 ½" (217 mm) ongev. 2,2 kg ongev. 3,4 kg De firma BEHRINGER doet zijn best om de hoogste kwaliteit te verzekeren. Nodige veranderingen worden zonder voorafgaande mededeling aangebracht. Technische data en verschijning van het apparaat kunnen hierdoor verschillen van de gegeven informatie. 5. TECHNISCHE SPECIFICATIES 11