Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergelijkbare documenten
Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Fiche 7: Verordening definitie, presentatie en etikettering gedistilleerde dranken

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Fiche 3: Wijziging verordening aanvullende steun bij natuurrampen. 1. Algemene gegevens

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

EU-voorstel: Verordening voor de teelt van GGO-gewassen COM(2010) 375

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Fiche 6: Verordening elektronische publicatie van het Publicatieblad van de Europese

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Fiche 3: Verordening voor het toekennen van tijdelijke autonome handelsmaatregelen voor Oekraïne

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Titel voorstel: Voorstel voor een verordening van de Raad inzake de vertaalregelingen voor het EU-octrooi

Tweede Kamer der Staten-Generaal

a) Titel voorstel Proposal for a directive of the European Parliament and of the Council on countering money laundering by criminal law.

Terugwerkende kracht Betreft Ondertekening Bekendmaking Kamerstukken Ondertekening Bekendmaking

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Fiche 2: Verordening wholesale roamingmarkten. 1. Algemene gegevens

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Fiche 2: Aanpassing verordening statuut en financiering Europese politieke partijen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Fiche 4: Wijziging richtlijn administratieve samenwerking op het gebied van belastingen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

Fiche 1: Verordening betreffende geharmoniseerde indexcijfers van de consumptieprijzen en tot intrekking van Verordening (EG) nr.

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 22 Den Haag

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Transcriptie:

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 22 112 Ontwerprichtlijnen Europese Commissie Nr. 147 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 28 februari 2000 Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij vier fiches aan te bieden die werden opgesteld door de Werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC): 1. Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake de toegang tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie. 2. Voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 79/373/EEG betreffende de handel in mengvoeders 3. Voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de productie, de presentatie en de verkoop van tabaksproducten. 4. Mededeling van de Commissie aan de Raad over «Fair Trade» De Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken D. A. Benschop KST44271 ISSN 0921-7371 Sdu Uitgevers s-gravenhage 2000 Tweede Kamer, vergaderjaar 1999 2000, 22 112, nr. 147 1

Fiche 1 Titel Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake de toegang tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie Datum stuk: 1 februari 2000 Nummer van het Commissiedocument: COM(2000)30 final. Eerstverantwoordelijke ministerie: BZ, i.o.m. leden werkgroep EU/WOB Behandelingstraject in Brussel: Het voorstel zal mogelijk worden behandeld in de Werkgroep Informatie of een daartoe nog op te richten groep «Vrienden van het voorzitterschap» en vervolgens (vermoedelijk) worden geagendeerd voor de Algemene Raad. Consequenties voor EG-begroting in Euro (per jaar): geen De Commissie beoogt met dit voorstel te komen tot algemene beginselen en beperkingen inzake het recht van toegang tot documenten. Zij doet haar voorstel op basis van art. 255 EG, waarin wordt gesteld dat iedere burger van de Unie en iedere natuurlijke of rechtspersoon met verblijfplaats of statutaire zetel in een lidstaat recht heeft op toegang tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie. De Raad bepaalt daartoe binnen twee jaar na inwerkingtreding van het Verdrag van Amsterdam, dus vóór 1 mei 2001, de algemene beginselen en de beperkingen op grond van openbare of particuliere belangen betreffende dit recht op toegang tot documenten. De nieuwe regeling zal in de plaats komen van het besluit van de Raad van 20 december 1993 betreffende toegang van het publiek tot documenten van de Raad, het besluit van de Commissie van 8 februari 1994 inzake de toegang tot documenten van de Commissie en het besluit van het Europees Parlement van 10 juli 1997 inzake de toegang tot documenten van het Europees Parlement. Het besluit heeft betrekking op in beginsel alle documenten afkomstig van of in het bezit van de genoemde drie instellingen. Het begrip document wordt in het ontwerp daartoe nader gedefinieerd. Uit deze definitie wordt duidelijk dat niet alleen geschreven, maar ook elektronische en audiovisuele media beschouwd kunnen worden als documenten. Centrale bepaling in de ontwerp-verordening is art. 4, waarin een groot aantal uitzonderingsgronden wordt genoemd. Deze uitzonderingen zijn gebaseerd op de zgn. «harm test», dat wil zeggen toegang tot documenten zal (slechts) worden verleend op voorwaarde dat geen schade wordt gedaan aan een aantal specifieke belangen, die in het artikel expliciet worden genoemd. Rechtsbasis van het voorstel: art. 255 EG Nu het betreft de toegang tot documenten, afkomstig van de instellingen van de EU kunnen de doelstellingen van de Verordening slechts op communautair niveau worden verwezenlijkt. Subsidiariteitstoets is dus positief. De Commissie motiveert niet waarom zij voor de rechtsvorm van een verordening heeft gekozen en niet voor de vorm van een besluit, zoals tot dusverre het geval is. Vraag is of de rechtsvorm van een verordening de meest logische is, gelet op het feit dat de verordening primair betrekking heeft op (documenten van) de instellingen en dus niet primair gericht is op de lidstaten. De proportionaliteitstoets is dus twijfelachtig. Tweede Kamer, vergaderjaar 1999 2000, 22 112, nr. 147 2

Nederlandse belangen: Nederland hecht groot belang aan meer openbaarheid binnen de EU. Het voorstel van de Commissie komt op veel punten niet tegemoet aan de Nederlandse ideeën hierover. Zo zijn er ruime en in een aantal gevallen onnauwkeurig geformuleerde uitzonderingsgronden. Nederland zal er dan ook op aandringen dat het Commissie-voorstel wordt aangepast met als doel te komen tot een zo transparant mogelijk Europees openbaarheidsregime. Consequenties voor nationale regelgeving/beleid c.q. decentrale overheden (betrokkenheid IPO/VNG): Dit zal nog nader worden onderzocht. Rol EP in de besluitvormingsprocedure: De codecisie-procedure (art. 251 EG) is van toepassing. Fiche 2 (handel in mengvoeders) Titel: Voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 79/373/EEG betreffende de handel in mengvoeders Datum stuk: 11 januari 2000 Nummer van het Commissiedocument: COM(1999) 744 def. Eerstverantwoordelijke ministerie: LNV, i.o.m. VWS, EZ, BZ Behandelingstraject in Brussel: Op 24.1.00 is begonnen met de behandeling in de raadswerkgroep diervoeders. Besluitvorming zal in de Landbouwraad plaats vinden. Consequenties voor EG-begroting in EURO (per jaar): geen Het voorstel betreft een wijziging van Richtlijn 79/373/EEG betreffende de handel in mengvoeders op het punt van de eisen ten aanzien van etikettering. Tot nu toe staat Richtlijn 79/373/EEG betreffende de handel in mengvoeders toe dat bij de etikettering van mengvoeders voor gebruiksdieren alleen de bestanddelen en niet de hoeveelheden ervan worden vermeld en dat de bestanddelen per categorie worden aangegeven. Deze categorieën zijn bijvoorbeeld: graan, graanproducten, oliehoudende zaden, visproducten, oliën en vetten, mineralen etc. (Richtlijn 91/357/EEG). De reden waarom voor deze wijze van etikettering werd gekozen, was de complexiteit van de voedermengsels en de bescherming van de bereidingsprocédés. N.a.v. de BSE-crisis in 1996 en de dioxinecrisis in 1999 bleek dat de EG-wetgeving voor voedermiddelen de veiligheid van de voedselketen niet voldoende garanderen. De vermelding van ingrediënten per categorie levert geen nuttige informatie op. Bij een besmetting zoals de met dioxine besmette olie uit België, hangt de mate waarin mengvoeders besmet zijn af van de hoeveelheid besmette bestanddelen die in dat voeder zijn vermengd. Daarom is volledige informatie over alle ingrediënten en de hoeveelheid ervan, zeer belangrijk. Bovendien blijkt dat er geen voederformules met patent bestaan, zodat er bij vermelding van de ingrediënten geen intellectueel eigendomsrecht wordt geschonden. De Landbouwraad van juni 1999 verzocht de Commissie naar aanleiding van de dioxinecrisis zich te beraden op eventueel noodzakelijke wijzi- Tweede Kamer, vergaderjaar 1999 2000, 22 112, nr. 147 3

gingen van de diervoedervoorschriften. Het voorliggende voorstel past in het kader van het werkprogramma dat de Commissie in antwoord daarop in de Landbouwraad van juli 1999 aankondigde. Bovendien maakt dit voorstel deel uit van het Witboek Voedselveiligheid (actie 24) dat de Commissie in januari 2000 heeft gepresenteerd. Voorgesteld wordt etikettering volgens de zogenaamde open formule voor te schrijven; dat wil zeggen een declaratie van alle samenstellende bestanddelen volgens procentuele samenstelling. Voor mengvoeders voor huisdieren hebben producenten de keus tussen het vermelden van de ingrediënten volgens procentuele samenstelling of in afnemende volgorde van gewicht. Rechtsbasis van het voorstel: Artikel 152 EG Verdrag Positief. Het is wenselijk dat, voor een eenduidige benadering van volksgezondheidsaspecten en ter voorkoming van concurrentiedistorsie, deze materie op Gemeenschapsniveau wordt geregeld. Hiervoor is passende aanvullende Gemeenschapswetgeving nodig hetgeen met dit voorstel wordt bereikt. Nederlandse belangen: Nederland heeft belang bij aanscherping van de eisen aan etikettering van diervoeders die de volksgezondheid beter beschermen. Consequenties voor nationale regelgeving/beleid c.q. decentrale overheden (betrokkenheid IPO/VNG): Vooralsnog te implementeren door het Productschap Diervoeder, door middel van (aanpassing van) een Productschapverordening. Rol EP in de besluitvormingsprocedure: Co-decisie. Fiche 3 (etikettering tabaksproducten) Titel: Voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de productie, de presentatie en de verkoop van tabaksproducten. Datum stuk: 10 januari 2000 Nummer van het Commissiedocument: COM (1999) 594. Eerstverantwoordelijke ministerie: VWS i.o.m. EZ. Behandelingstraject in Brussel: gelijktijdig via het Europees Parlement en de Raadswerkgroep Gezondheid in behandeling; agendering in Gezondheidsraad van 11 mei 2000. Consequenties voor EG-begroting in EURO (per jaar): geen. Doel van dit voorstel is drie bestaande interne marktrichtlijnen 89/622/ EEG, 90/239/EEG en 92/41/EEG inzake maximering van het teergehalte van sigaretten, het verbod op bepaalde tabaksproducten voor oraal gebruik en de etikettering van tabaksproducten te herzien, teneinde de bepalingen van deze richtlijnen aan te passen aan nieuwe wetenschappelijke inzichten en te vervolledigen met het oog op de voltooiing van de interne markt, Tweede Kamer, vergaderjaar 1999 2000, 22 112, nr. 147 4

daarbij uitgaande van een hoog niveau van bescherming van de volksgezondheid, zoals neergelegd in het Verdrag. De te nemen maatregelen houden in: het teergehalte van sigaretten met ingang van 31 december 2003 tot maximaal 10 mg. per sigaret verlagen; het nicotinegehalte van sigaretten met ingang van 31 december 2003 maximeren op 1 mg. per sigaret; het koolmonoxidegehalte van sigaretten met ingang van 31 december 2003 maximeren op 10 mg. per sigaret; (hiervoor worden de meetmethoden van de Internationale Organisatie voor Normalisatie (ISO) gehanteerd.) vermelding van de teer-, nicotine- en koolmonoxidegehaltes op één kant van de sigarettenpakjes (minstens 10% van die oppervlakte); op alle verpakkingseenheden van tabaksproducten moet conform de voorschriften één van de volgende algemene waarschuwingen worden aangebracht: «Roken is dodelijk.»; «Roken kan dodelijk zijn.»; de lidstaten mogen kiezen uit een aantal bijkomende waarschuwingen op de verpakking van alle tabaksproducten om rokers nadrukkelijk te wijzen op de gevaren van tabaksgebruik voor de gezondheid; de algemene en bijzondere waarschuwingen moeten elk minstens 25% beslaan van de beide grootste oppervlakten van de verpakking van tabaksproducten; termen als «light» en «mild» worden verboden; er komt een zodanige regulering van ingrediënten en additieven dat tabaksfabrikanten verplicht zijn deze uiterlijk 31 december 2003 (en nadien jaarlijks) te melden aan de lidstaten. Rechtsbasis van het voorstel: artikel 95. vanuit het oogpunt van subsidiariteit, proportionaliteit en deregulering zijn er op hoofdpunten geen bezwaren tegen het richtlijnvoorstel. Het richtlijnvoorstel heeft een duidelijke meerwaarde ten opzichte van nationale regelgeving ter zake. Voor de sigarenindustrie zal nog worden bezien of de voorgestelde regelgeving proportioneel uitwerkt. Nederlandse belangen: vermindering handelsbelemmeringen gepaard gaande met intensivering van de tabakspreventie en dus uiteindelijk minder ziekte en sterfte. Consequenties voor nationale regelgeving/beleid c.q. decentrale overheden (betrokkenheid IPO/VNG): Nadat richtlijn tot stand is gekomen, zal deze zo snel mogelijk worden geïmplementeerd via (een algemene maatregel van bestuur krachtens) de Tabakswet. Rol EP in de besluitvormingsprocedure: codecisie. Fiche 4:(Fair Trade) Titel: Mededeling van de Commissie aan de Raad over «Fair Trade» Datum stuk: 17 december 1999 Nummer van het Commissiedocument: COM(99) 619 def. Eerstverantwoordelijke Ministerie: EZ, i.o.m. BZ/OS, LNV, VROM, SZW Tweede Kamer, vergaderjaar 1999 2000, 22 112, nr. 147 5

Behandelingstraject in Brussel: nog niet bekend Consequenties voor EG-begroting in EURO per jaar: n.v.t. Commissie geeft in haar mededeling een overzicht van wat er aan fair trade-activiteiten in de Europese Unie plaatsvinden en op welke wijze de Europese Unie momenteel hieraan een bijdrage levert. Deze mededeling bevat daarmee ook de eerste uitgangspunten voor een door de Commissie te bepalen standpunt t.a.v. fair trade. De Commissie signaleert een toenemende aandacht voor, en vraag van consumenten naar fair trade producten, bijvoorbeeld fair trade bananen. Geconstateerd wordt dat met name kleine producenten in ontwikkelingslanden baat kunnen hebben bij deze activiteiten. De Commissie voorziet met name een rol voor de Europese Unie bij het verlenen van steun bij het opstellen van criteria voor toekenning van labels en voor certificering en eventuele controle daarop (zonder daarvoor al concrete voorstellen te doen). Uitgangspunt is dat het om positieve en vrijwillige stimulansen in het handelsverkeer zou moeten gaan. Daarnaast zou de consument beter moeten worden geïnformeerd over de beschikbaarheid van fair trade producten. Rechtsbasis van het voorstel: n.v.t., het betreft een mededeling Subsidiariteit: Positief. Op basis van artikel 177 EG (Europees ontwikkelingsbeleid) kan de Cie voorstellen doen op dit gebied. In verband met de exclusieve bevoegdheid van de EG op handelspolitiek gebied ligt communautair optreden ook hier voor de hand. Daarbij kan nog worden opgemerkt dat het om particuliere initiatieven op vrijwillige basis gaat, waarbij de Commissie slechts een ondersteunende rol voor de Europese Unie voor ogen heeft. De mededeling is, op verzoek van de Raad, reeds in 1998 door de Commissie toegezegd. Proportionaliteit, deregulering: vooralsnog n.v.t. Nederlandse belangen In Nederland is relatief veel belangstelling voor fair trade producten. Fair trade kan een bijdrage leveren aan positie van kleine producenten in ontwikkelingslanden. Nederland pleit daarom voor voldoende mogelijkheden voor markttoegang voor fair trade producten op de Europese markt. De Europese Unie kan door middel van een ondersteunende rol voor deze particuliere initiatieven een bijdrage leveren aan de vraag naar fair trade producten. Consequenties voor de nationale regelgeving en beleid c.q. decentrale overheden (betrokkenheid IPO / VNG): n.v.t. Rol EP in de besluitvormingsprocedure: Geen rol voorzien, betreft een mededeling. Wel heeft ook het EP specifiek om de mededeling gevraagd (en zal deze dan ook toegezonden krijgen). Tweede Kamer, vergaderjaar 1999 2000, 22 112, nr. 147 6