Een belangrijke tekst is Hebr. 8:1 en 2

Vergelijkbare documenten
De hogepriester in het oude verbond is een beeld van deze hemelse. Hebreeën 8

De brief aan de Hebreeën. C. Noorlander

Hebreeën 3. vrucht van de Geest. Dat is een hemelse roeping.

Hebreeën. 1:1-2:18 Jezus is meer dan de engelen

Hebreeën 5. Aäron was met zwakheid omvangen. Jezus was ook met zwakheid omvangen en kan met onze zwakheid meevoelen (Hb. 4:15).

En er staat ook zo bemoedigend achter dat wij in die hoop overvloedig zullen zijn, door de kracht van de heilige Geest. Onze hoop

NGB Artikel 26 dinsdag 16 april

Waarom doet Hij dat zo? Om de diepste bedoeling van Gods geboden aan te geven. Daar kom ik straks op terug. Hij geeft in de Bergrede de beloften en

Hebreeën 8. Hier wordt de hoofdzaak genoemd van het onderwerp van de brief aan de Hebreeën, namelijk: zulk een hogepriester.

Jezus meer dan Aäron Hogepriester tot in Eeuwigheid. Hebreeën 2:10-8:1. Gert Hijkoop 14 oktober 2018

Het Geheim van Mozes 40 dagen Het Geluid van de Hogepriester

was, zei Hij tegen Maria van Magdala in Mt. 28:10: Hebreeën 2 (deel 2)

DE ONTWIKKELING VAN GODS HEILSPLAN IN DE TIJD

God dus we kunnen zeggen dat het Woord er altijd is geweest. Johannes 1:1/18

Jezus, de Leidsman van ons geloof

God kent jou. Inleiding. Voor God hoef je geen masker op te zetten. Hij weet wie je bent. Persoonlijke relatie met God

24 December. Christus superieur aan het priesterschap. "U bent voor altijd priester zoals Melchizédek", staat er.

Laten we eens kijken naar het chiasme dat zich uitstrekt over de gehele Torah:

Jezus onze Hogepriester Een kijk achter de schermen

Voorbeeld brief 2de eeuw 2 Petrus)

Les 8 voor 24 november 2018

- 2 - Merkt dan op, hoe groot deze is! Zonder begin van dagen of einde des levens, aan de Zoon van God gelijkgesteld.

INHOUD. Citaten : Statenvertaling 1977 Aanbevolen websites: www:mybrethren.org/index.html

Onze grote hogepriester Jezus. De hogepriester in het oude verbond is een beeld van deze hemelse hogepriester.

- 1 - Werkelijk vrij. Want de zonde zal over u niet heersen. U bent namelijk niet onder de wet, maar onder de genade.

BIJBELLEESROOSTER VOOR GEZINNEN met kinderen in de basisschoolleeftijd

19 Daar wij dan, broeders, volle vrijmoedigheid bezitten om in te gaan in het heiligdom door het bloed van Jezus, Vertrouw niet iedere geest

December-januari Weekthema: Op reis naar de eeuwigheid. Maandag 28 december. Gedane zaken nemen geen keer. Lezen: Hebreeën 9: 23-28

De Bijbel open (19-10)

Een Nieuw Verbond Het Origineel - The Real Thing. Hebreeën 8. Gert Hijkoop 21 oktober 2018

Het nieuwe verbond. Stap in je geloof

Wees heilig, want Ik ben heilig. 1 Petrus 1: 16 b.

1 Geliefden, geloof niet elke geest, maar beproef de geesten of zij uit God zijn; want er zijn veel valse profeten in de wereld uitgegaan.

Jezus, de Leidsman van ons geloof

STUDIE OVER: DE GEESTELIJKE WERELD

Jezus, de Leidsman van ons geloof

19 Omdat wij nu, broeders, vrijmoedigheid hebben, om in te gaan in het heiligdom door het bloed van Jezus. Geloof niet elke geest

Inleiding over het kernwoord zonde

Maleachi en de joodse priesters. Tot elke dienaren van God richt onze Schepper zich rechtstreeks? Maleachi 2:1. 1 Wat volgt, priesters, mijn besluit.

Zonder bloedstorting is er geen vergeving

ETS-Bijbelcursus. Exodus. Inhoud van de les. Doelstellingen van deze les

1. Samuël de profeet. Lezen: Handelingen 3:11-26

Liederen voor zondag 3 december 2017

Namen van God en van Christus in de eerste brief aan Timoteüs

Het visioen van de troon. Openbaring 4 :1-3, 5, De 4 levende wezens. Openbaring 4: 4. De 24 ouderlingen. Openbaring 4: 6-8

Om een goed inzicht te krijgen is het van belang, om eerst Psalm 110 te lezen: de profetie van David over "de priesterkoning des Heren".

De Dordtse Leerregels. Artikel 1 t/m 5

Verhardt uw harten niet

ETS-Bijbelcursus. Leviticus. Inhoud van de les. Doelstellingen van deze les

Jezus is meer dan Mozes Volg daarom Jezus. Hebreeën 3:1-4:13. Gert Hijkoop 23 september 2018

Opwekkingsdienst 2 juli 2017 om Voorganger: Ds. Timmer M.m.v.: de Opwekkingsband. Thema: Hoop!

Maand 9 week 1: De tabernakel.

De Bijbel open (22-06)

Matteüs 26,28 Het kruis van Christus: zijn bloed voor ons vergoten

10 redenen voor de komst van de Heere Jezus

Zondag 18, vraag en antwoord 46,47,48 en 49.

Hebreeën 7:12 - Verandering van priesterschap

Wie worden als getuigen genoemd om aan te tonen hoe triest het volk Juda bezig is?

een beeld van het woord. En - zo zegt Psalm 119:130 "Het opengaan van Uw woorden geeft licht." Hebreeën 9

Jezus, de Leidsman van ons geloof


Een nieuw begin. De schepping van hemel en aarde Genesis 1:1-10

Heilige Geest op hen en zij spraken in vreemde talen en profeteerden." Hebreeën 6

De betekenis van het kruis (1)

Vraag 6 Moeder van de dode baby zegt: dat is goed Moeder van de levende baby zegt: nee, geef hem dan maar aan haar

Het nieuwe verbond. Stap in je geloof

Is dan het uiterlijk waterbad de afwassing van de zonde zelf?

6 september uur René Barkema. toewijden aan God. - stilte. - votum + vredegroet. - GK Gezang 164 (canon) luisteren naar God.

Liturgische teksten en gebeden

De straf op de zonde 15

Goede vrijdag Zie Het Lam!

Zondagochtend 9 september 2018 HEBREEËN 2: 1-15 MAAR WIJ ZIEN JEZUS

De Dordtse Leerregels

DE TEMPEL EEN TEMPEL VAN DE HEILIGE GEEST.

De Bijbel wijst God als de schrijver ervan.

verzoeking = verleiden om verkeerde dingen te doen dewijl = omdat wederstand doen = tegenstand bieden de overhand behouden= de overwinning behalen

Ik werd verlost (Efeziërs 1:7; Kolossenzen 1:14)

Mozes, openbaart De Engel des Heren (Jezus?) openbaarde zich (2) Ongerechtigheid..(7,9). onbekwaam geen spraakvaardigheid Kende God dan Mozes niet?

Eredienst 2 April uur Voorganger: Ds. H. vd Berg

Hebreeën 11:1 Het geloof is een vaste grond van de dingen die men hoopt, en een bewijs van de zaken die men niet ziet.

1 Korintiёrs 1:9. Marcus 10:45. Handelingen 4:12. Johannes 17:3. 1 Korintiёrs 3:16. Johannes 15:9,10. Psalm 32:8

Welk danklied wordt beschreven in Jesaja 12?

Wie is Jezus, deel 2. les 5b FOLLOW

Welke landen worden in veroverd door de koning van Assyrië?

Mei-juni Weekthema: De kracht van en de toegang tot Gods Woord. Dinsdag. Indringend. Lezen: Hebreeën 4: 12-13

[Uitzending 959: Hebreeën 8:6 t/m 13]

De Heer Jezus Christus - Zijn Persoon

Over het zitten van de Heere Jezus aan de rechterhand van God en Zijn wederkomst.

Geloof Brengt Verandering Toets 1 - antwoorden

SCHIJNBARE TEGENSTELLING VERZOEND OF NIET?

Leidingdeel Jozua - Schets 7 Het afscheid Jozua 23 en 24

Zie, Ik leg in Sion een uitverkoren en kostbare hoeksteen, en wie op hem zijn geloof bouwt, zal niet beschaamd uitkomen.

Let op de hogepriester De Bron Hans-J. Reumerman

de 12 namen van de zonen van Jacob. Een grote Hogepriester Jezus had vrienden, toen Hij op aarde was.

Schriftlezing Exodus 19:3-6a, 1 Petrus 2:1-10

Wie is de Heilige Geest?

Wat stelt Jesaja beslist en wat gebeurt er met de mensen die de Here niet verwachten?

3 Aangaande zijn Zoon, gesproten uit het geslacht van David naar het vlees. De boekenlegger in het Boek

Ingaan in de rust van de Vader

3 Ten aanzien van Zijn Zoon, Die wat het vlees betreft geboren is uit het geslacht van David. De boekenlegger in het Boek

Transcriptie:

De brief aan de Hebreeën is geschreven aan gelovigen uit de Joden, om ze te bemoedigen en voor afdrijven en terugvallen in hun geloof te behoeden en hun oog alleen op Christus en de met Hem verbonden betere dingen te vestigen. Een belangrijke tekst is Hebr. 8:1 en 2 1. De hoofdzaak nu van de dingen waarover wij spreken, is dit: Zo n Hogepriester hebben wij, Eén Die Zich heeft gezet aan de rechter hand van de troon van de Majesteit in de hemelen. 2 Hij is een Dienaar in het heiligdom en in de ware tabernakel, die de Heere heeft opgericht en niet een mens. De brief is geschreven aan de Hebreeën, dat zijn hier joden, waarschijnlijk in Israël, die de Heer Jezus als hun persoonlijke Heiland hadden aanvaard en dus christenen waren geworden. Om hun geloof in Christus hadden ze veel te lijden van hun volksgenoten. Hun bezittingen werden hun ontroofd, maar ze hadden deze roof met blijdschap aanvaard (Hebr. 12:32-34), omdat hun oog op het blijvende bezit in Christus was gevestigd. Maar de lijdensweg duurde zo lang, de handen werden slap en de knieën verlamden. De gevaren waren aanwezig terug te keren tot het Jodendom, tot de oude rituelen. Sommigen van hen kwamen niet meer in de samenkomst. Een dergelijke neiging om tot de vorige toestand terug te keren zien we ook na de uittocht van het volk Israël uit Egypte. Toen ze benauwd werden wegens de hen achtervolgende Egyptenaren, zeiden ze tegen Mozes: Laat ons teruggaan naar Egypte. Gelovigen in Korinthe liepen het gevaar hun dienst aan God te vermengen met heidense dingen. De Hebreeën liepen het gevaar terug te vallen in de oude zichtbare onvolmaakte eredienst (judaïsme). De christen joden hadden bemoediging nodig en daarom werd deze brief aan hen geschreven. Hierin werd hun oog gericht op Christus en op de betere dingen. Zevenmaal wordt Christus hierin als Hogepriester voorgesteld; tien keer wordt het oog gevestigd op het betere, dat ze nu in Christus hadden. Dertien maal klinkt de oproep "laten wij" of "laat ons" als een aansporing de ingeslagen weg te vervolgen, met alle voorrechten daaraan verbonden. Waarom was de oude eredienst aan God niet blijvend? Deze dienst was een voorafschaduwing. De offers waren niet volmaakt, hun uitwerking was niet blijvend. Jaarlijks moest op de Grote Verzoendag geofferd worden voor het volk en voor de hogepriester, die ook zondig was. Bloedige offers van dieren kunnen de zonden niet echt wegnemen. De mensen konden God niet echt met een vrij geweten naderen. Waarom zouden de Hebreeën terugkeren naar een voorbeeld, naar een onvolmaakte dienst? Met Christus waren ze veel beter af. Hij is het volmaakte offer en de volmaakte Hogepriester. Hij is hoog verheven, is zelfs de hemel binnengegaan. Zijn offer was eens en voor altijd genoeg; een ander offer is niet meer nodig. De schrijver van deze brief wordt niet genoemd. Velen denken dat het de apostel Paulus was, die volgens Petrus een brief aan gelovigen uit Israël heeft geschreven (2 Petr. 3: 15)

Hebreeën 1:3 De heerlijkheid van Jezus Christus deel 1 Hierin wil de schrijver de heerlijkheid van Jezus Christus, de Zoon van God aantonen. Het gaat erom dat Christus meer en hoger is dan de engelen. Dit werkt hij in deze verzen helemaal uit. Hij toont dit aan door aanhaling van allerlei teksten uit de OT, met name uit de Psalmen. De conclusie van de schrijver is dat Christus altijd beter is. Hij is niet geschapen maar Hij is zelf de Schepper. Belangrijk is ook zijn conclusie dat Christus eeuwig is waar al het andere vergaat. Christus wordt meerdere keren God en HEERE genoemd. Daarom zit Hij ook aan de rechter hand van de Vader en wordt Hij gediend door de engelen. De engelen zijn ook dienaar van ons, gelovigen. Hebreeën 2: 1-9 Koers houden deel 2 Om de goede koers te houden is het nodig om een duidelijk doel te zien en gericht te blijven op dat doel. Wat ons geloof betreft, is Hebreeën 12:2 een sleuteltekst: Laat ons oog alleen gericht zijn op Jezus In hoofdstuk 1 hebben we gezien hoe geweldig groot de Heer Jezus is. We moeten altijd op Hem gericht zijn. Als een schip ook maar een kleine beetje van het kompas afwijkt, dan kan het mijlenver aan zijn doel voorbij schieten. Dat geldt voor ons geloof. Als we ons koers niet op Christus afstemmen, dan drijven we af. God had op de Sinai aan Mozes de tien woorden ( geboden) gegeven. Elke overtreding of ongehoorzaamheid werd gevolgd door een r echt mat i ge s t r af. Al s dat al zo i s met het woord dat door engel en gesproken is, hoeveel t e meer geldt di t dan wanneer het gaat om het hei l d at door engel en gesproken is, hoeveel t e meer geldt dit dan wanneer het gaat om het heil dat met de Heer, die toch bóven de engelen staat, is begonnen. Verliezen we die Heer ui t het oog, dan vinden we nooit de juiste koers! We komen dan mijlenver van de veilige Haven uit. Dan vervreemden we van God. Jezus heeft Gods Koninkrijk zichtbaar gemaakt door tekenen en wonder en door de kracht van de Hei lige Geest. De Messias belijdende Joden wilden echt er terug naar het oude en vertrouwde, naar hun Oudtestamentische traditie. Richten wij ons wel volledig op Christus? Of leggen we andere accent en? Willen we terug naar ons vertrouwde verleden? O f leggen we andere accenten? Willen we terug naar ons vertrouwde verleden? Al s we ons niet totaal r richten op onze Heer en Heiland, dan drijven we af. Zie toch op Hem. Dan houdt u koer s en komt u niet bedrogen uit. Ons heil is gelegen in het horen naar en het doen van wat Jezus zegt. Alleen door op Jezus te zien houden we de goede k oer s en drijven we niet af. In de val van Adam en Eva in zonde heef t de mens het verprutst. Door de zonde z i j n wij beneden de engelen komen te staan. We leven onder de vloek. Maar de HERE zag naar ons om. Wat een genade! Hi j ziet ons, gelovigen, zoal s de mens was in het paradijs en zoals hij eens zijn zal in volle heerlijkheid. Nu lev en we nog niet in die volle heerlijkheid maar we zien toch al wel iets van de heerlijkheid die komt. Maar wij zien Jezus, staat er in vers 9.

Hebreeën 2 :10-18 Het werk van Christus deel 3 Bij de vorige studie zijn wij er bij bepaald dat we in deze tijd nog niet de volledige macht en heerlijkheid van Christus zien. Wij weten dat Hij nu met eer en heerlijkheid gekroond is en naast de Vader in de Hemel zit waar Hij wacht op het moment om terug te komen naar deze aarde. Dan zal Hij komen in Zijn volledige macht en heerlijkheid. Vanaf vs. 10 gaat de schrijver het hoe en waarom van het werk van Christus nog eens heel duidelijk uitleggen. Hij noemt Hem de Leidsman van onze zaligheid. De mens die door de zonde van de relatie met God waren afgesneden moest weer terug gebracht worden tot God. Daarin was Christus onze Leidsman. Hij moest eerst komen en aan de gevallen mens gelijk worden om hen vervolgens terug te leiden tot de Vader. Dit was de diepst denkbare vernedering die Hij kon ondergaan. Maar het resultaat daarvan was een grote overwinning over de satan die de macht over de dood had. De sleutels van het dodenrijk zijn van hem afgenomen en zijn nu in bezit van Christus. Er is geen angst meer voor de dood. De overwinning op satan heeft Hij niet behaald voor engelen maar voor zondige mensen als u en ik. Het ging Hem om ons. In de strijd die Hij gestreden heeft is Hij, net als wij vaak, voortdurend verzocht geweest door de satan om het met hem op een akkoordje te gooien. Maar Hij heeft niet voor hem gebogen, Hij heeft overwonnen. Daarom kan Hij onze moeite en strijd ook zo goed begrijpen. Hij kan meevoelen en meelijden en ons helpen naar de overwinning. Hebreeën 3:1-6 Jezus is hoger dan Mozes deel 4 Mozes was voor de Messias belijdende Joden aan wie deze brief geschreven werd, een heel belangrijk persoon. Welke plaats had hij nu, nu Jezus gekomen was? Telkens opnieuw wil de schrijver van Hebreeën laten zien hoe geweldig groot de Here Jezus is. Hier wordt van Christus gezegd dat Hij onze Apostel en Hogepriester is.een apostel is een gezondene. Iemand die optreedt in naam van zijn opdrachtgever. Hij spreekt niet voor zichzelf, maar in hem staat zijn opdrachtgever zelf als het ware voor je. Zo komt in Jezus God Zelf naar ons toe. Een hogepriester is iemand die van de HERE opdracht heeft om offers te brengen. Zodat zonden verzoend worden. God vergeeft ze en denkt er niet meer aan. Er kan dan een relatie komen tussen God en mens. Zo is Christus. Hij gaf Zichzelf als offer. Om af te rekenen met onze zonden. Jezus was in alles gehoorzaam aan de taak die zijn Vader Hem gegeven had, net als Mozes. Daarin verschillen ze dus niet zo. Waarin dan wel? Daarover gaat dit gedeelte. Mozes is een type van Jezus. Hij is de middelaar van het oude verbond. Hij was een groot leider en profeet van het volk Israël. Hij gaf de tabernakel en de wet. Hij verloste het volk uit de slavernij van Egypte. In al deze dingen is hij een voorafschaduwing van Christus.

Hebreeën 3:7-19 Oproep deel 5 Deze keer gaat het om een ernstige oproep aan ons persoonlijk en ons als gemeente. Het volk Israël maakte tijdens de tocht van Egypte naar het Beloofde Land grote wonderen mee. Telkens opnieuw zagen ze Gods ingrijpen. Als ze twee jaar zo zijn voortgegaan, komen ze vlak bij Kanaän. Dan worden twaalf spionnen erop uitgestuurd om het land veertig dagen lang te verkennen. Er blijkt inderdaad overvloed te zijn. Maar er zijn ook enorme barrières. De Israëlieten vinden de situatie uitzichtloos. Ze geloven niet dat de HERE grote dingen kan doen. Daarom wordt God toornig op hen. Ze moeten nog achtendertig jaar lang rondzwerven in de woestijn. Totdat heel de ongelovige generatie gestorven is. Wat doet u als u in grote nood komt? Gaat u dan zuchten en klagen? Of gaat u in vertrouwen op God verder? In de zekerheid dat Hij grote dingen kan doen en voor uitkomst kan zorgen. Als we ons verharden en net zo reageren als de tien slechte spionnen en als het volk Israël, dan begeven we ons in een neergaande lijn. Een lijn die eindigt met af te vallen van God. Laten we de ernstige waarschuwingen uit dit gedeelte ter harte nemen! Verhard uw hart niet. Wees niet verbitterd. Ga niet dwalen. Wees niet ongelovig. Wees niet ongehoorzaam. Ga net als Jozua en Kaleb, de twee gelovige verspieders, in het geloof verder. Vertrouwend op Gods beloften. Een grotere en meer betrouwbare zekerheid is er niet. Daarbij hebben we elkaar als gelovigen hard nodig. Steun elkaar. Bemoedig elkaar. Alleen door te vertrouwen op Gods beloften kunnen we in het geloof verder gaan en hebben we toekomst. Hebreeën 4:1-13. Naar de echte rust deel 6 Als je een bak hebt met een laag met honderd witte knikkers en je stapelt er voorzichtig honderd zwarte knikkers op, dan krijg je twee keurige lagen. Schud je de bak, dan wordt het een chaos. Al blijf je schudden, er komt nooit meer een witte en een zwarte laag knikkers. Alleen door zorgvuldig in te grijpen kan er weer orde komen. God kan ook in de chaos van ons bestaan orde scheppen. Er kan alleen rust komen als we Hem toestaan in onze chaos te gaan werken. Er is een belofte om in de rust van God te komen. Als we ongehoorzaam zijn aan Zijn Woord, dan komen we niet in die rust, dat is wel duidelijk. De verkondiging van het Woord van God heeft alleen nut als het in geloof wordt aangenomen. Jozua leidde de Israëlieten het Beloofde Land binnen. Maar bracht dat nu die echte rust en vrede? Nee, want het volk was vaak ongehoorzaam. In de tijd van koning David, zo n vierhonderd jaar later, spreekt God opnieuw over ingaan tot de rust (Psalm 95). En nog weer later kwam het volk van God volk vanuit Babel (Verwarring) weer terug in Jeruzalem (Vrede). Maar ongehoorzaamheid stak steeds opnieuw de kop op. Velen zijn Gods rust niet ingegaan, terwijl dat toch al sinds de voltooiing van de schepping mogelijk was. God is ook tot rust gekomen van het werk dat Hij in Jezus gedaan heeft om ons zijn heil te kunnen geven. Het Woord van God brengt scheiding. Wie er op in gaat ontvangt en ervaart rust. Wie het afwijst zal de rust nooit vinden. Om in te gaan in de rust van God is bekering en toewijding nodig.

Hebreeën 4:14-5:10. Het Offer deel 7 Omdat Jezus Zelf geleden heeft en verzoeking heeft gekend, weet Hij wat het is om te lijden en verzocht te worden. Daarom kan Hij ons ook zo goed begrijpen en helpen. Hij weet waarover Hij praat uit eigen ervaring. Hij heeft een heel moeilijke trainingsschool gehad. Hij werd een mens als u en ik. Zwak, blootgesteld aan verleiding. Gevoelig voor pijn en angst. Kortom: mens. Daardoor is Hij zo geschikt om onze geestelijke Leider te zijn. Onze Hogepriester. Hij is door de HERE aangewezen om ons te vertegenwoordigen bij God de Vader. Hij weet waarover Hij praat, Hij weet wat wij voelen. Al is er wel een belangrijk verschil tussen de hogepriesters in het Oude Testament en Jezus als Hogepriester. Aäron en zijn opvolgers moesten ook voor hun eigen zonden offers brengen. Dat hoefde Jezus niet te doen want Hij was altijd in alles gehoorzaam aan God en dus zonder zonde. Dat heeft Hem veel strijd gekost. Dat ging maar niet van een leien dakje. Hij heeft voortdurend keuzes moeten maken. Dat Hij leefde zonder te zondigen gebeurde dus niet als het ware automatisch, maar was het resultaat van overgave en gehoorzaamheid. Als we dat weten dan wordt het heel wat gemakkelijker om naar Hem te luisteren. Hij begrijpt immers alles van ons. Van onze pijn. Van onze problemen. Wie Hem gehoorzaamt, heeft eeuwig heil. Dat opent de weg naar de HERE God om Hem om genade (vergeving) en hulp vragen. En die krijgt u ook. Hebreeën 5:11-6:8. Stilstand is achteruitgang deel 8 Het Hogepriesterschap van Christus is een erg belangrijke zaak maar moeilijk uit te leggen aan mensen die traag van begrip en hardhorend zijn geworden, zegt de schrijver van deze brief. Voor iemand die nog een baby in het geloof is, ligt dat wat te zwaar op de maag. Om dat te begrijpen moet je een volwassene in het geloof zijn. De schrijver van deze brief maakt een vergelijking tussen onze lichamelijke ontwikkeling en onze geloofsontwikkeling. Een baby krijgt melk als voedsel. Naarmate het kind groeit, krijgt het meer vaste voeding, nodig voor een goede lichamelijke ontwikkeling. Zo is bekering tot God en geloof in Hem het fundament van het geloofsleven. Maar voor de verdere opbouw en ontwikkeling van het nieuwe leven in ons door de Heilige Geest, is er méér nodig dan dat fundament. Het nieuwe leven dat wij ontvangen hebben moet doorgroeien zodat het vrucht gaat dragen voor God. Daarom is alleen proeven en genieten van het nieuwe leven, zoals veel verkondigd wordt, niet voldoende. Dat nieuwe moet sterk en krachtig worden in ons, anders verdort het in plaats van dat het gaat bloeien en vrucht dragen. Dat verdorren zien we heel veel om ons heen en is ook best een gevaar voor ons. Maar dat is niet de bedoeling en daarmee wordt God niet geëerd. Daarom besteedt deze brief veel aandacht aan de kwaliteit van het geestelijke voedsel dat wij gelovigen nodig hebben. Hierdoor kan ons geestelijk leven zich gezond en krachtig ontwikkelen. Dat wordt de vaste spijs genoemd. Is er bij u een echt en diep verlangen om Christus beter te leren kennen? Is Hij voor u nu groter dan een paar jaar geleden? Hebt u Hem nu meer nodig dan vroeger? Hoeveel tijd besteedt u aan de verzorging van uw geestelijk leven? Geestelijke traagheid is funest. Hier is stilstand achteruitgang.

Hebreeën 6:9-20. Wat we nodig hebben is geloof en geduld deel 9 Groeien is een langzaam proces van geloof en geduld. Vaak worden in de Bijbel de wetten van de natuur, die een schepping van God Zelf is, aangehaald om ons Gods geestelijke wetten duidelijk te maken. Zo ook als het gaat om de groei van ons geestelijke leven. Met geestelijk leven bedoelt de Bijbel niet zozeer ons algemeen menselijke innerlijke leven, maar het goddelijke leven, dat door de Heilige Geest in ons is. Dat goddelijke nieuwe leven hebben we ontvangen toen we opnieuw geboren zijn. Wil dat leven dus verder tot ontwikkeling komen, dan heeft het tijd nodig om vrucht voort te brengen. Dat vraagt van onze kant geduld, oefening, verzorging en geloof. Als voorbeeld wordt Abraham aangehaald. Wat moest hij een lange weg gaan! Hij moest heel veel geduld hebben. Dat vroeg ook heel wat oefening van hem. Maar omdat de HERE hem had geroepen en hem een belofte had gegeven, bleef hij geloven dat God niet kàn liegen. De HERE had het hem immers onder ede beloofd. De HERE was Abrahams toevlucht ook bij tegenslag en schijnbare onmogelijkheden. Zo moeten ook wij leren steeds weer onze toevlucht tot God te nemen. Dan zal onze hoop op zijn toekomst telkens vernieuwd worden en levend en krachtig blijken te zijn. De HERE is onveranderlijk. Die hoop op God werkt als een anker, dat maakt dat zelfs in een vliegende storm een schip niet van zijn plaats geblazen zal worden. Vóór ons ligt het herstel van de heerschappij van God over zijn hele schepping. Christus heeft als de eerste van die nieuwe schepping, na zijn offer gebracht te hebben midden in de oude schepping, zijn plaats bij God al ingenomen. Hij is als eerste de nieuwe werkelijkheid van God binnengegaan. Voor ons uit. Wij mogen volgen. Hebreeën 7:1-10 Melchisedek als beeld van Jezus Hogepriesterschap deel 10 Wie was Melchisedek? Hij treedt maar eenmaal op in de Bijbel, tijdens het leven van Abraham. Hij wordt een priester van God, de Allerhoogste, genoemd. Als Abraham slag geleverd heeft tegen een aantal woestijnvorsten en zijn door hen gevangengenomen neef Lot heeft bevrijd, zegent deze Melchisedek Abraham in de naam van de HERE, waarbij hij God alle eer geeft. Hieruit blijkt dat zelfs al lang voor de aanstelling van Aäron als hogepriester, God al een priester in zijn dienst had, namelijk Melchisedek. En deze priester was tegelijkertijd koning. De schrijver van deze brief aan Joden-christenen noemt hier Christus een hogepriester naar de ordening van Melchisedek. Hij wil duidelijk maken dat Jezus in zijn offer aan het kruis van Golgota een priesterlijke bediening voor God verrichtte buiten het Joodse priesterschap om. De Bijbel geeft daarmee aan dat de HERE in zijn soevereiniteit vrij is om als hogepriester aan te stellen wie Hij wil. Hij is de Almachtige. Melchisedek kreeg van Abraham tienden van de door hem behaalde buit en Abraham ontving van Melchisedek zijn zegen. Zo erkende Abraham Melchisedek als zijn meerdere. Ja, zo heeft ook Levi, die uit Abraham zou voortkomen, Melchisedek al als meerdere erkend. Daarom noemt de Bijbel de priesterorde van Melchisedek hoger dan die van Aäron: de latere hogepriester Aäron werd in Abraham ook toen meegezegend. De priesters uit de stam Levi moeten dus de Priester naar de wijze van Melchisedek, Jezus, ook als meerdere erkennen. Zijn dienst heeft voortzetting van hun dienst overbodig gemaakt. Christus is nu onze Priester. Méér, hóger en gróter dan de Levitische priesters- in persoon, werk en vruchten van zijn werk. Hij treedt volmaakt voor ons op bij God. Bouw dus op Hem. Jezus is onze waarachtige Hogepriester, Koning der gerechtigheid en Vredevorst.

Hebreeën 7:11-19 Het tijdelijke is vervangen door het blijvende deel 11 Voor de Joden die in de eerste eeuw n. Chr. tot bekering gekomen waren, was het vrijwel ondenkbaar dat ook heidenen (= niet-joden) zouden delen in de redding die God in Jezus aanbood. In een traditie van vijftien eeuwen liep de weg naar God via de wet en de daarbij behorende eredienst. En nu zou er opeens een nieuw verbond en een nieuwe weg van kracht geworden zijn? Velen hadden het daar moeilijk mee. De schrijver van deze brief wil aantonen dat het verbond dat de HERE op de berg Horeb in de Sinaiwoestijn met de Israëlieten gesloten had, een tijdelijke voorziening was. Op grond van dit verbond met de daarbij behorende eredienst en het priesterschap, kon het volk Israël, via de priesterdienst, als enig volk op aarde, een band hebben met de eeuwige God. Het was echter Gods bedoeling dat dit tijdelijke en beperkte verbond te zijner tijd vervangen zou worden door een verbond met alle volken. Een verbond dat ook altijd geldig zou zijn. Waarin verschilt nu het Levitische priesterschap van dat van Jezus? Christus was Priester naar de ordening van Melchisedek en kwam niet uit de stam Levi, maar uit de stam Juda, de stam van de koningen. Hij is net als Melchisedek zowel Priester als Koning. Hij is alles. Naast Christus hebben we niemand anders nodig. Het Levitische priesterschap was uit de mensen, dat van Jezus is van goddelijke afkomst. Christus Priesterschap gaat niet van vader op zoon over. Het oude verbond was zwak en moest verdwijnen. Het nieuwe verbond is sterk en houdt nooit op. Het beperkte werd vervangen door het blijvende en volmaakte. De komst en het werk van Christus heeft de weg tot God volledig en blijvend geopend. Zijn Priesterschap was volmaakt. Nu niet alleen voor Israël, maar ook voor àlle andere volken. In tegenstelling tot het Oudtestamentische priesterschap was het Priesterschap van Christus wèl volmaakt en bracht het een volkomen verzoening voor alle mensen. Hebreeën 7:20-28 De Volmaakte Middelaar deel 12 In het gewone dagelijkse leven kan het gemakkelijk zijn iemand te hebben die bij je baas of bij een autoriteit een goed woordje voor je kan doen. Iemand die voor je op komt, die voor je spreekt. Dat kan belangrijk zijn voor het functioneren in je werk. In het Oude Testament was de priester de middelaar tussen de Israëlieten en de HERE. Hij vertegenwoordigde God bij het volk in het geven van onderwijs uit de wet. Maar hij vertegenwoordigde ook het volk bij God door het brengen van offers. Maar hij was een onvolmaakte priester. Jezus is echter de volmaakte Middelaar tussen zijn Vader en ons mensen. Ook in deze verzen zien we opnieuw een aantal verschillen tussen het Oudtestamentische priesterschap en dat van Jezus. Bij het Levitische priesterschap was geen sprake van een eed, bij Jezus Priesterschap wèl. Het priesterschap in Israël ging gewoon van vader op zoon over, je werd priester door afstamming. Dat van Jezus gaat nóóit op een ander over en houdt nóóit op. De lange rij van menselijke priesters met de dagelijkse herhaling van ontelbare offers, werd vervangen door het offer van Jezus dat eens-voor-altijd geldt. Hij is het Lam van God, dat de zonde van de wereld heeft weggenomen. Op grond daarvan geeft het nieuwe verbond de zekerheid van een ononderbroken werking. De verzoening in Jezus is een feit dat bij God voor altijd vastligt, zoals ook de aanwezigheid van de Middelaar bij God de Vader. De Oudtestamentische priesters en hogepriesters waren zelf ook zondige mensen. Jezus was helemaal zonder zonde. Nóóit bezweek Hij voor verleidingen. Omdat Jezus niet bezweken is, dáárom kon Hij eens en voor altijd al onze zonden uitwissen toen Hij Zichzelf offerde aan het kruis. Gezeten aan Gods rechterhand, is Hij nu voortdurend bezig om ons overal doorheen te helpen en doorheen te bidden. Zo is ons zwakke leventje totaal veilig in zijn sterke handen. Jezus is de beste Middelaar die we ons konden wensen! Hij is de volmaakte Middelaar. Hij zit naast zijn Vader en Hij helpt ons overal doorheen.

Hebreeën 8 Het betere van het nieuwe verbond deel 13 De schrijver van de brief trekt nu een conclusie uit wat duidelijk is geworden over het tijdelijke hogepriesterschap van Aäron en het blijvende Hogepriesterschap van Christus in de hemel. Het gaat nu niet meer over het beperkte, tijdelijke, aardse, maar over de dienst die door Christus verricht wordt in de hemel, voor Gods aangezicht. Daar is de Zoon aanwezig als het Lam van God, dat de zonde van de wereld heeft weggenomen. Het offer van Christus was een volmaakt offer, eens en voor altijd. Daarom moet het mindere van de eredienst van het Oude Testament plaats maken voor het meerdere van de hemelse eredienst. De hogepriester mocht destijds slechts één keer per jaar in het binnenste heiligdom komen. Maar onze Hogepriester Christus is altijd in het hemelse heiligdom. Het aardse heiligdom was door mensenhanden gemaakt. Het kon daarom ook weer door mensenhanden verwoest worden. Maar het hemelse heiligdom is door God Zelf gebouwd. Daar kan dus niets mee gebeuren. Zonder gestoord te kunnen worden, verricht Christus daar zijn dienst. Ook voor ieder van ons. Door Jezus offer kon een nieuw verbond tot stand komen. Namelijk in zijn bloed. Het oude verbond werd door dat nieuwe vervangen. Over dat nieuwe verbond had in het bijzonder Jeremia geprofeteerd. Zelfs de kenmerken van het nieuwe verbond zijn duidelijk door hem aangegeven. Ze staan vermeld in de verzen 8 t/m 12, een citaat van Jeremia. In grote lijnen wordt hier gezegd dat de HERE met het oude verbond niet verder kon, omdat zijn verbondspartner, het volk Israël, zich niet meer hield aan dat verbond. Daarom wilde God een nieuw verbond sluiten. Daarin gaat het niet meer over het kennen van Gods wil door middel van de wet. Gods wil wordt nu door de Heilige Geest in het verstand en in het hart van de mens gelegd. Aan dat verbond heeft iedereen deel die toen hij opnieuw geboren werd, de Heilige Geest ontvangen heeft. Hebreeën 9:1-14 Heel het Oude Testament roept om Christus! deel 14 De schrijver plaatst hier opnieuw de aardse priesterdienst tegenover de Priesterdienst van Christus. Het aardse heiligdom bestond uit twee vertrekken (het heilige en het heilige der heiligen ) en was gemaakt van aards materiaal. Daarin ligt de eerste beperking van het Oudtestamentische priesterschap. De tweede beperking is dat de priesters wel minstens tweemaal per dag in de voorste tent kwamen maar niet achter het voorhangsel, waar de heerlijkheid van God woonde. Dat mocht maar eenmaal per jaar en dan ook nog alleen door de hogepriester. Er was dus maar een beperkt contact met God mogelijk. Bovendien moest de hogepriester eerst voor zijn eigen zonden offeren, vóór hij dat kon doen voor de zonden van het volk. In alle rituele handelingen onder het oude verbond ging het alleen om de reiniging van het uiterlijke leven. Alle voorschriften in Exodus, Leviticus en Deuteronomium laten zien dat de dienst in de tabernakel (en later de tempel) alleen maar tijdelijke lichamelijke reiniging kon geven. De dagelijkse herhaling van de offerdienst betekende dat de zonden alleen maar bedekt werden maar niet weggenomen. Alle offers brachten geen blijvende reiniging van het geweten en geen blijvende vernieuwing van het hart. De Oudtestamentische eredienst kon niet zonder meer, zonder dat er iets op volgde, de weg naar de

hemel openen. Het wachten was op Christus. Christus heeft eens en voor altijd een blijvende reiniging en verlossing gebracht. Zo kan ons bewustzijn, ons innerlijk, ons hart, onze geest, ons geweten gereinigd worden. Door het volmaakte offer dat Christus kon brengen omdat Hij de Zoon van God was. Zo is de Here Jezus Christus voor ons de deur tot de Vader geworden. Zó loste de HERE Zelf het voor ons mensen onoplosbare probleem van de zonde op. Vanaf dat moment kan God opnieuw aan mensen schenken wat Hij wilde: een intieme omgang met Hem. Hij stelt ons in staat om Hem dagelijks en vanuit ons hart te dienen Hebreeën 9:15-28. Onze eeuwige erfenis Deel 15 De tabernakel, de tent van God in de woestijn, was voor de Israëlieten tijdens de woestijnreis een bewijs dat de HERE in hun midden was. Men kon echter niet zomaar Zijn tent binnenlopen. Die was omgeven door een afscheiding van witte gordijnen en er was een bepaald ceremonieel en ritueel nodig om tot Hem te naderen. De materialen waarvan alles gemaakt was, waren gewone, natuurlijke producten zoals hout, goud, zilver, dierenhuiden, geweven kleden. Aardse materialen. De hele schepping was meegesleurd in de gevolgen van de zondeval. Daarom waren alle voorwerpen e.d. op zich onaanvaardbaar voor de HERE in hun natuurlijke, ongereinigde staat. Alles wat met de tabernakel en de dienst aan God te maken had, moest gereinigd en geheiligd, d.w.z. toegewijd worden. Die reiniging en toewijding vond plaats door middel van het bloed van dieren. Niet alleen de mens moest dus gereinigd worden, maar alles wat tot de schepping behoort. Dit alles was een voorafschaduwing van het grote offer dat Jezus eens en voor altijd zou brengen. Eenmaal per jaar ging de hogepriester met het bloed van offerdieren het heilige der heiligen binnen. De lichamen van die dieren werden buiten de legerplaats verbrand. Alleen hun bloed, als bewijs van een geofferd leven, werd voor Gods aangezicht gebracht. Jezus bracht voor Gods aangezicht de eeuwige verzoening en verlossing tot stand. Hij is echter niet als offerlam in de tempel op aarde geofferd. Hij leed voor onze zonde buiten de poort van Jeruzalem. Zijn lichaam, waarin Hij het oordeel van God onderging, werd aan de dood prijsgegeven en in een graf gelegd. Met zijn bloed verscheen Hij in het hemelse heiligdom voor zijn Vader. Het bloed van Christus maakt rijk! Wie leeft zonder de reiniging van dat bloed is eigenlijk dood. Maar wie erdoor gereinigd en verlost is komt niet in het oordeel maar verwacht Christus tot zaligheid. Het offers van Christus verlost ons van de eeuwige dood en geeft ons het eeuwige leven. Hebreeën 10:1-18. Het offer van het lichaam van Jezus Deel 16 Nog één keer stelt de schrijver van deze brief het thema van Jezus volmaakte en definitieve offer aan de orde. Hij doet dit, net als in de vorige hoofdstukken, aan de hand van de tegenstellingen tussen de vele offers van de eredienst van het oude verbond en het ene offer van het nieuwe verbond. Het offer van het lichaam en het bloed van Jezus, waardoor de mens met de HEERE verzoend is, is van doorslaggevende belang. Het bloed van dieren was niet voldoende om de zonden van ons mensen te verzoenen. Dagelijks, ja ook iedere jaar werden de zonden en de schuld juist in herinnering gebracht, maar niet weggenomen. Zo is heel het Oude Testament één roep om het volmaakte offer, dat voor eens en voor altijd gebracht zou worden.

In een citaat van Psalm 40: 7-9 wordt bevestigd dat de HERE eigenlijk iets anders bedoeld had dan de offers van dieren. Dierenoffers brachten geen blijvende verzoening. Dat werkte maar beperkt en ook nog slechts tijdelijk. Maar dan zendt de HERE Zijn Zoon. Die Zoon heeft gezegd Gij hebt Mij een lichaam bereid. Hier ben Ik om Uw wil, o God, te doen. God had een mens nodig voor de verzoening van de zonde, maar dan ook een zondeloos mens. Daarom is Jezus menselijke lichaam van doorslaggevende betekenis. Het is dezelfde lichaam waarin de mens heeft gezondigd. In de tempel van Zijn lichaam heeft Jezus Zijn tempeldienst verricht. Dat lichaam, d.w.z. Zijn leven, moest geofferd worden. In Christus lichaam aan het kruis werd de zonde belichaamd. De zonde hing aan het kruis, de zonde stierf, de zonde werd begraven, dat betekent: werd uitgeschakeld voor God. Door te doen wat de HERE van Hem vroeg en eens en voor altijd voor ons te sterven, heeft Christus onze zonden vergeven en ons gereinigd. Door dit unieke offer zijn wij verlost van de macht en geroepen tot een leven in dienst van God en onze naaste. Hebreeën 10:19-25 De Toegang is vrij deel 17 Toen Jezus stierf, scheurde het grote gordijn in de tempel middendoor. De toegang tot God kwam vrij. Zo liet de HERE ons weten dat zijn deur nu altijd voor ons open staat. Maar helaas zijn er velen die niet de relatie met Hem zoeken. Ze blijven ver bij Hem vandaan. De Hebreeën dreigen ook weer verder van God af te dwalen door ongeloof en door verleidingen van de wereld. Daarom roept Paulus ze ernstig op om de omgang met de HERE niet te verwaarlozen. De weg naar Hem is door Jezus gebaand. Laten zij dan naar God toe gaan en de relatie met Hem zoeken. Christus heeft er alles voor overgehad om de omgang met God voor ons, zondige mensen, te herstellen. Het zou vreselijk zijn als we ons hart op allerlei andere zaken richten en niet op God.