Advies over de Vlaamse ontwerpstrategie duurzame ontwikkeling: Samen grenzen ver-leggen

Vergelijkbare documenten
Advies over de decreetwijziging betreffende de Regionale Technologische Centra (RTC)

Advies ten gronde over certificaatsupplementen

Advies over het strategisch plan De Vlaming leeft gezonder in 2025

Ex ante evaluatie van beleid en regelgeving: focus op impact assessments VEP studiedag 30 april 2010

Advies over Vlaanderen in 2050: mensenmaat in een metropool? Groenboek beleidsplan Ruimte

Advies opgemaakt door Vlaams Instituut Gezond Leven, VAD, Sensoa en VWVJ

Advies over de voorstellen van opleidingsprofiel voor het secundair volwassenenonderwijs

Advies over het voorstel van onderwijskwalificatie graduaat in het winkelmanagement

Brussel, 8 juli _SERV-advies projecten VSDO. Advies. Projecten Vlaamse strategie duurzame ontwikkeling

Advies. over het ontwerp van kaderdecreet Vlaamse ontwikkelingssamenwerking

Advies. Actieplan Ondernemend Onderwijs Brussel, 15 februari 2016

Het volwassenenonderwijs en levenslang leren: een krachtige synergie

Advies over het Belgische rapport voor de Voluntary National Review 2017

ADVIES Vlaamse Strategie Duurzame Ontwikkeling

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Advies over het uitvoeringsbesluit over de erkenning van beroepskwalificaties en van onderwijskwalificaties voor se-n-se en hbo5

Advies over de voorstellen van opleidingsprofielen voor het secundair volwassenenonderwijs

Advies over de operationalisering van het begrip leerlingenpopulatie

Advies over een voorstel van opleidingsprofiel volwassenenonderwijs (OP Bibliotheekmedewerker informatiebemiddelaar )

Advies over wijzigingen aan besluiten over tijdelijke projecten in het basisonderwijs en het secundair onderwijs

Advies over een voorstel van opleidingsprofiel volwassenenonderwijs Studiegebied Slagerij

Brussel, 10 september _AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen. Advies. Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen

Advies. Voorontwerp van decreet houdende wijziging van decretale bepalingen inzake wonen als gevolg van het bestuurlijk beleid

ADVIES VIZIER 2030 DOELSTELLINGENKADER VLAANDEREN

Engagementsverklaring

Eerste krachtlijnen. Het Post-2015 doelstellingenkader. Coördinatie Ontwerp Standpuntbepaling. voor de Vlaamse Regering

Competenties van leerkrachten in scholen met een katholiek geïnspireerd opvoedingsproject

Advies over de evaluatie van de eindtermen en ontwikkelingsdoelen voor het basisonderwijs

Advies over het ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende de organisatie van tijdelijke projecten in het basis- en secundair onderwijs

Advies over de procedure voor de actualisering en schrapping van beroepskwalificaties

MEDEDELING AAN DE VLAAMSE REGERING

ADVIES Beleidsnota Mobiliteit en Openbare Werken

Advies over de implementatie van ISCED 2011 in Vlaanderen

De 2030-agenda voor duurzame ontwikkeling in Vlaanderen

Advies over de moderniseringsagenda hoger onderwijs van de Europese Unie

Advies over de openbaarheid van financieringskenmerken van leerlingen

VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2014/3 naar aanleiding van het Vlaams Ouderenbeleidsplan

Huizen van het Kind. Gezinnen ondersteunen in hun kracht

Advies. Conceptnota tripartite overlegstructuur voor het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid. Brussel, 26 mei 2015

Ontwerp van decreet betreffende de organisatie van hulp- en dienstverlening aan gedetineerden DE VLAAMSE REGERING,

ADVIES Vlaams Jongerenpact

Advies over de erkenning van een nieuw structuuronderdeel in het gewoon voltijds secundair onderwijs: Productontwerpen - tweede graad

ADVIES. Algemene Raad. 28 mei 2009 AR/GDR-GCA/ADV/026

Congres VELOV Elementen voor de toespraak van Pascal Smet Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel Mechelen, 26 maart 2014

gezamenlijk advies 22 januari 2013

decreet leerlingenbegeleiding november 2018

Reflectie op besluitvorming en handelen

De beleidsnota Omgeving

Brussel, 5 februari _Advies_Huizen_van_het_Nederlands. Advies. over het voorontwerp van decreet betreffende de Huizen van het Nederlands

Vraag nr. 403 van 8 maart 2013 van MARIJKE DILLEN

VLAAMS VRIJWILLIGERSBELEID

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Rapport over de screening van ontwerpcertificaatsupplementen

VLAAMSE OUDERENRAAD. Advies 2009/1 Sport en Bewegen voor ouderen. Vlaamse Ouderenraad 25 maart 2009 Koloniënstraat bus Brussel

Advies over de voorstellen van opleidingsprofielen volwassenenonderwijs voordrachten januari, februari en maart 2016

ADVIES. Algemene Raad. 25 september 2008 AR/PCA/ADV/002

Organisatie van opvang en vrijetijdsbesteding van schoolkinderen [1]

INTERGEMEENTELIJKE ONROERENDERFGOED- DIENSTEN (IOED S)

VIGeZ, De evaluatiematrix: Een planningsmodel voor de evaluatie van projecten binnen de gezondheidsbevordering, geïntegreerd met RE-AIM.

Advies BVR duaal leren BuSO

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie opvang en vrijetijd van kinderen. Ronde van Vlaanderen 2016

DE VLAAMSE MINISTER VAN CULTUUR, JEUGD, SPORT, BRUSSELSE AANGELEGENHEDEN EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING,

Relevante regelgeving. 1. Europese en Vlaamse doelstellingen inzake levenslang leren 1 2

ADVIES Beleidsnota s Cultuur, Leefmilieu en Natuur

Beïnvloeden internationale denkkaders Vlaamse beleidsdossiers? Een kijk vanuit het middenveld

ADVIES OVER HET FONDS TER STIMULERING VAN STEDELIJKE EN PLATTELANDSINVESTERINGEN

Advies over voorontwerp van decreet houdende diverse bepalingen onderwijs

Vlaamse Regering keurt voorontwerp decreet Kinderopvang goed

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Beleidsplanning in Geel. Welke plaats heeft gezondheid in dit geheel?

Wendbaarheid binnen de Vlaamse overheid: het witboek open en wendbare overheid

Ontwikkelingseducatie in het onderwijs. Een gemeenschappelijk kader voor de scholenwerking van de ngo s, als onderdeel van de noordwerking

Advies over de keuzemodule 'armoede en sociale uitsluiting' in enkele opleidingsprofielen basiseducatie

VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2015/6 naar aanleiding van de aanbeveling van de Raad van Europa over de rechten van ouderen

Sterk door overleg. Adviesfunctie

Verslag aan de Provincieraad

Beleidsaanbevelingen over onderwijs aan kinderen met ernstige en meervoudige beperkingen

Advies. Voorontwerp van Brusseldecreet. Brussel, 17 september 2018

JAARACTIEPLAN Sept 2015 Aug 2016 RTC Vlaams-Brabant VZW

Advies over nieuwe opleidingen in het dbso voor textielverzorging en de groensector

Over thuis, buurt, kinderopvang, kleuteronderwijs en transitie

Voorstel van resolutie. betreffende het verhogen van de uitstroom van het aantal afstuderenden in exact-wetenschappelijke en technische richtingen

Betreft: Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie voor de opvang- en vrije tijd van schoolkinderen

Advies over voorstellen van opleidingsprofielen en van referentiekader voor het leergebied wiskunde voor de basiseducatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Op mondiaal niveau werd in 2012 de Wereldconferentie Duurzame Ontwikkeling georganiseerd. Op basis van de uitkomst van deze

VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2011/2 over de aanpassing van het Decreet ouderenbeleidsparticipatie

Staten-Generaal Opvang en Vrije tijd van schoolkinderen. Docentendag Pedagogie Jonge Kind 12 september 2014

Introductie: gebruik van het CIPO beoordelingskader

Advies over het ontwerpbesluit betreffende het tijdelijk project leerlingenvervoer buitengewoon onderwijs

Memorandum 2019 voor een Digitaal en Mediawijs Vlaanderen

Advies over de beleidsbrief

Bisconceptnota. Betreft: Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie voor de opvang- en vrije tijd van schoolkinderen

Visie van de stuurgroep volwassenenonderwijs m.b.t. werken aan geletterdheid in het volwassenenonderwijs

(Fiets)logistiek integreren in het lokale mobiliteitsbeleid

BRIEFADVIES. 1 maart 2012 VLAAMS NME-BELEID VOOR DE TOEKOMST

over het Besluit van de Vlaamse Regering ter uitvoering van het decreet algemeen welzijnswerk

De evolutie van de preventie in een Europees kader

Transcriptie:

ADVIES Algemen Raad 23 september 2010 AR-AR-KST-ADV-002 Advies over de Vlaamse ontwerpstrategie duurzame ontwikkeling: Samen grenzen ver-leggen VLAAMSE ONDERWIJSRAAD, KUNSTLAAN 6 BUS 6, 1210 BRUSSEL www.vlor.be

Advies over de Vlaamse ontwerpstrategie duurzame ontwikkeling: Samen grenzen ver-leggen 1 Situering Het decreet ter bevordering van duurzame ontwikkeling van 18 juli 2008 geeft het kader voor het Vlaamse beleid voor duurzame ontwikkeling en de Vlaamse Strategie Duurzame Ontwikkeling (VSDO). Deze strategie moet voorbereid worden in overleg met de verschillende bestuursniveaus en maatschappelijke actoren en voorgelegd worden aan de SERV, Minaraad, Strategische Adviesraad Internationaal Vlaanderen (SARiV) en worden doorgestuurd naar de andere betrokken strategische adviesraden. De Vlaamse Regering dient de strategie goed te keuren en mee te delen aan het Vlaams Parlement. Op 23 juli 2010 hechtte de Vlaamse Regering haar principiële goedkeuring aan de ontwerpstrategie duurzame ontwikkeling. De strategische adviesraden krijgen tot 7 oktober 2010 de tijd om advies uit te brengen over deze ontwerpstrategie. In oktober zullen de adviezen van de SAR s besproken en verwerkt worden door een ambtelijke beleidsdomeinoverschrijdende werkgroep Duurzame Ontwikkeling. Dit advies werd voorbereid door een werkgroep van de Algemene Raad onder voorzitterschap van mevrouw M. Douterlungne. Het advies werd unaniem goedgekeurd. 2 Een brede definitie voor duurzame ontwikkeling De definitie die de Vlaamse overheid gebruikt voor alles wat te maken heeft met duurzame ontwikkeling, is die uit het decreet ter bevordering van duurzame ontwikkeling (Art.2, 1 ): Duurzame ontwikkeling voorziet in de behoeften van de huidige generatie zonder de mogelijkheden tot behoeftevoorziening van toekomstige generaties in gevaar te brengen, waarbij aandacht gegeven wordt aan de integratie van en de synergie tussen de sociale, de ecologische en de economische dimensie, en waarvan de realisatie een veranderingsproces vergt waarin het gebruik van hulpbronnen, de bestemming van investeringen, de gerichtheid van technologische ontwikkeling en institutionele veranderingen worden afgestemd op zowel toekomstige als huidige behoeften. Omdat duurzame ontwikkeling een dergelijk omvattend gegeven is, kon er bij het formuleren van dit advies geput worden uit een aantal Vlor-adviezen die in het recente verleden werden geformuleerd: - Advies over de uitdagingen met betrekking tot de onderwijsinfrastructuur van 29 april 2010; - Naar een duurzame geletterdheid. Advies naar aanleiding van de stand van zaken bij het strategisch plan Geletterdheid Verhogen 2005-2011 van 25 maart 2010. - Raamadvies over educaties van 26 november 2009; - Advies gezondheidsbevordering op school van 26 maart 2009; - Advies over de aanvragen voor nieuwe structuuronderdelen in het voltijds gewoon secundair onderwijs van 24 maart 2009 (o.a. het structuuronderdeel duurzaam wonen); 1

- Onderwijs: kiem voor onderzoek en innovatie van 13 mei 2008 (gezamenlijk advies met de Vlaamse Raad voor Wetenschapsbeleid (VRWB 1 )); - Advies over educatie voor duurzame ontwikkeling in het leerplichtonderwijs van 22 maart 2007 (gezamenlijk advies met de Minaraad). 3 De VSDO vraagt meer participatie In het ontwerp van VSDO wordt er een belangrijke klemtoon gelegd op een breed maatschappelijk engagement als basis voor governance. Duurzame ontwikkeling wordt gezien als een maatschappelijke uitdaging en transitie en is volgens de tekst per definitie een gedeelde verantwoordelijkheid. Deze gedeelde verantwoordelijkheid is gefundeerd op afstemming, eerlijkheid, vertrouwen, openheid en toegankelijkheid. Logischerwijs vindt de Vlaamse Regering het participatiebeginsel dan ook bijzonder relevant voor het beleid voor duurzame ontwikkeling. Participatie kan de kwaliteit van en steun voor deze beslissingen verhogen en hun uitvoering vergemakkelijken. Als strategische adviesraad is de Vlor uiteraard vragende partij voor een participatieve aanpak van duurzame ontwikkeling. Daarbij wil de raad vooral beklemtonen dat de overheid een belangrijke rol speelt en verantwoordelijkheid draagt voor de organisatie van het participatieve proces. Het volstaat immers niet om haar verantwoordelijkheid af te schuiven en het middenveld mee verantwoordelijk te stellen voor de uitvoering van de VSDO, zonder dat er een duidelijke rol omschreven wordt voor dat middenveld. In het ontwerp van VSDO wordt er nergens expliciet verwezen naar de strategische adviesraden, hoewel zij bij uitstek een overleg tussen stakeholders zijn. Als men succes wil hebben, moet men aansluiten bij bestaande structuren, die vaak al zinvol werk hebben verricht over deze thematiek (cfr. adviezen vermeld in 2). De erkenning en waardering van bestaande overlegstructuren en netwerken is volgens de Vlor dan ook een absolute voorwaarde voor de nieuwe vorm van governance waarvoor wordt gepleit. 4 Educatie Duurzame Ontwikkeling (EDO) 4.1 EDO als verbindend concept In de pas verschenen publicatie De vlag en de lading 2 wordt EDO als volgt gedefinieerd: Leren denken over en werken aan een leefbare wereld, nu en in de toekomst, voor onszelf en voor anderen, hier en elders op de planeet. (p.5) De Verenigde Naties riepen 2005-2014 uit tot Decennium van Educatie voor Duurzame Ontwikkeling. Dit initiatief draagt zeker bij tot het toenemende belang dat aan EDO wordt besteed, maar volstaat niet als verklaring. Ecologische, economische, culturele, historische, ethische, religieuze, technologische, sociale en politieke aspecten hebben elk hun impact op onze samenleving en beïnvloeden elkaar bovendien. In zo n complexe en onvoorspelbare wereld ontstaan nieuwe noden voor educatie. EDO kan richting geven aan een andere kijk op educatie. EDO is dan ook geen nieuwe educatie, maar eerder een richtinggevend en verbindend concept waaraan vanuit verschillende invalshoeken kan worden gewerkt. 1 De VRWB werd op 1 januari 2010 vervangen door de Vlaamse Raad voor Wetenschap en Innovatie (VRWI) 2 Vlaamse overheid, Departement Leefmilieu, Natuur en Energie (2010) De Vlag en de lading. Educatie voor duurzame ontwikkeling. Brussel: Vlaamse overheid, Departement Leefmilieu, Natuur en Energie.

4.2 EDO en het pedagogisch project Zowel in het raamadvies over educaties als in het advies over EDO, wijst de Vlor op de verantwoordelijkheid van scholen om gecoördineerde inspanningen te doen om een aantal maatschappelijke thema s te behandelen. Gezien de verwachtingen van de samenleving ten aanzien van het onderwijsveld sterk toenemen, is het echter noodzakelijk dat de scholen vanuit hun eigen perspectief nadenken over hoe ze omgaan met educaties. Een hoog responsief vermogen betekent immers dat scholen tegelijk open en selectief zijn. Het primaat van de pedagogische missie en de vraag naar ruimte voor het eigen pedagogisch project, houdt dus ook in dat de school open staat voor nieuwe ontwikkelingen en inzichten. De Vlor ziet een duidelijke rol weggelegd voor EDO in het onderwijs, maar is van mening dat alle onderwijsinstellingen vanuit hun pedagogisch project de eindbeslissing hebben over het ingaan op educaties en hoe ze aan EDO werken. Om de nodige dwarsverbanden tussen de verschillende educaties te leggen, zijn er heel wat decretale (o.a. vakoverschrijdende eindtermen) en niet-decretale kapstokken (tal van projecten) beschikbaar. De Vlor stelt dus niet in vraag of er aan EDO gewerkt moet worden, maar vraagt wel dat dit gebeurt vanuit de pedagogische missie van de school. De toegenomen aandacht voor EDO en de recente opname van de context Duurzame ontwikkeling en omgeving in de vakoverschrijdende eindtermen van het secundair onderwijs maken dat er nog een belangrijke weg dient afgelegd te worden. Het feit dat duurzaamheidsvraagstukken een geïntegreerde benadering vragen, maakt het werken aan EDO er bovendien niet eenvoudiger op. Elke school bevindt zich ergens anders in het implementatieproces en kan daarbij begeleiding gebruiken. 4.3 Overleg over en begeleiding van EDO Het EDO-overlegplatform zoals het vandaag bestaat en wordt georganiseerd, sluit aan bij de vraag van de Vlor naar een structureel overleg tussen de verschillende actoren die betrokken zijn bij een educatie. Daarnaast ondersteunt de Vlor het pleidooi uit het ontwerp van VSDO voor een goede procesbegeleiding bij de implementatie van EDO. In het kwaliteitsdecreet zijn er duidelijke aanknopingspunten om de rol en de opdracht van de pedagogische begeleidingsdiensten op het vlak van educaties te omschrijven. Het gaat ondermeer om: - ondersteuning van de scholen bij realisatie van het eigen pedagogisch project; - ondersteuning bij de bevordering van onderwijskwaliteit en in de ontwikkeling tot een professionele lerende organisatie; - aanreiken, stimuleren en ondersteunen van onderwijsinnovaties. Hoewel het schoolteam steeds de motor blijft, kunnen netgebonden pedagogische begeleidingsdiensten en nascholingsinitiatieven schoolteams begeleiden bij hun keuze om zich te profileren op basis van een bepaalde educatie. Voor zowel de inhoud als de methodiek zijn de begeleidingsdiensten belangrijke partners. Tot slot vraagt de Vlor dat de lerende netwerken rond duurzame ontwikkeling in het hoger onderwijs verder uitgebouwd en ondersteund worden. De eerste ervaringen met de lerende netwerken worden immers positief geëvalueerd. 3

4.4 Drie dimensies van EDO benadrukken De Vlor pleit ervoor dat EDO zich, in lijn met de brede definitie uit het decreet ter bevordering van duurzame ontwikkeling, op de drie poten van duurzame ontwikkeling richt. Niet alleen de ecologische, maar ook de sociale en economische poot moeten een duidelijke plek krijgen in EDO. De Vlor wijst dan ook op twee recente adviezen die toelaten dwarsverbanden te leggen met de sociale dimensie van EDO en die op geen enkele manier verwerkt zijn in het ontwerp van VSDO: gelijke kansen op duurzame geletterdheid en gezondheidsbevordering op scholen. Daarnaast verwijst het advies over schoolinfrastructuur naar de economische poot van het onderwijsbeleid en hoe die op gespannen voet kan staan met de ecologisch-educatieve poot in EDO. 4.4.1 Gelijke kansen op duurzame 3 geletterdheid De Vlor definieert geletterdheid voor het beleidsdomein onderwijs als educatief functioneren. Geletterdheid in onderwijs is dus niet alleen een functionele geletterdheid maar ook een duurzame geletterdheid. Een duurzame geletterdheid stelt mensen in staat levenslang te leren en daarbij zelf de motor te zijn voor hun eigen ontwikkeling. De achterliggende competenties van een diploma secundair onderwijs en de vakoverschrijdende eindtermen leren-leren sluiten volgens de Vlor goed aan bij een definitie van duurzame geletterdheid. Goed onderwijs dat gelijke kansen biedt aan alle leerlingen is dan ook de beste manier om geletterdheidsrisico s bij leerplichtigen te voorkomen. Dit is een reden te meer om de ongekwalificeerde uitstroom uit het onderwijs te reduceren. De Vlor vraagt om in een nieuw actieplan voor armoedebestrijding dezelfde geletterdheiddoelstellingen op te nemen als in het plan Geletterdheid Verhogen. Er is nood aan een wisselwerking tussen beide initiatieven om tot een geïntegreerde aanpak te komen. Momenteel wordt die samenwerking nog te weinig gestimuleerd. 4.4.2 Gezondheidsbevordering op school De brede definitie van gezondheid zoals geformuleerd door de Wereldgezondheidsorganisatie ( definitie van Ottawa ) vormt de basis voor de gezondheidsbevordering op scholen: gezondheid is niet alleen een afwezigheid van ziekte en handicap maar een staat van volledig fysiek, psychisch en sociaal welbevinden 4. Met het project Gezondheidsbevordering op school ondersteunt de Vlor al enkele jaren het gezondheidsbeleid in het onderwijs. Zowel het actieplan Op uw gezondheid (2006-2009) als het nieuwe actieplan Op uw gezondheid II (2010-2014) gaan uit van de methodiek gezonde school. 5 In haar publicatie Vitaminen voor een gezondheidsbeleid op school 6 besteedt de Vlor-commissie Gezondheidsbevordering uitgebreid aandacht aan hoe scholen deze methodiek kunnen integreren in hun globaal schoolbeleid. Specifiek met betrekking tot preventie (ontwerp VSDO, p. 97) pleit de Vlor voor de methodiek gezonde school. Educatief en pedagogisch is de creatie van een gezonde 3 De term duurzaam wordt hier gebruikt in de betekenis van langdurig, blijvend. 4 www.who.int/hpr/nph/docs/ottawa_charter_hp.pdf 5 In de jaren '90 ontwikkelde de Wereldgezondheidsorganisatie een methodiek voor een efficiënt gezondheidsbeleid voor scholen: the health promoting school : Clift, S. & Jensen B.B. (eds.) (2005). The health promoting school: international advances in theory, evaluation and practice. Copenhagen, Danish University of Education Press. Het Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie en Ziektepreventie (VIGeZ) hertaalde deze methodiek naar de Vlaamse situatie: Moens, Olaf (2006). Werken aan een gezondheidsbeleid op school. Brussel: VIG 6 Caris, Greet; De Mets, Jan & et.al. (red.) (2009). Vitaminen voor een gezondheidsbeleid op school: Praktijkgids voor een gezondheidsbeleid op de Vlaamse basis- en secundaire school. Brussel: Vlor

omgeving een adequaat middel tot preventie (een speelplaats met veel uitdagingen, een gezond aanbod van tussendoortjes en drankjes, en afspraken hierover). 4.4.3 Naar een duurzame onderwijsinfrastructuur? Het Vlor-advies over onderwijsinfrastructuur bracht de spanning tussen de principes van duurzame ontwikkeling en de economische realiteit zeer duidelijk naar boven. In het ontwerp van VSDO worden er o.a. acties geformuleerd voor een verstrengen van de energieprestatie regeling voor nieuwbouw (p.57) en voor een verduurzaming van gesubsidieerde gebouwen (p.92). In de eerste plaats verbaast het de Vlor dat er geen expliciete beleidskeuze is gemaakt om flexibiliteit en aanpasbaarheid van schoolgebouwen op te nemen als voorwaarde voor financiering. Daarnaast stelt de Vlor vast dat er minder onderwijsinfrastructuur kan gerealiseerd worden omwille van de kosten die verbonden zijn aan de bijkomende eisen van de overheid op het vlak van milieunormen voor infrastructuur en door het feit dat het budget voor onderwijsinfrastructuur niet evenredig stijgt. Hierdoor nemen de wachtlijsten verder toe. De Vlor vraagt dat de overheid de mogelijke gevolgen van nieuwe reglementering op zowel nieuwe als bestaande onderwijsinfrastructuur op voorhand inschat. Op basis van deze effectenrapportering zijn er twee conclusies mogelijk: - De regelgeving is niet relevant of onredelijk voor onderwijsinfrastructuur en is bijgevolg niet van toepassing binnen onderwijs; - De regelgeving wordt wel geheel of gedeeltelijk toegepast en voor de te verwachten meerkost wordt er bijkomende financiering voorzien. Tot slot pleit de Vlor ervoor dat de overheid niet investeert in éénmalige operaties waarin duurzame infrastructuur centraal staat, maar die ten koste gaan van de projecten die al op de wachtlijst staan. Een structurele verhoging van de reguliere middelen is de enige mogelijkheid om ervoor te zorgen dat scholen niet gedwongen worden om suboptimale en mogelijk minder duurzame oplossingen te zoeken voor hun schoolinfrastructuur. Het is dus niet altijd evident om EDO zoals o.a. geformuleerd in de vakoverschrijdende eindtermen te integreren in het eigen economische beleid van scholen. De geïllustreerde noodzaak tot integratie tussen de verschillende dimensies van duurzame ontwikkeling is op zich een waardevol gegeven omdat het om duiding vraagt. Lerenden moeten zich bewust zijn van deze spanningen in de samenleving en hiermee leren omgaan. 4.5 EDO gericht op duurzaam wonen en bouwen In het ontwerp van VSDO wordt er een actie gelanceerd om aspecten van duurzaam wonen en bouwen te integreren in de leerplannen en opleidingen (p.50). De Vlor wijst er op dat het decreet op de kwalificatiestructuur een nauwe relatie bepaalt tussen de beroepscompetentieprofielen die door de sociale partners van een sector worden omschreven en de curricula van beroepsgerichte opleidingen tot en met het hoger beroepsonderwijs. Het is dus van groot belang dat de sociale partners aspecten van duurzaamheid omschrijven in de beroepscompetentieprofielen. Op die manier worden duurzaamheidsaspecten gegarandeerd meegenomen in de beroepsgerichte opleidingen. Een tweede bedenking die de Vlor wenst te maken is dat de aspecten van duurzaamheid niet alleen in de curricula van de bouwgerichte opleidingen verwerkt moeten worden. In het advies over nieuwe structuuronderdelen van het secundair onderwijs van 24 maart 2009 5

stelt de Vlor dat het aspect duurzaamheid algemene ingang in het onderwijs kent en dat het van toepassing is op alle opleidingen. 5 Wetenschap en innovatie De Vlor ondersteunt het pleidooi in het ontwerp van de VSDO voor een zo ruim mogelijke instroom in het hoger onderwijs (p.76). In hun gezamenlijk advies over de rol van het hoger onderwijs als basis voor onderzoek en innovatie beklemtoonden de Vlor en de Vlaamse Raad voor Wetenschapsbeleid de nood aan een zo hoog mogelijke instroom in het hoger onderwijs om de kenniseconomie mogelijk te maken. Daarbij gaat het niet enkel om wetenschappelijke en technologische opleidingen. Voorwaarden die nodig zijn om deze doelstelling te bereiken zijn o.a. een verdere democratisering van het onderwijs, flexibilisering om zij-instromers en doelgroepstudenten meer kansen te bieden en het stimuleren van levenslang leren door leerladders en leernetwerken uit te bouwen. De doelstelling is dat elke lerende zijn talent maximaal kan ontplooien. In de visie van het ontwerp van de VSDO wordt innovatie breed omschreven. Deze brede benadering wordt echter niet vertaald in de acties. Daar wordt de klemtoon vooral gelegd op de klassieke wetenschappelijke en technologische innovatie. De Vlor beklemtoont dat innovatie in alle onderwijsvormen en -niveaus, studiegebieden en wetenschapsdomeinen moet gestimuleerd worden. Tot slot wil de Vlor de rol van het hoger onderwijs om te beantwoorden aan maatschappelijke uitdagingen niet beperken tot de grote projecten. Via dienstverlening en lerende netwerken kan er ook heel wat expertise ten dienste gesteld worden van de samenleving. 6 Afsluitend De Vlor is van oordeel dat het ontwerp voor een Vlaamse strategie voor duurzame ontwikkeling een belangrijke en waardevolle oefening is om een aantal grote lijnen uit te zetten voor de middellange en lange termijn. Het positivisme dat aan de grondslag ligt van het ontwerp en de hoop die er uit spreekt, is nodig om de toekomst vorm te geven. Dit betekent evenwel niet dat er geen drempels zijn. De concretisering van de strategie zal afhangen van het vermogen om beleidsdomeinoverstijgende initiatieven tot een goed einde te brengen. Het ambitieuze, beleidsdomeinoverstijgende karakter van de VSDO botst momenteel soms op de visie, organisatie en financiering van de overheid en een gebrek aan een politiek draagvlak (ontwerp VSDO, p.21). Zo zijn er bijvoorbeeld problemen om beleidsdomeinoverstijgende projecten gefinancierd te krijgen omdat elk beleidsdomein deels verantwoordelijk is, maar die verantwoordelijkheid ook kan afschuiven naar een ander beleidsdomein. Een goede coördinatie en taakverdeling is een belangrijke voorwaarde om tot implementatie te komen. Een ander element dat de waarde van de VSDO zal bepalen is de relatie tot andere strategische plannen als ViA en Pact 2020. Deze plannen vormden het kader waarbinnen het regeerakkoord vorm kreeg. De VSDO krijgt vorm na het regeerakkoord. In welke mate is de VSDO een instrument om het regeerakkoord uit te voeren? Kan de VSDO zijn ambitie waarmaken als een breed kader waarbinnen de noodzakelijke transities van de samenleving gerealiseerd worden?

De Vlor heeft in dit advies willen aantonen dat het belangrijk is om de bestaande initiatieven en structuren in onderwijs nog meer te valoriseren en nieuwe acties hierop te enten. Dit is een voorwaarde om een breed maatschappelijk engagement te creëren voor de noodzakelijke transities om de samenleving op een duurzame leest te schoeien. Daarnaast heeft de Vlor willen wijzen op de brede definitie van duurzame ontwikkeling, door niet alleen de ecologische, maar ook de sociale en economische dimensie te benadrukken die in onderwijs aan bod komen. M. Douterlungne administrateur-generaal A. Demeulemeester Voorzitter 7