TWEEDE OPENBAAR VERSLAG EX ARTIKEL 73A DER FAILLISSEMENTSWET Verslag in het faillissement van : de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid D.C. PRODUCTS B.V., statutair gevestigd te Amsterdam, zaakdoende te Bussum Surséancenummer : 02.039-S Surséancedatum : 26 juni 2002 Faillissementsnummer : 02/279 F Faillissementsdatum : 4 juli 2002 Verslagnummer : 2 Verslagdatum : 20 december 2002 rechter-commissaris : mr. C.J. Polak curator : mr. J.W. Bouman ================================================================== = De curator doet onderstaand verslag van zijn werkzaamheden en bevindingen in de tweede verslagperiode. I. ALGEMEEN Naast de meer reguliere en administratieve werkzaamheden hadden de verrichte werkzaamheden gedurende de tweede verslagperiode met name betrekking op de navolgende kwesties: a. Volstorting aandelen Verificatie of (en zo ja, op welke wijze) de aandelen zijn volgestort, dient nog plaats te vinden. De curator zal hierop in de komende verslagperiode terugkomen. b. C.J. Hendriks Expeditie- en Veembedrijf B.V. te Amsterdam Conform gememoreerd in het eerste openbaar verslag d.d. 4 september 2002 beschikte curanda ten tijde van het uitspreken van de voorlopig verleende surséance van betaling over een aanzienlijke handelsvoorraad. Deze voorraad was opgeslagen bij C.J. Hendriks Expeditieen Veembedrijf B.V. te Amsterdam. Per surséancedatum bedroeg de vordering van
voornoemde expediteur 108.448,03, nog te vermeerderen met de opslagkosten van deze voorraad vanaf surséancedatum. Volledigheidshalve zij opgemerkt, dat de directie van curanda de hoogte van deze vordering heeft betwist. Op basis van door de expediteur gehanteerde algemene voorwaarden heeft de expediteur een retentierecht en een rechtsgeldig vuistpandrecht op de handelsvoorraad van curanda en zijn met de expediteur afspraken gemaakt omtrent de onderhandse verkoop van de voorraad aan derden. Gedurende de afgelopen verslagperiode is de handelsvoorraad aan derden verkocht, uitgezonderd een aantal dozen siroop en een aantal dozen witte wijn (die overjarig zou zijn). De tot op heden gegenereerde opbrengst bedraagt (afgerond) 110.000 waarbij zij opgemerkt dat een gedeelte van deze opbrengst ten gunste van derden komt, te weten van leveranciers die een rechtsgeldig eigendomsvoorbehoud op een gedeelte van de geleverde voorraad hebben gevestigd en met wie de expediteur nadere afspraken heeft gemaakt omtrent de verkoop hiervan. De inschatting van de expediteur is thans dat zij volledig zal worden voldaan en dat uiteindelijk voor de boedel een bedrag van maximaal 2.500,00 zal resteren. In een opvolgend verslag zal de curator op de kwestie terugkomen. c. Importeurschappen Conform gememoreerd in eerdere verslaglegging, was curanda de exclusieve importeur van diverse wijnen en gedestilleerd. Naar zeggen van de directie van curanda, is een aantal importeurschappen in de periode voorafgaand aan de surséance van betaling zonder dat er een opzegtermijn in acht is genomen, beëindigd/opgezegd. Het vermoeden bestaat hier dat (een) ex-werknemer(s) in deze beëindiging/opzegging een actieve rol heeft (hebben) gespeeld, teneinde deze importeurschappen te introduceren bij (een) nieuwe werkgever(s). De curator zal de kwestie in de komende verslagperiode nader onderzoeken. d. Fortis Bank (Nederland) N.V./Fortis Commercial Finance N.V. Gedurende de afgelopen verslagperiode is Fortis Commercial Finance N.V., op basis van aan haar verpande boekvorderingen, tot aanschrijving van alle openstaande debiteuren van curanda overgegaan. Per surséancedatum bedroeg de schuld van curanda ad 88.499,26 en na diverse betalingen van in totaal ad 20.329,08 resteert een restantvordering per 31 oktober 2002 ad 68.170,18. 2
Of Fortis Commercial Finance N.V. uiteindelijk volledig wordt voldaan, is met name afhankelijk van de voortgang van de incasso van de openstaande vorderingen op Brookland B.V. ad 60.745,76. Brookland B.V. stelt een tegenvordering te hebben ad 53.000,00. Fortis Commercial Finance N.V. heeft de curator en de heer Bronwasser om nadere explicatie verzocht. De curator zal de komende verslagperiode op de kwestie terugkomen. Fortis Commercial Finance N.V. heeft de heer Bronwasser privé, alsmede de besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid A.F. Bronwasser Beheer B.V. en D.C. Products Beheer B.V. uit hoofde van afgegeven hoofdelijke medeschuldenaarstellingen reeds verzocht het per 31 oktober 2002 openstaande bedrag te voldoen. Voor zover de curator bekend, is aan dit verzoek tot op heden geen gehoor gegeven. e. Verzekeringsovereenkomsten Gedurende de afgelopen verslagperiode zijn diverse verzekeringsovereenkomsten beëindigd, hetgeen heeft geleid tot een restitutie ad 2.533,00 van AMEV Schadeverzekering N.V. te Utrecht (welk bedrag op 27 september 2002 op de faillissementsrekening is bijgeschreven), een restitutie ad 436,36 in verband met opzegging van een transportverrekening (op 27 september 2002 op de faillissementsrekening ontvangen) en nog zal leiden tot een restitutie ad 6.096,92 van Levob Levensverzekeringen N.V. (welk bedrag op korte termijn op de faillissementsrekening wordt bijgeschreven). f. Duurovereenkomsten Overeenkomsten met betrekking tot het gebruik van twee lease-auto s (financial lease), gesloten met Volvo Car Finance Netherlands B.V en Mercedes-Benz Leasing Nederland B.V., zijn opgezegd waarna de auto s zijn opgehaald. Terzake de met Volvo Car Finance Netherlands B.V. gesloten financieringsovereenkomst is vermeldenswaard dat het surplus in verband met verkoop van de auto ad 4.230,40 op 8 oktober 2002 op de faillissementsrekening is bijgeschreven. Alle overige overeenkomsten zijn geïnventariseerd en waar nodig beëindigd. g. Lopende procedures Curanda is bij één gerechtelijke procedure betrokken, te weten bij een door curanda ingesteld appèl tegen de beschikking van de Kantonrechter te Hilversum waarbij de 3
arbeidsovereenkomst tussen curanda en een werkneemster is ontbonden, onder toekenning van vergoeding aan de werkneemster. De procedure is op de voet van artikel 29 Fw. geschorst. II. ACTIVA Het boedelactief op de faillissementsrekening, aangehouden bij de Kas Bank N.V. te Amsterdam, rekeningnummer 22.28.80.848, bedraagt 11.363,51. De curator verwacht nog inkomsten te genereren uit hoofde van de bijschrijving van 6.096,92 (verzekeringsrestitutie Levob) en uit hoofde van het surplus van de handelsvoorraad, aanwezig bij expediteur C.J. Hendriks Expeditie- en Veembedrijf B.V. te Amsterdam. Bovendien dient de opbrengst uit hoofde van de verkoop van de bedrijfsinventaris nog op de faillissementsrekening te worden bijgeschreven. De curator heeft de bedrijfsinventaris laten taxeren door Troostwijk Waardering & Advies B.V., d.d. 10 juli 2002, tezamen met de bedrijfsinventaris van Bronwasser B.V. Na hiertoe verkregen toestemming d.d. 6 september 2002 heeft de curator deze inventaris, tezamen met een aantal andere activa uit het faillissement van Bronwasser B.V. aan een derde verkocht. De koopsom in verband met de inventaris van curanda, ad 1.750 is ontvangen op de faillissementsrekening in het faillissement van Bronwasser B.V. en dient te worden overgeboekt naar de faillissementsrekening in het onderhavige faillissement. Als bijlage 1 wordt aan dit verslag gehecht een financieel activaoverzicht. III. PASSIVA De curator heeft inmiddels alle bekende crediteuren aangeschreven. Tot heden is er een totaalbedrag ad 70.810,24 aan preferente schuldeisers en 696.041,48 aan concurrente schuldeisers ingediend (bijlagen 2 en 3). IV. FAILLISSEMENTSREKENING Het saldo van de faillissementsrekening, aangehouden bij de Kas Bank N.V. te Amsterdam, rekeningnummer 22.28.80.848 bedraagt per heden 11.363,51. 4
V. VOORUITZICHTEN Prioriteit heeft thans het verifiëren van de lopende verplichtingen van de vennootschap en het in kaart brengen van de passiva van de zijde van curanda. Over de vooruitzichten van enige betaling aan de crediteuren valt thans te memoreren dat naar alle waarschijnlijkheid geen uitkering kan worden gedaan. De vooruitzichten zijn dan ook somber. VI. BESTEDE TIJD Door de curator en kantoorgenoten zijn vanaf 4 juli 2002 tot heden circa 91,35 uren besteed aan de behandeling van het onderhavige faillissement. Een opvolgend verslag wordt door de curator geagendeerd op 20 maart 2003. Hilversum, 20 december 2002 J.W. Bouman, curator Bijlagen: voornoemd 5