Instelling. Onderwerp. Datum

Vergelijkbare documenten
Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

Instantie. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

BIJLAGE 10. BEKENDMAKING VAN EEN BESLISSING OVER EEN MILIEUVERGUNNINGSAANVRAAG

Instelling. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

I VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

Instelling. Onderwerp. Datum

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

Instelling. Onderwerp. Datum

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

Instelling. GD & A Nieuwsbrief. Onderwerp. Datum. 31 januari 2017

Instelling. Onderwerp. Datum

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

dienst ruimtelijke ordening - vergunningen

Instelling. Onderwerp. Datum

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

Instantie. Onderwerp. Datum

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp

A R R E S T. nr van 27 oktober 2015 in de zaak A /X tegen : I. Voorwerp van het cassatieberoep

Instelling. Onderwerp. Datum

Auteur. Elfri De Neve. Onderwerp. Anatocisme. Copyright and disclaimer

Auteur. Elfri De Neve. Onderwerp. De sociale verzekering voor zelfstandigen, in geval van faillissement. Copyright and disclaimer

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

Instelling. Onderwerp. Datum

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

Instelling. Onderwerp. Datum

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

Instelling. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

ARREST. nr. A/2015/0151 van 17 maart 2015 in de zaak 2010/0127/A/3/ , vertegenwoordigd door het college van burgemeester en schepenen

Instantie. Onderwerp. Datum

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

Instantie. Onderwerp. Datum

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

Instelling. Onderwerp. Datum

Reglement bezwaarprocedure SVWN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

Transcriptie:

Instelling Publius Express www.publius.be Onderwerp Bezwaarindienende derden hebben het recht om gehoord worden bij een stedenbouwkundig administratief beroep Datum 10 november 2014 Copyright and disclaimer De inhoud van dit document kan onderworpen zijn aan rechten van intellectuele eigendom van bepaalde betrokkenen, Er wordt u geen recht verleend op deze rechten. M&D Seminars geeft u via dit document informatie, maar verstrekt geen advies. M&D Seminars garandeert niet dat de informatie in dit document foutloos is. U gebruikt de inhoud van dit document op eigen risico. M&D Seminars, noch een van haar directieleden, aandeelhouders of bedienden zijn aansprakelijk voor bijzondere, indirecte, bijkomstige, afgeleide of bestraffende schade, noch voor enig ander nadeel van welke aard ook bij het gebruik van dit document en van de inhoud van dit document. M&D Seminars 2015 M&D SEMINARS Eikelstraat 38 9840 De Pinte T 09 224 31 46 F 09 225 32 17 info@mdseminars.be www.mdseminars.be

maandag 10 november 2014 Bezwaarindienende derden hebben het recht om gehoord worden bij een stedenbouwkundig administratief beroep De Raad van State heeft zich in zijn hoedanigheid als cassatierechter uitgesproken over de draagwijdte van het horen in de administratieve beroepsprocedure uit de VCRO bij de deputatie. In een procedure voor de Raad voor Vergunningsbetwistingen (hierna: RvVb) was de vraag gerezen of een derde-belanghebbende die een bezwaar met betrekking tot het nationale milieurecht strijdig geacht handelen en nalaten had ingediend in het kader van het openbaar onderzoek, maar geen administratief beroep tegen de uiteindelijke vergunningsbeslissing, en alsnog vroeg om gehoord te worden tijdens de hoorzitting betreffende het administratief beroep, daadwerkelijk diende uitgenodigd te worden voor de hoorzitting. De deputatie van de provincieraad van Limburg vond alvast van niet. Deze derde-belanghebbenden trokken hierop naar de Raad voor Vergunningsbetwistingen en vingen ook daar bot. De RvVb oordeelde dat: [ ] de verwerende partij [ ] krachtens artikel 4.7.23, 1, eerste lid VCRO, waarvan de tekst voldoende duidelijk is, alleen verplicht [is] (passend) gevolg te geven aan een verzoek om te worden gehoord van de betrokken partijen en dat zijn (eerst en vooral) de indiener(s) van het administratief beroep, zoals bepaald in artikel 4.7.21, 2 VCRO, evenals de aanvrager(s) van de vergunning en het college van burgemeester en schepenen, aan wie de indiener van het administratief beroep, krachtens artikel 4.7.21, 4 VCRO, een afschrift van het administratief beroepschrift bezorgt. De indiener(s) van het administratief beroep, het college van burgemeester en schepenen en/of de aanvrager(s) van de vergunning zijn dan ook, alhoewel de Vlaamse regering, ter uitvoering van artikel 4.7.23, 1, tweede lid VCRO, nog geen nadere regelen met betrekking tot de hoorprocedure bepaald heeft, en artikel 4.7.23, 1 VCRO niet belet dat de verwerende partij ook andere dan de bij de administratieve beroepsprocedure betrokken partijen zou kunnen horen, de enige verplicht te horen betrokken partijen in de administratieve beroepsprocedure. De verzoekende partijen zijn noch de indieners van het administratief beroep, noch de aanvragers van de vergunning, noch het college van burgemeester en schepenen.

De verwerende partij schendt dan ook, door niet in te gaan op de vraag van de verzoekende partijen om te worden gehoord, artikel 4.7.23, 1, eerste lid VCRO niet. Dat de derde en de vierde verzoekende partij procespartijen waren in een eerdere procedure bij de Raad tegen een eerdere, na administratief beroep, door de verwerende partij genomen beslissing over de eerdere aanvraag van de tussenkomende partij, en dat de verzoekende partijen een bezwaar hebben ingediend tijdens het openbaar onderzoek over de aanvraag, die tot de bestreden beslissing geleid heeft, maakt van hen nog geen bij de administratieve beroepsprocedure betrokken partij, zoals bepaald in artikel 4.7.23, 1, eerste lid VCRO. De verwerende partij heeft in de bestreden beslissing overigens, zoals hierna blijkt uit de beoordeling van de andere middelen van de verzoekende partijen, de bezwaren van de verzoekende partijen afdoende weerlegd. De Raad van State oordeelt hier door de verzoekende partijen bij de RvVb ingeleide cassatievoorziening tegen het bovenvermelde standpunt evenwel anders over: ''Artikel 4.7.21, 2, VCRO bepaalt dat een georganiseerd administratief beroep tegen de uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissing van het college van burgemeester en schepenen omtrent de vergunningsaanvraag kan worden ingesteld bij de deputatie van de provincie waarin de gemeente is gelegen, door onder meer volgende belanghebbenden: 1 de aanvrager van de vergunning; 2 elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die rechtstreekse of onrechtstreekse hinder of nadelen kan ondervinden ingevolge de bestreden beslissing; 3 procesbekwame verenigingen die optreden namens een groep wiens collectieve belangen door de bestreden beslissing zijn bedreigd of geschaad, voor zover zij beschikken over een duurzame en effectieve werking overeenkomstig de statuten. Een belangrijk principieel uitgangspunt van deze regeling van de decreetgever is dat het administratief beroep (ook) open staat voor derdenbelanghebbenden hetgeen volgens de decreetgever moet worden gekaderd in artikel 9, derde lid, van het Verdrag van Aarhus, volgens hetwelk de overheid dient te waarborgen dat burgers wanneer zij voldoen aan de eventuele in het nationale recht neergelegde criteria, toegang hebben tot bestuursrechterlijke of rechterlijke procedures om het handelen en nalaten van privépersonen en overheidsinstanties te betwisten die strijdig zijn met bepalingen van haar nationale recht

betreffende het milieu (Memorie van toelichting, Vl. Parl., 2008-2009, stuk nr. 2011/1, 184; zie ook verslag, Vl. Parl., 2008-2009, stuk nr. 2011/6, 57). De decreetgever heeft aldus op zich de verplichting genomen om voor de burgers de toegang tot bestuursrechtelijke procedures te verzekeren ingeval zij met de bepalingen van het nationale milieurecht strijdig geacht handelen en nalaten van privé-personen en overheidsinstanties willen betwisten, voor zover zij daartoe voldoen aan de in het nationale recht neergelegde criteria. Die criteria mogen niet zodanig worden omschreven of uitgelegd dat zij de toegang van deze burgers in dergelijk geval onmogelijk maken. De Raad van State als cassatierechter vermag de in het nationale recht vastgelegde criteria uit te leggen in overeenstemming met de doelstellingen van artikel 9.3 van het Verdrag van Aarhus van 25 juni 1998 betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden. Artikel 4.7.24 VCRO bepaalt dat [d]e deputatie [ ] beroepen tegen dezelfde beslissing verplicht samen[voegt] en dat [a]lle betrokken partijen [ ] onverwijld in kennis [worden] gesteld van de samenvoeging. Artikel 4.7.21, 1, VCRO bepaalt dat de deputatie, bij het behandelen van het beroep, de aanvraag in haar volledigheid onderzoekt. Artikel 4.7.23, 2, eerste lid, VCRO bepaalt dat de vervaltermijn van vijfenzeventig dagen om een beslissing te nemen tot honderdvijftig dagen wordt verlengd als over de aanvraag in graad van beroep nog een openbaar onderzoek moet worden gevoerd of indien toepassing wordt gemaakt van het mondelinge of schriftelijke hoorrecht. Artikel 4.7.23, 1, VCRO bepaalt dat [d]e deputatie [ ] haar beslissing omtrent het ingestelde beroep [ ] [neemt] nadat zij of haar gemachtigde de betrokken partijen op hun verzoek schriftelijk of mondeling heeft gehoord en dat [d]e Vlaamse Regering [ ] nadere regelen met betrekking tot de hoorprocedure [kan] bepalen. De Vlaamse regering heeft geen nadere regelen met betrekking tot de hoorprocedure bepaald. Indien een natuurlijke persoon of rechtspersoon die rechtstreekse of onrechtstreekse hinder of nadelen kan ondervinden ingevolge het inwilligen van de vergunningsaanvraag en die in de reguliere administratieve procedure in eerste aanleg (artt. 4.7.12 4.7.20 VCRO) een bezwaarschrift indient in de loop van het openbaar onderzoek en in de administratieve beroepsprocedure (artt.

4.7.21 4.7.25 VCRO) de deputatie verzoekt om schriftelijk of mondeling te worden gehoord, en indien zulks ertoe strekt het met de bepalingen van het nationale milieurecht strijdig geacht handelen en nalaten van privé-personen en overheidsinstanties te betwisten, is die persoon een in artikel 4.7.23, 1, VCRO bedoelde betrokken [partij]. Het bestreden arrest verklaart het eerste onderdeel van het eerste middel van verzoekster ongegrond op de volgende gronden: - de indiener(s) van het administratief beroep, het college van burgemeester en schepenen en/of de aanvrager(s) van de vergunning zijn de enige verplicht te horen betrokken partijen in de administratieve beroepsprocedure ; - verzoekster is noch de indiener[ ] van het administratief beroep, noch de aanvrager[ ] van de vergunning, noch het college van burgemeester en schepenen ; - verwerende partij schendt dan ook, door niet in te gaan op de vraag van de verzoekende partij[ ] om te worden gehoord, artikel 4.7.23, 1, eerste lid VCRO niet ; - dat de verzoekende partij[ ] een bezwaar heeft ingediend tijdens het openbaar onderzoek over de aanvraag, die tot de bestreden beslissing geleid heeft, maakt van haar nog geen bij de administratieve beroepsprocedure betrokken partij, zoals bepaald in artikel 4.7.23, 1, eerste lid VCRO ; - de verwerende partij heeft in de bestreden beslissing overigens, [ ], de bezwaren van de verzoekende partij[ ] afdoende weerlegd. Door aldus te beslissen schendt de RvVb het artikel 4.7.23, 1, eerste lid, VCRO. [...] Geplaatst door Meindert Gees