HET KONINKLIJK PRIESTERDOM

Vergelijkbare documenten
Zie, Ik leg in Sion een uitverkoren en kostbare hoeksteen, en wie op hem zijn geloof bouwt, zal niet beschaamd uitkomen.

Maleachi en Gods liefde voor Israël. Hoe verwoordt God Zijn liefde voor Israël? Maleachi 1:2, eerste deel. Ik heb u. liefgehad, zegt de HEERE,

volk dat daar woont, is veel te sterk voor ons. Wij kunnen ze niet overwinnen. Een Koningskind 1 Petrus 2:1 t/m 10

De zegen uit Numeri 6. Deze zegen-formule is kunstig opgebouwd: zij bestaat uit 15 Hebreeuwse woorden.

Maleachi en de joodse priesters. Tot elke dienaren van God richt onze Schepper zich rechtstreeks? Maleachi 2:1. 1 Wat volgt, priesters, mijn besluit.

Levende stenen. Wijkgemeente-avond Meentkerk

OPENBARING OPENBAAR; EEN EERLIJKE STUDIE VOOR HEN DIE DURVEN.

Het belang van het profetisch woord. De Bijbel open

Intochtslied Ps. 84: 1 en 2

de tijd van het oordeel aangebroken.

Wat is uw enige troost, beide in het leven en sterven?

1. Samuël de profeet. Lezen: Handelingen 3:11-26

Eerst zullen we eens kijken in het Oude Testament wat we daar lezen over bekering. Lees je mee?

4. Welk geloof wordt bedoeld? Het gaat om het zaligmakende geloof. Dus niet om een historiëel, tijd- of wondergeloof.

DE ONTWIKKELING VAN GODS HEILSPLAN IN DE TIJD

Wat zal aan het einde der tijden gebeuren?

Israël-avond Lezing door: Jeep van der Schoot

Voor en na Handelingen 28:28 (de grens tussen twee bedelingen) Door: Otis Q. Sellers

Wat stelt Jesaja beslist en wat gebeurt er met de mensen die de Here niet verwachten?

De Bijbel zegt JHWH, de Vader, is de enige God!

HET EVANGELIE DAT PAULUS VERKONDIGDE. hetgeen ik ook ontvangen heb...hetwelk door mij verkondigd is

Dertig verzen in het Nieuwe Testament zeggen dat. Jezus niet God is, maar een boodschapper van God.

EEN BIJBEL DIE GODS NAAM EERT

20 september uur EB Buitendijk

De belofte is dat Jezus zelf zal wederkomen. Dat is de grondtoon van de Bijbel!

De tabernakel. De Bijbel Open. God wil mensen ontmoeten

1 Samuël 9:1-10:1. Door God geroepen voor een bepaalde taak

WAARHEEN WIJZEN DE TEKENEN? Door: Richard Jordan

Inhoud. Literatuurlijst 112

Wesleyaanse geloofsfundamenten voor de 21 e eeuw

Waarom is het gebed den christenen van node?

De zegen uit Numeri 6. Deze zegen-formule is kunstig opgebouwd: zij bestaat uit 15 Hebreeuwse woorden.

Vorm een heilig priesterschap om geestelijke offers te brengen die God, dankzij Jezus Christus, welgevallig zijn.

Is het Bijbels om bang voor mensen te zijn?

God dus we kunnen zeggen dat het Woord er altijd is geweest. Johannes 1:1/18

Het belang van het profetisch woord. De Bijbel open


GEESTELIJK ISRAËL ZIJN WIJ DAT?

En de broeders geven dan met woord en daad - dit weer door aan hun vrouwen. Maak het leven fijn

En ook had Jezus Zelf tegen de vrouwen gezegd toen Hij opgestaan was uit het graf en dat staat in vers 10: Hemelvaart

Inleiding over het kernwoord zonde

Succesvolle gemeenten

Hervormde Gemeente Ouderkerk aan den IJssel

Welk goed nieuws kondigde Maleachi aan?

in den dag des toorns en der openbaring van het rechtvaardig oordeel Gods,

Wat is de waarde van de profetieën die de Bijbel elk mens aanreikt?

Vandaag spreken over het tweede deel: De opdracht van de kerk en wat dat betekent voor de leden van de kerk.

1 Petrus 2:1/10. 1 Legt dan af alle kwaadwilligheid, alle bedrog, huichelarij, afgunst en alle kwaadsprekerij

De Bijbel wijst God als de schrijver ervan.

36 En terwijl zij hierover spraken, stond Hij zelf in hun midden. Pasen (de opstanding)

Handelingen 3 + 4

1. De God van Jakob. Lezen: Psalm 146

Rare jongens die Romeinen

Ik ben niet charismatisch

HRB. Redding voor allen nu? Romeinen 1-8. Hemelse Reddings Brigade

Een heilig priesterschap. Vorm een heilig priesterschap om geestelijke offers te brengen die God, dankzij Jezus Christus, welgevallig zijn.

Wat kreeg de profeet Zacharia in de vierde droom te zien?

De Bijbel Open. 1 & 2 Thessalonika. Verleden, heden en toekomst van een christen. 14 mrt 09

Maleachi Boodschapper van God (ca v.chr.)

- 1 - Christus. Maar ook een apostel en dat betekent: een gezondene van Jezus Christus. Goddelijke natuur 2 Petrus 1

Het nieuwe verbond. Stap in je geloof

BIJBEL SEMINAR G 0 D S F I N A N C 1 E R I N G S P L A N

Onze analyse van Openbaring zal gebaseerd zijn op de volgende structuur:

Van Lydia de purperverkoopster staat in Hand. 16:15. Hebreeën Laat de broederlijke liefde blijven.

Wie zal komen en overwinnen?

Welk opmerkelijk feit gaat gebeuren volgens de profetie van Jesaja met het volk Juda?

Bevernieuws - nr met ook het nieuws van en voor de Integratiegroepen van de Samuëlschool

Wat zag de profeet Zacharia daarna?

1 Korintiёrs 1:9. Marcus 10:45. Handelingen 4:12. Johannes 17:3. 1 Korintiёrs 3:16. Johannes 15:9,10. Psalm 32:8

Ik bid voor hen, Ik bid niet voor de wereld, maar voor hen die U Mij gegeven hebt, want ze zijn van U.

BELOFTEN EN VERBORGENHEDEN

De doop in de Heilige Geest

Orde van dienst Hervormde Gemeente te Sellingen

Het nieuwe verbond Een Stap in je geloof. Kortrijk, 25 februari 2015

1Kor.14:37: Indien iemand meent een profeet te zijn, of geestelijke, die erkenne, dat, hetgeen ik u schrijf, des Heeren geboden zijn.

ESCHATOLOGIE GEWORTELD IN HET OUDE TESTAMENT.

Hoofdlijnen van het boek God heeft een Zoon door Floor van der Rhee

INHOUD. Citaten : Statenvertaling 1977 Aanbevolen websites: www:mybrethren.org/index.html

Kerstfeest 2017 groep 5

De tijden: De tijd tot de zondvloed.

Onze God gaf ons Zijn Geest om Hem en Zijn heilswerk te leren kennen vanuit Zijn Woord. 1 Kor. 2;13

FORMULIER VOOR DE BEVESTIGING VAN MISSIONAIRE DIENAREN DES WOORDS. Gemeente van onze Here Jezus Christus,

Jesaja 39. Profetische geschiedenis

Vraag 96 : Wat eist God in het tweede gebod?

HET BIJBELBOEK MALEACHI

Wat is onze Boodschap?

Bijbellezen en Stille tijd

De vraag betreffende de Sabbatdag

Zondag 28 gaat over het Heilig Avondmaal (1)

Over het zitten van de Heere Jezus aan de rechterhand van God en Zijn wederkomst.

worden beschreven in de verzen 1 t/m Petrus 1 De Goddelijke natuur

Een volk van priesters

Gods verbond met Abraham

Wie zal komen aan het einde der tijden?

stelt dat geloof en daden niet te scheiden zijn. Dood geloof We gaan naar Jacobus 2 vanaf vers 14.

Memoriseer elke dag een tekst. Dit heb ik u geschreven, die gelooft in de naam van de Zoon Gods, opdat gij weet, dat gij eeuwig leven hebt.

De doop, kwestie van water en vuur

1. Waaruit vloeit de roeping voort? 2. Gaat de wedergeboorte niet vóór de roeping?

BETREFFENDE DE ROMEINEN 1THESSALONICENZEN HET EVANGELIE VAN GOD & HET EVANGELIE VAN CHRISTUS. Uit:

Transcriptie:

HET KONINKLIJK PRIESTERDOM 1 Petr. 2: 9 Maar gij zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterdom, een heilig volk, een verkregen volk; opdat gij zoudt verkondigen de deugden Desgenen, Die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht; 10 Gij, die eertijds geen volk waart, maar nu Gods volk zijt; die eertijds niet ontfermd waart, maar nu ontfermd zijt geworden. Velen zullen meteen roepen: Maar dat zijn toch woorden die in het Oude Testament tot het volk Israël gesproken werden?. Dat is ook zo, maar niettemin worden ze door Petrus in het Nieuwe Testament geciteerd. Als je de klemtoon op gij legt, dan kun je je de vraag stellen over wie het hier niet gaat. Wel, één ding is duidelijk: het gaat hier niet over de Joden. Dat blijkt uit de voorgaande verzen. 1 Petr. 2: 6 Daarom is ook vervat in de Schrift: Ziet, Ik leg in Sion een uitersten Hoeksteen, Die uitverkoren en dierbaar is; en: Die in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden. 7 U dan, die gelooft, is Hij dierbaar; maar den ongehoorzamen wordt gezegd: De Steen, Die de bouwlieden verworpen hebben, Deze is geworden tot een Hoofd des hoeks, en een steen des aanstoots, en een rots der ergernis; 8 Dengenen namelijk, die zich aan het Woord stoten, ongehoorzaam zijnde, waartoe zij ook gezet zijn. Allemaal citaten uit Jesaja 28. Voor degenen die geloven, is die Steen dierbaar. De ongelovigen uit vers 7 zijn degenen die de Steen verworpen hebben. De bouwlieden = de zonen. Zij zijn degenen die zich aan het Woord stoten (vers 8). De ongehoorzamen en de bouwlieden behoren dus niet tot het uitverkoren geslacht; de Gemeente wel. Hand. 28: 24 En sommigen geloofden wel, hetgeen gezegd werd, maar sommigen geloofden niet. 25 En tegen elkander oneens zijnde, scheidden zij; als Paulus dit ene woord gezegd had, namelijk: Wel heeft de Heilige Geest gesproken door Jesaja, den profeet, tot onze vaderen, 26 Zeggende: Ga heen tot dit volk, en zeg: Met het gehoor zult gij horen, en geenszins verstaan; en ziende zult gij zien, en geenszins bemerken. 27 Want het hart dezes volks is dik geworden, en met de oren hebben zij zwaarlijk gehoord, en hun ogen hebben zij toegedaan; opdat zij niet te eniger tijd met de ogen zouden zien, en met de oren horen, en met het hart verstaan, en zij zich bekeren, en Ik hen geneze. 28 Het zij u dan bekend, dat de zaligheid Gods den heiden gezonden is, en dezelve zullen horen. 29 En als hij dit gezegd had, gingen de Joden weg, veel twisting hebbende onder elkander. 1

De priesterlijke verantwoordelijkheid, die in vers 28 de zaligheid Gods genoemd wordt, is van de Joden naar de heidenen gegaan. De tekstverwijzingen in 1 Petr. 2 zijn wel erg voor de hand liggend. Er zijn echter ook minder voor de hand liggende Schriftplaatsen die over hetzelfde onderwerp gaan. Toen de Joden in ballingschap waren, hebben zij een godsdienstig systeem ontwikkeld, dat niet met de boeken van Mozes te maken had. In Maleachi wordt over dat godsdienstig systeem een oordeel uitgesproken. Overigens niet alleen in Maleachi, maar ook in Haggï en Zacharia. Het oordeel zoals dat in deze boeken aangekondigd werd, heeft z n eerste vervulling al gehad in de verwoesting van Jeruzalem in het jaar 70. Mal. 1: 1 De last van het Woord des HEEREN tot Israël, door den dienst van Maleáchi. 2 Ik heb u liefgehad, zegt de HEERE; maar gij zegt: Waarin hebt Gij ons liefgehad? Was niet Ezau Jakobs broeder? Spreekt de HEERE, nochtans heb Ik Jakob liefgehad, 3 En Ezau heb Ik gehaat; en Ik heb zijn bergen gesteld tot een verwoesting, en zijn erve voor de draken der woestijn. 4 Ofschoon Edom zeide: Wij zijn verarmd, doch wij zullen de woeste plaatsen weder bouwen; alzo zegt de HEERE der heirscharen: Zullen zij bouwen, zo zal Ik afbreken; en men zal hen noemen: Landpale der goddeloosheid, en een volk, op hetwelk de HEERE vergramd is tot in eeuwigheid. Dit soort uitdrukkingen worden voor Edom gebruikt, maar het gaat hier wel degelijk over Israël. Achter de naam van Edom gaat de naam van Israël schuil. Dat hoeft je overigens niet te verbazen, want zo was het ook al in Genesis. Edom = een type van het Joodse volk Jakob = een type van de Gemeente. Ezau is de jager, de streber die het zelf wel voor elkaar zal krijgen. (Als het in de Bijbel over jagen gaat, dan gaat het over religie. Denk aan Nimrod.) De betekenis van de naam Jakob wordt door Ezau uitgelegd als hielenlichter. Jakob = hiel. De hiel is het draaipunt en op dat draaipunt sla je een andere weg in. Dat deed Jakob dan ook. Hij ging via Luz (= omweg) naar de andere tak van de familie. Hij koos dus een andere route, namelijk die van de Gemeente. Vers 3 gaat over de verborgenheid. Daarom staat het er zo in (zie ook de profetie van Obadja). Wie wordt er door de Heer gehaat? Niet Edom, maar het religieuze Joodse volk, dat niet wil geloven. Het offert wel, maar alleen het gebrekkige. Mal. 1: 7 Gij brengt op Mijn altaar verontreinigd brood, en zegt: Waarmede verontreinigen wij U? Daarmede, dat gij zegt: Des HEEREN tafel is verachtelijk. 8 Want als gij wat blinds aanbrengt om te offeren, het is bij u niet kwaad; en als gij wat kreupels of wat kranks aanbrengt, het is niet kwaad! Brengt dat toch uw vorst; zal hij een welgevallen aan u hebben? Of zal hij uw aangezicht opnemen? Zegt de HEERE der heirscharen? 2

Men zou geen gebrekkige dieren offeren, maar zichzelf. Men zou God behoren te dienen, maar ze deden het niet. In Mal. 1: 3 spreekt de Heer een vloek uit over Ezau, maar de rest van het boek gaat over het Joodse volk. Het is net als bij Jeruzalem. Als het de Heer niet dient, dan wordt Jeruzalem gewoon Babel. Mal. 1: 10 Wie is er ook onder u, die de deuren om niet toesluit? En gij steekt het vuur niet aan op Mijn altaar om niet. Ik heb geen lust aan u, zegt de HEERE der heirscharen, en het spijsoffer is Mij van uw hand niet aangenaam. 5 Maar van den opgang der zon tot haar ondergang, zal Mijn Naam groot zijn onder de heidenen; en aan alle plaats zal Mijn Naam reukwerk toegebracht worden, en een rein spijsoffer; want Mijn Naam zal groot zijn onder de heiden, zegt de HEERE der heirscharen. Het spijsoffer is een beeld van de praktische dienst aan de Heer. Terwijl het Joodse volk de Heer niet dient, zal terzelfder tijd Zijn Naam groot gemaakt worden door de heidenen. Reukwerk heeft te maken met het grootmaken van Gods Naam. Dat kan alleen maar in onze bedeling zo gebeuren, van oost tot west. Het gaat daarbij fundamenteel om een priesterlijk werk. Het Joodse volk is niet dat priesterlijke volk, maar de heidenen. Niet allen, maar zij die geloven. Het Joodse volk is van Ammi, Lo-Ammi geworden (Mijn volk niet Mijn volk). Mal 1: 12 Maar gij ontheiligt Mij, als gij zegt: Des HEEREN tafel is ontreinigd, en haar inkomen, haar spijs is verachtelijk. Die tafel wordt door Paulus in Rom. 11 aangehaald. Dat wat de Joden zochten, hebben ze niet verkregen. God heeft het Joodse volk geschorst en het priesterambt aan een ander volk gegeven. Het is ook de tafel uit Jesaja 28, waaruit ook Petrus citeerde. De Heere heeft heel wat te geven, maar de tafel ligt vol met afval, van uitspuwsel en drek. Denk in dit verband ook aan Paulus, die in godsdienstig opzicht één van de meest vooraanstaande mensen van Israël was. Zijn tafel lag ook vol, maar hij heeft het alles schade en drek geacht, om Christus te gewinnen (Filip. 3: 4 8). Hij gebruikt precies hetzelfde woord dat in Jes. 28 en Mal 1 genoemd wordt. Een tafel is een altaar. Zoals de priester onder het Oude Verbond van het altaar aten, zo eten ook de priesters, namelijk de gelovigen, van het Nieuwe Verbond van het altaar. Dat altaar is de tafel des Heeren (Hebr. 13: 9 15). Mal. 1: 13 Nog zegt gij: Ziet, wat een vermoeidheid! Maar gij zoudt het kunnen wegblazen, zegt de HEERE der heirscharen; gij brengt ook hetgeen geroofd is op, en dat kreupel en krank is; gij brengt ook spijsoffer; zou Mij zulks aangenaam zijn van uw hand? Zegt de HEERE. Ze halen hun neus ervoor op en worden er moe van. Ze kunnen het zo wegblazen, maar doen het niet. 3

Mal. 2: 1 En nu, gij priesters! Tot u wordt dit gebod gezonden. Die priester zijn niet alleen de Levieten, maar heel Israël, want heel Israël is een priesterlijk volk. En hoewel het over Edom ging, wordt dit tegen priesters gezegd. Mal. 2: 2 Indien gij niet zult horen, en indien gij het niet zult ter harte nemen, om Mijn Naam eer te geven, zegt de HEERE der heirscharen, zo zal Ik den vloek onder u zenden, en Ik zal uw zegeningen vervloeken; ja Ik heb ook alrede elkeen vervloekt, omdat gij het niet ter harte neemt. Ter harte nemen = het gaat om dingen die niet een plaats zouden innemen in het uitwendige leven (religie), maar in het inwendige leven (geloof). Hoe geef je eer aan de Heer? In de eerste plaats door Zijn Woord toe te laten in je hart, door te luisteren naar Zijn Woord. Dus niet zenden, maar ontvangen. Wat een zegen zou zijn, werd een vloek. Denk aan de Steen, maar ook aan de wet. De wet zou tot zegen zijn, maar werd tot een vloek. Mal. 2: 3 Ziet, Ik zal u het zaad verderven; en Ik zal drek op uw aangezichten strooien, den drek uwer feesten, zodat men u met denzelven wegnemen zal. De feesten die oorspronkelijk de gezette hoogtijden des HEEREN waren, zijn geworden tot drek hunner feesten. (Pascha der Joden). Mal. 2: 4 Dan zult gij weten, dat Ik dit gebod tot u gezonden heb; opdat Mijn Verbond met Levi zij, zegt de HEERE der heirscharen. De Heer zou het priesterschap van de Joden wegnemen en een verbond hebben met Levi. De priesters binnen Israël stamden af van Levi. Jakob = de Gemeente Ezau = het Joodse volk Levi = Mal. 2: 5 Mijn verbond met hem was het leven, en de vrede; en Ik gaf hem die tot een vreze; en hij vreesde Mij, en hij werd om Mijns Naams wil verschrikt. Wie is het Leven en de Vrede? De Heere Jezus Christus, de Opgewekte. Hij heeft een bediening des Geestes en des vredes. Het gaat over het aanbreken van het Nieuwe Verbond. Vreze = de dienstbaarheid van de dienstknecht. De dienstknecht houdt zeer goed rekening met de wensen van de baas. Als de Baas zegt dat er zus of zo geofferd moet worden, dan heb je de schrik in de benen en zorgt ervoor dat het ook zo gebeurt. Je neemt geen loopje met de Heer. De Heere Jezus is Degene Die God diende. Hij is de knecht des Heeren, de Knecht van JEHOVAH. Mal. 2: 6 De wet der waarheid was in zijn mond, en er werd geen onrecht in zijn lippen gevonden; hij wandelde met Mij in vrede en in rechtmatigheid, en hij bekeerde er velen van ongerechtigheid. 4

De wet der waarheid is de wet, namelijk de waarheid. In Openbaring 1 is Christus de getrouwe Getuige, uit Wiens mond een zwaard kwam. Hij bekeerde velen van ongerechtigheid. Die velen vormen samen de Gemeente (zie Hebr. 2). Mal. 2: 7 Want de lippen der priesters zullen de wetenschap bewaren, en men zal uit zijn mond de wet zoeken; want hij is een engel des HEEREN der heirscharen. Eerst ging het alleen over Levi, maar nu over priesters in het meervoud. Maar ja, dat is ook wat Petrus zegt: wij zijn dat priesterlijke volk. In het vervolg van het vers gaat het weer over één Priester. Hij is de Engel des HEEREN. Dit betekent dat wij dus engelen zijn. Mal. 2: 8 Maar gij zijt van den weg afgeweken, gij hebt er velen doen struikelen in de wet, gij hebt het verbond van Levi verdorven, zegt de HEERE der heirscharen. Het Joodse volk is afgeweken en heeft er velen doen struikelen. Zij denken dat ze een leidsman der blinden zijn, maar ze zijn zelf blind (Rom. 2). Zij hebben het Nieuwe Verbond verdorven. Mal. 2: 9 Daarom heb Ik ook u verachtelijk en onwaard gemaakt voor het ganse volk, dewijl gij Mijn wegen niet houdt, maar het aangezicht aanneemt in de wet. De Joden richtten zich alleen maar op de uiterlijke dingen en niet op het hart. Mal 3: 1 Ziet, Ik zende Mijn engel die voor Mijn aangezicht den weg bereiden zal; en snellijk zal tot Zijn tempel komen die Heere, Dien gijlieden zoekt, te weten de Engel des Verbonds, aan Denwelken gij lust hebt; ziet, Hij komt, zegt de HEERE der heirscharen. Van die engel zegt men dat hij Johannes de Doper is. Datzelfde geldt voor de engel waarover in Jes. 40 gesproken wordt. In het Nieuwe Testament wordt ook gezegd dat het hier over Johannes de Doper gaat (Matt. 11: 10; Mark. 1: 2; Luk. 1: 76, 7: 27). Hij is de wegbereider van de Heere Jezus, maar de Heere Jezus is de Wegbereider van Christus. Hij is Boodschapper. Mensen kunnen dus best engelen zijn. Zij boodschappen het Woord van God. De definitieve vervulling van dit vers is Christus in Zijn wederkomst, voordat Hij komt om een definitief oordeel te brengen. Voordat Zijn volk gereinigd wordt, zal eerst die Engel komen. Die Engel is de Christus in Zijn eerste komst, maar ook de Gemeente. Het is immers Levi en de priesters. De gelovigen uit de Gemeente zijn met Hem tot zonen gesteld. Je moet dan natuurlijk wel weten wat de Gemeente voor een ding is, namelijk een volk van koningen en priesters. Wij zouden het Woord van God bewaren. Dat is ook precies wat Johannes de Doper deed. Hij predikte het Woord van God aan de Joden. Datzelfde zou de Gemeente nu ook behoren te doen, maar dan wel buiten het religieuze Joodse systeem om. 5

Mal 4: 5 Ziet, Ik zende ulieden den profeet Elia, eer dat die grote en vreselijke dag des HEEREN komen zal. Als het gaat om de voorbereiding van de wederkomst van Christus, dan zal de profeet Elia gezonden worden als wegbereider. Dat Mozes en Elia waarschijnlijk aan de Gemeente toegevoegd zullen worden, heeft te maken met het feit dat zij het Evangelie aan de Joden zullen verkondigen. Daarom, als het hier over Elia gaat, waarom zou het in 3: 1 dan niet over de Gemeente gaan. De engel uit Openbaring 11, die het Evangelie over de hele aarde verkondigt, is ook de Gemeente. 6