FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: één Datum: 29 februari 2008 Gegevens onderneming : Sebra Polymer Recycling B.V., gevestigd te Middelburg : aan de Uijterschootweg 8 Faillissementsnummer : F 2008 / 03 Datum uitspraak : 5 februari 2008 Curator : mr. S.M.W.L. van Boven Rechter-commissaris : mr. M.C. de Regt Activiteiten onderneming : bewerken, verhandelen alsmede import en export van afval- : stoffen en andere reststoffen en producten. Omzetgegevens : nog geen exacte gegevens bekend Personeel gem. aantal : 20 Verslagperiode : 5 februari 2008 t/m 27 februari 2008 Bestede uren in verslagperiode : mr. S.M.W.L. van Boven: 58 uur Bestede uren Totaal : mr. S.M.W.L. van Boven: 58 uur 1. Inventarisatie 1.1 Directie en organisatie De failliete vennootschap verder: Sebra is bij akte van 29 november 2006 opgericht door twee partijen: Tönsmeier Kunststoffe GmbH und Co. KG te Höxter, Duitsland verder: Tönsmeier en Holding A. de Jonge-van de Velde B.V. te Heinkenszand. De onderneming van Sebra bestond al langer. Die onderneming is circa negen jaar geleden opgericht. De onderneming werd gevoerd door De Jonge Sebra B.V te Middelburg. Ten tijde van de oprichting van Sebra in 2006 is de onderneming ingebracht in de thans failliete vennootschap. Daarvan waren destijds Tönsmeier voor 70% en Holding A. de Jonge-van de Velde B.V. voor 30% aandeelhouder. Op 17 december 2007 heeft Holding A. de Jonge-van de Velde B.V haar aandelenpakket in Sebra voor 1,-- verkocht en overgedragen aan Tönsmeier. Tönsmeier is sindsdien dus enig aandeelhouder. Na de oprichting van Sebra was de heer A. de Jonge de enige bestuurder. Met ingang van 1 juni 2007 is de heer H. Hertstein tot medebestuurder benoemd. Op of 1
omstreeks 1 september 2007 is een einde gekomen aan het bestuurdersschap van de heer De Jonge. Sindsdien is de heer Hertstein de enige bestuurder van Sebra. 1.2 Winst en verlies Blijkens artikel 23 aanhef en sub d van de statuten van Sebra eindigt het eerste boekjaar van de vennootschap op 31 december 2007. De jaarrekening over de periode van 29 november 2006 tot en met 31 december 2007 is nog niet opgemaakt. Wel wordt daaraan gewerkt, zulks in opdracht en voor rekening van aandeelhouder Tönsmeier. Zodra deze jaarrekening voorhanden is, kan meer informatie worden verstrekt over de resultaten van de vennootschap. 1.3 Balanstotaal Zie 1.2. 1.4 Lopende procedures Niet van gebleken. 1.5 Verzekeringen Er blijken diverse verzekeringen via verschillende tussenpersonen bij verschillende maatschappijen te zijn ondergebracht. De belangrijkste verzekeringen aangaande de bedrijfsvoering zijn inmiddels door of namens de verzekeraar beëindigd. 1.6 Huur De bedrijfsruimte van Sebra is gelegen aan de Uijterschootweg 8 te Middelburg op een terrein van 1,53 hectare, voorzien van een fabriekshal en kantoren. De totale onroerende zaak wordt op basis van een huurovereenkomst van 29 november 2006 (ROZ-model) gehuurd van Holding A. de Jonge-van de Velde B.V. De huurprijs bedraagt 190.000,-- op jaarbasis. Bij brief van 18 februari 2008 heeft de gemachtigde van de verhuurder de huurovereenkomst opgezegd met inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden. Ingevolge die opzegging zou de huurovereenkomst dus eindigen per 18 mei 2008. De curator moet nog bekijken of de opzegging geacht moet worden rechtsgeldig te zijn. Artikel 7 van de huurovereenkomst geeft aan Sebra een voorkeursrecht van koop en een koopoptie. 1.7 Oorzaak faillissement 2
Naar de exacte oorzaken van het faillissement dient nader onderzoek plaats te vinden. Vooralsnog gaat de curator uit van de volgende gegevens. De directe aanleiding om over te gaan tot aangifte van het faillissement is gelegen in het feit dat aandeelhouder Tönsmeier bij brief van 21 januari 2008 haar krediet aan Sebra opzegde en met onmiddellijke ingang haar vordering op Sebra opeiste. Hoewel daartoe uitgenodigd, heeft Tönsmeier haar vordering nog niet ingediend. Volgens opgave van het bestuur bedraagt de vordering omstreeks 3.000.000,--. Volgens bestuurder Hertstein was Sebra in zijn huidige vorm niet levensvatbaar. Volgens Hertstein diende substantieel in Sebra te worden geïnvesteerd om de bedrijfsvoering te optimaliseren. Als gevolg daarvan zou bij de productie een grotere waardevermeerdering kunnen worden gerealiseerd, terwijl de inzet van personeel zou kunnen worden beperkt. Voor die investering ontbraken echter de middelen. Voorts wijst bestuurder Hertstein erop dat Sebra in zijn visie gebonden was aan te hoge lasten, voortvloeiend uit het verleden. 2. Personeel 2.1 Aantal ten tijde van faillissement 20. 2.2 Aantal in jaar voor faillissement Circa 20. 2.3 Datum ontslagaanzegging 11 februari 2008. Met machtiging van de rechter-commissaris is het voltallige personeel ontslagen. In de dagen na het ontslag heeft de intake door het UWV plaatsgevonden, zulks met het oog op het overnemen van de salarisverplichtingen. Door Sebra was het personeel betaald over de periode tot en met januari 2008. Bij Sebra waren voorts twee personen werkzaam, die niet op de loonlijst stonden, maar die op factuurbasis werkten. De eerste is de heer A. Ubachs, die als bedrijfsleider functioneerde; de tweede zijn echtgenote mevrouw D. Ubachs die de boekhouding onder haar hoede had. Na de faillissementsdatum heeft de curator nog gebruik gemaakt van de diensten van mevrouw Ubachs. Voorts stonden twee personen bij Sebra op de loonlijst, die feitelijk niet bij Sebra werkten of hebben gewerkt. Ten eerste gaat het hierbij om een ex-medewerker van het bedrijf van de heer De Jonge, aan wie ten laste van Sebra een pensioentoezegging is gedaan. De curator bekijkt in hoeverre Sebra geacht moet 3
worden hieraan te zijn gebonden. Zou sprake zijn van gebondenheid, zal vervolgens moeten worden bekeken of de hiermee verbandhoudende kosten op derden moeten worden verhaald. De tweede betreft de privé-werkster van de heer De Jonge. De curator heeft de heer De Jonge inmiddels verzocht om alle loonkosten over de periode van november 2006 tot de faillissementsdatum ommegaand te vergoeden. Aan die sommatie is niet voldaan. Wel is namens de heer De Jonge een aanbod tot gedeeltelijke betaling gedaan, maar dat aanbod lijkt niet voor aanvaarding in aanmerking te komen. De curator heeft inmiddels machtiging van de rechtercommissaris gevraagd en verkregen om ter zake van de ten onrechte betaalde personeelskosten ten behoeve van de privé-werkster van De Jonge tot gerechtelijke incasso over te gaan. Overleg, ontslagaanzeggingen, contacten met personeel, directie en UWV, bijkomende werkzaamheden. 3. Activa Onroerende zaken 3.1 Beschrijving Niet van toepassing; zie 1.6. 3.2 Verkoopopbrengst 3.3 Hoogte hypotheek 3.4 Boedelbijdrage Bedrijfsmiddelen 3.5 Beschrijving Sebra is eigenaresse van een groot aantal installaties voor de verwerking van kunststofafval, zoals afvoerbanden, magneetbanden, opvoerbanden, stortbunkers, shredders, een zeeflijn, hogedrukreinigers, sorteerbanden, een wasinstallatie, etc. 4
alsmede bijbehorende apparatuur, zoals een vrachtauto, diverse heftrucks, een hoogwerker, etc. Daarnaast is Sebra eigenaresse van een gehele kantoorinventaris met circa zes administratieve werkplekken en al het daarbij behorende meubilair, computers, etc. 3.6 Verkoopopbrengst De onderhandse verkoopwaarde bij gelijkblijvend gebruik en/of bestemming alsmede de liquidatiewaarde van de genoemde activa zijn in opdracht van de curator getaxeerd door Van Beusekom Registermakelaars, Taxateurs en Veilinghouders te Baarn. Diverse gegadigden hebben zich bij de curator gemeld. Geen van de gegadigden heeft vooralsnog een bod gedaan dat is gerelateerd aan de onderhandse vrije verkoopwaarde. Een bijkomend probleem wordt gevormd dat de waarde van de bedrijfsmiddelen uiteraard groter is indien de exploitatie van die bedrijfsmiddelen ter plekke kan worden voortgezet. Daarvoor is echter vereist dat de koper van de bedrijfsinventaris ook overeenstemming bereikt met de verhuurder over verdere huur of aankoop van de onroerende zaak. De verhuurder heeft verklaard bereid te zijn om onderhandelingen te voeren over een nieuw huurcontract, echter op de voorwaarde dat sprake zal zijn van een (substantiële) huurverhoging. In opdracht van de curator is door Van Beusekom voornoemd een taxatie van de huurwaarde gemaakt. Die taxatie geeft geen aanleiding tot een dergelijke verhoging. 3.7 Boedelbijdrage 3.8 Bodemvoorrecht fiscus Met de Belastingdienst is overleg gevoerd. Er zijn geen substantiële achterstanden. Vooralsnog lijkt het vooral te gaan om de loonheffing over de periode van 1 januari 2008 tot aan de faillissementsdatum en mogelijk over een vordering op grond van artikel 29 lid 2 Wet OB 1968. Bekijken en beschrijven bedrijfsmiddelen, overleg met directie, Van Beusekom, Belastingdienst en bijkomende werkzaamheden. Voorraden / onderhanden werk 3.9 Beschrijving 5
Op het terrein van Sebra zijn grote hoeveelheden voorraden aangetroffen, zowel het ruwe afval zoals dat bij Sebra ter verwerking wordt aangeboden als het verwerkte eindproduct. Voorts zijn er materialen aangetroffen die in redelijkheid niet verder zullen kunnen worden verwerkt en die moeten worden aangemerkt als afvoer (mogelijk negatieve waarde). 3.10 Verkoopopbrengst Er zijn diverse gegadigden voor de verwerving van de sub 3.9 beschreven voorraden. Vooralsnog heeft de curator zijn aandacht vooral gericht op een verkoop van voorraden en bedrijfsmiddelen 'going concern'. Als blijkt dat die doelstelling niet kan worden behaald, zal de mogelijkheid van onderhandse verkoop van de voorraden worden overwogen, alsmede de mogelijkheid van veiling. In opdracht van de curator is zowel de onderhandse vrije verkoopwaarde als de liquidatiewaarde van de voorraden inmiddels getaxeerd. 3.11 Boedelbijdrage Bekijken en beschrijven voorraden, overleg met directie, diverse gegadigden, taxateur, etc. Andere activa 3.12 Beschrijving Mogelijk is er sprake van bepaalde immateriële vermogensrechten met zekere waarden. Voor zover thans gebleken, houdt Sebra geen octrooien. 3.13 Verkoopopbrengst 4. Debiteuren 4.1 Omvang debiteuren Blijkens de administratie van de failliete vennootschap bedroeg het totale debiteurensaldo per 6 februari 2008 312.974,23. De debiteuren zijn/worden dezer 6
dagen door de curator aangeschreven. Sommige debiteuren hebben intussen zelf reeds betaald op de rekening van Sebra bij de Dresdner Bank te Amsterdam. 4.2 Opbrengst Nog niet van toepassing. 4.3 Boedelbijdrage Niet van toepassing; debiteuren vallen in de boedel. Bestudering debiteurenadministratie, aanschrijven debiteuren, overleg. 5. Bank / Zekerheden 5.1 Vordering van bank(en) Sebra heeft rekeningen bij ABN Amro Bank N.V. en bij de Dresdner Bank. Bij ABN Amro Bank N.V. was sprake van een creditsaldo, welk creditsaldo inmiddels naar de faillissementsrekening is overgeboekt. Het saldo op de Dresdner Bank bedroeg circa nihil. Na de faillissementsdatum hebben sommige crediteuren nog betalingen op de rekening bij de Dresdner Bank laten bijschrijven. De hiermee gemoeid gaande bedragen worden overgeboekt naar de faillissementsrekening. Voor zover tot nu toe is gebleken, hebben de betrokken banken geen vorderingen. 5.2 Leasecontracten Sebra heeft leasecontracten gesloten met betrekking tot een vrachtauto (reeds ingeleverd, een personenauto (dezer dagen in te leveren) en een mobiele kraan. Voor zover inmiddels duidelijk is geworden dat de geleasede zaken niet benodigd zijn in het kader van een doorstart, zijn ze bij de leasemaatschappij ingeleverd. Bij twijfel heeft de curator de geleasede zaken onder zich gehouden. Op verzoek van de curator heeft de rechter-commissaris bij beschikking van 7 februari 2008 een afkoelingsperiode gelast voor de periode van twee maanden. 5.3 Beschrijving zekerheden 5.4 Separatistenpositie 7
5.5 Boedelbijdragen 5.6 Eigendomsvoorbehoud Door diverse crediteuren is aanspraak gemaakt op een eigendomsvoorbehoud. In hoeverre die aanspraken kunnen worden gehonoreerd, moet nog worden bekeken. In verband met de hiervoor genoemde afkoelingsperiode zijn nog geen aanspraken gehonoreerd. 5.7 Reclamerechten Niet van gebleken. 5.8 Retentierechten Door de verhuurder van de bedrijfsruimte, Holding A. de Jonge-van de Velde B.V., is een beroep gedaan op een vermeend retentierecht op de roerende zaken van Sebra, waaronder te verstaan de zich op en in het gehuurde bevindende installaties en voorraden eindproduct. De curator heeft dit retentierecht niet gehonoreerd, hetgeen aan de gemachtigde van de verhuurder kenbaar is gemaakt. In de visie van de curator is de verhuurder in de eerste plaats geen schuldeiser, nu de huur over de periode tot en met januari 2008 correct is voldaan en de huurprijs vanaf de faillissementsdatum (5 februari 2008) als boedelschuld is erkend en voor vergoeding in aanmerking zal komen. Daarnaast is de verhuurder in de visie van de curator geen houder en kan er dus ook niets worden 'teruggehouden'. Correspondentie, bestudering stukken en juridische problematiek, telefonisch overleg en bijkomende werkzaamheden. 6. Doorstart / voortzetten Voortzetten 6.1 Exploitatie / zekerheden Na de faillissementsdatum heeft de curator overwogen de exploitatie van de onderneming tijdelijk voort te zetten. Daarvoor is de machtiging van de rechtercommissaris gevraagd en verkregen. Bij nader inzien heeft de curator van verdere exploitatie van de onderneming afgezien, met name omdat bleek dat die exploitatie tot zekere kosten doch onzekere opbrengsten zou leiden. Gebleken is dat er met name sprake is van stagnatie bij de verkoop van het gereed product. 8
6.2 Financiële verslaglegging Overleg, correspondentie en bijkomende werkzaamheden. Doorstart 6.3 Beschrijving Gestreefd wordt naar een doorstart. Zoals hiervoor is aangegeven, is hiervoor niet alleen benodigd dat een doorstartende partij tot overeenstemming komt met de curator, maar ook met de eigenaar van de onroerende zaak. Als een doorstart ter plekke niet mogelijk blijkt, wordt de mogelijkheid van een doorstart elders bekeken. Indien ook dat niet op korte termijn kan worden gerealiseerd, zal een veiling plaatsvinden. 6.4 Verantwoording 6.5 Opbrengst 6.6 Boedelbijdrage Veelvuldig overleg en correspondentie met diverse gegadigden, de bestuurder van de vennootschap, de verhuurder van de bedrijfsruimte en de taxateur. 7. Rechtmatigheid 7.1 Boekhoudplicht Zie 1.2. 7.2 Depot jaarrekeningen Nog niet van toepassing. 7.3 Goedk. Verkl. Accountant 9
Zie1.2. 7.4 Stortingsverpl. Aandelen Moet nog worden onderzocht. 7.5 Onbehoorlijk bestuur Nader onderzoek nodig. 7.6 Paulianeus handelen Nader onderzoek nodig. Overleg met accountant, bestuurder, bestudering stukken. 8. Crediteuren 8.1 Boedelvorderingen Inmiddels zijn diverse boedelkosten gemaakt ter zake van de taxatie en de administratie. Voorts valt een boedelvordering te verwachten van het UWV en van de verhuurder. De hoogte daarvan is nog niet bekend. 8.2 Preferente vorderingen van de fiscus Nog niet ingediend. 8.3 Preferente vorderingen van het UWV Nog niet ingediend. 8.4 Andere preferente crediteuren Nog niet ingediend../. 8.5 Aantal concurrente crediteuren Zie bijlage 1; crediteurenlijst. Er hebben zich 42 crediteuren met een concurrente schuldvordering aangemeld. 8.6 Bedrag concurrente crediteuren 364.401,58 8.7 Verwachte wijze van afwikkeling 10
Als bijlage 2 is aan dit overzicht een tussentijds financieel verslag gehecht. Zoals daaruit blijkt is tot nu toe actief gerealiseerd tot een bedrag van 146.785,48, waarvan nog een gedeelte ad 143.216,67 beschikbaar is. Nu de activa in de visie van de curator niet bezwaard zijn met zekerheidsrechten, kan een aanmerkelijk hogere opbrengst worden verwacht. Het is daarom aannemelijk dat de in redelijk te verwachten boedelkosten en de bevoorrechte vorderingen integraal kunnen worden voldaan en dat een gedeelte beschikbaar blijft voor een uitkering aan concurrente schuldeisers. De verdere gang van zaken in het faillissement zal moeten aantonen of die verwachting juist is. Uitvoerige mailing volledig crediteurenbestand, correspondentie met crediteuren, bijhouden crediteurenadministratie, bijkomende werkzaamheden. 9. Overig 9.1 Termijn afwikkeling faillissement In de komende verslagperiode zal met name aandacht worden besteed aan: - de tegeldemaking van de activa; - de incasso van de vorderingen op de debiteuren van Sebra; - het in kaart brengen van de crediteurenpositie; - het faciliteren van een eventuele doorstart; - onderzoek naar de rechtmatigheid van het gevoerde beleid. 9.2 Plan van aanpak Zie 9.1. 9.3 Indiening volgend verslag Over circa drie maanden. Opstellen verslag. Middelburg, 28 februari 2008 S.M.W.L. van Boven curator 11