Weesboek Zevenhuizen 1607 1620 (SAHM Weeskamer Zevenhuizen inv. 2) Teun van der Vorm (versie 1.0 d.d. 22-2-2011) 1
Inleiding In het Streekarchief Hollands Midden bevinden zich een aantal weesboeken van Zevenhuizen, waarin zich vooral akten van uitkoop bevinden. Inv. 2 beslaat de periode 1607-1620. Naast weesakten zijn er ook een groot aantal vrijwaringen van ongelden en omslagen te vinden. Deze bewerking geeft korte regesten van alle inschrijvingen uit dit protocol. De nummers tussen [ en ] verwijzen naar de digitale foto s die gebruikt zijn voor de bewerking. Voor vragen, opmerkingen en correcties kunt u contact opnemen met de bewerker, Teun van der Vorm, Zoetermeer (t.vandervorm@planet.nl). 2
Bewerking [1846] f. 1 d.d. 28-5-1607: Comp. [ook voor schout en schepenen van Hillegersberg] Cornelis Dircxsz. Keet voor de ene zijde, Cornelis Cornelisz., Jan Cornelisz. beide voor hem zelf en Lenert Arijensz. Buijck als bij het gerecht van Hillegersberg geeligeerd voogd van Arijen Cornelisz., Claes Cornelisz., Louris Cornelisz. en Aeltgen Cornelisdr. nagelaten kinderen van Maertijntgen Lourisdr. zal. ter andere zijde en hebben gegrondkaveld alzuke woning en landen als zij tesamen gemeen hadden en de voorsz. Cornelis Dircxsz. met zijn voorsz. huisvrouw Maertijntgen Lourisdr. in haar leven lest bezeten hebben. Cornelis Dircxsz. zal hebben de woning, getimmerte en plantinge daarop staande groot 13 morgen 3,5 hond land. Verderop in de akte nog genoemd dan Louris Cornelisz. zal ontvangen van Dirck Arijensz. als man en voogd van Marritgen Cornelisdr., Cornelis Cornelisz., Jan Cornelisz., Arijen Cornelisz., Claes Cornelisz. en van AeltgenCornelisdr. elk 100 gld. En alzo Dirck Arijensz. in de naam van zijn huisvrouw al met geld of land te voren uit de boedel gegoed was, zo zal hij tegen de voorsz. gekavelde landen en loting niet hebben. Cornelis Dircksz. Keet zal de jonge kinderen met name Aeltgen Cornelisdr. oud omtrent 14 jaar, Arijen Cornelisz. oud omtrent 17 jaar onderhouden. [1848] f. 2v 18-3-1607: Comp. Heijnric Woutersz. van Swieten voor hem zelf, Gerrit Heijnricxsz. van Thol als man en voogd van Jannitgen Woutersdr. van Swieten en Heijnrick van der Cloot als in deze geordonneerde bloedvoogd van de drie onmondige weeskinderen van Willem Woutersz. van Swieten geprocreerd bij Dieuwertgen Arijensdr., allen kinderen of kindskinderen en mitsdien erfgenamen van Jannitgen Willemsdr. van der Cijs die huisvrouw was van Wouter Heijnricxsz. van Swieten haar comparanten overleden moeder of bestemoeder respectievelijk en verklaarden op 7-2-1603 scheiding gedaan te hebben van alle goederen hun in kwaliteit voorsz. opgekomen. [1849] f. 4 6-5-1607: Comp. Gerrit Cornelisz. Bleijswijck onze buurman weduwnaar en boedelhouder van Marritgen Cornelisdr. ter eenre, Huijbrecht Lenertsz. getrouwd hebbende Jonge Marritgen Cornelisdr. een voordochter van dezelve Ouwe Marritgen Cornelisdr. en zulks voor hem zelf, item Aechgen Gerritsdr. weduwe van Jan Cornelisz. van Alphen, Emmitgen Gerritsdr. weduwe van Cornelis Poulusz. Verbeeck en Aeriaentgen Gerritsdr. jonge dochter die geassisteerd waren met Corte Louris Cornelisz. derzelve weduwen en jonge dochters oom en voogd van moederszijde die met hem gevoegd had Adriaen Cornelisz. met Lange Louris Cornelisz. haar omen en voogden van vaderszijde, wezende allen kinderen en erfgenamen van dezelve Ouwe Maritgen Cornelisdr. ter andere zijde, en bekennen gronddeling gedaan te hebben van de landen bij dezelve Ouwe Marritgen Cornelisdr. met de dood achtergelaten. [1851] f. 5v 6-5-1607: Comp. Aechgen Gerritsdr. weduwe van Jan Cornelisz. van Alphen, Emmitgen Gerritsdr. weduwe van Cornelis Poulusz. Verbeeck en Aeriaentgen Gerritsdr. ongehuwde 3
dochter, allen kinderen van Gerrit Cornelisz. van Bleijswijck geprocreerd zijnde bij Ouwe Marritgen Cornelisdr. zal. geassisteerd met Louris Cornelisz. in de wandeling genaamd Corte Lou haar oom en voogd van moederszijde en met Adriaen Cornelisz. en Lange Louris Cornelisz. alle wonende tot Bleiswijk haar ooms en voogden van vaderszijde ter eenre en Huijbrecht Lenertsz. getrouwd hebbende Jonge Marritgen Cornelisdr. een voordochter van de voorsz. Ouwe Marritgen Cornelisdr. voor hem zelf ter andere zijde, alle kinderen en zulks erfgenamen van de voorsz. Ouwe Marritgen Cornelisdr. en bekennen gronscheiding gedaan te hebben van de landen hen tegen dezelve Gerrit Cornelisz. haar vader en stiefvader ten deel gevallen. [1852] f. 6v 6-5-1607: Comp. Aechgen Gerritsdr. weduwe van Jan Cornelisz. van Alphen, Emmitgen Gerritsdr. weduwe van Cornelis Poulusz. Verbeeck en Aeriaentgen Gerritsdr. ongehuwde dochter, allen achtergelaten kinderen en zulks erfgenamen voor haar contigente portie van Ouwe Marritgen Cornelisdr. die huisvrouw was van Gerrit Cornelisz. van Bleijswijck, welke kinderen en comparanten geassisteerd zijn met Corte Louris Cornelisz. haar oom en gerechte voogd van moederszijde en met Lange Louris Cornelisz. en Adriaen Cornelisz. tot Bleiswijk beiden haar ooms van vaderszijde en bekenden over de grondscheiding en uitkoop veraccordeerd te zijn. [ na f. 7v gaat het in een ander handschrift verder op f. 8 en dat lijkt er niet bij te horen. Dit lijkt een andere akte d.d. 11-2-16?? ] [1854] f. 8v d.d. 27-1-1608: Comp. Cornelis Jansz. Cleijn onze buurman weduwnaar en boedelhouder van Marritgen Dircxsdr. en bekende uitkoop gedaan te hebben zijn zeven kinderen bij zijn voorsz. huisvrouw achtergelaten en staande huwelijk geprocreerd, namelijk Sijtgen Cornelisdr. oud 25 jaar, Jan Cornelisz. oud 22 jaar, Arijen Cornelisz. oud 20 jaar, Dirck Cornelisz. oud 18 jaar, Pleuntgen Cornelisdr. oud 15 jaar, Pieter Cornelisz. oud 10 jaar en Cornelis Cornelisz. oud 6 jaar of elk daaromtrent en dat tegen Pieter Adriaensz. van de Braeck als oom en voogd van de voorsz. kinderen, van der zelve kinderen moederlijke besterfenis. [1855] f. 10 d.d. 28-7-1608: Comp. Cornelis Jansz. Cleijn getrouwd hebbende Aeltgen Jochemsdr. weduwe was van Jan Willemsz. Solbol en approbeert met deze zodanige uitkoop als zijn voorsz. huisvrouw vanwege haar twee jonge weeskinderen, genaamd Jochem Jansz. oud mei anno 1608 10 jaar en Cornelis Jansz. oud omtrent mei 1609 4 jaar, gedaan heeft tegen Willem Willemsz. int Hout wonende tot Moordrecht als oom van vaderszijde en Arijen Jochemsz. oom en voogd van moederszijde der zelve kinderen voogden. [1857] f. 11v d.d. [1608]: Comp. Trijntgen Cornelisdr. weduwe van Jan Roelofsz. Verduijn geassisteerd met Pieter Cornelisz. Bus haar broeder en gerechte bloedvoogd en bekende uitkoop gedaan te hebben met deze, eerste de vier voorkinderen van de voorsz. Jan Roelofsz. zal. genaamd Roelof Jansz. oud 23 jaar zulks meerderjarig, Marritgen Jansdr. oud 20 jaar, Ariaentgen Jansdr. oud 15 jaar en Aert Jansz. oud 11 jaar, en daarna de drie jonge kinderen bij haar comparante en dezelve Jan Roelosz. staande huwelijk geprocreerd genaamd Cornelis Jansz. en Annitgen Jansdr. tweelingen oud wezende 5,5 jaar en Adriaen Jansz. oud 7 vierendeel jaar of elk daaromtrent, en dat tegen Sijmon Cornelisz. van der Chijs 4
en Gerrit Cornelisz. Schouten die ten tijde van de uitkoop, dewelke op 28-7-1607 geschied is, met hun gevoegd hadden Aert Jansz. wonende tot Wensveen als voogden van al de voorsz. kinderen, en dat in alle goederen zoals de voorsz. weeskinderen aangekomen zijn door het overlijden van de voorsz. Jan Roelofsz. haar zal. vader. [de akte stopt ineens einde f. 12v waardoor ook de datering ontbreekt.] [1858] f. 13 d.d. 6-?-1608: Comp. Crijntgen Pietersdr. weduwe van Jacob Adriaensz. haar laatste man geassisteerd met Pieter Cornelisz. haar vader en voogd die met hem gevoegd had Claes en Maerten Pietersz. zijn kinderen mitsgaders Thomas Lenertsz. en Allert Claesz., en bekende uitgekocht te hebben Grietgen Jacobsdr. oud Vrouwendag lestleden 1608 2 jaar nagelaten van de voorn. Jacob Arijensz. gewonnen en geprocreerd bij de voorsz. comparante en dat tegen Claes Willemsz. Verdam secretaris van Esselickerwoude als oom en zulks voogd nomine uxoris van het voorsz. weeskind, van al desselfs kinds vaderlijke erfenis. [1860] f. 15 <alleen het einde van een akte. Vermeld weduwe en haar drie jonge weeskinderen. Actum ut supra. Handmerk Cornelis Jansz. en handtekening Davit Adriaensz. > f. 15 18-1-1609: Uitkoopbrief van Lenert Cornelisz. van der Hoock - Comp. Lenert Cornelis Commersz. onze buurman weduwnaar en boedelhouder van Annichen Adriaensdr. en bekende uitgekocht te hebben Bastiaen Geerloffsz. zijn zal. huisvrouwen voorkind dat zij bij Geerloff Bastiaensz. haar eerste man had geprocreerd, oud wezende omtrent 4 jaar, en dat jegens Cornelis Adriaensz. en Crijn Bastiaensz. desselfs kind omen en gerechte bloedvoogden, van al desselfs moederlijke besterfenis. Compareerde mede Claes Cornelisz. van der Houck broeder van de voorsz. Lenert Cornelisz. en constitueerde hem borg voor de voorsz. Lenert Cornelisz. [1862] f. 17 31-5-1609: Comp. Crijn Jorisz. weduwnaar en boedelhouder van Marritgen Maertensdr. en de nagelaten en nagenoemde kinderen van de voorsz. Marritgen Maertensdr. geprocreerd bij de voorsz. Crijn Jorisz., onze buurluiden, en bekennen gegrondkaveld te hebben alzulke woning en landen als haar luiden door dode als voren achtergelaten en opbestorven is, alles staande en leggende in het zuideinde onder de Swanlaesche molens, en dat in manier als volgt [ ]. Volgt verdeling tussen Crijn Jorisz., Cornelis Francken man en voogd van Aeriaentgen Crijnen, Maerten Crijnen, Louris Willemsz. man en voogd van Brechgen Crijnen, Plonis Crijnen, Pieter Crijnen, Maerten Pietersz. man en voogd van Marritgen Crijnen. [1863] f. 18 17-5-1609: Comp. Huijch Lenaertsz. onze buurman wonende in het noordeinde en belooft met deze Cornelis Cornelisz. Licht te indemneren van alle ongelden op zekere 1,5 morgen slagturfland en water hetwelk hij comparant leggende heeft in de voorsz. Cornelis woning. 5
[1864] f. 18v 17-5-1609: Comp. Jan Jansz. Overrijnder onze buurman wonende in het noordeinde en belooft Cornelis Cornelisz. Licht te indemneren van alle ongelden op zekere omtrent 1,5 morgen zo land als water, hetwelk hij comparant in de voorsz. Cornelis woning als achterland heeft leggende. f. 19 11-12-1609: In manier hierna volgende heeft Trijntgen Ellertsdr. weduwe van Job Lenertsz. geassisteerd met Cornelis Ellertsz. haar broeder en gekoren voogd uitgekocht haar twee kinderen die zij staande huwelijk bij de voorsz. Job Lenertsz. heeft geprocreerd genaamd Inggetgen Joppendr oud 2,5 jaar en Ellert Joppensz. oud drie vierendeel jaar of elk daaromtrent, van al de kinderen vaders besterfenis, en dat jegens Claes Lenertsz. als oom en voogd van de voorsz. kinderen in deze zaak voor zijn vader. [1865] f. 20 29-3-1610: Comp. Lijsbeth Adriaensdr. weduwe van Jan Claesz. van der Cijs geassisteerd met Ellert Adriaensz. haar broeder en voogd en bekende uitgekocht te hebben haar zeven kinderen die zij staande huwelijk bij de voorsz. Jan Claesz. heeft geprocreerd genaamd Jan Jansz. oud 18 jaar, Jacob Jansz. oud 16 jaar, Marritgen Jansdr. oud 14 jaar, Arijen Jansz. oud 13 jaar, Hilletgen Jansdr. oud 11 jaar, Heijltgen Jansdr. oud 9 jaar en Dieuwertgen Jansdr. oud 7 jaar of elk daaromtrent, jegens Eeuwout Jansz. als gerechte en naaste bloedvoogd van dezelve kinderen met hem adjunct hebbende Claes Jacobsz. Verduijn, van al derzelve kinderen vaderlijke besterfenis. [1868] f. 21v 19-12-1609: Comp. Trijntgen Ellertsdr. weduwe Job Lenertsz. geassisteerd met Cornelis Ellertsz. haar broeder en gerechte voogd en bekende uitgekocht te hebben haar twee kinderen die zij staande huwelijk bij de voorn. Job Lenertsz. heeft geprocreerd genaamd Ingetgen Joppendr. oud 2,5 jaar en Ellert Joppen oud drie vierendeel jaar of elk daaromtrent, in al de kinderen vaders besterfenis, en dat jegens Claes Lenertsz. voor zijn vader (die ongezond was ten tijde dezer uitkoop) als voogd van de voorsz. kinderen. [1869] f. 22v 25-1-1610: Comp. Betgen Willemsdr. weduwe van Barent Jansz. geassisteerd met Adriaen Gangertsz. wonende tot Benthuizen en Arris Dircxsz. ver..al? wonende tot Zevenhuizen haar voogden in deze, en bekende uitgekocht te hebben haar acht kinderen bij de voorsz. Barent Jansz. staande huwelijk geprocreerd genaamd Jan Barentsz. man en voogd voor hem zelf, Marritgen Barentsdr. oud 20 jaar, Niesgen Barentsdr. oud 18 jaar, Lijseth Barentsdr. oud 16 jaar, Aeltgen Barentsdr. oud 15 jaar, Willem Barentsz. oud 12 jaar, Ariaentgen Barentsdr. oud 9 jaar en Cornelis Barentsz. oud 7 jaar of elk daaromtrent, en dat jegens Lenert Jansz. wonende tot Reewijk die met hem gevoegd had Jan Jansz. van Reeuwijck woonachtig tot 6
Zevenhuizen als voogden van de voorsz. ongehuwde kinderen, van al der kinderen vaderlijke erfenis. [1870] f. 24 3-3-1610: In manier hierna genoemd heeft Marritgen Gerritsdr. weduwe van Willem Crijnensz. haar laatste man geassisteerd met Maerten Jacobsz. [doorgehaald: tot Bleiswijk] en Claes Jansz. tot Bleiswijk mitsgaders Poulis Pietersz. wonende tot Zevenhuizen haar voogden ter eenre, Pieter Willemsz. jonggezel zo voor hem zelf als geassisteerd met Gerrit Heijnesz. Verbeeck zijn oudoom en Jasper Crijnen die ook mede voogd is van Neeltgen Willemsdr. onmondig weeskind van dezelve Willem Crijnen, welke Jasper Crijnen met hem in deze nog gevoegd heeft Crijn Michielsz. zijn vader ter andere zijde, gegrondscheid alzulke woning en landen als de voorsz. Willem Crijnen met de dood achtergelaten heeft, staande en leggende in het noordeinde onder de Catges molens. [1872] f. 26 [niet gedateerd]: Comp. Eeuwout Cornelisz. Solbol onze buurman en belooft Adriaen Cornelisz. van der Spruijt wonende in het zuideinde van Zevenhuizen te bevrijden, kosteloos en schadeloos te houden van alle ongelden op zekere 3 morgen slagturfland als hij comparant in de voorsz. Arijen Cornelisz. woning als achterland leggende heeft en bij Adriaen Cornelisz. als voorlanden moet worden opgegegeven. [1873] f. 26v [niet gedateerd]: Comp. Adriaen Cornelisz. Vermeer in de wandeling genaamd Soeticheijt onze buurman en belooft Jacob Jacobsz. schoemaker te bevrijden en ontlasten van zodanige waarborgen als ene Cornelis Claesz. de Ruijcht (al zekere jaren geleden) aan Cornelis Heijnricxsz. Verbeeck voor alle ongelden van 2 morgen 5hond land in de woning van de voorsz. Cornelis Heijndricxsz. leggende en daarvan de comparant tegenwoordig possesseur is. f. 27 2-5-1610: Comp. Marritgen Gerritsdr. weduwe Willem Crijnen int Hout geassiteerd met Maerten Jacobsz. en Claes Jansz. wonende te Bleiswijk mitsgaders Poulus Pietersz. wonende tot Zevenhuizen ter eenre, Pieter Willemsz. jonggezel voorzoon van de voorsz. Willem Crijnsz. geassisteerd met Gerrit Heijnricxsz. Verbeeck zijn oudoom en bloedvoogd, item Jasper Crijnen int Hout als oom en voogd van Neeltgen Willemsdr. onmondig weeskind van de voorsz. Willem Crijnen geprocreerd bij de voorsz. Marritgen Gerritsdr., welke Jasper Crijnen ten tijde van de deling met hem gevoegd had Crijn Michielsz. int Hout zijn vader en bestevader van hetzelve weeskind ter andere zijde, en hebben gegrondkaveld zodanige woning en landen als dezelve Willem Crijnen met de dood ontruimd heeft, staande en leggende in het noordeinde onder Catges molens. [1875] f. 28v 7
7-11-1610: Comp. Cornelis Pietersz. onze buurman getrouwd hebbende Bastiaentgen Willemsdr. weduwe was van Dirck Gorisz. en approbeert met deze zodanige uitkoop als zijn voorsz. huisvrouw met assistentie van haar voogden en ten overstaan van schout en schepenen gedaan heeft volgens de voorwaarden daar van zijnde, hier van woord tot woord geinsereerd: Op huiden 17-10-1610 heeft Bastiaentgen Willemsdr. tegenwoordige bruid van Cornelis Pietersz. jonggezel te voren weduwe van Dirck Gorisz. geassisteerd met Engebrecht Willemsz. haar broeder en voogd met hem voegende Cornelis Pietersz. haar stiefvader, uitgekocht haar vijf kinderen bij Dirck Gorisz. staande huwelijk geprocreerd genaamd Marritgen Dircxdsr. oud 13 jaar, Lijsbeth Dircxsdr. oud 9 jaar, Willem Dircxsz. oud 7 jaar, Lidewij Dircxsdr. oud 5 jaar en Annitgen Dircxsdr. oud 2 jaar of elk daaromtrent, van al desselfs kinderen vaderlijke erfenis, en dat jegens Adriaen Gorisz. als oom en recht bestorven bloedvoogd van dezelve kinderen die met hem gevoegd had Jan Claesz. Zeeman en Jan Adriaensz. mede omen nomine uxoris van de voorsz. kinderen. [1876] f. 30 d.d. 24-1-1607: Comp. Christoffel de Neckere rentmeester van de edelwelgeboren heer Johan de Bourgongien, heer van Froeijmonde d Veursen, ambachtsheer van Zegwaart, Zevenhuizen en Wildevenen, volgens procuratie van de voorsz. heer d.d. 2-5-1607, en transporteert aan Cornelis Hoffland en de erfgenamen van Cornelis Cornelisz. Olshoren zal. elk voor de helft te samen zekere 4 morgen land gelegen in Catgenspolder. [1878] f. 32 d.d. 6-5-1607: <einde van een akte; lijkt het einde van de akte met de kinderen van Gerrit Cornelisz. van Bleijswijck van hiervoor. > [1879] f. 32v d.d. 16-11-1607: Comp. Willem Lourisz. weduwnaar van Diewer Claesdr. voor de ene zijde, Claes Jacobsz., Gerrit Jacobsz. en Pieter Jacobsz. elk voor hem zelf en dezelve ook nog als broeders en voogden van Marritgen Jacobsdr. nagelaten kinderen van Jacob Vrancken, item Jan Cornelisz. Keet wonende tot Zegwaart als oom en gerechte bloedvoogd van Pleuntgen en Marritgen Lourisdr. achtergebleven van Louris Jansz. alle geprocreerd bij en volgens erfgenamen van dezelve Diewer Claesdr. met hem gevoegd de voorn. Claes Jacobsz. alle voor de andere zijde, en hebben met elkaar gegrondkaveld. [1883] f. 34v d.d. [1607?!]: Comp. Claes Claesz. Bouwen onze buurman wonende in het noordeinde dewelke (alzo Cornelis Thonisz. schout van de Wildevenen Aeltgen Claesdr. hem comparants weeskind van Marritgen Cornelisdr. desselfs Cornelis Thonisz. dochter achtergelaten in alle alimentaties aangestaan had te onderhouden) nu bekende de voorsz. Aeltgen Claeasdr. (zijn dochtertje tegenwoordig oud omtrent 7 jaar) aangestaan te hebben van een som.? Gerrit Cornelisz. Schoutten als oom en gerechte voogd van hetzelve weeskind en ook hem sterk makende voor de andere erfgenamen van zijn zal. vader, zulks hij comparant aan staat met deze om zijn voorsz. kind te houden en onderhouden in alle alimentaties. [akte loopt niet door op volgende folio] f. 35 d.d. 11-12-1610: Comp. Lenert Cornelisz. weduwnaar en boedelhouder van Marritgen Arijensdr. wonende bij IJselmeer en bekende uitgekocht te hebben zijn weeskind hem van de voorsz. zijn zal. huisvrouw achtergelaten genaamd Arijen Lenertsz. oud zijnde omtren 5 jaar en dat jegens Jan Adriaensz. als oom en bestorven bloedvoogd van het zelve weeskind 8
die met hem gevoegd had Adriaen Gerritsz. mede oom nomine uxoris, van al desselfs kinds moederlijke erfenis. [1884] f. 36 d.d. 30-12-1611: Comp. Aplonia Michielsdr. weduwe van Crijn Michielsz. int Hout geassisteerd met Cornelis Ellertsz. Tuijnebreijer haar voogd ter eenre, Adriaen Crijnen en Jasper Crijnen elk voor hem zelf, Pieter Wilemsz. int Hout jonggezel gesterkt met Gerrit Heijnricxsz. Verbeeck zijn oudoom en voogd mitsgaders Maerten Jacobsz. tot Bleiswijk als voogd in deze voor Neeltgen Willemsdr. nagelaten kinderen van Willem Crijnen, Sijmon Jansz. jonggezel meerderjarig nagelaten weeszoon van Neeltgen Crijnen wezende vier voorkinderen of kindskinderen van de voorsz. Crijn Michielsz. gepocreerd bij Neeltgen Willemsdr. zijn eerste huisvrouw, item Michiel Crijnen jonggezel voor hem zelf geassisteerd met Thijmen Cornelisz. wonende tot Zoetermeer die ook nog als voogd in deze zaak voor Cornelis, Sijmon, Jacob, Arijen Crijnsz. en Dieuwertgen Crijnendr. geprocreerd bij Aplonia Michielsdr. voorn., alle erfgenamen van dezelve Crijn Michielsz. ter andere zijde, en bekenden gegrondkaveld te hebben de woning en landen die dezelve Crijn Michielsz. met de dood achtergelaten heeft en met dezelve weduwe zijn huisvrouw gemeen toebehoorden, staande en leggende onder de Catgensmolens. [1886] f. 37v d.d. [niet gedateerd]: Comp. Adriaen Crijnen en Jasper Crijnen elk voor hem zelf, PieterWillemsz.weeszoon van Willem Crijnen meerderjarig doch evenwel geassisteerd met Gerrit Heijnricxsz. Verbeeck, mitsgaders Maerten Jacobsz. wonende tot Bleiswijk als voogd van het jonge onmondige weeskind van dezelve Willem Crijnen genaamd Neeltgen Willemsdr., voor-kinderen en kindskinderen respectievelijk van Crijn Michielsz. in t Hout zal., en bekennen gegrondkaveld te hebben. [1887] f. 38v d.d. 12-1-1612: Comp. Cornelis Romersz. Olshoren weduwnaar en boedelhouder van Marritgen Cornelisdr. voor de ene zijde, Cornelis Cornelisz. Olshoren schout van Zevenhuizen, Romer Cornelisz. Olshoren, Jacob Cornelisz. Olshoren, Jan Cornelisz. Olshoren en Arien Cornelisz. Olshoren elk in zijn eigen naam, Jacob Jacobsz. cleermaker getrouwd hebbende Marritgen Cornelisdr., Lauris Cornelisz. getrouwd hebbende Machteltgen Cornelisdr. en Adriaen Pietersz. Hogeveen getrouwd hebbende Trijntgen Cornelisdr. in die kwaliteit elk voor hem zelf, mitsgaders Dirck Tonisz. als vader en voogd in deze zaak van de vier nagelaten weeskinderen van Grietgen Cornelisdr. gesterkt en vervoegd met Cornelis Olshoren schout voorsz. als oom en voogd van dezelve kinderen, alle kinderen, kindskinderen en erfgenamen van de voorn. Marritgen Cornelisdr. te samen voor de andere zijde, en bekenden met elkaar gegrondkaveld te hebben. [1889] f. 40 d.d. 14-11-1610: Comp. Cornelis Willemsz. onze buurman wonende aan het zuideinde van het dorp en belooft Jan Jansz. van Alphen wonende in Swanla binnen Zevenbuizen te indemneren van zodanige waarborg als voornsz. Jan Jansz. hem verbonden heeft voor de ongelden van zekere 1 morgen zo land als water in de woning van Crijn Arien Jorisz. [1890] f. 40v d.d. 18-1-1611: Comp. Dirck Tonisz. van Nieuwerkerck onze buurman weduwnaar en boedelhouder van Grietgen Cornelisdr. Olshoorn en bekende deugdelijk uitgekocht te hebben zijn vier weeskinderen staande huwelijk met de voorsz. Grietgen geprocreerd, 9
genaamr Marritgen Dicxsdr. oud 10 jaar, Trijntgen Dircxsdr. oud 8 jaar, Cornelis Dircxsz. oud 5 jaar en Tonis Dircxsz. oud pinksteren 1610 2 jaar of elk daaromtrent, en dat jegens Cornelis Romersz. Olshoren bestevader en voogd van de voorsz. kinderen met hem gevoegd hebbende de voorsz. schout [Cornelis Cornelisz. Olshoorn] als oom van dezelve kinderen. [1891] f. 41v d.d. 7-2-1611: Comp. Jan Jacobsz. Verduijn onze buurman en belooft Arijen Arijensz. van Aertsberch te bevrijden van zodanige waarborg als dezelve Arijen Arijensz. verbonden heeft voor de ongelden van zekere 1 morgen land of water leggende achter de woning van Adriaen Jansz. Bus. f. 42 d.d. 24-2-1611: Comp. Geertgen Jaspersdr. weduwe van Louris Willemsz. gesterkt en geassisteerd met Cornelis Dircxsz. haar rechte bestorven voogd die ten tijde van de grondscheiding met hem gevoegd had Huijbert Lenertsz. wonende bij de ouden watering ter eenre, Willem Lourisz., Jan Lourisz., Poulus Pietersz. getrouwd hebbende Jannitgen Lourisdr. elk voor hem zelf en Allert Adriaensz. wonende tot Zoetermeer als bloedvoogd van Lijsbeth Lourisdr. ongehuwde dochter, alle kinderen en erfgenamen van de voorsz. Louris Willemsz. ter ander zijde, en bekennen gegrondkaveld te hebben de woning en landen die Louris Willemsz. voorsz. met de dood achtergelaten heeft, staande en leggende in Swanla binnen het ambacht van Zevenhuizen. [1893] f. 44 d.d. 9-5-1611: Comp. Gerrit Jacobsz. van Vleuten onze inwonende buurman en belooft Jan Vincentsz. te indemneren van alle ongelden en omslagen op zekere 3 morgen slagturfland en water. [1894] f. 44v d.d. 12-9-1611: Comp. Gerrit Jacobsz. van Vleuten onze buurman en belooft het ambacht van Zevenhuizen te bevrijden van alle ongelden en omslagen die vallen zullen mogen op zekere omtrent 5 morgen slagturfland gelegen in de woning van Gerrit Cornelisz. van Bleijswijck en Jan Cornelisz. van Alphen. f. 45 d.d. 23-9-1611: Comp. Cornelis Ploen Crijnen onze buurman en belooft Lenert Jan Neel Matse te bevrijden van alle ongelden en omslagen op zekere 14 hond land en water dat hij comparant leggende heeft achter Lenart Jansz. voorlanden. [1895] f. 45v d.d. 10-10-1611: Comp. Maerten Galeijnen onze buurman en belooft Willem Cornelisz. van Soetermeer mede buurman van Zevenhuizen te bevrijden van alle ongelden en omslagen op zekere 5 morgen 5,5 hond land of water als hij comparant leggende heeft in de voorsz. Willem Cornelisz. woning in de Moerpolder binnen Zevenhuizen. f. 46 d.d. 1-7-1612: Comp. Lenart Lenartsz. Bogaert onze buurman en belooft het ambacht van Zevenhuizen te bevrijden van alle ongelden en omslagen op omtrent 2,5 morgen land en water wezende de helft van 5 morgen land of water daarvan de wederhelft tegenwoorddig Gerrit Cornelisz. Schoutten is competerende, welke 2,5 morgen leggende is onder de Catgens molens. [1896] 10
f. 46v d.d. 1-7-1612: Comp. Gerrit Cornelisz. Schoutten onze buurman en belooft het ambacht van Zevenhuizen te bevrijden van alle ongelden en omslagen op 2,5 morgen zo land als water wezende de helft van 5 morgen daarvan de wederhelft Lenert Bogaert tegenwoordig is competerende, leggende onder de Catgens molens. f. 47 d.d. 26-10-1611: Comp. Sijmon Cornelisz. van der Cijs onze buurman en belooft Jan Volbrechtsz. de Rouw te bevrijden van alle ongelden en omslagen op omtrent 7,5 hond zo land als water, hetwelk de voorn. comparant als achterland van de voorsz. Jan Volbrechtsz. heeft leggende en bij de voorsz. De Rouw als voorlander de ongelden vandien worden opgegaard. [1897] f. 47v d.d. 13-5-1612: Comp. Willem IJsbrantsz. Levenlang onze buurman weduwnaar en boedelhouder van Sophitgen Adriaensdr. en bekende uitgekocht te hebben zijn zeven kinderen die hij in echt bij de dezelve zijn zal. huisvrouw heeft geprocreerd, genaamd IJsbrant Willemsz. oud St. Jan 1612 18 jaar, IJdeken Willemsdr. oud Vastenavond 1612 15 jaar, Marritgen Willemsdr. oud Kerstavond 1611 12 jaar, Arien Willemsz. oud St. Jan 1612 10 jaar, Gerrit Willemsz. oud Allerheiligen 1611 7 jaar, Cornelis Willemsz. oud St. Jan 1612 5 jaar en Plonis Willemsz. tegenwoordig?! 3 jaar, en dat jegens Adriaen Franckensz. wonende tot Bleiswijk, Jacob Cornelisz. Schoutten en Allert Philpsz. wonende ten Berch als voogden van de voorsz. kinderen, dit van al haar erfenis zulks het de voorsz. kinderen door het overlijdenn van haar zal. moeder aanbestorven is. [1899] f. 49 d.d. 17-6-1612: Comp. Michiel IJsbrantsz. Levenlang weduwnaar en boedelhouder van Marritgen Bastiaensdr. en bekende uitgekocht te hebben zijn vijf weeskinderen genaamd IJsbrant Michielsz. oud 14 jaar, Adriaen Michielsz. oud 12 jaar, Marritgen Michielsdr. oud 10 jaar, Bastiaentgen Michielsdr. oud 6 jaar en Sophijtgen Michielsdr. oud?,5 jaar of elk daar omtrent, alle verwekt uit de voorsz. Marritgen Bastiaensdr., dit jegens Claes Bastiaensz. Backer als oom en voogd van de voorsz. kinderen, met tussenspreken van Aert Claesz. Dul en Crijn Cornelisz. van Alphen buurlieden van de voorsz. comparanten, en dat van alle der kinderen erfenis zulks hen dezelve door overlijden van haarmoeder aanbestorven is. [1900] f. 50 d.d. 12-6-1612: Comp. Marrichgen Cornelisdr. weduwe van Adriaen Gangertsz. wonende in het zuideinde van Zevenhuizen omtrent het dorp geassisteerd met Willem Cornelisz. van Moordrecht haar broeder en voogd die met hem gevoegd heeft gehad Wouter Pietersz. tot? en bekende uitgekocht te hebben haar drie weeskinderen bij de voorsz. Adriaen Gangertsz. in echtelijke staat geprocreerd, genaamd Dieuwertgen Adriaensdr. oud Kerstavond 1612 nu toekomende 7 jaar, Marritgen Adriaensdr. oud St. Jacob mede toekomende 5 jaar en Heijltgen Adriaensdr. oud Vrouwendag 1612 lestleden 2 jaar, en dat jegens Gangert Aertsz. als bestorven bloedvoogd van de voorsz. kinderen met hem adjunct hebbende Gerrit Jacobsz. van Vleuten als beneffens de voorsz. Gangert Aertsz. bijgevoegde voogd van dezelve kinderen, en dat van alle erfenis zulks als het de voorsz. kinderen door het overlijden van haar zal. vader aanbestorven is. [1902] f. 51v d.d. 22-7-1612: Comp. Pieter Crijnen scheepmaker onze buurman wonende bij Hoelvoeter brugge weduwnaar en boedelhouder van Marritgen Heijnricsdr. en bekende uitgekocht te hebben zijn vier weeskinderen die hij staande huwelijk uit dezelve Maarritgen Heijnricsdr. heeft verwekt, genaamd Meijnsgen Pietersdr. oud Mei 1612 8 jaar, Claesgen Pietersdr. oud St. Jacob 1612 7 jaar, Marritgen Pietersdr. oud Pasen 1612 4 jaar en Crijn 11
Pietersz. oud tegenwoordig omtrent 0,5 jaar, en dat jegens Cornelis Heijnricxsz. scheeptimmerman als oom en bloedvoogd van de voorsz. kinderen met hem gevoegd hebbender Lenert Matheusz. oud-baljuw en schout tot Bleiswijk in presentie van Cornelis Cornelisz. Olshoorn schout van Zevenhuizen mitsgaders Gerrit Jansz. Hage en Pieter Adriaensz. Roos schepenen ten tijde van de uitkoop, en met approbatie van Cornelis Cornelisz. Lapper tot Bleiswijk en Dirck Jansz. Speelman tot Berkel als oud-omen nomine uxoris van dezelve kinderen, uit al dezelve kinderen erfenis zulks hen door het overlijden van haar moeder aanbestorven zijn. [1903] f. 53 d.d. 4-8-1612: Comp. Gerrit Jacobsz. van Vleuten onze buurman en belooft Sijmon Adriaensz. Vermeer te bevrijden van alle ongelden en omslagen op zekere omtrent 10 hond land en water als hij comparant leggende heeft onder de Swanlasche molens in de woning en landen van de voorsz. Sijmon Adriaensz. Vermeer. [1904] f. 53v d.d. 29-7-1612: Comp. Aechgen Gerritsdr. weduwe van Jan Cornelisz. van Alphen geassisteerd met Cornelis Jansz. en Bastiaen Jansz. haar zonen, Ariaentgen Gerritsdr. jonge dochter gesterkt met Lange Louris Cornelisz. haar oom en voogd met hem vervoegd hebbende Cornelis Cornelisz. Jongeneel wonende tot Bleiswijk, mitsgaders Jan Jansz. de Vormer als oom nomine uxoris en voogd van Lenert Cornelisz. weeszoon van Cornelis Poulusz. Verbeeck geprocreerd bij Emme Gerritsdr., Lenert Claesz. Sas als oom en voogd van de twee weeskinderen van Dirck Barentsz. mede verwekt uit dezelve Emme Gerritsdr., welke Jan Jansz. en Lenert Claesz. met hen adjunct hadden Huijbert? Lenertsz. als opziende voogd van dezelve drie kinderen van Emme Gerritsdr., alle kinderen of kindskinderen respectievelijk, mitsdien erfgenamen van Gerrit Cornelisz. van Bleijswijck, en bekenden gegrondkaveld te hebben alzulke landen als Gerrit Cornelisz. bij voorgaande grondscheiding tegen zijn kinderen aangedeeld en aangekaveld was volgens de voorgaande grondscheidingsbrief daarvan zijnde d.d. 6-5-1607, staande het zelfde land in het molenboek op 7 morgen 0,5 hond en in de resectievelijke morgenboeken op 5 morgen 4 honden, leggende in het zuideinde van Zevenhuizen onder de Swanlasche molens. [1906] f. 55v d.d. 1-8?-1612: Comp. Willem Lourisz. voor hem zelf, Poulus Pietersz. als vogd in deze voor Lijsbet Lourisdr. in die kwaliteit ter eenre, Vranck Cornelisz. als actie hebbende van Jan Lourisz. en van Poulus Pietersz. die getrouwd heeft Janneken Lourisdr., alle kinderen en erfganeman van Louris Willemsz. ter andere zijde, en bekenden gegrondkaveld te hebben de huising en erve met barg, schuren en beplanting daar Louris Willemsz. in zijn leven placht te wonende, staande en leggende in Swanla binnen Zevenhuizen, hetwelk de kinderen bij voorgaande grondscheiding te beur gevallen was. [1907] <los briefje> 9-3-1611: Comp. Jan Ockersz. onze buurman wonende op? als in koop en bij opdracht aan hem verkregen hebbende van de voogden van de weduwe en weeskinderen van Pieter Cornelisz. Neeloom zekere 2 morgen land en water leggende aan twee percelen onder de Catgens molens achter de landen van Jasper Pieter Fransz., en belooft Cornelis Pietersz. Neeloom en zijn kinderen te bevrijden van alle ongelden op de voorsz. 2 morgen land. f. 57 d.d. 3-8-1612: Comp. Marritgen Michielsdr. weduwe van Cornelis Ellertsz. Tuijnebreijer haar laatste man [doorgehaald: geassisteerd met Louris Cornelisz. haar zoon, Pieter 12
Cornelisz. Bleijswijck, etc.] geassisteerd met Jan Adriaensz. Both haar gekoren voogd in die kwaliteit ter eenre, Willem Ellertsz. en Jan Ellertsz. Tuijnebreijer elk voor hem zelf, Cornelis Cornelisz. Tuijnebreijer als voogd van T/Crijntgen? en Marritgen Ellertsdr., alle erfgenamen van de voorsz. Cornelis Jaertsz., alle ter andere zijde, en bekenden gegrondkaveld te hebben. [1910] f. 58v d.d. 4-8-1612: Comp. Marritgen Tonisdr. weduwe van Adriaen Jacobsz. Maetroos geassisteerd met Diert Bastiaensz. haar voogd in deze zaak ter eenre, Jacob Adriaensz. Maetroos en Cornelis Cornelisz. Jongenelen getrouwd hebbende Lijsbet Adriaensdr. elk voor hem zelf en Ingge Cornelisz. van Bleijswijck als oom en voogd nomine uxoris van Crijntgen Adriaensdr. onmondig weeskind, oud Kerstmis eerstkomende 9 jaar, alle kinderen en erfgenamen van de voorsz. Arijen Jacobsz. alle ter andere zijde, en bekenden gegrondkaveld te hebben de woning en landen die de voorsz. Arijen Jacobsz. met Marritgen Tonen te samen toebehoorden, gestaan en gelegen in het noordeinde zo mede Catges- als Moerpolder. [1912] f. 60 d.d. 19-12-1612: Comp. Lenert Lenertsz. Gaer?! onze buurman en belooft Dirck Dircxsz. van de Langeweije te bevrijden van al de ongelden en omslagen die vallen op zekere 3 morgen land als liggende zijn achter de voorlanden van de weduwe en kinderen van Plonis Lenertsz. onder de Swanlaesche molens. [1913] f. 61 d.d. 24-11-1612: Comp. Marritgen Adriaensdr. weduwe van Plonis Jacobsz. decker geassisteerd met Gerrit Jacobsz. van Vleuten haar voogd ter eenre, Jacob Plonisz. en Poulus Adriaensz. getrouwd hebbende Pleuntgen Plonendr. elk voor hem zelf en Cornelis Dircxsz. wonende tot Bleiswijk als vader en voogd in deze zaak van Marritgen Cornelisdr. gewonnen uit Inggetgen Plonisdr. met hem vervoegd hebbende de voorsz. Jacob Plonisz., alle kinderen of kindskinderen respectievelijk van de voorsz. Plonis Jacobsz. te samen ter andere zijde, en bekennen gegrondkaveld te hebben de woning en landen leggende in het zuideinde van Zevenhuizen die de voorn. Marritgen Arijensdr. en Plonis Jacobsz. te samen waren toebehorende. [1915] f. 63 d.d. [niet gedateerd]: Comp. Willem Huijbrechtsz. onze buurman wonende bij de Rotte of Niewediept en belooft Jan Jansz. de Vormer te bevrijden van alle ongelden en omslagen op zekere omtrent 1,5 morgen land leggende onder de Catgens molens in de landen genaamd Cranenburch. [1916] f. 63v d.d. 4-1-1614: Comp. Marritgen Cornelisdr. weduwe van Claes Adriaensz. Bouff geassisteerd met Jan Cornelisz. Slick haar broeder en gerechte bestorven bloedvoogd en bekende uitgekocht te hebben haar drie weeeskinderen bij haar voorsz. zal. man staande huwelijk geprocreerd, genaamd Arijen Claesz. oud 9 jaar, Pietertgen Claesdr. oud 8 jaar en Hilletgen Claesdr. oud 5 jaar of elk daaromtrent, dit alles tegen Lenert Michielsz. wonende tot Bleiswijk en Arijn Jansz. wonende tot Zevenhuizen alsvoogden van de voorsz. weeskinderen, van al derzelve kinderen vaderlijke erfenis. Compareerde mede voor ons schout en schepenen voorn. Arijen Jochemsz. nu getrouwd hebbende de weduwe comparante voorsz. en approbeerde de uitkoop. [1917] 13
f. 65 d.d. 30-1-1613: Comp. Dirck Dircxsz. Langeweije de Jonge weduwnaar en boedelhouder van Aeltgen Tonisdr. en bekende uitgekocht te hebben zijn weeskind verwekt uit de voorsz. Aeltgen Tonisdr., genaamd Aeltgen Dircxsdr. oud zijnde omtrent 8 weken, en dit tegen Tonis Mochielsz. Levenlang als bestevader van hetzelve weeskind, van alle desselfs weeskinds erfenis zulks het kind door overlijden van zijn moeder aanbestorven is. [1918] f. 65v d.d. 6-3-1613: Comp. Dirck Dircxsz. visser onze buurman en belooft Adriaen Jansz. Bosch te bevrijden van alle ongelden en omslagen op zekere omtrent 1 morgen slagturfland en water met een schuur daar op staande, als de comparant leggende heeft in de woning van Arien Jansz. Bosch voorsz. in de Catgenspolder eertijds gekomen zijnde van Huijch Wouter Meesz. Belender o.a. Claes Claesz. schoolmeester. [1919] f. 66v d.d. 22-4-1613: Comp. Aert Lenertsz. Lapper onze buurman en belooft Pieter Pietersz. linnewever getrouwd hebbende Marritgen Gerritsd. te vorens weduwe van Willem Crijnen int Hout te bevrijden van alle zodanige waarborg als hij comparant eertijds gesteld heeft op het huis en erve hem comparant voortijds daarna aan Willem Crijnen in zijn leven verkocht en nu de voorsz. Pieter Pietersz. toebehorende, en dat al voor de ongelden van zekere 1 morgen land leggende in de Moerpolder in de woning van Claes Pietersz. dam..? [1920] f. 67v d.d. 16-10-1613: Comp. Anneken Willemsdr. weduwe van Cornelis Maertensz. Vermeer geassisteerd met Jan en Jacob Willemsz. haar broeders en voogden en bekende uitgekocht te hebben haar vier kinderen die zij comparante staande huwelijk bij de voorsz. Cornelis Maertensz. heeft geprocreerd, genaamd Marritgen oud 5 jaar, Baertgen oud 4 jaar, Neeltgen oud 2 jaar en Arijen Cornelisz., en dit jegens Maerten Adriaensz. Vermeer als bestevader en voogd van de voorsz. kinderen die hem gevoegd had Jan Claesz. scheepmaeker schoonzoon van de voorn. Maerten Adriaensz. [1921] f. 69 d.d. 2-9-1613: Comp. Marritgen Pouwelsdr. weduwe van Lambrecht Jansz. geassisteerd met Maerten Pouwelsz. haar broeder en voogd en heeft tegen Gerrit Huijbrechtsz. als geeligeerde voogd van haar vier kinderen genaamd Jan oud 10 jaar, Pouwels oud 8 jaar, Evert oud 7 jaar en Cornelis Lambrechtsz. oud 4 jaar of elk daar omtrent, haar voorsz. kinderen uitgekocht van haar vaders besterfenis. De boedel is in sobere staat door de langdurige ziekte van haar man. [1922] f. 69v d.d. 29-9-1613: Comp. Dirck Kersz. Bogaert buurman in het zuideinde van Zevenhuizen en belooft Jacob Cornelisz. Olshoren te vrijen van alle ongelden en omslagen op zekere zodanige 2 morgen slagturfland als hij comparante leggende heeft onder de woning en landen van de voorsz. Jacob Cornelisz. f. 70 d.d. 12-12-1613: Comp. Adriaen Jochemsz. weduwnaar en boedelhouder van Ariaentgen Jaspersdr. ter eenre, Cornelis Adriaensz. gehuwde persoon, Jasper Adriaensz. en Jochem Adriaensz. ongehuwde doch mondige kinderen en zulks elk voor hem zelf, Franck Cornelisz. als oom en voogd van Abraham Adriaensz. oud 13 jaar en Marritgen Adriaensdr. oud 11 jaar 14
of elk daaromtrent, welke Franck Cornelisz. met hem gevoegd had Maerten Jansz. Molenaer als mede oom nomine uxoris van dezelve kinderen, alle kinderen en erfgenamen van de voorsz. Ariaentgen Jaspersdr. in die kwaliteit ter andere zijde, en bekenden gegrondkaveld te hebben de woning en landen die de voorsz. Arijen Jochemsz. met zijn voorsz. huisvrouw toebehoorden en in gemeenschap des huwelijkse te samen bezaten, gestaan en gelegen in het zuideinde van het ambacht van Zevenhuizen onder de Swanleesche molens. [1924] f. 71v d.d. 13-12-1613: Comp. Huijch Claesz. Hopcooper schout van Zevenhuizen en belooft Jan Vollebrechtsz. de Rouw te bevrijden van alzulke 200 car. gld. met de interest van dien als hij comparant uit de weeskist tot Zevenhuizen van de voogden van de nagelaten weeskinderen van Claes Cornelisz. Tas in de naam van de voorsz. kinderen ontvangen en op interest genomen heeft, en voor welke de voorsz. De Rouw hem zelf als borg verbonden heeft. f. 72 d.d. 2-2-1614: Comp. Jan Adriaen Maertensz. onze buurman wonende in Swanlade als weduwnaar en boedelhouder van Neeltgen Maertensdr. en bekende uitgekocht te hebben zijn twee kinderen die hij comparant bij dezelve Neeltgen Maertensdr, in echt heeft geprocreerd, genaamd Arijen Jansz. oud omtrent 6 jaar en Aerjaentje Jansdr. oud omtrent 4 jaar, dit jegens Maerten Jacobsz. wonende bij de IJsselmeer als bestevader en voogd van de voorsz. kinderen, van al haar moederlijke erfenis zulks het de voorsz. kinderen door overlijden van dezelve aanbestorven is. [1925] f. 73 d.d. [niet gedateerd]: Comp. Cornelis Pietersz. van der Vliet? onze buurman en belooft Marritgen Arijensdr. weduwe van Aelwijn Huijgen zijn comparants huisvrouwen moeder te bevrijden van zodanige ongelden en omslagen op zekere omtrent 1 morgen slagturfland en water leggende als achterland in de voorlanden van Jan Vincentsz. [1926] f. 73v d.d. 16-4-1614: Comp. Huijch Lenertsz. uijt den Bent wonende in het noordeinde van Zevenhuizen weduwnaar en boedelhouder van Ariaentgen Francken en bekende uitgekocht te hebben zijn drie kinderen genaamd Marritgen oud 4,5 jaar, Cornelis oud 2,5 jaar en Ariaentgen Huijgen oud omtrent 0,5 jaar, staande huwelijk verwekt uit de voorsz. Ariaentgen Francken, dit jegens Cornelis Francken als oom en bestorven bloedvoogd van dezelve kinderen met hem gevoegd hebbende Franck Cornelisz. zijn vader en Louweris Pietersz. zijn zwager, van al dezelve kinderen moederlijke erfenis. [1927] f. 74v d.d. 10-5-1614: Comp. Jan Adriaensz. in het noordeinde weduwnaar en boedelhouder van Jaepgen Cornelisdr. Verbeeck geassisteerd met Arijen Lenertsz. zijn vader, Lenert Arijensz. zijn broeder en Ingge Dircxsz. zijn neef, dewelke bekende uitgekocht te hebben zijn zes kinderen die hij staande huwelijk uit de voorsz. Jaepgen Cornelisdr. heeft verwekt, genaamt Cornelis oud Vastenavond 1614 lestleden 9 jaar, Jan oud 7,5 jaar, Arijen oud 6 jaar, Marritgen oud 4 jaar, Baertgen oud 3 jaar, Jan en Jacobgen Jansdr. oud 20 weken of elk daaromtrent, dit jegens Jan Cornelisz. Verbeeck oom en rechte bloedvoogd met hem voegende Cornelis Jansz. backer haarlieden oom en mede-voogd derzelve kinderen, van alle der kinderen moederlijke erfenis. [1928] 15
f. 76 d.d. 4-10-1614: Comp. Ingge Cornelisz. van Bleijswijck als getrouwd hebbende Inggetgen Jacobsdr. voor een hand, Jacob Adriaensz. Maetroos en Cornelis Cornelisz. Jongenelen getrouwd hebbende Lijsbeth Adriaensdr. elk voor hem zelf, Diert Bastiaensz. als voogd in deze van Crijntgen Arijensdr. onmondig weeskind met hem voegende de voorn. Jacob Cornelisz., kinderen en erfgenamen van Arijen Jacobsz. Maetroos overzulks te samen voor de tweede hand, Jan Barentsz. wonende in Swanleede getrouwd hebbende Neeltgen Jacobsdr. voor de derde hand en de voornoemde comparanten haar in de voorsz. kwaliteit sterk makende voor Ariaentgen Jacobsdr. ongehuwde persoon en geschapen is mits haar ouderdom van omtrent 75 jaar ongehuwd te zullen blijven in die kwaliteit voor de vierde en laatste hand, en bekennen op 1-2-1614 gegronddeeld te hebben alzulke woning en landen als Crijntgen Jaep Maet Rosen haarluider moeder en bestemoeder respectievelijk al lange jaren voor datum dezes met de dood achtergelaten heeft en zij luiden tot datum dezes gemeen en ongedeeld hadden laten liggen, alles gestaan en gelegen in het noordeinde van Zevenhuizen, zowel in de Moer- als Catgespolder. [1930] f. 78 d.d. 15-9-1614: Comp. Jan Jacobsz. Verduijn wonende bij de Sijden binnen Zevenhuizen en belooft Adriaen Jansz. Bosch te bevrijden van alle ongelden en omslagen op zekere omtrent 1 morgen land hetwelk hij comparant als achterlanf leggende heeft in de woning van de voorsz. Arijen Jansz. die als voorlander de ongelden van hetzelve op garen moet. [1931] f. 78v d.d. 7-11-1614: Comp. Inggetgen Jansdr. weduwe van Jan Claes Gerritsz. wonende in het zuideinde van Zevenhuizen geassisteerd met Frans Jansz. backer haar broeder en bestorven voogd, en bekende uitgekocht te hebben haar vier weeskinderen die zij staande huwelijk bij de voorsz. Jan Claesz. heeft geprocreerd, genaamd Annetgen Jansdr. oud 11 jaar, Claes Jansz. oud Pasen lestleden 1614 7 jaar, Leentgen Jansdr. oud St. Jacob lestleden 5 jaar en Jan Jansz. oud mei 1614 mede lestleden 2 jaar, dit jegens Gerrit Claes Gerritsz. als oom en recht bestorven bloedvoogd van dezelve kinderen die met hem gevoegd had Jonge Jacob Jaep Maertsz. mede oom nomine uxoris, en dat van al dezelve kinderen vaderlijke erfenis. [1932] f. 80 d.d. 21-9-1614: Comp. Willem Jansz. Solbol buurman in het zuideinde van Zevenhuizen weduwnaar en boedelhouder van Marritgen Claesdr. en bekende uitgekocht te hebben zijn weeskind hem van dezelve zijn huisvrouw nagelaten genaamd Jan Willemsz. oud 5 jaar, dit jegens Frans Jansz. backer en Gerrit Claes Gerritsz. als oud-omen van hetzelve kind, die speciale procuratie hadden van Jan Claesz. vrijgezel, oom en bestorven voogd, en dat van al desselfs kind moederlijke besterfenis. [1933] f. 81 d.d. 1-10-1614: Comp. Crijntgen Jacobsdr. weduwe en boedelhoudster van Adriaen Cornelisz. Leeuw geassisteerd met Jacob Cornelisz. Olshoorn haar vader en voogd en bekende uitgekocht te hebben haar twee weeskinderen die zijn in echte bij de voorsz. Adriaen Cornelisz. heeft geprocreerd, genaamd Cornelis Adriaensz. oud 2,5 jaar en Arijen Arijensz. oud 4 weken, van al de kinderen vaderlijke besterfenis, dit jegens Cornelis Adriaensz. Leeuw als bestevader en bloedvoogd van dezelve kinderen. [1934] 16
f. 82 d.d. 1-10-1614: Comp. Jacob Adriaensz. Maetroos voor hem zelf, Cornelis Cornelisz. Jongenelen getrouwd hebbende Lijsbeth Adriaensdr. in die kwaliteit mede voor hem zelf, mitsgaders Diert Bastiaensz. als voogd van Crijntgen Adriaensdr. onmondig weeskind, kinderen en erfgenamen van Arijen Jacobsz. Maetroos, en bekenden gegrondkaveld te hebben zodanige landen als zij luiden zowel vanwege haar vader nog gemeen hadden liggen, als ook die hen vanwege Crijntgen Jaep Maetrosen haar bestemoeder na voorgaande grondkaveling tegen haar mede-erfgenamen te beur gevallen waren. [1936] f. 83v d.d. 6-11-1614: Comp. Bastiaentgen Willemsdr. weduwe van Cornelis Pietersz. gebijnaamd Schippertgen haar laatste man geassisteerd met Engebrecht en Adriaen Willemsz. geholpen met Lenert Willemsz. haar broeders en voogden, en bekende uitgekocht te hebben haar twee kinderen die zij bij de voorsz. Cornelis Pietersz. in echte staat heeft geprocreerd, genaamd Marritgen oud 3 jaar en Trijntgen Cornelisdr. oud 1,5 jaar of elk daar omtrent, dit jegens Pieter Maerten Heijnesz. bestevader en Michiel Pietersz. oom en zulks voogden gesterkt met Lenert Maertsz. oudoom van de voorsz. kinderen, van al derzelve kinderen vaderlijke erfenis. [1937] f. 84v d.d. 23-1-1615: Comp. Cornelis Hofflandt buurman tot Zevenhuizen weduwnaar en boedelhouder van Ariaentgen Willemsdr. Olshoorn en bekende uitgekocht te hebben zijn vier kinderen genaamd Willem Cornelisz. die 10-2-1615 oud zal wezen 15 jaar, Sanderina op 10-8- 1615 oud 14 jaar, Gerrit oud 4-3-1615 11 jaar, en Marritgen Cornelisdr. oud 1 jaar, dit jegens Cornelis Willemsz. Olshoren als oom en bestorven bloedvoogd van de voorsz. kinderen, van al derzelve kinderen moederlijke erfenis. [1938] f. 86 d.d. 3-3-1615: Comp. Dirck Dircxsz. visser buurman op het dorp van Zevenhuizen en belooft de weduwe en kinderen van Claes Jacobsz. Verduijn te bevrijden van alle ongelden en omslagen op zekere 2 morgen slagturfland en water leggende in de woning en laden van de voorsz. weduwe en kinderen. [1939] f. 86v d.d. 16-3-1615: Comp. Franck Cornelisz. weduwnaar van Ariaentgen Floren ter eenre, Cornelis Francken, Huijch Lenertsz. getrouwd gehad hebbende Ariaentgen Franckendr. nu mede zal., Louris Pietersz. getrouw hebende Geertgen Franckendr. elk voor hem zelf, item Neeltgen Franckendr. weduwe van Pieter Cornelisz. Neeloom geassisteerd met de voorsz. Cornelis Francken haar broer en voogd in deze zaak, elk voor hem zelf, mitsgaders Lenert Jansz. Appel als voogd in deze van de nagelaten weeskinderen van Plonis Francken staande huwelijk verwekt uit Weijntgen Govertsdr. beide zal., alle kinderen en kindskinderen respectievelijk en mitsdien erfgenamen van de voorsz. Ariaentgen Floren te samen ter andere zijde, en bekenden dat zij in voorsz. kwaliteit al op 1-10-1612 met elkaar in grondboedelscheiding geaccordeerd zijn geweest. [1940] f. 88 d.d. 31-5-1615: Comp. Claes Pieter Claesz. wonende bij de Vliet binnen Zevenhuizen weduwnaar en boedelhouder van Marritgen Jansdr. ter eenre, Pieter Claesz., Adriaen Claesz., Cornelis Pietersz. Stolck getrouwd hebbende Neeltgen Claesdr. elk voor hem zelf en Cornelis Ockersz. als vader en voogd in deze van Marritgen Cornelisdr. nagelaten weesdochter van Annetgen Claesdr., alle kinderen en kindskinderen respectievelijk en mitsdien erfgenamen van 17
de voorn. Marritgen Jansdr. te samen ter andere zijde, en bekenden dat ze in boedel- en grondscheiding met en tegen elkaar geaccordeerd zijn, van de woning en landen zowel in Zevenhuizen als in de jurisdictie van Hillegersberg leggende, die de voorsz. Claes Pietersz. en Marritgen Jansdr. in gemeenschap des huwelijks hebben bezeten. [1942] f. 89v d.d. 2-5-1615: Comp. [ook voor schout en schepenen Wildevenen] Kers Heijnricxsz. scheeptimmerman buurman in Zevenhuizen [stukje onleesbaar] weduwnaar van Lijsbeth Jansdr. Colen zijn eerste huisvrouw ter eenre en Jan Jansz. Colen wonende in de Wildevenen als oom en bestorven bloedvoogd van de drie nagelaten weeskinderen van de voorsz. Lijsbeth Jansdr. staande huwelijk en in echte bij de voorn. Kers Heijnricxsz. geprocreerd, genaamd Marritgen Kerssendr. oud 8 jaar, Ariaentgen Kerssendr. oud 5 jaar en Heijnrick Kerssen oud 20 weken of elk daar omtrent, in die kwaliteit ter andere zijde, en bekenden in uitkoop en grondscheiding met elkaar bij deze geaccordeerd te zijn. Vermeld Neeltgen Lenertsdr. weduwe van Oude Jan Jansz. Colen zijnde de bestemoeder van de voorsz. kinderen. [1943] f. 91 d.d. 10-5-1615: Comp. Crijn Cornelisz. van Alphen buurman in het noordeinde van Zevenhuizen en belooft het ambacht van Zevenhuizen te vrijen van al de ongelden en omslagen op zekere zodanige 2 morgen 0,5 hond als hij comparant door overlijden van Cornelis Crijn Aertsz. zijn vader bij successie aan hem verkregen heeft, eertijds versplitst uit de woning en landen van Arien Tijsz. gelegen in Catgis polder. [1944] f. 91v d.d. [niet gedateerd]: Comp. Jacob Jacobsz. schoemaeker den ouden buurman in het noordeinde van Zevenhuizen ter eenre, Jonge Jacob schoemaker, Pieter Pietersz. schoemaker getrowud hebbende Jacobmijne Jacobsdr. elk voor hem zelf en Adriaen Pietersz. de Hooch schout van de Wildevenen sorterende onder Zevenhuizen als procuratie hebbende van de voogden van Leentgn Jacobsdr. onmondige weeskindoud [niet ingevuld] jaren, alle kinderen van de voorn. Oude Jacob schoemaker verwekt uit Lenertgen Heijnricxsdr. eerste en overleden huisvrouw van de voorn. Jacon en dienvolgende erfgenamen van dezelve Leentgen in die kwaliteit ter andere zijde, en bekenden met elkaar verdragen te zijn [akte stopt abrupt]. [1945] f. 92v d.d. 12-8-1615: Comp. Willem Tonisz. Olshoren weduwnaar van Marritgen Adriaensdr. ter eenre en Adriaen Adriaensz. van Cappelle bestevader en voogd van de twee nagelaten weeskinderen van de voorsz. Marritgen Adriaensdr. staande huwelijk geprocreerd bij de voorn. Willem Tonisz., genaamd Annetgen Willemsdr. tegenwoordig oud omtrent 4 jaar en Jan Willemsz. oud omtrent 8 maanden, in die kwaliteit ter andere zijde, en bekenden geaccordeerd te zijn over de alimentatie en onderhoud van de voorsz. kinderen. [1946] f. 93v d.d. 14-8-1615: Comp. Geertgen Lenertsdr. weduwe van Pieter Cornelisz. Jonge Breetvelt geassisteerd met Claes Jansz. van Alphen secretaris haar gekoren voogd in deze zaak en belooft Neeltgen Cornelisdr. weduwe van Plonis Lenertsz. te bevrijden van alle ongelden op zekere 0,5 morgen land hetwelk zij comparante leggende heeft achter de voorlanden van de voorn. Neeltgen Cornelisdr. in de Swanleesche polder. 18