Inspectierapport Luuk Dak (KDV) Oranje Nassaustraat 1a 1 2271SJ VOORBURG Registratienummer 137305114 Toezichthouder: GGD Haaglanden In opdracht van gemeente: LEIDSCHENDAM-VOORBURG Datum inspectie: 04-03-2014 Type onderzoek: Regulier onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 26-03-2014
Inhoudsopgave Het onderzoek...3 Observaties en bevindingen...4 Pedagogisch klimaat...4 Personeel en groepen...5 Inspectie-items...6 Gegevens voorziening...8 Gegevens toezicht...8 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum...9 2 van 9
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 3 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. Beschouwing Kinderdagverblijf Luuk Dak maakt deel uit van koepelorganisatie Dak Kindercentra. Per dag worden er maximaal 12 kinderen in de leeftijd van 2-4 jaar opgevangen. Deze locatie staat sinds 1 maart 2013 geregistreerd als kinderdagverblijf, daarvoor als peuterspeelzaal. Er wordt op deze locatie verlengde peuteropvang geboden. Ouders kunnen kiezen voor opvang tijdens de oorspronkelijke peuterspeelzaaltijden (tot 11.45 uur) of tot 15:00 uur. De kinderen slapen niet tijdens de opvang. De groepsruimte wordt tevens gebruikt door BSO Luuk Dak. De kinderen van de BSO zijn nooit gelijktijdig met de kinderen van het kinderdagverblijf aanwezig. Tijdens schoolvakanties is het kinderdagverblijf gesloten. De kinderen kunnen buitenspelen op de aangrenzende buitenspeelruimte. Inspectiegeschiedenis Tijdens het onderzoek na aanvangsdatum exploitatie op 29-01-2013 heeft de toezichthouder geen overtredingen geconstateerd. Verloop inspectie De inspectie heeft onaangekondigd plaats gevonden. De toezichthouder heeft geobserveerd en de vaste beroepskrachten geïnterviewd. Advies aan College van B&W Geen handhaving. Er zijn geen overtredingen geconstateerd. 3 van 9
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk Het oordeel van de toezichthouder is tot stand gekomen door een veelheid aan waarnemingen tijdens de observatie. Tijdens deze observatie van de pedagogische praktijk maakt de inspecteur gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum (opgesteld door GGD Nederland, versie oktober 2013). Onderstaande beschrijvingen, die cursief zijn weergegeven, zijn aan dit instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd. Bij het beoordelen van de observaties is uitgegaan van 4 basiscompetenties vanuit de Wet Kinderopvang, waaraan de pedagogische praktijk minimaal moet voldoen, namelijk emotionele competentie, persoonlijke competentie, sociale competentie en overdracht van normen en waarden. Ter illustratie van het oordeel worden door toezichthouder twee of meer van deze competenties toegelicht met een voorbeeld. Basiscompetentie emotionele veiligheid Er is veel interactie tussen beroepskracht en kind; de interacties zijn vriendelijk en hartelijk. De beroepskrachten besteden veel aandacht aan de kinderen en verwoorden in sommige situaties hun gedrag. Zo vertelt één beroepskracht aan de kinderen dat ze twee verjaardagsmutsen gaat maken aangezien er twee jarigen zijn op de groep. Als de mutsen af zijn laat ze ze zien aan de kinderen en vraagt ze hen of ze ze mooi vinden. Basiscompetentie sociale competentie De beroepskrachten helpen de kinderen actief mee om sociale vaardigheden met leeftijds- en/of groepsgenootjes te ontwikkelen. Eén van de peuters gaat krijten op het krijtbord. Een ander kind vraagt aan de beroepskracht of zij ook mag krijten. Beroepskracht: "Jij mag ook krijten, maar vraag even aan hem of je ook mee mag doen." Basiscompetentie normen en waarden Beroepskrachten hebben voldoende houvast aan en inzicht in de afspraken, regels en omgangsvormen om kinderen hierop voor te leven en te begeleiden. Beroepskrachten besteden aandacht aan regels, afspraken en omgangsvormen. Voorbeelden: - Beroepskracht: "Wanneer wassen we altijd de handjes?". Kind: "Als we gaan eten." - "Dat is niet opruimen, dat is gooien. Ga ze maar in de bak doen." (duplo) - Eén van de beroepskrachten ziet dat er een handdoek op de grond van het kindertoilet ligt. Kind: "Dat had ik gedaan." Beroepskracht: "Dan kan je hem toch ook ophangen? Wil je dat volgende keer even doen?" Gebruikte bronnen: Interview anderen (Gesproken met de aanwezige beroepskrachten) Observaties Pedagogisch beleidsplan 4 van 9
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Toezichthouder heeft de VOG s beoordeeld van alle beroepskrachten die werkzaam zijn op dit kindercentrum en hiernaast ook van de medewerkers die in dienst zijn van de onderneming van de houder en regelmatig of af en toe een bezoek brengen aan dit kindercentrum. Alle beoordeelde VOG s voldoen. Passende beroepskwalificatie De beroepskwalificaties van alle beroepskrachten werkzaam bij dit kindercentrum zijn beoordeeld en voldoen. Beroepskracht-kindratio Deze locatie stond tot 01 maart 2013 geregistreerd als peuterspeelzaal, maar vanwege het aanbieden van verlengde peuteropvang (tot 15:00 uur) is de registratie gewijzigd naar kinderdagverblijf. Bij een peuterspeelzaal mag er in een groep met 9 t/m 16 kinderen naast 1 beroepskracht een vrijwilliger ingezet worden. De beroepskracht-kindratio is voor een kinderdagverblijf echter anders. Daar deze locatie als kinderdagverblijf geregistreerd staat moet er voldaan worden aan de eisen voor een kinderdagverblijf. Bij een kinderdagverblijf mag in de categorie van 2 tot 4 jaar 1 beroepskracht tot en met 7 kinderen opvangen. Bij aanwezigheid van 8 t/m 14 kinderen kan er niet worden volstaan door een vrijwilliger in te zetten, zoals bij een peuterspeelzaal, maar moet er een tweede beroepskracht ingezet worden. Op maandag, woensdag en vrijdag wordt er momenteel gewerkt met 1 beroepskracht en 1 vrijwilliger, op deze dagen zijn er maximaal 7 kinderen aanwezig. Op dinsdag en donderdag worden er twee beroepskrachten ingezet. Op deze dagen mag de houder 8-12 kinderen opvangen, aangezien deze locatie in het LRKP geregistreerd staat met 12 kindplaatsen. Op basis van de aanwezigheidslijsten, het personeelsrooster en de observatie tijdens het inspectiebezoek heeft toezichthouder geconstateerd dat er op alle dagen wordt voldaan aan de beroepskracht-kindratio. Opvang in groepen Er is op deze locatie 1 stamgroep bestaande uit maximaal 12 kinderen van 2-4 jaar. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Telefonisch gesproken met de locatieverantwoordelijke) Interview anderen (Gesproken met de aanwezige beroepskrachten) Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten 5 van 9
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 6 van 9
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 7 van 9
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Luuk Dak Website : http://www.dakkindercentra.nl Vestigingsnummer KvK : 000007886721 Aantal kindplaatsen : 16 Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Gegevens houder Naam houder : Dak kindercentra Adres houder : Postbus 10395 Postcode en plaats : 2501HJ 'S-GRAVENHAGE Website : www.dakkindercentra.nl KvK nummer : 41156590 Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Haaglanden Adres : Postbus 16130 Postcode en plaats : 2500 BC 'S-GRAVENHAGE Telefoonnummer : 070-7525576 Onderzoek uitgevoerd door : M. Groenveld Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : LEIDSCHENDAM-VOORBURG Adres : Postbus 905 Postcode en plaats : 2270AX VOORBURG Planning Datum inspectie : 04-03-2014 Opstellen concept inspectierapport : 24-03-2014 Zienswijze houder : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : 26-03-2014 Verzenden inspectierapport naar houder : 26-03-2014 en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar : 26-03-2014 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 26-03-2014 8 van 9
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Niet van toepassing 9 van 9