De beleidsregel treedt in werking, de dag na publicatie, 21 februari 2013.

Vergelijkbare documenten
De beleidsregel treedt in werking, de dag na publicatie, 21 februari 2013.

Beleidsregels Terug- en Invordering Participatiewet (2015) Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Nijmegen,

De beleidsregels treden in werking op het tijdstip waarop de verordening bestuursrechterlijke geldschulden in werking treedt: 4 december 2012.

Ter besluitvorming door de Raad. Collegevoorstel Openbaar

Beleidsregels terugvordering & verhaal WWB, IOAW, IOAZ

Beleidsregels terugvordering & verhaal WWB

BELEIDSREGELS TERUGVORDERING PARTICIPATIEWET GEMEENTE HELLEVOETSLUIS

Beleidsregels terugvordering & verhaal WIJ

Beleidsregels terugvordering uitkeringen gemeente Noordoostpolder 2015

Beleidsregels Terugvordering WWB, IOAW & IOAZ

Beleidsregels terug- en invordering WWB, IOAW en IOAZ per 1 januari 2013

Beleidsregels terug- en invordering WWB, IOAW en IOAZ gemeente Geldermalsen 2013

Beleidsregels terugvordering, verhaal en invordering Kempengemeenten 2016

Beleidsregels terugvordering, invordering en verhaal WWB/IOAW/IOAZ gemeente Vught.

Beleidsregel terug- en invordering PW, IOAW en IOAZ 2018

Terugvorderingsbeleid Midden-Drenthe

Debiteurenbeleid Sociaal Domein Waalre

Beleidsregels opschorting, intrekking en terug- en invordering Participatiewet, IOAW en IOAZ Rotterdam 2016

GEMEENTEBLAD. Nr Beleidsregel terugvordering gemeente Elburg

Beleidsregels terug- en invordering in het kader van WWB, IOAW, IOAZ en WIJ Hoofdstuk I Algemeen Artikel 1 Begripsbepalingen

BELEIDSREGELS TERUGVORDERING UITKERINGEN WET WERK EN BIJSTAND 2013

Beleidsregels terugvordering WWB, IOAW, IOAZ en verhaal WWB

Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie

Vast te stellen de gewijzigde invulling van richtlijn nr. B123 Aflossingsregels terugvorderingsschulden

HOOFDSTUK 2 GEHEEL OF GEDEELTELIJK AFZIEN VAN VERDERE TERUGVORDERING

ALGEMEEN TERUGVORDERING

Beleidsregels Terug- en invordering Participatiewet, IOAW, IOAZ gemeente Leusden 2018

Beleidsregels terugvordering en verhaal gemeente Amstelveen

Beleidsregels bestuurlijke boete (Fraudewet) Ede 2017

Het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Geertruidenberg

Beleidsregels opschorting, intrekking en terug- en invordering Participatiewet, IOAW en IOAZ Rotterdam 2017

bijlagen: - collegevoorstel - kengetallen debiteuren - beleidsregels Terug- en Invordering Wet werk en bijstand

Overzicht (belangrijke) inhoudelijke wijzigingen beleid Terugvordering naar aanleiding van nieuwe beleidsregels Terug- en invordering 2017

gezien het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van 10 februari 2015;

BELEIDSREGEL HERZIENING, INTREKKING EN TERUGVORDERING REGIONALE DIENST WERK EN INKOMEN KROMME RIJN HEUVELRUG (RDWI) 2013

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 mei 2013,

Beleidsregel Terug- en invordering 2018

Beleidsregels 2013 e.v. van de gemeente Montferland inzake terugvordering inzake WWB, IOAW en IOAZ

Gemeenteblad nr. 128, 15 mei Wijzigingsoverzicht. Wijziging n.a.v. verzamelwet SWZ

Beleidsregels terugvordering, invordering, leenbijstand en verhaal PARTICIPATIEWET, IOAW en IOAZGR Ferm Werk

Beleidsregel Terugvordering bijstand/uitkering Het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Almelo;

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Participatiewet 2015 Neerijnen

TERUGVORDERING VAN BIJSTAND

Politieke schriftelijke vragen (art. 39 RvO)

Beleidsregels Terugvordering en Verhaal

Beleidsregels terugvordering inkomensvoorzieningen gemeente Dinkelland 2013

Beleidsregels terug- en invordering sociale zekerheidswetten gemeente Bussum 2014

Beleidsregels Terug- en invordering Participatiewet, IOAW en IOAZ Olst-Wijhe

BELEIDSREGELS TERUGVORDERING WET WERK EN BIJSTAND

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive 2015

Beleidsregel Terugvordering, aflossing en kwijtschelding Participatiewet Den Haag 2017

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Krimpen aan den IJssel 2015

Beleidsregels terugvordering en verhaal Participatiewet, Ioaw en Ioaz gemeente Maasgouw 2015

Beleidsregels terug- en invordering Wet werk en bijstand, IOAW en IOAZ gemeente Zoeterwoude 2013

Gewijzigde beleidsregels terug- en invordering Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Zoeterwoude 2015

Onderwerp : Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive 2015

BELEIDSREGELS TERUGVORDERING EN VERHAAL Wwb, Ioaw en Ioaz GEMEENTE ROERDALEN Gemeente Roerdalen. 23 oktober 2013, Sint Odiliënberg.

GEMEENTEBLAD. Nr Beleidsregels Terug- en invordering 2015

Beleidsregels Terugvordering en Verhaal Participatiewet Hellevoetsluis 2017

BOETE BIJ RECIDIVE GEMEENTE MARUM 2015

overwegende dat het noodzakelijk is om de wijze van verrekening van de bestuurlijke boete bij recidive bij verordening te regelen;

Intergemeentelijke Sociale Dienst Cuijk Grave Mill en Sint Hubert Wet werk en bijstand

Beleidsregels terug- en invordering WWB, IOAW en IOAZ

gelet ook op de Verordening Wwb, Ioaw en Ioaz: eigen verantwoordelijkheid, participatie en inkomen 2013;

Raadsvoorstel. Vergadering : 18 december Agendapunt : 10 : Besluitvormend Programma : (8) Werk & Bijstand Portefeuillehouder : Houkje Rijpstra

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Wierden 2013

Debiteurenbeleid gemeente Eindhoven

HOOFDSTUK I ALGEMEEN. Artikel I Begripsomschrijvingen. Regeling terugvordering en verhaal 2019 Waalre

Beleidsregels terug- en invordering Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015 (versie maart 2015)

Onderwerp : Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive. vast te stellen de VERORDENING VERREKENING BESTUURLIJKE BOETE BIJ RECIDIVE.

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Hoogeveen 2015

TOELICHTING OP DE BELEIDSREGELS

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Leidschendam-Voorburg 2015

Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen

2 Toelichting.Beleidsregels terugvordering, invordering, brutering en intrekking/herziening

Beleidsregels inzake opschorting, herziening, intrekking en terugvordering van bijstand en inkomensvoorzieningen

Beleidsregels herziening, terugvordering en verhaal 2015

Beleidsregels terugvordering, invordering, verhaal en kwijtschelding Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015

Uitvoeringsregels Terugvordering en Verhaal Participatiewet, IOAW en IOAZ 2016 voor de gemeenten Súdwest-Fryslân en Littenseradiel

Toelichting op de Beleidsregels Terugvordering Afdeling Mens en Werk 2013

Artikel 2- Geheel of gedeeltelijk afzien van het nemen van een terugvorderingsbesluit

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive

Hoofdstuk I Algemeen 2

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

heeft het voorstel van de afdeling Sociale Zaken van 9 december 2014 gelezen, en;

Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie

Hoofdstuk 2. Bescherming beslagvrije voet bij verrekening wegens recidive

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 15 december 2015, nummer: ;

VERORDENING VERREKENING BESTUURLIJKE BOETE BIJ RECIDIVE GEMEENTE ASSEN 2015.

gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2014;

BELEIDSREGEL inzake opschorting, herziening, intrekking en terugvordering van uitkeringen 2015 (beleidsregels terugvordering Utrecht 2015)

Het Dagelijks Bestuur van ISD BOL. Vast te stellen de Beleidsregels Boete ISD BOL In te trekken de Beleidsregels Boete ISD BOL 201 5

Inhoudsopgave. Hoofdstuk I Algemeen 2. Hoofdstuk II Geheel of gedeeltelijk afzien van verdere terugvordering 3. Hoofdstuk III Invordering 4

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 oktober 2014;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 14 maart 2013 ;

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive 2015 GR Ferm Werk

Behoort bij raadsbesluit van

onderwerp Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Participatiewet

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van [datum en nummer] gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel d, van de Participatiewet;

Transcriptie:

Gemeenteblad Nijmegen Jaartal / nummer 2013 / 037 Naam Beleidsregels Terug- en Invordering IOAW/IOAZ 2013 Publicatiedatum 20 februari 2013 Opmerkingen - Besluit van Burgemeester en Wethouders d.d. 19 februari 2013, agendapunt 3.6, registratienummer 13.0000759 tot vaststelling van: de Beleidsregels Terug- en Invordering IOAW/IOAZ 2013. De beleidsregel treedt in werking, de dag na publicatie, 21 februari 2013. Op dezelfde datum worden de Beleidsregels herziening en terugvordering IOAW/IOAZ 2012 (GB2012-109) ingetrokken. Aantal bladzijden / verkoopprijs 5 / 0,25

Beleidsregels Terug- en Invordering IOAW/IOAZ 2013 Artikel 25 van de IOAW/IOAZ geeft het college de bevoegdheid de uitkering, in een aantal in het tweede en derde lid van dit artikel opgesomde situaties, terug te vorderen. Van deze bevoegdheid maakt het college, behoudens de in deze beleidsregel opgenomen uitzonderingen, als volgt gebruik: 1.1 Ten onrechte of tot een te hoog bedrag verleende uitkering (artikel 25 lid 2 IOAW/IOAZ) Een onjuist toekenningsbesluit. In gevallen waarin als gevolg van een foutief toekenningsbesluit ten onrechte of teveel uitkering verstrekt is, wordt dat besluit ingevolge artikel 17 lid 3 onder b IOAW/IOAZ herzien en wordt de ten onrechte of teveel betaalde uitkering teruggevorderd. 11.2.2 De teveel of ten onrechte betaalde uitkering wordt teruggevorderd indien: de gemeente een onjuiste betaling verricht heeft en de belanghebbende dit redelijkerwijs had kunnen begrijpen en de betaling niet langer dan twee jaar voor de datum van het terugvorderingsbesluit heeft plaatsgevonden. 1.3 Terugvordering bij naderhand, in aanmerking te nemen, verkregen inkomen over een uitkeringsperiode (artikel 25 lid 3 IOAW/IOAZ) Inkomsten worden teruggevorderd die door de belanghebbende zijn ontvangen en die betrekking hebben op een periode waarover uitkering is ontvangen. Voorwaarde hierbij is dat deze inkomsten in aanmerking zouden zijn genomen bij de vaststelling van het recht op uitkering en/of bij de hoogte van de uitkering. Er wordt teruggevorderd tot het bedrag waarmee met de ontvangen inkomen rekening zou zijn gehouden. 1.4 Artikel 26 van de IOAW/IOAZ geeft het college de bevoegdheid om kosten van uitkering ook van gezinsleden, terug te vorderen. Van deze bevoegdheid maakt het college, behoudens de in deze beleidsregel opgenomen uitzonderingen, gebruik. 2. Afzien van terugvordering Van de in artikel 25 tweede en derde lid IOAW/IOAZ opgenomen bevoegdheid om af te zien van (verdere) terugvordering maakt het college in de volgende situaties gebruik: 2.1 Het college ziet geheel af van terugvordering als: het terug te vorderen bedrag minder dan 200 netto op jaarbasis bedraagt en de belanghebbende geen uitkering meer ontvangt. 2.2 Het college ziet geheel of gedeeltelijk af van terugvordering als er sprake is van dringende redenen. Van dringende redenen is sprake in zeer bijzondere, individuele omstandigheden. 2.3 Het college ziet af van terugvordering voor zover: het college, nadat de belanghebbende een signaal heeft afgegeven dat de uitkering tot een te hoog bedrag of ten onrechte wordt betaald, is doorgegaan met het, tot een te hoog bedrag of ten onrechte, verstrekken van uitkering en de terugvordering betrekking heeft op een periode langer dan zes maanden nadat de belanghebbende dat signaal heeft afgegeven.

3. Kwijtschelding van vorderingen 3.1 Kwijtschelding van vorderingen Het college ziet ambtshalve geheel of gedeeltelijk af van verdere terugvordering als de belanghebbende gedurende 36 maandtermijnen volledig aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan. Het college ziet ambtshalve geheel of gedeeltelijk af van terugvordering als de belanghebbende gedurende 36 maandtermijnen, vanwege het ontbreken van een aflossingscapaciteit, geen betalingen heeft kunnen verrichten en het niet aannemelijk is dat hij dit nog zal kunnen gaan doen. Als de belanghebbende aanbiedt om een bedrag van ten minste 50 % van de (restant)schuld in één keer af te lossen ziet het college af van verdere terugvordering indien: - de belanghebbende bij reguliere aflossing van de vordering of door middel van beslag op uitkering, inkomen en/of (on)roerende goederen van de belanghebbende en/of van degene met wie hij in gemeenschap van goederen is gehuwd of een geregistreerd partnerschap is aangegaan, naar alle waarschijnlijkheid minder kan aflossen dan het voorgestelde afkoopbedrag of, - de belanghebbende zich naar alle waarschijnlijkheid zal weten te onttrekken aan de invorderingsmogelijkheid van de gemeente zoals bij voorgenomen vertrek naar het buitenland. Het college ziet geheel of gedeeltelijk af van verdere terugvordering bij het succesvol afronden van een schuldsaneringstraject in het kader van een minnelijke schuldregeling. 3.2 Kwijtschelding van vorderingen die zijn ontstaan als gevolg van schending van de inlichtingenplicht ex artikel 13 IOAW/IOAZ (fraudevorderingen). Voor wat betreft kwijtschelding van fraudevorderingen die niet vallen onder de bepalingen van de Wet aanscherping hanteert het college de volgende kwijtscheldingsregel. Het college ziet onder voorwaarden geheel of gedeeltelijk af van verdere terugvordering van fraudevorderingen, bij het succesvol afronden van een schuldsaneringstraject in het kader van een minnelijke schuldregeling. De voorwaarden zijn: De fraudevordering moet ouder dan vijf jaar zijn, waarbij de termijn van vijf jaar aanvangt op de datum van het door middel van een besluit bekendmaken van de vordering aan de belanghebbende. Als de fraudevordering jonger dan vijf jaar is, moet de vordering niet meer bedragen dan 25% van de totale schuldenlast van de belanghebbende 3.3 Kwijtschelding van vorderingen die vallen onder de bepalingen van de Wet aanscherping Artikel 25 lid zes IOAW/IOAZ geeft het college de bevoegdheid om in een aantal situaties af te zien van terugvordering of verdere terugvordering van fraudevorderingen ontstaan na invoering Wet aanscherping. Het college maakt van deze bevoegdheid gebruik door in de volgende situaties af te zien van (verdere) terugvordering: de belanghebbende heeft gedurende tien jaar volledig aan zijn betalingsverplichtingen voldaan; de belanghebbende heeft gedurende tien jaar niet volledig aan zijn betalingsverplichtingen voldaan maar betaalt alsnog het achterstallige bedrag inclusief rente en kosten; 2

de belanghebbende heeft gedurende tien jaar geen betalingen verricht en het is niet aannemelijk dat hij deze nog op enig moment zal gaan verrichten; de belanghebbende heeft gedurende vijf jaar aan zijn betalingsverplichting voldaan en lost 50% van het restbedrag in één keer af. 4. Matiging van terugvordering Bij terugvordering in de situatie als bedoeld in artikel 26 lid 2 IOAW/IOAZ hanteert het college de volgende regel: In het geval een belanghebbende heeft samengewoond met een partner en beiden waren gedurende de periode van de verzwegen samenwoning uitkeringsgerechtigden, wordt de terugvordering gematigd tot het verschil tussen de aan beiden verstrekte uitkeringen naar de norm alleenstaande (ouders) en de norm gehuwden waar beiden recht op zouden hebben gehad. 5. Aflossingscapaciteit Voor wat betreft de invorderingsmaatregel hanteert het college de volgende regels: De aflossingscapaciteit voor het terugbetalen van een vordering, wordt bij uitkeringsgerechtigden en bij belanghebbenden die uitstromen naar werk, op 5% van de toepasselijke netto grondslag vastgesteld. De aflossingscapaciteit voor het terugbetalen van een vordering, wordt bij uitkeringsgerechtigden op10% van de toepasselijke netto grondslag vastgesteld op het moment dat er door derden beslag gelegd wordt op de uitkering. De aflossingscapaciteit voor het terugbetalen van een vordering die is ontstaan als gevolg van schending van de inlichtingenplicht ex artikel 13 IOAW/IOAZ, wordt bij uitkeringsgerechtigden op 10% van de toepasselijke netto grondslag vastgesteld. De aflossingscapaciteit voor het terugbetalen van een vordering die is ontstaan als gevolg van schending van de inlichtingenplicht ex artikel 13 IOAW/IOAZ, wordt bij belanghebbende die geen uitkering meer ontvangt, vastgesteld op 50% van het positieve verschil tussen het besteedbaar inkomen per maand (inclusief vakantiegeld) en de toepasselijke netto grondslag. Dit bedrag wordt vermeerderd met de aflossingscapaciteit van 10% behorend bij de toepasselijke netto grondslag. De aflossingscapaciteit voor het terugbetalen van een vordering, niet zijnde vorderingen ontstaan als gevolg van schending van de inlichtingenplicht ex artikel 13 IOAW/IOAZ, wordt bij de belanghebbende die als gevolg van werkaanvaarding, geen uitkering meer ontvangt, gehandhaafd op 5% van de toepasselijke netto grondslag. De aflossingscapaciteit voor het terugbetalen van een vordering niet zijnde vorderingen ontstaan als gevolg van schending van de inlichtingenplicht ex artikel 13 IOAW/IOAZ, wordt bij de belanghebbende die geen uitkering meer ontvangt, vastgesteld op 50% van het positieve verschil tussen het besteedbaar inkomen per maand (inclusief vakantiegeld) en de toepasselijke netto grondslag Dit bedrag wordt vermeerderd met de aflossingscapaciteit van 5% behorend bij de toepasselijke netto grondslag. Van het vaststellen van een aflossingscapaciteit zoals in deze laatste regel beschreven ziet het college af indien de belanghebbende met een voorstel tot een minnelijke regeling een vordering van: 1500 terugbetaalt in één jaar; 3000 terugbetaalt in twee jaar; 4500 terugbetaalt in drie jaar. 3

6. Invorderingsvolgorde bij verrekening In het geval een belanghebbende een IOAW/IOAZ-uitkering ontvangt en er sprake is van meerdere vorderingen en/of boetes hanteert het college de volgende regels als het gaat om de volgorde van de inning van vorderingen en boetes door middel van verrekening. Uitgangspunt is dat bij samenloop van meerdere vorderingen op de oudste vordering als eerste moet worden afgelost. In het geval de oudste vordering geen fraudevordering is en er een fraudevordering is die dateert van voor de invoering van de wet aanscherping is de aflossingscapaciteit 10% van de toepasselijke bijstandsnorm. Het aflossingsbedrag wordt voor de helft aangewend voor de aflossing van de oudste niet fraudevordering en voor de andere helft ter aflossing van de fraudevordering. In het geval de oudste vordering geen fraudevordering is en er een fraudevordering ontstaat na de invoering van de Wet aanscherping wordt de aflossingscapaciteit verhoogd naar 10% van de toepasselijke bijstandsnorm. In dat geval kan er ook sprake zijn van een bestuurlijke boete. Het aflossingsbedrag wordt voor de helft aangewend voor de aflossing van de oudste niet fraudevordering en voor de andere helft ter aflossing van de boete. In het geval er geen oudere vorderingen zijn en er ontstaat een fraudevordering waarbij ook een boete is opgelegd wordt de aflossingscapaciteit van 10% van de toepasselijke bijstandsnorm aangewend ter aflossing van de boete. In het geval er een recidiveboete wordt opgelegd wordt deze boete volledig verrekend met de uitkering zonder inachtneming van de beslagvrije voet. Aan deze verrekening zit geen beperking qua termijn. 7. Aanmaningstermijn Artikel 8 van de Verordening bestuurlijke geldschulden regelt in het eerste lid dat, in afwijking van artikel 4:112 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht de aanmaningstermijn voor vorderingen, die zijn ontstaan als gevolg van schending van de inlichtingenplicht ex artikel 17 van de WWB, de aanmaningstermijn vijf dagen is. Het tweede lid geeft een bestuursorgaan de bevoegdheid ook voor andere situaties de aanmaningstermijn in afwijking van artikel 4:112 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht op vijf dagen te stellen. Van deze bevoegdheid maakt het college als volgt gebruik: Bij vorderingen die zijn ontstaan als gevolg van schending van de inlichtingenplicht ex artikel 13 van de IOAW/IOAZ, wordt de aanmaningstermijn gesteld op vijf dagen; Bij alle openstaande vorderingen, dus ook die niet zijn ontstaan als gevolg van schending van de inlichtingenplicht ex artikel 13 van de IOAW/IOAZ wordt de aanmaningstermijn op vijf dagen gesteld als een in gezamenlijke overleg tot stand gekomen betalingsregeling niet wordt nagekomen. 4