L i j n e n i n h e t N I E U W E Te s t a m e n t ❻ Jezus zei over zichzelf: Meer dan de tempel is hier. (Mat 12:6 NBG) Dit betekent: Jezus is meer dan de tempel in Jeruzalem. Als bouwwerk was de tempel een wereldwonder (qua dimensie en kwaliteit); Maar Jezus doelt op de functies die de tempel volgens het Oude Testament had: Tempel betekent o.a.: wonen van God bij de mensen (Exod. 25:8) plaats waar Gods woord als maatstaf present was (2 tafels van de wet in de ark) plaats van verzoening ontmoeting (via het brandoffer) stralende heerlijkheid van God (deze vulde wel de eerste tempel onder Salomo en de tabernakel maar was niet meer aanwezig in de tweede tempel) leiding (vuur en rook kolom van de tabernakel wijzen in de woestijn de weg Num. 14:14 ) eeuwig leven (kandelaar in vorm van boom) licht/kennis (kandelaar) verzorging (toonbroden) In het kader van de bestemming van Israël als heilig volk definieert God: Heilige plaatsen (tabernakel, tempel) Heilige tijden (sabbat, jubeljaar, drie grote feesten) Heilige personen (priester, profeten, koningen) De Israëlieten leren de afbakening van rein & onrein en van heilig & onheilig. 1
Voorbeeld van afbakening van heilige plaatsen: TABERNAKEL & TEMPEL HEIDENEN JODEN 2
De muur (soreg) Muur van 10 handbreedten hoog (ca. 75 cm). Daarop een houten hekwerk één el hoog (52,5 cm) MHQENA ALLOGENH EISPO- REUESQAI ENTOS TOU PE RI TO IRON TRUFAKTOU KAI PERIBOLOU OS DAN LH FQHE AUTWI AITIOS ES TAI DIA TO EXAKOLOU QEIN QANATON soreg 13 Maar nu bent u, die eens ver weg was, in Christus Jezus dichtbij gekomen, door zijn bloed. 14 Want hij is onze vrede, hij die met zijn dood de twee werelden één heeft gemaakt, de muur van vijandschap ertussen heeft afgebroken Efeziërs 2:14 EXODUS 25 8 De Israëlieten moeten een heiligdom voor mij maken, zodat ik te midden van hen kan wonen. 3
Zijn heerlijkheid aanwezig door vuuren wolkkolom. A F B A K E N I N G de mens en de heerlijkheid van God zijn gescheiden. Het Woord werd vlees en s l o e g z i j n t e n t onder ons op, en wij zagen zijn h e e r l i j k h e i d, de heerlijkheid als van een Eeniggeborene des Vaders, vol genade en waarheid. Johannes 1:14 (Leidse vertaling) In Jezus is de heerlijkheid van God aanwezig net als in het tentheiligdom (tabernakel). Het wonen van God bij de mensen zoals is in Jezus realiteit geworden! De buitenkant van de tent was eenvoudig. Verschillende lagen stof (bruin, rood, wit, paars/ blauw) bedekten de heerlijke (gouden) binnenkant. Dit wijst naar de nederigheid van Jezus. 4
Ezechiël 47 8 Hij zei tegen mij: Dit water stroomt door de oostelijke landstreek, dan naar beneden de Jordaanvallei in, en mondt uit in de Dode Zee. Wanneer het de zee in stroomt wordt het water daar zoet. 9 Het zal er wemelen van levende wezens, overal waar de rivier stroomt komt leven, er zal vis zijn in overvloed. Als dit water in de Dode Zee aankomt wordt het water daar zoet; overal waar de rivier stroomt komt leven. 10 Van Engedi tot En-Eglaïm zullen er vissers staan, en er zullen droogplaatsen voor netten zijn. Er zullen net zo veel soorten vis zijn als in de Grote Zee. Ezechiël 47 37 Op de laatste dag, het hoogtepunt van het feest, stond Jezus in de tempel, en hij riep: Laat wie dorst heeft bij mij komen en drinken! 38 Rivieren van levend water zullen stromen uit het hart van wie in mij gelooft, zo zegt de Schrift. 39 Hiermee doelde hij op de Geest die zij die in hem geloofden zouden ontvangen; de Geest was er namelijk nog niet, want Jezus was nog niet tot Gods majesteit verheven. Johannes 7 5
Markus 15: 23-24 Markus 15: 36-38 18 Maar de Joden vroegen: Met welk teken kunt u bewijzen dat u dit mag doen? 19 Jezus antwoordde hun: B reek deze te m p e l m a a r a f, e n i k za l h e m i n d r i e d a gen weer o p b o u wen. 20 Zesenveertig jaar heeft de bouw van deze tempel geduurd, zeiden de Joden, en u wilt hem in drie dagen weer opbouwen? 21 Maar hij sprak over d e te m p e l van z i j n l i c h a a m. Johannes 2 1. wijn 2. kruisigen 3. kleren 23 Ze wilden hem met mirre vermengde w i j n geven, maar hij nam die niet aan. 24 Ze k r u i s i g d e n hem en verdeelden zijn k l e r e n onder elkaar; 1. wijn (azijn) 2. sterven aan het kruis 3. voorhangsel 36 Iemand ging snel een spons halen, doordrenkte die met zure w i j n, stak de spons op een stok en probeerde hem te laten drinken 37 Maar Jezus slaakte een luide kreet en b l i e s d e l a a t s t e a d e m u i t. 38 En het v o o r h a n g s e l van de tempel scheurde van boven tot onder in tweeën. 40 ellen (21 m) hoog 20 ellen (10.50 m) breed 6
Daar zal ik je ontmoeten, en vanaf die plaats, boven de verzoeningsplaat, tussen de twee cherubs op de ark met de verbondstekst, zal ik met je spreken Exodus 25: 22 De HEER is koning volken, beef! Hij troont op de cherubs aarde, sidder! Psalm 99: 1 de ark van de HEER van de hemelse machten, die op de cherubs troont. 1 Samuel 4: 4 5 Bij het zien van hun geloof zei Jezus tegen de verlamde: Vriend, uw zonden worden u vergeven. 6 Er zaten ook een paar schriftgeleerden tussen de mensen, en die dachten bij zichzelf: 7 Hoe durft hij dat te zeggen? Hij slaat godslasterlijke taal uit: alleen God kan immers zonden vergeven! Markus 2 Jom Kippoer (Lev.16) 7
Jom Kippoer (Lev.16) Jom Kippoer (Lev.16) 21 `Geloof Me,' zei Jezus, `er komt een uur dat men niet meer op die berg daar en ook niet in Jeruzalem de Vader zal aanbidden. 23 Er komt een uur, ja het is er al, dat de ware aanbidders de Vader zullen aanbidden i n g e e s t e n w a a r h e i d : dat zijn de aanbidders waar de Vader naar uitziet. 24 God is geest, en zij die Hem aanbidden, m o e t e n H e m a a n b i d d e n i n g e e s t e n w a a r h e i d. Johannes 4: 21-24 DE WEDEROPBOUW VAN DE TEMPEL 18 Maar de Joden vroegen: Met welk teken kunt u bewijzen dat u dit mag doen? 19 Jezus antwoordde hun: Breek deze tempel maar af, en ik zal hem in drie dagen weer opbouwen. 20 Zesenveertig jaar heeft de bouw van deze tempel geduurd, zeiden de Joden, en u wilt hem in drie dagen weer opbouwen? 21 Maar hij sprak over de tempel van zijn lichaam. Johannes 2 8
DE WEDEROPBOUW VAN DE TEMPEL 3 U hebt toch ondervonden hoe goed de Heer is? 4 Voeg u bij hem, bij de levende steen die door de mensen werd afgekeurd maar door God werd uitgekozen om zijn kostbaarheid, 5 en laat u ook zelf als levende stenen gebruiken voor de bouw van een geeste l i j ke te m p e l. 1 Petrus 2 HEILIGE TIJDEN, PLAATSEN, PERSONEN In het kader van de bestemming van Israël als heilig volk definieert God: Heilige plaatsen (tabernakel, tempel) Heilige tijden (sabbat, jubeljaar, drie grote feesten) Heilige personen (priester, profeten, koningen) Onderscheid: rein - onrein Taak van priester; Leviticus. Joden kunnen rein zijn Heidenen zijn onrein Jezus doorbreekt de grenzen van rein/onrein Melaatse aanraken, eet met zondaars (tollenaars, hoeren, etc.), Kanaänitische vrouw, handen wassen, Onderscheid: rein - onrein Handelingen 10 Petrus eet onreine dieren 13 Hij (Petrus) hoorde een stem zeggen: Ga je gang, Petrus, slacht en eet. 14 Maar Petrus antwoordde: Nee, Heer, in geen geval, want ik heb nog nooit iets gegeten dat verwerpelijk of onrein is. 15 En voor de tweede maal hoorde hij de stem: Wat G o d rein heeft ve r k l a a r d, zul jij niet als verwerpelijk beschouwen. 9
RUST 1 Zo werden de hemel en de aarde in al hun rijkdom voltooid. 2 Op de zevende dag had God zijn werk voltooid, op die dag rustte hij van het werk dat hij gedaan had. 3 God zegende de zevende dag en verklaarde die heilig, want op die dag rustte hij van heel zijn scheppingswerk. Genesis 2 Rust boek Rechters telkens: na een bevrijding: het land had x-tal jaren rust. RUST 28 Kom naar mij, jullie die vermoeid zijn en onder lasten gebukt gaan, dan zal ik jullie r u st geven. 29 Neem mijn juk op je en leer van mij, want ik ben zachtmoedig en nederig van hart. Dan zullen jullie werkelijk rust vinden Matteüs 11 Onderscheid: rein - onrein Taak van priester; Leviticus. Joden kunnen rein zijn (teken: besnijdenis) Heidenen zijn onrein De HEER, uw God, zal uw hart besnijden en ook dat van uw nakomelingen, zodat u hem weer met hart en ziel zult liefhebben en in leven zult blijven. Deuteronomium 30:6 10