, HM iti i inmi i in11 IH ui i n i mi in iimi



Vergelijkbare documenten
Verordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning

Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE VELSEN 2013

VERORDENING VOORZIENINGEN WMO GEMEENTE HEERENVEEN 2012

Verordening voorzieningen Wmo gemeente Middelburg 2012

Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Woensdrecht 2013

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Staphorst

verordening Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning drechtsteden

HOOFDSTUK 2. RESULTAATGERICHTE COMPENSATIE 5 Artikel 2. De te bereiken resultaten...5

Verordening voorzieningen Wet maatschappelijke ondersteuning 2011

VERORDENING VOORZIENINGEN WET MAATSCHAPPEIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE KOLLUMERLAND C.A. 2012

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2012

Verordening voorzieningen Wmo Oldenzaal 2012 en de daarbij behorende toelichting

Verordening Maatschappelijke Ondersteuning Opsterland

Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING ROERDALEN 2012

CONCEPT (model) VERORDENING WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2013

Verordening MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING gemeente Boxmeer

CVDR. Nr. CVDR122887_2. Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Borger-Odoorn 2013

Verordening Wmo Winsum

Verordenin g maatschappelijke ondersteuning 2014

op voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 januari 2013;

verordening Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Katwijk

Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Valkenswaard 2014 en verder

CVDR. Nr. CVDR227415_2. Verordening Wmo 2013 gemeente Beuningen

Wijziging Verordening maatschappelijke ondersteuning

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuninggemeente Grave 2012

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Nieuwkoop 2013

Verordening Wmo gemeente Appingedam 2012

gemeente Steënbergen De Heen Dinteloord Kruisland Nieuw-Vossemeer Steenbergen Welberg IllIllllllllUlIllllllllllll BM

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 5 juni 2011,

Verordening maatschappelijke ondersteuning Gemeente Coevorden

Verordening maatschappelijke ondersteuning Peelgemeente Deurne 2014

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING

Verordening maatschappelijke ondersteuning 2013

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2014 GEMEENTE HARDINXVELD-GIESSENDAM

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE MENTERWOLDE 2013

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Barneveld

VOORWOORD Visie Tijd om de verordening aan te passen Kanteling Het gesprek

B E S L U I T : vast te stellen de navolgende verordening tot wijziging van de Verordening voorzieningen maatschappelijke

Concept: 4.3 ( ) Verordening Wmo Individuele Voorzieningen De Friese Meren 2013

Verordening maatschappelijke ondersteuning Voorst 2014

Verordening maatschappelijke ondersteuning Gemeente Binnenmaas 2014

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Montferland 2013

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Oud-Beijerland Verordening maatschappelijke ondersteuning Gemeente Oud-Beijerland2014

verordening Wmo individuele voorzieningen

CONCEPT VERORDENING. Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning. Gemeente Kerkrade

Verordening voorzieningen Wmo gemeente Bedum

Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning Westvoorne 2014

HOOFDSTUK 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 3 Artikel 1. Begripsomschrijvingen...3

Voorstel Uw raad wordt voorgesteld de Verordening voorzieningen Maatschappelijke ondersteuning Gemeente Kapelle 2011 vast te stellen.

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Hellevoetsluis

VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING WEERT

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning

Modelverordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Achtkarspelen.

Verordening Maatschappelijke Ondersteuning gemeente Hellevoetsluis 2014

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning

OVERZICHT EN UITLEG WIJZIGINGEN VERORDENING WMO.

VERORDENING VOORZIENINGEN WMO GEMEENTE BOXTEL 2012

Verordening Voorzieningen Maatschappelijke Ondersteuning. Gemeente Leiderdorp 2013

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2008

Betreft: Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Tynaarlo 2009

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Drimmelen 2011

Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Bedum

VERORDENING VOORZIENINGEN WMO GEMEENTE BOXTEL 2012

Wmo-verordening Haarlemmermeer 2013

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer

Verordening Voorzieningen Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Leiderdorp 2007

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Individuele voorziening. Algemene en collectieve voorz. Sociaal netwerk. Eigen kracht. Verordening Wmo 2013 versie

Verordening Wmo gemeente Appingedam 2009

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Noordenveld 2010

(concept) VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING ZEVENAAR

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Roosendaal

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden

Financieel Besluit Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Sint Anthonis 2014

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Langedijk 2013

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Heeze-Leende 2016

In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan onder:

VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE KATWIJK 2010

Verordening voorzieningen Maatschappelijke ondersteuning Gemeente Roermond 2012

tot het vaststellen van de hierna volgende Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Sint Anthonis 2014:

De raad van de gemeente Gouda; gelezen het voorstel van het college van.nr.inzake ; gelet op artikel 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning;

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden

Besluit: Vast te stellen het navolgende Besluit voorzieningen Wmo gemeente Waterland 2013.

Verordening maatschappelijke ondersteuning 2013 gemeente Doetinchem

Verordening Maatschappelijke Ondersteuning gemeente Enkhuizen 2013

Verordening maatschappelijke ondersteuning Gemeente Ermelo 2014

Verordening voorzieningen gehandicapten

Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.

EERSTE WIJZIGING VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING HELMOND 2010

VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE UITGEEST 2010

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2014 GEMEENTE VELSEN

Verordening maatschappelijke ondersteuning Sittard-Geleen 2008

WMO verordening gemeente Zoetermeer Versie geldig van 9 januari 2007 tot 5 juni 2009

RIS139972B_01-SEP-2006 Verordening individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning gemeente Den Haag 2007

Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.

Transcriptie:

GEMEENTE ļjl^ BEUNINGEN SC12.11869, HM iti i inmi i in11 IH ui i n i mi in iimi De raad der gemeente Beuningen; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 30 oktober 2012; Gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning artikel 5 en de Gemeentewet artikel 149; BESLUIT: Vast te stellen de navolgende Verordening Wmo 2013 gemeente Beuningen HOOFDSTUK 1: ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1.1 Begripsbepalingen In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan onder: a. Wet: Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo); b. College: College van burgemeester en wethouders van de gemeente Beuningen; c. Compensatieplicht: De plicht van het college aan personen met een beperking, een chronisch psychisch of een psychosociaal probleem voorzieningen te bieden ter compensatie van hun beperkingen op het gebied van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie. Daarbij legt artikel 4 van de wet het college de plicht op om een resultaat te bereiken dat als compensatie mag gelden en dat in het individuele geval maatwerk is; d. Zelfredzaamheid: Het lichamelijke, verstandelijke, geestelijke of financiële vermogen om zelf voorzieningen te treffen die deelname aan het normale maatschappelijk verkeer mogelijk maken; e. Maatschappelijk participatie: Deelname aan het maatschappelijk verkeer, te weten: het voeren van het huishouden; het verplaatsen in en om de woning; het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel; het ontmoeten van medemensen en het op basis daarvan aangaan van sociale verbanden. f. Te bereiken resultaat: Er zijn acht te bereiken resultaten op het gebied van maatschappelijke ondersteuning. Deze zijn afgeleid uit de in artikel 4 lid 1 van de wet genoemde doelstellingen van de compensatieplicht. De acht te bereiken resultaten zijn: wonen in een schoon en leefbaar huis; wonen in een geschikt huis; beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften; beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding; het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren; zich verplaatsen in en om de woning; Verordening Wmo 2013 gemeente Beuningen 1

GEMEENTE *bįu. BEUN zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel; de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten. g. Aanmelding: De mededeling van een belanghebbende aan het college dat hij beperkingen ondervindt op grond waarvan hij verzoekt een afspraak te maken voor een gesprek; h. Gesprek: Het eerste contact na een aanmelding waarin met belanghebbende zijn gehele situatie wordt geïnventariseerd ten aanzien van de beperkingen en de gevolgen daarvan, de te bereiken resultaten, de te kiezen oplossingen via niet-individuele voorzieningen en individuele voorzieningen; i. Aanvraag: Het verzoek van een belanghebbende om in aanmerking te komen voor één of meerdere individuele voorzieningen om een resultaat te bereiken in het kader van deze verordening; j. Belanghebbende: Een persoon met een beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem die behoefte heeft aan compensatie ten behoeve van het bevorderen van zijn deelname aan het maatschappelijk verkeer en het zelfstandig functioneren, die voor zichzelf of, met behulp van een machtiging, door een ander een aanmelding of een aanvraag doet of laat doen; k. Een persoon met (een) beperking(en): Een persoon die ten gevolge van ziekte of gebrek, inclusief een chronisch psychisch of psychosociaal probleem, aantoonbare beperkingen ondervindt bij de maatschappelijke participatie; 1. Beperkingen: Moeilijkheden die een persoon heeft met het uitvoeren van activiteiten, zoals opgenomen in het uniforme begrippenkader van het ICF (International Classification of Functioning); m. Psychosociaal probleem: Een situatie van verlies van zelfstandigheid en, met name, een gebrek aan mogelijkheden tot deelname aan het maatschappelijk verkeer, veroorzaakt door belemmeringen die iemand ondervindt in zijn relatie met anderen, met zijn sociale omgeving; n. Mantelzorger: Een persoon die mantelzorg in de zin van artikel 1, lid 1 onder b van de wet biedt; o. Individuele voorziening: Een voorziening die door het college ten behoeve van één persoon op basis van artikel 4 Wmo wordt verstrekt; p. Individuele voorziening in collectieve vorm: Een individuele voorziening die individueel wordt verstrekt maar die door meerdere personen tegelijk wordt gebruikt. q. Niet-individuele voorzieningen: Verordening Wmo 2013 gemeente Beuningen

GEMEENTE 9ŜU : BEUNINGEN Dit zijn de voorzieningen die worden beoordeeld vooraf aan de beoordeling van een individuele voorziening. Niet-individuele voorzieningen zijn: eigen kracht, wat belanghebbende zelf kan doen om zijn beperking (gedeeltelijk) op te lossen; sociale netwerk, hulp uit de omgeving (bijvoorbeeld mantelzorg of huisgenoten/gezinsleden) en algemene voorzieningen. r. Algemene voorziening: Een niet-individuele voorziening die voor alle burgers woonachtig in de gemeente op eenvoudige wijze te verkrijgen of te gebruiken is, zonder een ingewikkelde aanvraagprocedure; s. Algemeen gebruikelijke voorziening: Een voorziening die niet speciaal bedoeld is voor mensen met een beperking, dus ook door anderen gebruikt wordt, algemeen verkrijgbaar is en niet - aanzienlijk - duurder is dan vergelijkbare producten; t. Voorziening in natura: Een individuele voorziening, in te zetten om het resultaat te bereiken, in de vorm van goederen in (bruik)leen of in eigendom, of als persoonlijke dienstverlening; u. Persoonsgebonden budget: Een geldbedrag om te gebruiken voor het te bereiken resultaat, als alternatief voor een individuele voorziening in natura; v. Financiële tegemoetkoming: Een geldbedrag, al dan niet forfaitair of gemaximeerd, bedoeld om een aan te schaffen voor het te bereiken resultaat; voorziening mee w. Gebruikelijke zorg: Onder gebruikelijke zorg wordt verstaan: de normale dagelijkse ondersteuning die partners, ouders, kinderen en huisgenoten geacht worden elkaar te bieden omdat ze als leefeenheid een gemeenschappelijk huishouden voeren en op die grond een gezamenlijke verantwoordelijkheid hebben voor het functioneren van dat huishouden; x. Hoofdverblijf: De plaats waar een persoon daadwerkelijk de meeste nachten per jaar doorbrengt; y. Eigen bijdrage: Een bijdrage, welke bij de verstrekking van een individuele voorziening in natura door de persoon is verschuldigd dan wel op een persoonsgebonden budget in mindering wordt gebracht; z. Eigen aandeel: Een bijdrage, welke op een financiële tegemoetkoming in mindering wordt gebracht; aa. Besluit: Een schriftelijke beslissing van het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Beuningen, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling; ab. Besluit nadere regels: Besluit nadere regels Wmo 2013 gemeente Beuningen. Verordening Wmo 2013 gemeente Beuningen 3

GEMEENTE BEUNINGEN Verordening Wmo 2013 gemeente Beuningen 4

GEMEENTE 5*^ BEUNINGEN Hoofdstuk 2: RESULTAATGERICHTE COMPENSATIE Artikel 2.1 De te bereiken resultaten De op basis van artikel 4 lid 1 van de wet via compenserende maatregelen te bereiken resultaten zijn: 1. wonen in een schoon en leefbaar huis; 2. wonen in een geschikt huis; 3. beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften; 4. beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding; 5. het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren; 6. zich verplaatsen in en om de woning; 7. zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel; 8. de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten. Artikel 2.2 Zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie Een belanghebbende is zelfredzaam en in staat tot maatschappelijke participatie wanneer blijkt dat hij zelf of met behulp van zijn eigen sociale netwerk in staat is de nodige voorzieningen te regelen en te financieren om daarmee te participeren in de maatschappij. Artikel 2.3 Voorwaarden en weigeringsgronden 1. Een individuele voorziening wordt pas toegekend als blijkt dat een niet-individuele voorziening niet of niet voldoende de ondervonden beperkingen compenseert en/of een niet-individuele voorziening niet in alle redelijkheid toegankelijk of bruikbaar is voor de belanghebbende. 2. Een individuele voorziening wordt pas toegekend in individuele vorm als blijkt dat een aanwezige individuele voorziening in collectieve vorm niet of niet voldoende de ondervonden beperkingen compenseert en/of een individuele voorziening in collectieve vorm niet in alle redelijkheid toegankelijk of bruikbaar is voor de belanghebbende. 3. Het recht op een individuele voorziening geldt alleen als: a. deze langdurig noodzakelijk is om het resultaat te bereiken, tenzij kortdurende hulp bij het huishouden leidt tot het te bereiken resultaat.; b. de te verstrekken individuele voorziening, naar objectieve maatstaven gemeten, als de goedkoopst compenserende voorziening aan te merken is; c. deze in overwegende mate op het individu is gericht. 4. De belanghebbende heeft geen recht op een individuele voorziening als: a. de voorziening voor een persoon als de belanghebbende algemeen gebruikelijk is; b. de belanghebbende zijn woonplaats niet heeft in de gemeente Beuningen; c. er aan de kant van de belanghebbende geen sprake is van aantoonbare meerkosten in vergelijking met de situatie voorafgaand aan het optreden van de beperking(en) waarvoor de individuele voorziening wordt aangevraagd; Verordening Wmo 2013 gemeente Beuningen 5

GEMEENTE r&śu. BEUNINGEN d. de aanvraag betrekking heeft op kosten die de belanghebbende voorafgaand aan het moment van beschikken heeft gemaakt, tenzij het college uitdrukkelijk toestemming heeft gegeven voor het maken van deze kosten; e. een individuele voorziening als die waarop de aanvraag betrekking heeft reeds eerder krachtens deze, dan wel een aan deze Verordening voorafgaande Verordening maatschappelijke ondersteuning of de Verordening voorzieningen gehandicapten is verstrekt en de normale afschrijvingstermijn van de individuele voorziening nog niet is verstreken, tenzij de eerder vergoede of verstrekte individuele voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan de belanghebbende zijn toe te rekenen; f. indien belanghebbende onvoldoende medewerking heeft verleend om de noodzaak van een individuele voorziening te kunnen vaststellen. g. Als belanghebbende niet in staat is om veilig deel te nemen aan het verkeer en een training onvoldoende bijdraagt aan het alsnog veilig deelnemen aan het verkeer. Artikel 2.4 Besluit nadere regels Over de uitvoering van deze Verordening, hoogte van vergoedingen en tarieven stelt het college nadere regels in het Besluit nadere regels. Artikel 2.5 Beleidsregels individuele voorzieningen gemeente Beuningen Het college heeft de mogelijkheid om in de beleidsregels individuele voorzieningen gemeente Beuningen nadere regels te stellen over de uitvoering van deze Verordening en het Besluit nadere regels. Verordening Wmo 2013 gemeente Beuningen 6

GEMEENTE Sfc*. BEUNINGEN Hoofdstuk 3: VAN AANMELDING TOT AANVRAAG Artikel 3.1 Aanmelding Belanghebbende maakt zijn hulpvraag elektronisch, schriftelijk, telefonisch of mondeling kenbaar bij de gemeente. Artikel 3.2 Scheiding aanmelding en aanvraag 1. Aan een aanvraag voor een individuele voorziening gaat een gesprek vooraf als: a. belanghebbende nog niet eerder een aanvraag in het kader van de wet heeft gedaan; b. er sprake is van gewijzigde omstandigheden; c. het een meervoudige en/of complexe hulpvraag betreft; d. belanghebbende of het college daarom verzoekt. 2. Het gestelde in het eerste lid vervalt als: a. belanghebbende aangeeft direct een aanvraag in te willen dienen; b. het college het gesprek niet nodig acht. Artikel 3.3 Het gesprek 1. Het gesprek kan leiden tot een niet-individuele voorziening en ļ of de aanvraag van een individuele voorziening. 2. Als de belanghebbende een mantelzorger is, wordt met de mantelzorger en zo mogelijk met de verzorgde geïnventariseerd welke belemmeringen de belanghebbende ondervindt bij het uitvoeren van de mantelzorg. Artikel 3.4 Van gesprek tot aanvraag 1. De uitkomsten van het gesprek worden in een document vastgelegd. Correcties en aanvullingen van belanghebbende kunnen aan dit document worden toegevoegd. Uitsluitend dit door belanghebbende ondertekend document kan als aanvraagformulier als bedoeld in artikel 4.1 lid 2 van deze Verordening gelden. 2. Na het voeren van het gesprek kan een belanghebbende, gebruik makend van het ondertekende document met uitkomsten van het gesprek, dat in die situatie als aanvraagformulier dient, een aanvraag indienen voor een individuele voorziening. Verordening Wmo 2013 gemeente Beuningen 7

GEMEENTE 5 *. BEUNINGEN HOOFDSTUK 4: DE AANVRAAG VAN EEN INDIVIDUELE VOORZIENING Artikel 4.1 De aanvraag 1. De aanvraag van een individuele voorziening wordt schriftelijk ingediend door middel van een door het college beschikbaar gesteld aanvraagformulier. 2. Als er een ondertekend document met de uitkomsten van het gesprek, zoals bedoeld in artikel 3.4 lid 1, aanwezig is, wordt dit ondertekende document als aanvraagformulier beschouwd. 3. Belanghebbende dient op verzoek een geldig paspoort, Nederlandse identiteitskaart of rijbewijs te overleggen. 9 Verordening Wmo 2013 gemeente Beuningen 8

GEMEENTE. BEUNINGEN HOOFDSTUK 5: BEOORDELING VAN DE TE BEREIKEN RESULTATEN Paragraaf 1. Algemene regels Artikel 5.1 Het maken van een afweging 1. Bij het beoordelen welke voorzieningen getroffen gaan worden, neemt het college het in artikel 3.4 lid 1 bedoelde document met uitkomsten van het gesprek, indien aanwezig, als uitgangspunt. Het college gaat daarbij uit van de behoeften en persoonskenmerken van de belanghebbende. 2. Alle niet-individuele voorzieningen die beschikbaar en bruikbaar zijn worden, als ze al niet tot een oplossing hebben geleid in het gesprek, of als er geen gesprek heeft plaatsgevonden, eerst beoordeeld. 3. Indien de belanghebbende een of meer huisgenoten heeft die beschikbaar en in staat zijn werkzaamheden over te nemen, wordt dit in het kader van gebruikelijke zorg eerst beoordeeld. Verordening Wmo 2013 gemeente Beuningen 9

GEMEENTE 5IC. BEUNINGEN Paragraaf 2. De te bereiken resultaten Artikel 5.2 Een schoon en leefbaar huis 1. Het eerste te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het kunnen wonen in een schoon en leefbaar huis. 2. Met het oog op een schoon en leefbaar huis kan een individuele voorziening worden verstrekt voor het lichte en/of het zware huishoudelijke werk. 3. Indien de ondervonden beperkingen kunnen worden weggenomen door middel van algemeen gebruikelijke huishoudelijke hulpmiddelen en apparatuur wordt dit eerst beoordeeld. 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheid beschikbaar en bruikbaar is wordt ten aanzien van dit te bereiken resultaat geen individuele voorziening verstrekt. Artikel 5.3 Wonen in een geschikt huis 1. Het tweede te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het normaal gebruik kunnen maken van de woning waarin belanghebbende zijn hoofdverblijf heeft. 2. Met het oog op het normale gebruik van de woning kunnen één of meerdere individuele voorzieningen worden verstrekt ten aanzien van de bereikbaarheid, toegankelijkheid en bruikbaarheid van de woning. 3. Voor zover de belanghebbende kan verhuizen naar een geschikte woning of een gemakkelijker geschikt te maken woning binnen de Stadsregio Arnhem - Nijmegen welke verhuizing kan leiden tot het te bereiken resultaat zal deze mogelijkheid eerst beoordeeld worden. 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheid beschikbaar en bruikbaar is wordt ten aanzien van dit te bereiken resultaat geen individuele voorziening verstrekt. Een verhuiskostenvergoeding kan wel worden verstrekt. Artikel 5.4 Beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften 1. Het derde te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het voorzien zijn van de dagelijks benodigde hoeveelheid voedsel voor maaltijden en andere momenten waarop iets genuttigd wordt, evenals toiletartikelen en schoonmaakartikelen. Ook de noodzakelijke bereiding van maaltijden kan hieronder vallen. 2. Met het oog op het beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften kan een individuele voorziening worden verstrekt ten aanzien van het doen van boodschappen, voor wat betreft levensmiddelen, schoonmaakmiddelen, en toiletartikelen, alsmede het bereiden en aanreiken van maaltijden. Verordening Wmo 2013 gemeente Beuningen 10

GEMEENTE BEUNINGEN 3. Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare boodschappenservice of maaltijdvoorziening die in de individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat worden deze mogelijkheden eerst beoordeeld. 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn wordt ten aanzien van dit te bereiken resultaat geen individuele voorziening verstrekt. Artikel 5.5 Beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding 1. Het vierde te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het beschikken over kleding in gewassen en zonodig gestreken, opgevouwen of opgehangen staat. 2. Met het oog op het beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding kan een individuele voorziening worden verstrekt ten aanzien van het wassen, drogen, strijken en opruimen van de dagelijkse was. 3. Indien de ondervonden beperkingen kunnen worden weggenomen door middel van algemeen gebruikelijke huishoudelijke hulpmiddelen en apparatuur wordt dit eerst beoordeeld. 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn wordt ten aanzien van dit te bereiken resultaat geen individuele voorziening verstrekt. Artikel 5.6 Het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren 1. Het vijfde te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit de normale dagelijkse zorg voor in het huishouden aanwezige kinderen. 2. Met het oog op het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren, kan een individuele voorziening worden verstrekt ten aanzien van het vervangen van de ouder die in principe voor de kinderen zorgt. 3. Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare voortussen- en naschoolse opvang, kinderopvang of andere opvangmogelijkheden die in de individuele situatie van de belanghebbende kunnen leiden tot het te bereiken resultaat worden deze mogelijkheden eerst beoordeeld. 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn wordt ten aanzien van dit te bereiken resultaat geen individuele voorziening verstrekt. Artikel 5.7 Zich verplaatsen in en om de woning 1. Het te bereiken resultaat ten aanzien van verplaatsen in en om de woning bestaat uit zich kunnen verplaatsen in en om de woning en er zich zodanig kunnen redden dat normaal functioneren mogelijk is. 2. Met het oog op het verplaatsen in en om de woning kan een individuele voorziening worden verstrekt bestaande uit een rolstoelvoorziening voor dagelijks zittend gebruik. Verordening Wmo 2013 gemeente Beuningen 11

GEMEENTE BEUNINGEN 3. Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare collectieve pool die in de individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat wordt deze mogelijkheid eerst beoordeeld. 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheid beschikbaar en bruikbaar is wordt ten aanzien van dit te bereiken resultaat geen individuele voorziening in individuele vorm verstrekt. Artikel 5.8 Zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel 1. Het te bereiken resultaat ten aanzien van het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel bestaat uit het kunnen doen van dagelijkse boodschappen, het kunnen bezoeken van familie, kennissen en het doen van gewenste activiteiten, alles binnen de directe woon- en leefomgeving. 2. Met het oog op het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel, kan een individuele voorziening worden verstrekt ten aanzien van het verplaatsen over de korte afstand rond de woning en het verplaatsen over de langere afstand binnen de directe woon- en leefomgeving. 3. Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van bereikbaar openbaar vervoer en dit in de individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat wordt deze mogelijkheid eerst beoordeeld. 4. Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van (de vervoerspas voor) het collectief vervoer van deur tot deur dat in de individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat wordt deze mogelijkheid eerst beoordeeld. 5. Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare collectieve pool die in de individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat wordt deze mogelijkheid eerst beoordeeld. 6. Voor zover de in lid 3, 4 en 5 genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn wordt ten aanzien van dit te bereiken resultaat geen individuele voorziening in individuele vorm verstrekt. Artikel 5.9 De mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten 1. Het te bereiken resultaat ten aanzien van de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten bestaat uit het zo mogelijk kunnen afleggen van gewenste bezoeken en het deelnemen aan gewenste activiteiten in de directe woon en leefomgeving. 2. Met het oog op de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten kan een individuele voorziening worden verstrekt. Verordening Wmo 2013 gemeente Beuningen 12

GEMEENTE BEUNINGEN 3. Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een of meer aanwezige en bruikbare (vrijwilligers)organisaties die in de individuele situatie van belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat worden deze mogelijkheden eerst beoordeeld. 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn wordt ten aanzien van dit te bereiken resultaat geen individuele voorziening verstrekt. Verordening Wmo 2013 gemeente Beuningen 13

GEMEENTE 9ŚU. BEUNINGEN 5S HOOFDSTUK 6 INDIVIDUELE VOORZIENINGEN PARAGRAAF 1 HULP BIJ HET HUISHOUDEN Artikel 6.1 Vormen van hulp bij het huishouden 1. De door het college te verstrekken individuele voorziening hulp bij het huishouden kan bestaan uit: a. hulp bij het huishouden in natura; b. een persoonsgebonden budget te besteden aan hulp bij het huishouden. 2. Voor de in lid 1 genoemde individuele voorziening kan ook de mantelzorger in aanmerking komen die beperkingen ondervindt als gevolg van het verlenen van mantelzorg. Artikel 6.2 Soorten individuele voorziening hulp bij het huishouden De in artikel 6.1 genoemde individuele voorzieningen kunnen bestaan uit: a. hulp bij het huishouden 1 (HH1): «schoonmaken woonruimte, slaapkamer, sanitair, keuken;» zorg voor textiel (wassen/strijken), onderhoud van kleding en schoeisel;» zorg voor de voeding (voorbereiden, serveren, afwassen, opruimen);» bed opmaken, beperkte zorg voor huisdieren.» boodschappen voor het dagelijkse leven; b. hulp bij het huishouden 2 (HH2): «hulp bij het huishouden 1;» hulp bij de organisatie van de huishouding (planning, aandacht voor hygiëne, beheer van de levensmiddelenvoorraad);» opvang/verzorging van kinderen/volwassen huisgenoten;» eenmalige grote schoonmaak. Artikel 6.3 Omvang van de hulp bij het huishouden De omvang van de hulp bij het huishouden wordt uitgedrukt in uren benodigde zorg per week. Artikel 6.4 Omvang van het persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden Het maximale bedrag per uur op basis waarvan het persoonsgebonden budget wordt vastgesteld, wordt jaarlijks door het college vastgesteld en vastgelegd in het Besluit nadere regels. Verordening Wmo 2013 gemeente Beuningen 14

GEMEENTE 3 *. BEUNINGEN Paragraaf 2 WOONVOORZIENINGEN Artikel 6.5 Vormen van woonvoorzieningen De door het college te verstrekken individuele woonvoorziening kan bestaan uit: a. een woonvoorziening in natura; b. een persoonsgebonden budget te besteden aan een woonvoorziening; c. een financiële tegemoetkoming in de kosten van een woonvoorziening. Artikel 6.6 Soorten individuele woonvoorzieningen 1. De in artikel 6.5 genoemde individuele voorzieningen kunnen bestaan uit: a. vergoeding van kosten van verhuizing en (her) inrichting; b. aanpassing van bouwtechnische of bouwkundige aard; c. aanpassing van niet-bouwtechnische of niet-bouwkundige aard; d. onderhoud, keuring en reparatie van een in of aan de woning aangebrachte voorziening; e. kosten tijdelijke huisvesting; f. kosten huurderving; g. verwijderen van voorzieningen; h. een hulphond. 2. De individuele woonvoorzieningen die worden genoemd in lid 1 sub c worden verleend in natura of in de vorm van een persoongebonden budget. 3. In uitzondering op het gestelde in lid 2 wordt een voorziening voor woningsanering in de vorm van een financiële tegemoetkoming verstrekt. 4. De individuele woonvoorzieningen die worden genoemd in lid 1 sub a, b, e, f, g en h worden verleend in de vorm van een financiële tegemoetkoming. 5. In uitzondering op het gestelde in lid 4 wordt een traplift of plateaulift in natura of in de vorm van een persoonsgebonden budget verstrekt. 6. De individuele woonvoorzieningen die worden genoemd in lid 1 sub d worden verleend in natura, in de vorm van een persoonsgebonden budget of in de vorm van een financiële tegemoetkoming. 7. De individuele woonvoorzieningen die worden genoemd in lid 1 sub a, c, d, e en h worden verleend aan de persoon met beperkingen. 8. De individuele woonvoorzieningen die worden genoemd in lid 1 sub b, f en g worden verleend aan de woningeigenaar. Artikel 6.7 Woon- en verblijfsruimten waarvoor geen woonvoorziening wordt verstrekt Geen woonvoorziening wordt getroffen aan: a. hotels/pensions; Verordening Wmo 2013 gemeente Beuningen 15

GEMEENTE 5**. BEUNINGEN b. trekkerswoonwagens; c. verzorgingstehuizen; d. AWBZ-instellingen; e. vakantiewoningen; f. tweede woningen; g. kamerverhuur; h. specifiek op personen met beperkingen en ouderen gerichte woongebouwen voor wat betreft voorzieningen in gemeenschappelijke ruimten of voorzieningen die bij (nieuw)bouw of renovatie zonder noemenswaardige meerkosten meegenomen kunnen worden. Artikel 6.8 Hoofdverblijf en bezoekbaar maken woning 1. In afwijking van het gestelde in 5.3 lid 1 kan een woonvoorziening als bedoeld in artikel 6.6 lid 1 sub b, c en d dan wel een combinatie van deze voorzieningen worden verstrekt voor het bezoekbaar maken van één woning indien de persoon met beperkingen zijn hoofdverblijf heeft in een AWBZ-inrichting. 2. Onder bezoekbaar maken van een woning als bedoeld in het eerste lid wordt uitsluitend verstaan dat de belanghebbende de woonkamer en een toilet kan bereiken en gebruiken. 3. Het totaal van de op grond van het eerste lid te verstrekken voorziening kan niet meer bedragen dan het bedrag genoemd in het Besluit nadere regels. Artikel 6.9 Weigeringsgronden woonvoorzieningen Het recht op een woonvoorziening vervalt als: a. belanghebbende is verhuisd vanuit een woning waarin hij bij normaal gebruik geen belemmeringen ondervond, tenzij er een belangrijke reden voor de verhuizing bestond; b. belanghebbende niet is verhuisd naar de voor zijn of haar beperkingen op dat moment beschikbare meest geschikte woning, tenzij tevoren schriftelijk toestemming is verleend door het college; c. er geen rechtstreeks oorzakelijk verband bestaat tussen de ondervonden (naar objectief medische maatstaf aanwezige) beperkingen en een of meer bouwkundige of woontechnische kenmerken van de door de persoon bewoonde woning; d. de beperkingen niet in de woning zelf (waartoe ook de toegankelijkheid van de woning moet worden begrepen) worden ondervonden; e. voor zover de ondervonden problemen bij het normale gebruik van de woning voortvloeien uit de aard van de in de woning gebruikte materialen; f. de woonvoorziening als bedoeld in artikel 6.6 lid 1 sub a aangevraagd wordt op een moment dat op basis van leeftijd, gezinssituatie of woonsituatie te voorzien was dat deze voorziening noodzakelijk zou zijn en er geen sprake is van een onverwacht optredende noodzaak. Verordening Wmo 2013 gemeente Beuningen 16

GEMEENTE 3 *. BEUNINGEN Paragraaf 3 VERVOERSVOORZIENINGEN Artikel 6.10 Vormen van vervoersvoorzieningen De door het college te verstrekken individuele vervoersvoorziening kan bestaan uit: a. een vervoersvoorziening in natura; b. een persoonsgebonden budget te besteden aan een vervoersvoorziening; c. een financiële tegemoetkoming in de kosten van een vervoersvoorziening. Artikel 6.11 Soorten vervoersvoorzieningen 1. De in artikel 6.10 genoemde individuele voorzieningen kunnen bestaan uit: a. een vervoerspas voor gebruik van het collectief vervoer, waarmee een korting wordt verkregen op het normale tarief; b. vergoeding voor het gebruik van (rolstoel)taxi, auto of vervoer door derden; c. een al dan niet aangepaste auto; d. een al dan niet aangepaste gesloten buitenwagen; e. een aanpassing van een eigen auto; f. een scootermobiel g. een ander vervoermiddel dan genoemd onder lid c, d en f; h. medisch noodzakelijke begeleiding tijdens het vervoer; i. vergoeding van kosten van onderhoud, reparatie en verzekering van voorzieningen als genoemd onder c, d, e, f en g; j. training. 2. De individuele vervoersvoorziening die wordt genoemd in lid 1 sub a wordt verleend in natura. 3. De individuele vervoersvoorzieningen die worden genoemd in lid 1 sub c, d, f en g worden verleend in natura of in de vorm van een persoonsgebonden budget. 4. De individuele vervoersvoorzieningen die worden genoemd in lid 1 sub b, e, h en j worden verleend in de vorm van een financiële tegemoetkoming. 5. De individuele vervoersvoorzieningen die worden genoemd in lid 1 sub i worden verleend in natura, in de vorm van een persoonsgebonden budget of in de vorm van een financiële tegemoetkoming. 6. Bij het vaststellen van de hoogte van de vergoeding als bedoeld in artikel lid 1 sub b en h kan rekening worden gehouden met de individuele vervoersbehoefte van de persoon met beperkingen en de mate waarin de voorzieningen als bedoeld in 1 sub c, d, e en f in die vervoersbehoefte kunnen voorzien. 7. Voor zover de vervoersbehoeften van echtgenoten samenvallen en gebruik kan worden gemaakt van dezelfde voorziening, bepaalt het college, rekening houdend met de samenvallende vervoersbehoeften, de toe te kennen vervoersvoorziening als bedoeld in lid 1 met in achtneming van hetgeen is gesteld in het Besluit nadere regels. Verordening Wmo 2013 gemeente Beuningen 17

GEMEENTE r&l* 3 *.. BEUNINGEN Paragraaf 4 ROLSTOELVOORZIENINGEN Artikel 6.12 Vormen van rolstoelvoorzieningen De door het college te verstrekken rolstoelvoorziening kan bestaan uit: a. een rolstoelvoorziening in natura; b. een persoonsgebonden budget te besteden aan een rolstoelvoorziening; c. een financiële tegemoetkoming te besteden aan een rolstoelvoorziening. Artikel 6.13 Soorten rolstoelvoorzieningen 1. De in artikel 6.12 genoemde individuele voorzieningen kunnen bestaan uit: a. een rolstoel, dan wel een aanpassing daaraan; b. onderhoud, gebruik, reparatie en verzekering; c. accessoires; d. training. 2. De individuele rolstoelvoorzieningen die worden genoemd in lid 1 sub a, b en c worden verleend in natura of in de vorm van een persoonsgebonden budget. 3. De individuele rolstoelvoorzieningen die worden genoemd in lid 1 sub d worden verleend in de vorm van een financiële tegemoetkoming. Artikel 6.14 Vorm van de verstrekking Een rolstoel die in natura wordt verstrekt, wordt in bruikleen verstrekt en wordt na afloop van de bruikleenperiode ingenomen. Artikel 6.15 Geen recht op een rolstoelvoorziening en training Een aanvraag voor een rolstoel wordt afgewezen, indien de noodzaak van een rolstoel het gevolg is van een verhuizing naar een woning waarvoor op grond van artikel 6.9 geen recht op verhuiskostenvergoeding bestaat. Verordening Wmo 2013 gemeente Beuningen 18

GEMEENTE 5IC. BEUNINGEN Paragraaf 5 SPORTVOORZIENINGEN Artikel 6.16 Vormen van sportvoorzieningen De door het college te verstrekken sportvoorziening kan bestaan uit een financiële tegemoetkoming te besteden aan een sportvoorziening. Artikel 6.17 Soorten sportvoorzieningen De in artikel 6.16 genoemde individuele voorziening kan bestaan uit: a. een sportrolstoel; b. een aangepaste wielrenfiets; c. een handbike; d. een aangepast paardrijzadel; e. andere voorzieningen. Artikel 6.18 Hoogte financiële tegemoetkoming Het college stelt in het Besluit nadere regels de hoogte van de financiële tegemoetkoming als bedoeld in artikel 6.16 vast. Verordening Wmo 2013 gemeente Beuningen 19

GEMEENTE Sfc* BEUNINGEN Paragraaf 6 OVERIGE INDIVIDUELE VOORZIENINGEN Artikel 6.19 Overige individuele voorzieningen Met het oog op de te bereiken resultaten zoals genoemd in artikel 2.1 kan het college een individuele voorziening verstrekken waarin deze Verordening niet voorziet. m Verordening Wmo 2013 gemeente Beuningen 20

GEMEENTE "K*. BEUNINGEN HOOFDSTUK 7: VORM VAN DE TE VERSTREKKEN INDIVIDUELE VOORZIENINGEN Artikel 7.1 Mogelijke verstrekkingwij zen Een individuele voorziening wordt verstrekt in natura, in de vorm van een budget, of in de vorm van een financiële tegemoetkoming. persoonsgebonden Artikel 7.2 Voorziening in natura 1. Als een individuele voorziening in natura wordt verstrekt die in eigendom is van de leverancier, dan is de bruikleenovereenkomst of huurovereenkomst tussen de leverancier en de belanghebbende van toepassing. 2. Als een individuele voorziening in natura wordt verstrekt die in eigendom is van de gemeente Beuningen, dan is de bruikleenovereenkomst of huurovereenkomst van de gemeente Beuningen van toepassing. 3. Als een individuele voorziening in natura wordt verstrekt in de vorm van persoonlijke dienstverlening door een derde, dan is de dienstverleningsovereenkomst tussen de derde en de belanghebbende van toepassing. 4. Als een individuele voorziening in natura wordt verstrekt in de vorm van persoonlijke dienstverlening door de gemeente Beuningen, dan is de dienstverleningsovereenkomst tussen de gemeente Beuningen en de belanghebbende van toepassing. Artikel 7.3 Persoonsgebonden budget 1. Als een persoonsgebonden budget wordt verstrekt, wordt in de beschikking vermeld voor welk te bereiken resultaat het persoonsgebonden budget gebruikt moet worden. 2. De omvang van het persoonsgebonden budget is niet hoger dan de tegenwaarde van de in de betreffende situatie goedkoopst compenserend te verstrekken individuele voorziening in natura, indien nodig aangevuld met een vergoeding voor instandhoudingkosten, zoals vastgelegd in het Besluit nadere regels. 3. De wijze waarop het persoonsgebonden budget wordt vastgesteld en verstrekt wordt door het college vastgelegd in het Besluit nadere regels. 4. Een persoonsgebonden budget wordt niet verstrekt aan de persoon: a. die naar het oordeel van het college niet in staat is het budget op een verantwoorde wijze te beheren, tenzij de persoon de beschikking heeft over een goed netwerk dat zorg kan dragen voor het beheer; b. die verkeert in staat van faillissement als bedoeld in de Faillissementswet; c. die twee of meer schulden heeft waarvoor geen betalingsregeling is getroffen; d. die wegens schuldenproblematiek wordt begeleid door Maatschappelijk Werk, de Kredietbank of een hiermee vergelijkbare dienstverlenende instantie; e. ten aanzien waarvan door de rechter een schuldsanering is vastgesteld op grond van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen; Verordening Wmo 2013 gemeente Beuningen 21

GEMEENTE Sfc*- BEUNINGEN f. die onder curatele is gesteld, tenzij de curator zich bereid verklaart het persoonsgebonden budget te beheren; g. die onder bewind is gesteld, tenzij de bewindvoerder zich bereid verklaart het persoonsgebonden budget te beheren; h. ten aanzien van wie misbruik of oneigenlijk gebruik van het persoonsgebonden budget is vastgesteld. Artikel 7.4 Financiële tegemoetkoming 1. Als een financiële tegemoetkoming wordt verstrekt, wordt in de beschikking vermeld voor welk te bereiken resultaat de financiële tegemoetkoming gebruikt moet worden. Daarnaast kunnen in het besluit nadere eisen worden gesteld aan de middels de financiële tegemoetkoming aan te schaffen voorziening. 2. De omvang van de financiële tegemoetkoming is niet hoger dan de tegenwaarde van de in de betreffende situatie goedkoopst compenserend te verstrekken individuele voorziening in natura, zoals vastgelegd in het Besluit nadere regels. 3. De wijze waarop de financiële tegemoetkoming wordt vastgesteld en verstrekt wordt door het college vastgelegd in het Besluit nadere regels. 4. Een financiële tegemoetkoming wordt niet uitbetaald aan de persoon: a. die naar het oordeel van het college niet in staat is om de tegemoetkoming op een verantwoorde wijze te beheren, tenzij de persoon de beschikking heeft over een goed netwerk dat zorg kan dragen voor het beheer; b. die verkeert in staat van faillissement als bedoeld in de Faillissementswet; c. die twee of meer schulden heeft waarvoor geen betalingsregeling is getroffen; d. die wegens schuldenproblematiek wordt begeleid door Maatschappelijk Werk, de Kredietbank of een hiermee vergelijkbare dienstverlenende instantie; e. ten aanzien waarvan door de rechter een schuldsanering is vastgesteld op grond van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen; f. die onder curatele is gesteld, tenzij de curator zich bereid verklaart de financiële tegemoetkoming te beheren; g. die onder bewind is gesteld, tenzij de bewindvoerder zich bereid verklaart de financiële tegemoetkoming te beheren; h. ten aanzien van wie misbruik of oneigenlijk gebruik van de financiële tegemoetkoming is vastgesteld. Verordening Wmo 2013 gemeente Beuningen 22

GEMEENTE Sfc*. BEUNINGEN HOOFDSTUK 8: EIGEN BIJDRAGE EN EIGEN AANDEEL Artikel 8.1 Eigen bijdrage 1. De belanghebbende die een individuele voorziening is verstrekt in natura of in de vorm van een persoonsgebonden budget is een eigen bijdrage verschuldigd, tenzij anders bepaald in deze Verordening. 2. Geen eigen bijdrage is verschuldigd voor een: a. rolstoel zoals bedoeld in artikel 6.13 lid 1; b. vervoerspas voor het collectief vervoer zoals bedoeld in artikel 5.8 lid 4. 3. De eigen bijdrage wordt toegepast overeenkomstig het bepaalde in het Besluit maatschappelijke ondersteuning artikel 4.1. 4. Het bedrag dat in zijn totaal aan eigen bijdrage wordt gevraagd is nooit hoger dan de door de gemeente gemaakte kosten van de individuele voorziening. 5. Indien de individuele voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget wordt verleend, wordt de eigen bijdrage opgelegd nadat de individuele voorziening is verstrekt. Artikel 8.2 Eigen aandeel 1. De belanghebbende die een individuele voorziening is verstrekt in de vorm van een financiële tegemoetkoming is een eigen aandeel verschuldigd, tenzij anders bepaald in deze Verordening. 2. Geen eigen aandeel is verschuldigd voor een: a. vergoeding huurderving aan woningeigenaren; b. verhuiskostenvergoeding aan personen die een aangepaste woning verlaten en daarmee plaats maken voor een persoon met beperkingen; c. woningaanpassing aan gemeenschappelijke ruimte die door meerdere personen gebruikt worden. 3. Het eigen aandeel wordt toegepast overeenkomstig het bepaalde in het Besluit maatschappelijke ondersteuning artikel 4.1. 4. Het bedrag dat in zijn totaal aan eigen aandeel wordt gevraagd is nooit hoger dan de door de gemeente gemaakte kosten van de individuele voorzieningen. 5. Het eigen aandeel wordt pas opgelegd nadat de individuele voorziening is verstrekt. Verordening Wmo 2013 gemeente Beuningen 23

GEMEENTE 5IC-. BEUNINGEN HOOFDSTUK 9: PROCEDURELE BEPALINGEN ROND ONDERZOEK, ADVIES EN BESLUITVORMING, INTREKKING EN TERUGVORDERING Artikel 9.1 Inlichtingen, onderzoek, advies 1. Het college is bevoegd om, voor zover dit van belang kan zijn voor de beoordeling van het recht op een individuele voorziening: a. degene door of namens wie een aanvraag is ingediend op te roepen in persoon te verschijnen op een door het college te bepalen plaats en tijdstip en hem te verzoeken die inlichtingen te verstrekken die naar het oordeel van het college nodig zijn om een besluit te kunnen nemen; b. degene door of namens wie een aanvraag is ingediend op te roepen in persoon te verschijnen op een door het college te bepalen plaats en tijdstip in verband met het verstrekken van inlichtingen of het zich onderwerpen aan nader onderzoek door een of meer daartoe aangewezen deskundigen; c. degene die een individuele voorziening toegekend heeft gekregen op te roepen in persoon te verschijnen op een door het college te bepalen plaats en tijdstip en hem te verzoeken die inlichtingen te verstrekken die naar het oordeel van het college nodig zijn om een besluit te kunnen nemen; d. degene die een individuele voorziening toegekend heeft gekregen op te roepen in persoon te verschijnen op een door het college te bepalen plaats en tijdstip in verband met het verstrekken van inlichtingen of het zich onderwerpen aan nader onderzoek door een of meer daartoe aangewezen deskundigen. 2. Het college kan een door hen daartoe aangewezen adviesinstantie om advies vragen als dit noodzakelijk is voor een zorgvuldige besluitvorming. 3. Belanghebbende is verplicht aan het college of de door hen aangewezen adviesinstantie die gegevens te verschaffen of te doen verschaffen die noodzakelijk zijn voor de beoordeling van het recht op een individuele voorziening. 4. Wanneer de adviserende instantie geen advies af kan geven, omdat de belanghebbende uit nalatigheid niet op het afgesproken tijdstip verschijnt, kan de gemeente de door de adviseur in rekening gebrachte kosten verhalen op de belanghebbende. Artikel 9.2 Wijzigingen in de situatie Degene aan wie krachtens deze Verordening een individuele voorziening is verstrekt, is verplicht zo spoedig mogelijk aan het college mededeling te doen van feiten en omstandigheden, waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een individuele voorziening. Artikel 9.3 Heronderzoek en intrekking van een besluit tot het verstrekken van een individuele voorziening 1. Het college is bevoegd regelmatig een heronderzoek te verrichten naar de voor de voortzetting van het recht op een individuele voorziening van belang zijnde gegevens. Verordening Wmo 2013 gemeente Beuningen 24

GEMEENTE : BEUNINGEN 2. Het college trekt een besluit, genomen op grond van deze Verordening, geheel of gedeeltelijk in als: a. niet is voldaan aan de voorwaarden gesteld bij of krachtens de wet of deze Verordening; b. op grond van gegevens gebleken is dat de gegevens zodanig onjuist waren dat, waren de juiste gegevens bekend geweest, een andere beslissing zou zijn genomen en belanghebbende wist of redelijkerwijs had kunnen weten dat bedoelde gegevens onjuist waren. 3. Het college kan onderzoek doen naar de besteding van een persoonsgebonden budget. 4. Indien de verantwoording van de besteding van een persoonsgebonden budget niet voldoende is, kan het college het recht op het persoonsgebonden budget geheel of gedeeltelijk intrekken. Artikel 9.4 Terugvordering 1. Ingeval een besluit is ingetrokken op grond van artikel 9.4 lid 2 en 3 kan op basis daarvan een reeds uitbetaald persoonsgebonden budget of uitbetaalde financiële tegemoetkoming of waarde van de individuele voorziening in natura worden teruggevorderd voor zover na de datum van het besluit tot toekenning van de individuele voorziening nog geen vijfjaren zijn verstreken. 2. Terugvordering als bedoeld in het vorige lid vindt niet plaats indien er naar het oordeel van het college dringende redenen zijn om van terugvordering af te zien. 3. Ingeval een besluit tot verstrekken van een individuele voorziening in eigendom is ingetrokken wordt deze individuele voorziening teruggevorderd. 4. Indien het persoonsgebonden budget of de financiële tegemoetkoming niet is besteed aan het te bereiken resultaat waarvoor het is verleend, wordt het niet aan het doel bestede deel teruggevorderd. 5. Ingeval een besluit voor het in bruikleen verstrekken van een individuele voorziening is ingetrokken kan deze individuele voorziening worden teruggevorderd. 6. Het college is bevoegd tot verrekening van de openstaande vordering met het persoonsgebonden budget of financiële tegemoetkoming waarop de belanghebbende recht heeft. Verordening Wmo 2013 gemeente Beuningen 25

GEMEENTE 5**, BEUNINGEN HOOFDSTUK 10: SLOTBEPALINGEN Artikel 10.1 Hardheidsclausule 1. Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen bij of krachtens deze Verordening, indien toepassing van de Verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt. 2. Voorafgaande aan de toepassing van het eerste lid kan het college advies vragen. Artikel 10.2 Beslissing college in gevallen waarin de Verordening niet voorziet In gevallen, de uitvoering van deze Verordening betreffende, waarin deze Verordening niet voorziet, beslist het college. Artikel 10.3 Bevoegdheid van het college om nadere regels te stellen Het college kan nadere regels stellen over de uitvoering van deze Verordening. Artikel 10.4 Intrekking verordening van 5 juli 2011 De Verordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beuningen, vastgesteld in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Beuningen van 5 juli 2011, wordt met ingang van datum inwerkingtreding van de Verordening Wmo 2013 ingetrokken. Artikel 10.5 Inwerkingtreding Deze Verordening treedt in werking met ingang van 1 april 2013. Artikel 10.6 Citeertitel Deze Verordening wordt aangehaald als: Verordening Wmo 2013 gemeente Beuningen. Artikel 10.7 Overgangsbepaling Besluiten, genomen krachtens de Verordening als bedoeld in artikel 10.4, die golden op het moment van de inwerkingtreding van deze Verordening, gelden als besluiten genomen krachtens deze Verordening (Verordening Wmo 2013 gemeente Beuningen). Beuningen, 4 december 2012 De raad v«ornoemd De griffier de voorzitter Verordening Wmo 2013 gemeente Beuningen 26

GEMEENTE 9įU. BEUNINGEN 5 *. Artikelsgewijze toelichting op Verordening Wmo 2013 gemeente Beuningen Artikelsgewijze toelichting op Verordening Wmo 2013 gemeente Beuningen 27

GEMEENTE Qfc*. BEUNINGEN 2 * Toelichting hoofdstuk 1 Artikel 1.1 Begripsbepalingen In deze Verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan onder: aa. bb. cc. dd. Wet: Deze bepaling spreekt voor zich; College: Deze bepaling spreekt voor zich; Compensatieplicht: Artikel 4 van de wet verplicht het college aan de in dat artikel genoemde personen voorzieningen te bieden ter compensatie van hun beperkingen op het gebied van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie teneinde hen in staat te stellen een huishouden te voeren, zich te verplaatsen in en om de woning, zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel en medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan. Dit artikel brengt mee dat de zelfredzaamheid en de maatschappelijke participatie van deze personen de doeleinden zijn waarop de compensatieplicht van het college gericht moet zijn. Het is - gelet op de artikelen 3 en 5 van de Wmo - in beginsel aan de gemeenteraad en - gelet op artikel 4 van de Wmo - aan het college om te bepalen op welke wijze invulling wordt gegeven aan de in artikel 4 van de Wmo bedoelde compensatieplicht. Bij wat het college ook besluit geldt dat het moet gaan om maatwerk. Uitgegaan moet worden van de persoonskenmerken en behoeften van de belanghebbende. Zelfredzaamheid: Zelfredzaamheid vormt één van de kernbegrippen van de wet. In artikel 4 van de Wmo is neergelegd dat de compensatieplicht van de gemeente bestaat uit het compenseren van beperkingen die een persoon ondervindt in zijn zelfredzaamheid. Met andere woorden: de voorzieningen die de gemeente biedt, dienen ter ondersteuning dan wel behoud van het zelfstandig functioneren van de persoon. Het zelfstandig functioneren is in betekenis beperkt tot 'het deelnemen aan het normale maatschappelijke verkeer' (maatschappelijke participatie). De maatstaf is dan ook steeds of de gevraagde voorziening in de situatie van de persoon daadwerkelijk bijdraagt aan de mogelijkheid om op een normale wijze (vergelijkbaar met een persoon zonder beperkingen) deel te blijven nemen aan het maatschappelijke leven. Is dit niet het geval, dan valt de gevraagde voorziening feitelijk buiten de compensatieplicht van de gemeente. Zelfredzaamheid (of een tekort hierin) wordt niet alleen uitgedrukt in een somatische, psychogeriatrische, psychiatrische of anderszins chronische psychische aandoening of beperking, of een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap. Zelfredzaamheid wordt ook uitgedrukt in het financiële vermogen om voorzieningen te treffen. ee. Maatschappelijk participatie: De Wmo geeft geen definitie van het begrip maatschappelijke participatie. Volgens de regering biedt het normale taalgebruik hiervoor voldoende houvast, ook als interpretatiekader voor de rechterlijke macht. Een nadere omschrijving of een normering zou belemmerend kunnen werken voor het leveren van maatwerk en afstemming op de Artikelsgewijze toelichting op Verordening Wmo 2013 gemeente Beuningen 28

GEMEENTE *bśu BEUNINGEN lokale en individuele omstandigheden aldus de regering (EK 2005-2006, 30 131, E, bijlage 1). Echter in de nadere memorie van antwoord heeft de regering aangegeven dat het begrip "maatschappelijke participatie" dezelfde betekenis heeft als het begrip "deelname aan het maatschappelijk verkeer" (EK 2005-2006, 30 131, C, p. 59). Daarbij is aangegeven dat met maatschappelijk verkeer de omgang met personen en instanties buiten het directe eigen leefverband wordt bedoeld. Er wordt niet alleen gedoeld op maatschappelijk verkeer dat nodig is voor het levensonderhoud, zoals het doen van boodschappen, maar ook om de meerwaarde van recreatieve activiteiten en bezoeken van vrienden en kennissen. ff. Te bereiken resultaat: Er is afgestapt van het denken in voorzieningen. Voorop staat het te bereiken resultaat. Het resultaat moet bereikt worden ter compensatie van de problemen die iemand ondervindt, zodat de burger zich zelf kan redden en kan participeren in de maatschappij. Oplossingen worden niet meer alleen bereikt door het bieden van individuele voorzieningen. Er wordt eerst onderzocht of het resultaat bereikt kan worden door middel van niet-individuele voorzieningen. gg. hh. ii. Aanmelding: In het kader van het gesprek wordt niet gesproken van een aanvraag maar van een aanmelding. Dit geeft verschillende aspecten van het gesprek aan. Allereerst dat het gesprek niet het onderzoek is naar een te verstrekken voorziening, maar het onderzoek naar de situatie van betrokkene, zijn behoeften, de te bereiken resultaten enz. Dit is dan uitgangspunt voor de beoordeling welke resultaten bereikt kunnen worden met nietindividuele voorzieningen. Dit traject kan uiteindelijk ook nog leiden tot een aanvraag voor een individuele voorziening. Het gesprek is evenwel geen vrijblijvende zaak: het gesprek is mede de basis voor de eventuele aanvraag voor een individuele voorziening. Van het gesprek worden aantekeningen gemaakt die zonodig uitgewerkt worden in een document, dat bij de aanvraag gevoegd kan worden om te voorkomen dat zaken dubbel gedaan moeten worden. Gesprek: Onder "het gesprek" wordt de situatie verstaan waarbij belanghebbende zich aanmeldt en na die aanmelding in gesprek komt met een vertegenwoordiger van het college, die samen met belanghebbende en eventueel aanwezige mantelzorger(s) inventariseert waar betrokkene en zijn mantelzorger (s) problemen ondervindt, wat betrokkene nog zelf kan, wat de te bereiken resultaten zijn in de ogen van betrokkene, wat de behoeften daarbij zijn, welke oplossingen er in de maatschappij beschikbaar zijn via niet-individuele voorzieningen, zodat een basis ontstaat voor het zoeken naar oplossingen voor de problemen. Met die oplossingen wordt het te bereiken resultaat gerealiseerd. Voor zover die resultaten niet in die gesprekken al te behalen zijn, zal een vervolg noodzakelijk zijn in de vorm van een aanvraag die leidt tot een beschikking. Het gesprek zal de basis zijn voor de aanvraag. Het document met de uitkomsten van dit gesprek leidt tot een arrangement. Dat arrangement wordt gezien als de schriftelijke aanvraag. Het document met uitkomsten van het gesprek zal dan ook bij de aanvraag worden gevoegd. Aanvraag: De aanvraag in het kader van de Wmo volgt in principe op het gesprek. Het gesprek kan achterwege blijven als de situatie van belanghebbende volstrekt helder is en belanghebbende goed bekend is bij de gemeente. Hiervan kan sprake zijn bij bijvoorbeeld vervanging van voorzieningen wegens het bereiken van de afschrijvingstermijn, of als een Artikelsgewijze toelichting op Verordening Wmo 2013 gemeente Beuningen 29