5 voucher: de voucher, vermeld in artikel 2, 11 van het decreet van 25 april 2014 houdende de persoonsvolgende financiering voor personen met een hand

Vergelijkbare documenten
VR DOC.0309/2BIS

VR DOC.1498/2BIS

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 4 december 2018;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 12 maart 2019;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 februari 2019;

VR DOC.0136/2

VR DOC.1450/2BIS

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 november 2018; Pagina 1 van 7

VR DOC.0270/2


Besluit van de Vlaamse Regering over persoonsvolgende middelen voor minderjarige personen met een handicap met dringende noden

Besluit van de Vlaamse Regering over persoonsvolgende middelen voor minderjarige personen met een handicap met dringende noden

VR DOC.1517/2BIS

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 16 december 2016;

1 er wordt een punt 2 /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: 2 /1 budget voor niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning: een budget voor niet-

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen. Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:

4 bijstandsorganisatie: een organisatie als vermeld in artikel 14 van het decreet van 25 april 2014 die door het agentschap vergund is om de budgethou

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 8 juli 2016;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 14 mei 2018;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 7 maart 2008 inzake bijzondere jeugdbijstand;

VR DOC.1441/2BIS

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 16 december 2016;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 16 december 2016;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 24 oktober 2017;

VR DOC.0308/2BIS

VR DOC.0952/2BIS

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 19 juli 2018;

Besluit van de Vlaamse Regering over de zorg en ondersteuning voor geïnterneerde personen met een handicap door vergunde zorgaanbieders

VR DOC.1472/2BIS

VR MED.0321/2

VR DOC.0404/2BIS

VR DOC.0614/2BIS

4 besluit van 27 november 2015: over de indiening en de afhandeling van de aanvraag van een budget voor niet rechtstreeks toegankelijke zorg en onders

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 4 juli 2017;

VR DOC.0307/2

VR DOC.0309/1TER

Besluit van de Vlaamse Regering houdende de methodiek voor de berekening van de subsidies voor personeelskosten

VR DOC.0522/2TER

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de inspectie van Financiën, gegeven op 21 augustus 2017;

VR DOC.1120/2BIS

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 7 juli 2017;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 12 juli 2016;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 17 juli 2018;

VR DOC.0786/2BIS

VR DOC.1079/2BIS

DE VLAAMSE REGERING, Pagina 1 van 5

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 24 november 2016;

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 20 april 2012 houdende de organisatie van kinderopvang van baby s en peuters, artikel 10, 1, 2 en 3 ;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op dd mm yyyy;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

VR DOC.1589/2

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 5, 1;

Publicatie B.S. : Inwerkingtreding : Hoofdstuk I. - ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1.

Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 21 maart 2019;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 26 november 2018;

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van de beroepstitel van vroedvrouw

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

Ontwerp van decreet betreffende het georganiseerde vrijwilligerswerk in het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin DE VLAAMSE REGERING,

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het ministerieel besluit van 26 juli 2001 tot vaststelling van het bijdragesysteem voor de gebruiker van gezinszorg;

Een overeenkomst registreren voor de besteding van uw persoonsvolgend budget in cash

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 21 juni 2013 betreffende het algemeen welzijnswerk;

VR DOC.0263/2BIS

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 15 januari 2018;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de Bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen, artikel 20;

VR DOC.0615/1BIS

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 juni 2017;

ONTWERP VAN DECREET TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding; BESLUIT:

VR DOC.0566/1BIS

VR DOC.1498/1BIS

Voorontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende de methodiek van de vergoeding van personeelspunten

VR DOC.1588/2BIS

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding; BESLUIT:

Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering betreffende de Vlaamse Raad voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin

VR DOC.0887/2BIS

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 18 juli 2018;

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van beoefenaars van paramedische beroepen

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2006 betreffende de uitvoering van het Vlaamse inburgeringsbeleid;

DE VLAAMSE REGERING, Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn;

VR DOC.1268/2

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 15 juli 2016;

VR DOC.0203/1BIS

Kostenstaat voor het persoonsvolgend budget (PVB)

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; Na beraadslaging, Besluit:

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015, artikel 56, 61 en 88;

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Subsidiebesluit van 22 november 2013, wat betreft flexibele opvang

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het Woonzorgdecreet van 13 maart 2009, artikel 48, 86, eerste lid, 1, en 87;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het Procedurebesluit Buitenschoolse Opvang van 19 december 2014;

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het Procedurebesluit van 9 mei 2014

26 JUNI Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de huisartsenkringen. BS 17/07/2015 in voege vanaf 1 januari 2015

Kostenstaat voor het persoonsvolgend budget (PVB)

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op... (datum);

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; BESLUIT:

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2013 houdende de organisatie van pleegzorg;

Transcriptie:

Besluit van de Vlaamse Regering houdende het vergunnen van aanbieders van niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning voor personen met een handicap DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 april 2014 houdende de persoonsvolgende financiering voor personen met een handicap en tot hervorming van de wijze van financiering van de zorg en de ondersteuning voor personen met een handicap, artikel 20 Gelet op het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, artikel 8, 2, gewijzijgd bij het decreet van 25 april 2014,artikel 8, 12 en artikel 19/1, ingevoegd bij het decreet van 25 april 2014 en artikel 23, tweede lid; Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 23 maart 2016; Gelet op advies 59.233/1 van de Raad van State, gegeven op 6 juni 2016, met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 2, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; Na beraadslaging, BESLUIT: Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder: 1 agentschap: het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, opgericht bij decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap; 2 besluit van 4 februari 2011: het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2011 betreffende de algemene erkenningsvoorwaarden en kwaliteitszorg van voorzieningen voor opvang, behandeling en begeleiding van personen met een handicap; 3 besluit van 27 november 2015: het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 over de indiening en de afhandeling van de aanvraag van een budget voor niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning voor meerderjarige personen met een handicap en over de terbeschikkingstelling van dat budget; 4 budgethouders: de personen met een handicap die gebruik maken van een budget voor niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning of hun wettelijke vertegenwoordigers; Pagina 1 van 5

5 voucher: de voucher, vermeld in artikel 2, 11 van het decreet van 25 april 2014 houdende de persoonsvolgende financiering voor personen met een handicap en tot hervorming van de wijze van financiering van de zorg en de ondersteuning voor personen met een handicap; 6 zorgaanbieder: de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die niet rechtstreeks toegankelijke zorg of ondersteuning aanbiedt aan een budgethouder. Art. 2. Elke zorgaanbieder die voor het verstrekken van niet-rechtstreeks toegankelijke zorg of ondersteuning personeel tewerkstelt, moet over een vergunning beschikken, tenzij niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning wordt verleend op basis van een van de volgende overeenkomsten: 1 een overeenkomst met een organisatie of een dienst die erkend of vergund is door een andere overheidsdienst van het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, over het verlenen van zorg en ondersteuning en die zorg en ondersteuning organiseert voor maximum vijftien personen met een handicap die deze ondersteuning vergoeden met een budget voor niet rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning als vermeld in hoofdstuk 5 van het decreet van 25 april 2014 houdende de persoonsvolgende financiering voor personen met een handicap en tot hervorming van de wijze van financiering van de zorg en de ondersteuning voor personen met een handicap; 2 een van de volgende overeenkomsten waarbij wordt voorzien in het verlenen van zorg en ondersteuning in een één op één relatie met de persoon met een handicap of aan verschillende personen met een handicap die op hetzelfde adres wonen en tot hetzelfde gezin behoren: a) een arbeidsovereenkomst met inbegrip van een overeenkomst voor tewerkstelling van studenten als vermeld in de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten; b) een overeenkomst met een erkend uitzendbureau over het voorzien in zorg en ondersteuning; c) een overeenkomst met een onderneming die door het bevoegde gewest is erkend als een dienstenchequeonderneming over het verlenen van ondersteuning; d) een inschrijving bij een plaatselijk werkgelegenheidsagentschap met het oog op het gebruik van PWA-cheques; e) een overeenkomst met een natuurlijke persoon of een rechtspersoon over het vervoer van de budgethouder; f) een overeenkomst met een organisatie die vrijwilligers ter beschikking steltver het verlenen van zorg en ondersteuning; g) een overeenkomst over hoogdrempelige individuele bijstand met een bijstandsorganisatie; h) een overeenkomst met een natuurlijke persoon of rechtspersoon over het verlenen van individuele ondersteuningsfuncties als vermeld in artikel 1, 7, van het besluit van 27 november 2015; i) een overeenkomst die afgesloten wordt met een familielid dat tot de tweede graad verwant is of met een persoon die deel uitmaakt van het gezin van de budgethouder; j) een overeenkomst met een organisatie of dienst die erkend of vergund is door een andere overheidsdienst van het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, over het verlenen van zorg en ondersteuning. 3 een overeenkomst met een rechtspersoon die zorgen ondersteuning organiseert voor maximum vijftien personen met een handicap en waarbij minimaal de helft van de leden van de organen van de rechtspersoon, vermeld in het wetboek van vennootschappen van 7 mei 1999 of in de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen, familie tot de tweede graad zijn van de personen met een handicap die worden ondersteund. Pagina 2 van 5

De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, kan vaststellen in welke gevallen en onder welke voorwaarden groene zorg initiatieven die zich registeren bij het agentschap, dagondersteuning als vermeld in artikel 1, 3, van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 over de indiening en de afhandeling van de aanvraag van een budget voor niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning voor meerderjarige personen met een handicap en over de terbeschikkingstelling van dat budget, kunnen verlenen aan verschillende personen met een handicap zonder vergunning. Hoofdstuk 2. Vergunningsnormen Afdeling 1. Vergunningsvoorwaarden Art. 3. De zorgaanbieder kan een vergunning bekomen als hij voldoet aan de volgende voorwaarden: 1 opgericht zijn als een privaatrechtelijke vereniging met rechtspersoonlijkheid waarvoor het bij wet verboden is hun leden een vermogensvoordeel te bezorgen of als een vennootschap met rechtspersoonlijkheid en met een sociaal oogmerkof door een ondergeschikt bestuur zoals een provincie, een gemeente, een intercommunale van gemeenten of een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn; 2 in de statuten moet het bieden van ondersteuning aan personen met een handicap als doelstelling opgenomen zijn; 3 een ondernemingsplan voorleggen dat minstens volgende elementen bevat: a) de missie visie en waarden van de vergunde zorgaanbieder conform het kwaliteitshandboek, bepaald in artikel 46 van het besluit van 4 februari 2011; b) een beschrijving van de zorgvragen waarop de vergunde zorgaanbieder een antwoord wil bieden; c) een beschrijving van de competenties en de activiteiten die nodig zijn om het antwoord, vermeld in b), te bieden; d) een beschrijving van de organisatie van het ondersteuningsaanbod, dat de bevordering van de kwaliteit van bestaan van de budgethouder als doel heeft en een beschrijving van de manier waarop de kwaliteit van bestaan van de budgethouder bevorderd zal worden; e) een raming van het potentiele aantal budgethouders met de zorgvragen, bepaald in b); f) een analyse van de sterke en zwakke punten van de vergunde zorgaanbieder en een inschatting van de kansen en bedreigingen die zich in de omgeving voordoen; g) een financieel plan; 4 de collectieve arbeidsovereenkomsten en loonbarema s van het paritair comité 319.01 of van het sectoraal akkoord indien het een openbaar bestuur betreft, zijn van toepassing op de tewerkstelling van personeel; 5 indien de organisatie is ingebed in een grotere organisatie, moet ze kunnen optreden als een autonome entiteit en afzonderlijk verantwoording afleggen aan het agentschap. Afdeling 2. Vergunningsvoorschriften Art. 4. Het besluit van 4 februari 2011 is van toepassing op de vergunde zorgaanbieders. Art. 5. Een vergunde zorgaanbieder biedt de ondersteuningsfuncties aan zoals omschreven in artikel 1 van het besluitvan 27 november 2015 en mag geen rol als bijstandsorganisatie opnemen zoals vermeld in hoofdstuk 3 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 11 december 2015 houdende de vergunningsvoorwaarden en Pagina 3 van 5

de subsidieregeling van bijstandsorganisaties om budgethouders bij te staan in het kader van persoonsvolgende financiering. Art. 6. De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, kan bepalen dat een vergunde zorgaanbieder over relevante topics cijfermatig of inhoudelijk moet rapporteren. Hoofdstuk 3. Procedure voor aanvragen en verlenen van de vergunning Art. 7. Om een vergunning te bekomen dient de zorgaanbieder minstens zes maanden voor de gewenste aanvangsdatum een aanvraag in bij het agentschap. De aanvraag bevat, op straffe van nietigheid, alle documentatie om aan te tonen dat de organisatie voldoet aan alle voorwaarden, vermeld in artikel 2. Art. 8. Het agentschap onderzoekt de aanvraag en kan, indien nodig, bijkomende inlichtingen vragen of inwinnen. De beslissing tot vergunning of weigering van de vergunning wordt genomen binnen de zes maanden volgend op de datum van het indienen van een geldige aanvraag. Bij weigering van de vergunning wordt de beslissing met redenen omkleed. De beslissing tot vergunning of weigering van vergunning wordt meegedeeld aan de aanvrager vóór het einde van de maand die volgt op de maand van de beslissing. Tegen een beslissing tot weigering van de vergunning kan beroep worden aangetekend conform de bepalingen van artikel 17 van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 1993 tot vaststelling van de algemene regels inzake het verlenen van vergunningen en erkenningen door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap. Art. 9. De vergunning wordt verleend voor onbepaalde duur. De beslissing tot vergunning vermeldt de aanvangsdatum van de vergunning. In afwijking van het eerste lid wordt aan zorgaanbieders die op datum van inwerkingtreding van dit besluit nog niet door het agentschap erkend waren als flexibel aanbodcentrum voor meerderjarige personen met een handicap, multifunctioneel centrum voor minderjarige personen met een handicap of thuisbegeleidingsdienst, of aan zorgaanbieders die vergund zijn en niet voldoen aan de vergunningsvoorschriften, een vergunning voor een periode van maximum drie jaar verleend. Art. 10. De vergunde zorgaanbieder met een vergunning van bepaalde duur dient, uiterlijk zes maanden vóór het verstrijken van de lopende vergunningsperiode, bij het agentschap een aanvraag tot verlenging in. Hij krijgt een vergunning van onbepaalde duur toegekend, tenzij hij niet aan de vergunningsnormen voldoet. Art. 11. De vergunde zorgaanbieder waarop geen enkele budgethouder gedurende meer dan drie jaar een beroep heeft gedaan voor de inzet van zijn persoonsvolgend budget, verliest van ambtswege zijn vergunning. Hoofdstuk 4. Toezicht, evaluatie en sancties Informatief 2016/075 - bijlage 1 Art. 12. De afdeling Zorginspectie van het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, vermeld in artikel 3, 2, derde lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 maart 2006 betreffende het Departement Welzijn, Volksgezondheid Pagina 4 van 5

en Gezin, betreffende de inwerkingtreding van regelgeving tot oprichting van agentschappen in het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en betreffende de wijziging van regelgeving met betrekking tot dat beleidsdomein, controleert ter plaatse of de vergunningsnormen, vermeld in hoofdstuk 2 van dit besluit, worden nageleefd. De afdeling Zorginspectie voert het toezicht en evaluatie uit zoals bepaald in hoofdstuk 11 van het besluit van 4 februari 2011. Art. 13. Artikel 55 tot en met artikel 59 van het besluit van 4 februari 2011 zijn van toepassing op de vergunde zorgaanbieders. Art. 14. Als een ernstige overtreding van de vergunningsnormen een duidelijk gevaar betekent voor de fysieke of psychishe gezondheid van de budgethouder, dan kan de vergunning door het agentschap worden geschorst of ingetrokken. Hoofdstuk 5. Overgangs- en wijzigingsbepalingen Art. 15. Aan de volgende organisaties wordt van rechtswege een vergunning toegekend: 1 de voorzieningen erkend als multifunctioneel centrum voor minderjarige personen met een handicap met toepassing van artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 februari 2016 houdende erkenning en subsidiëring van multifunctionele centra voor minderjarige personen met een handicap; 2 de voorzieningen erkend als flexibel aanbodcentrum voor meerderjarige personen met een handicap met toepassing van artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 februari 2016 houdende erkenning en subsidiëring van flexibele aanbodcentra voor meerderjarige personen met een handicap; 3 de thuisbegeleidingsdiensten, vermeld in artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 1996 betreffende de erkenning en subsidiëring van thuisbegeleidingsdiensten voor personen met een handicap. Hoofdstuk 6. Slotbepalingen Art. 16. Dit besluit treedt in werking op 1 september 2016. Art. 17. De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit. Brussel, De minister-president van de Vlaamse Regering, Informatief 2016/075 - bijlage 1 Geert BOURGEOIS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Jo VANDEURZEN Pagina 5 van 5