Fact sheet BRZO Ontwikkelingen externe veiligheid (BRZO, BEVI, CLP/GHS) Inleiding Sinds 1991 is in Nederland het BRZO( Besluit Risico s Zware ongevallen) van kracht. Dit is de Nederlandse uitwerking van de Europese SEVESO richtlijn 96/82/EG. In de Italiaanse plaats Seveso heeft indertijd een ongeval plaatsgevonden dat geleid heeft tot Europese wetgeving. In 1997 is de Europese richtlijn ingrijpend aangepast en dit heeft geleid tot SEVESO II en in Nederland tot het BRZO 99. In voorbereiding is nu een herziening van deze Europese wetgeving, die zal leiden tot de SEVESO III richtlijn. De nieuwe richtlijn ligt nu bij het Europese Parlement met een groot aantal amendementen. De verwachting is dat de nieuwe SEVESO III richtlijn in 2015 van kracht zal worden. Het is mogelijk dat de nieuwe richtlijn gevolgen heeft voor een aantal verf -, drukinkt-, lijm- en kitbedrijven. Huidige situatie Of een bedrijf onder het BRZO valt, wordt bepaald door de hoeveelheid gevaarlijke stoffen die op het terrein van het bedrijf (de inrichting) aanwezig zijn. In het BRZO 99 worden twee soorten stoffen onderscheiden: 1) de met name genoemde stoffen en 2) de categorieën van stoffen. In de bijlage I van het BRZO 99 zijn de drempelwaarden vermeld die bepalen of een bedrijf aan de BRZOverplichtingen moet voldoen. Of een stof moet worden meegeteld, wordt bepaald door de etikettering. Categoriën stoffen, mengsels en preparaten die niet uitdrukkelijk met name worden genoemd. Kolom 1 Kolom 2 Kolom 3 Gevaarlijke stoffen en preparaten die zijn ingedeeld als: 8 de artikelen 4,5,6 en 26 de artikelen 8,9,11,13,14,21 en 22 1. Zeer giftig 5 20 2. Giftig 3. Oxiderend 4. Ontplofbaar 9 indien de stof, het preparaat of het voorwerp onder ADR-subklasse 1.4 valt. 5. Ontplofbaar 9 indien de stof het preparaat of het voorwerp onder een of meer van de ADR-subklassen 1.1, 1.2,1.3,1.5 en 1.6 of onderwaarschuwingszin R2 of R3 valt Pagina 1/5 Uitgave van VVVF en de VLK - editie 1, juni 2012
Kolom 1 Kolom 2 Kolom 3 Gevaarlijke stoffen en preparaten die zijn ingedeeld als: 8 de artikelen 4,5,6 en 26 de artikelen 8,9,11,13,14,21 en 22 6. Ontvlambaar 00 50000 7a. Licht ontvlambaar 11.1 en 11.2 7b. Licht ontvlambaar 11.3 5000 50000 8. Zeer licht ontvlambaar 12 9. Gevaarlijk voor het milieu in combinatie met waarschuwingszin: a. R50: zeer vergiftig voor in het water levende organismen; b. R50/53 zeer vergiftig voor in het water levende organismen;kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken, en c. R51/53: vergiftiging voor in het water levende organismen; kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken. 200 500 10. Stoffen en preparaten die niet zijn ingedeeld in een van de bovengenoemde categorieën in combinatie met de volgende waarschuwingszinnen: a. R14 (reageert heftig in contact met water)(inclusief R14/15) b. R29 (vormt vergiftig gas in contact met water) 100 50 500 200 Het gaat hierbij niet om de actuele of de gemiddelde voorraad maar om de maximale hoeveelheid (eventueel verbijzonderd naar soort stof) die opgeslagen mag worden. Indien een drempelwaarde niet wordt behaald maar is de som van T/drempelwaarde + T+/drempelwaarde = groter dan, dan valt een bedrijf ook onder het BRZO. Dit geldt ook voor Milieugevaarlijke stoffen en een grote categorie Oxiderend/Ontplofbaar/Ontvlambaar en (licht)ontvlambaar. (Bron BRZO deel 3 uit bijlage 1). De hoeveelheden zijn vaak vastgelegd in de Wm-vergunning. De bovenstaande tabel is afkomsig uit de geconsolideerde tekst, samengesteld door het CONSLEG-systeem van het Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen. Bedrijven moeten zelf bepalen of ze BRZO-plichtig zijn of niet en zelf bepalen in welke categorie ze vallen. Bedrijven zijn verplicht zelf te melden aan het bevoegd gezag of ze onder het BRZO vallen. De wijze waarop aan het bevoegd gezag moet melden (kennisgeving) dat het bedrijf onder het BRZO'99 valt, is uitvoerig beschreven in de PGS 6. Hierin staat ook hoe een veiligheidsbeheerssysteem eruit moet zien en hoe een veiligheidsrapport moet worden opgesteld. De PGS 6 kan gedownload worden van de PGS-website. http://www.publicatiereeksgevaarlijkestoffen.nl/publicaties/pgs6.html BEVI en REVI In het BRZO 99 was niets geregeld rond de ruimtelijke ordening, wat wel het geval is in de Europese SEVESO II richtlijn. Dit heeft ertoe geleid dat in 2004 extra wetgeving is ingevoerd om in deze lacune te voorzien. Dit is vastgelegd in het BEVI (Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen). Pagina 2/5 Uitgave van VVVF en de VLK - editie 1, juni 2012
Het BEVI bepaalt onder meer dat bedrijven die meer dan 10 ton aan gevaarlijke stoffen hebben opgeslagen, ook onder het besluit vallen. Dit zijn de zgn. PGS 15 bedrijven. Dus ook de verf-, drukinkt-, lijm- en kitfabrieken vallen vaak onder het BEVI. Het BEVI zal onder andere bij de aanvraag van een nieuwe vergunning of bij een revisie van een bestaande vergunning een rol spelen. Het bevoegd gezag is verplicht rekening te houden met de eisen uit het BEVI bij de vergunning verlening. Voor de verf -, drukinkt-, lijm- of kitindustrie zijn de gevolgen beperkt. De reden is dat voor de CPR 15-2/PGS 15 bedrijven geldt, dat de externe risico s niet via de ingewikkelde QRA-methode berekend hoeven te worden. Via de QRA-methode worden onder meer de afstanden bepaald die bedrijven ten opzicht van andere bebouwingen in acht moeten nemen. CPR 15-2/PGS 15 bedrijven kunnen gebruik maken van de afstandentabellen vermeld in de regeling die bij het BEVI hoort, het zogenaamde REVI (Regeling Externe Veiligheid Inrichtingen). In deze ministeriele regeling zijn de algemene bepalingen uit het BEVI ingevuld. Dit geldt ook voor de RRZO (Regeling Risico s Zware Ongevallen) waarin wordt uiteengezet hoe aan de algemene bepalingen van het BRZO kan worden voldaan. Chemiepack Sinds de brand bij Chemiepack in januari 2011 is er vanuit de overheid veel belangstelling voor de BRZO en de PGS 15 bedrijven. In het bijzonder is er aandacht voor de situatie rond de brandblussystemen van de PGS 15 opslagen en de situatie met betrekking tot de Veiligheid BeheerSystemen (VBS) van de BRZO-bedrijven. Regelmatig wordt door de rijksoverheid een lijst gepubliceerd van bedrijven, die naar de mening van de overheid, niet voldoen aan de eisen. Ook de media hebben veel aandacht voor dit thema. Toekomstige situatie Een van de maatregelen van de overheid is om per 2013 de vergunningverlening en de handhaving voor de BRZO-bedrijven onder te brengen bij een aantal gespecialiseerde RUD (Regionale UitvoeringsDiensten). De verwachting is dat de bevoegde gezagen strikter en formeler zullen gaan optreden onder politieke druk. Zoals al in de inleiding vermeld, is de SEVESO III regeling in voorbereiding. Er is recent (april 2012) een compromistekst gepubliceerd die op de instemming van de Europese Commissie en het Europese Parlement kan rekenen. Hoewel nog niet definitief vastgesteld, de Europese Raad van Ministers moet hier nog mee instemmen, is wel duidelijk dat deze nieuwe regeling op een aantal belangrijke punten zal verschillen met de huidige regeling. De voornaamste verschillen zijn: 1. De drempelhoeveelheden zullen gebaseerd zijn op het nieuwe CLP/GHS-etiketteringsysteem 2. Conform de Aarhus conventie zal veel meer openheid naar het publiek worden geëist Vooral de overgang naar het CLP/GHS-systeem kan gevolgen hebben voor de verf-, drukinkt-, lijm- en kitindustrie. De huidige WMS-categorieën Xn (schadelijk) en Xi (irriterend) zullen verdwijnen. Een aantal van deze stoffen zullen in het CLP/GHS-systeem als toxisch moeten worden beschouwd. Ook zullen er naar verwachting meer stoffen geëtiketteerd worden als milieugevaarlijk. De kans is dus aanwezig dat meer bedrijven dan nu onder de BRZO-wetgeving gaan vallen. Pagina 3/5 Uitgave van VVVF en de VLK - editie 1, juni 2012
Hieronder volgt de laatst verschenen tabel met de drempelwaarden volgens het CLP/GHS-systeem. Deze tabel is nog niet officieel vastgesteld, maar geeft een indicatie hoe vermoedelijk de grenzen zullen liggen, Column 1 Column 2 Column 3 Qualifying quantity (tonnes) Categories of dangerous substances and mixtures of substances as referred to in Article 3(9) for the application of Lower-tier requirements Upper-tier requirements Section H HEALTH HAZARDS H1 ACUTE TOXIC Category 1, all exposure routes 5 20 H2 ACUTE TOXIC - Category 2, all exposure routes - Category 3, inhalation exposure route (see note 7) H3 STOT SPECIFIC TARGET ORGAN TOXICITY SINGLE EXPOSURE STOT Category 1 Section P - PHYSICAL HAZARDS P1a EXPLOSIVES (see note 8) - Unstable explosives or - Explosives, Division 1.1, 1.2, 1.3, 1.5 or 1.6, or - Substances or mixtures having explosive properties according to method A.14 of Regulation (EC) No 440/2008 (see note 9) and do not belong to the hazard classes Organic peroxides or Self-reactive substances and mixtures P1b EXPLOSIVES (see note 8) Explosives, Division 1.4 (see note 10) P2 FLAMMABLE GASES Flammable gases, Category 1 or 2 P3a FLAMMABLE AEROSOLS (see note 11.1) Flammable aerosols Category 1 or 2, containing flammable gases Category 1 or 2 or flammable liquids Category 1 P3b FLAMMABLE AEROSOLS (see note 11.1) Flammable aerosols Category 1 or 2, not containing flammable gases Category 1 or 2 nor flammable liquids category 1 (see note 11.2) P4 OXIDIZING GASES Oxidizing gases, Category 1 P5a FLAMMABLE LIQUIDS - Flammable liquids, Category 1, or - Flammable liquids Category 2 or 3 maintained at a temperature above their boiling point, or - Other liquids with a flash point 60 C, maintained at a temperature above their boiling point (see note 12) 150 5.000 500 50.000 Pagina 4/5 Uitgave van VVVF en de VLK - editie 1, juni 2012
P5b FLAMMABLE LIQUIDS - Flammable liquids Category 2 or 3 where particular processing conditions, such as high pressure or high temperature, may create major-accident hazards, or - Other liquids with a flash point 60 C where particular processing conditions, such as high pressure or high temperature, may create major-accident hazards (see note 12) P5c FLAMMABLE LIQUIDS Flammable liquids, Categories 2 or 3 not covered by P5a and P5b P6a SELF-REACTIVE SUBSTANCES AND MIXTURES and ORGANIC PEROXIDES Self-reactive substances and mixtures, Type A or B or organic peroxides, Type A or B P6b SELF-REACTIVE SUBSTANCES AND MIXTURES and ORGANIC PEROXIDES Self-reactive substances and mixtures, Type C, D, E or F or organic peroxides, Type C, D, E, or F P7 PYROPHORIC LIQUIDS AND SOLIDS Pyrophoric liquids, Category 1 Pyrophoric solids, Category 1 P8 OXIDIZING LIQUIDS AND SOLIDS Oxidizing Liquids, Category 1, 2 or 3, or Oxidizing Solids, Category 1, 2 or 3 5.000 50.000 Section E ENVIRONMENTAL HAZARDS E1 Hazardous to the Aquatic Environment in Category Acute 1 or Chronic 1 E2 Hazardous to the Aquatic Environment in Cat Chronic 2 200 500 Section O OTHER HAZARDS O1 Substances or mixtures with hazard statement EUH014 100 500 O2 Substances and mixtures which in contact with water emit flammable gases, Category 1 100 500 O3 Substances or mixtures with hazard statement EUH029 Verwacht wordt dat SEVESO III per 1 juni 2015 van kracht zal worden. Aanbeveling De VLK en de VVVF adviseert haar leden na te gaan of, na invoering van de CLP/GHS-etikettering in 2015, voor voorraden grondstoffen, halffabrikaten en gereed product, de hoeveelheden genoemd in de Omgevings/Milieuvergunning in de buurt komen van de drempelwaarden genoemd in de bovenstaande tabel. Indien dit het geval is, dienen maatregelen te worden genomen om aan de BRZO-verplichtingen te voldoen. Informatie De VVVF en VLK ontwikkelen factsheets om praktische, objectieve en correcte informatie te verstrekken aan zowel leden van de VVVF, VLK, als aan gebruikers van verven en drukinkten, lijmen en kitten en andere geïnteresseerden. Kijk voor meer informatie op www.vvvf.nl en www.vlk.nu. Pagina 5/5 Uitgave van VVVF en de VLK - editie 1, juni 2012