1 ALGEMENE BEPALINGEN

Vergelijkbare documenten
1 Algemene bepalingen. Begripsomschrijvingen

1 ALGEMENE BEPALINGEN

1 ALGEMENE BEPALINGEN

1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1:1 1. Voor de toepassing van deze regeling en de uitwerkingsovereenkomst wordt verstaan onder:

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leek;

ARBEIDSVOORWAARDEN. Gemeente Kampen CAR/LAR

Regeling Arbeidsvoorwaarden (Car-Uwo) gemeente Uden

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

1 Algemene bepalingen

ARBEIDSVOORWAARDEN. Gemeente Kampen CAR/LAR

1 Algemene bepalingen

Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling-uitwerkingsovereenkomst Rijssen-Holten

GEMEENTEBLAD. Nr CAR-UWO. 19 oktober Officiële uitgave van gemeente Binnenmaas.

CAR UWO Arbeidsvoorwaarden gemeente Heerde (deel1)

IN ons kenmerk. ECWGO/U Lbr. 15/099 CvA/LOGA 16/15

De integrale tekst van de CAR-UWO gemeente Cromstrijen

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

CVDR. Nr. CVDR403559_2. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

GEMEENTEBLAD. Nr Ambtenarenreglement 1995 Haarlem. 1 Algemene bepalingen

Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) en uitwerkingsovereenkomst (UWO) gemeente Coevorden 2018

GEMEENTEBLAD. Nr Arbeidsvoorwaarden Gemeente Arnhem

Artikel 1. De gemeentelijke arbeidsvoorwaardenregeling (CAR-UWO) wordt gewijzigd:

Artikel 1. De gemeentelijke arbeidsvoorwaardenregeling (CAR-UWO) wordt gewijzigd:

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergeijk maakt bekend dat het bij beslissing van 19 december 2017 heeft besloten tot;

CAR-UWO. 1 Algemene bepalingen. Lelystad, 9 mei Het college van de gemeente Lelystad, de secretaris, de burgemeester,

CAR-UWO. 1 Algemene bepalingen. Lelystad, 9 mei Het college van de gemeente Lelystad, de secretaris, de burgemeester,

Gemeentelijke Arbeidsvoorwaardenregeling Winterswijk

Besluit: Vast te stellen de navolgende wijzigingen van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) en de Uitwerkingsovereenkomst (UWO);

1. ALGEMENE BEPALINGEN

Gemeente Nijkerk Deel A van Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Nijkerk per 1 november 2015

de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) en de Uitwerkingsovereenkomst (UWO) gemeente Littenseradiel vast te stellen

GEMEENTEBLAD. Nr

CVDR. Nr. CVDR373809_1. Hoofdstuk 1 ALGEMENE BEPALINGEN

ECWGO/U Lbr. 15/093 CvA/LOGA 15/15

Voor de toepassing van deze regeling en de uitwerkingsovereenkomst wordt verstaan onder:

de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst (CAR-UWO) als volgt te wijzigen:

Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst gemeente Heerlen 1 Algemene bepalingen

Voor de toepassing van deze regeling en de uitwerkingsovereenkomst wordt verstaan onder:

Arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst

FPU

Arbeidsvoorwaardenregeling Gemeente Roosendaal

ARBEIDSVOORWAARDEN. Gemeente Kampen CAR/LAR

1 Algemene bepalingen

Gemeente Tynaarlo - Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst (CAR/UWO) gemeente Tynaarlo Gemeente Tynaarlo

20 november 2017, met het onderwerp: derde jaar WW met kenmerk TAZ/U , lbr. 17/071 CvA/LOGA 17/15;

Arbeidsvoorwaarden- en rechtspositieregeling Rijssen-Holten

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

1 Algemene bepalingen

Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst (CAR/UWO) voor de Omgevingsdiensten in Gelderland 2016

GEMEENTEBLAD. Nr Algemene bepalingen

ARBEIDSVOORWAARDEN. Gemeente Kampen CAR/LAR

ECWGO/U Lbr. 15/099 CvA/LOGA 16/15

CVDR. Nr. CVDR395850_2. Ambtenarenreglement 1995 Haarlem. 1 Algemene bepalingen Ambtenarenreglement 1995

collectieve arbeidsvoorwaardenregeling en de uitwerkingsovereenkomst gemeente Brunssum(CAR/UWO)

Collectieve Arbeidsvoorwaarden en Uitwerkingsovereenkomst

Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst (CAR-UWO) voor de Omgevingsdiensten in Gelderland 2016

ARBEIDSVOORWAARDEN GEMEENTE ARNHEM

ARBEIDSVOORWAARDEN GEMEENTE ARNHEM

1 Algemene bepalingen

CVDR. Nr. CVDR86587_9 CAR/UWO. 1 Algemene bepalingen

Hieronder de integrale tekst van de CARUWO, zoals aangepast aan het nieuwe hoofdstuk 3 CAR en zoals deze luidt met ingang van 1 januari 2016.

CVDR. Nr. CVDR427120_1. Integrale tekst van de CAR-UWO

Arbeidsvoorwaardenregeling griffie gemeente Leek. gelezen het voorstel van het presidium van 24 mei 2013, registratienummer ;

FPU

CAR-UWO Gemeente Waterland 2016

Tjoelker, Nicolien. VNG Ledenbrief. Onderwerp: FW: Lbr. 15/093 Tekst CARUWO in verband met herziening hoofdstuk 3

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zoetermeer houdende Arbeidsvoorwaarderegeling CAR/UWO

Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst (CAR/UWO) HET DAGELIJKS BESTUUR VAN DE OMGEVINGSDIENST VELUWE IJSSEL

1 Algemene bepalingen

1. ALGEMENE BEPALINGEN

Wijziging CAR-UWO gemeente Marum (eerste wijziging 2017) gelet op de ledenbrieven van het LOGA, nummer 15/093 en 15/099;

CVDR. Nr. CVDR360769_3 CAR/UWO. 1 Algemene bepalingen

CVDR. Nr. CVDR609510_1. CAR-UWO gemeente Veldhoven 2018

Arbeidsvoorwaardenregeling Noaberkracht Dinkelland Tubbergen (ANDT)

Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Korendijk per 1 januari 2016

CVDR. Nr. CVDR243356_1. Arbeidsvoorwaarden/CAR-UWO. Arbeidsvoorwaarden/CAR-UWO. 1 Algemene bepalingen

CVDR. Nr. CVDR123022_2 CAR/UWO. 1 Algemene bepalingen

Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Groningen

Voor de toepassing van deze regeling en de uitwerkingsovereenkomst wordt verstaan onder:

1) De gemeentelijke arbeidsvoorwaardenregeling (CAR-UWO) als volgt te wijzigen: CAR:Bijlage 1, Salarisverhoging, wordt als volgt aangevuld:

CVDR. Nr. CVDR601651_1. Ambtenarenreglement Haarlem Algemene bepalingen

1 ALGEMENE BEPALINGEN Begripsomschrijvingen Artikel 1:1

Bijlage bij U Bijlage CARUWO teksten

CVDR. Nr. CVDR466632_3

CVDR. Nr. CVDR466632_6

1 Algemene bepalingen

GEMEENTEBLAD. Nr CAR/UWO

GEMEENTEBLAD. Nr Arbeidsvoorwaarden gemeente Oud-Beijerland

Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente

Collectieve Arbeidsvoorwaarden en Uitwerkingsovereenkomst

CVDR. Nr. CVDR59855_16 CAR/UWO

CAR-UWO Rijssen-Holten (CAR-UWO Rijssen-Holten)

CAR-UWO Rijssen-Holten (CAR-UWO Rijssen-Holten)

Het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling BAR-organisatie 1 Algemene bepalingen

Vijfde wijzigingsbesluit van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Hellevoetsluis 2007

Gemeentelijke arbeidsvoorwaardenregeling CAR/UWO

Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst. gelet op de ledenbrieven van het LOGA, nummer 15/093 en 15/099;

Voor de toepassing van deze regeling en de uitwerkingsovereenkomst wordt verstaan onder:

ALGEMENE BEPALINGEN. Begripsomschrijvingen

Transcriptie:

1 ALGEMENE BEPALINGEN Inhoudsopgave Onderwerp Artikel ========= ===== * Begripsomschrijvingen 1:1 * Overige begripsomschrijvingen 1:1:1 * Geen ambtenaar 1:2 t/m 1:2:2 1 * Toepassing 1:3 * Griffie 1:3a * Toepassing 1:3:1 * Voorschriften en instructies 1:4:1 * Uitreiking van CAR en UWO 1:4:2 en 1:4:3 * Voordragen van belangen 1:4:4 * Afronding bij de berekening van uren 1:5 * Vrijstelling 1:6 1 Voor de bezoldigd buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand is een afzonderlijke Rechtspositieregeling vastgesteld. Deze is onder Diversen in het Personeelshandboek opgenomen.

Begripsomschrijvingen Artikel 1:1 1 Voor de toepassing van deze regeling en de uitwerkingsovereenkomst wordt verstaan onder: a ambtenaar: hij die door of vanwege de gemeente is aangesteld om in openbare dienst werkzaam te zijn, alsmede hij met wie een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht is aangegaan; b betrekking: het geheel van werkzaamheden dat door de ambtenaar is te verrichten; c pensioenwet: de Algemene burgerlijke pensioenwet, zoals die gold tot en met 31 december 1995; d pensioen: een pensioen in de zin van het pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP; e arbeidsduur: de vooraf vastgestelde omvang van het aantal uren in een bepaalde periode gedurende welke door de ambtenaar arbeid moet worden verricht; f arbeidsduur per dag: de arbeidsduur zoals die voor de ambtenaar voor een bepaalde dag is vastgesteld; g formele arbeidsduur per week: de arbeidsduur volgens de aanstelling; h feitelijke arbeidsduur per week: de arbeidsduur zoals die voor de ambtenaar voor een bepaalde week is vastgesteld; i vervallen; j arbeidsduur per jaar: de naar jaarbasis herleide formele arbeidsduur per week, gecorrigeerd voor feestdagen; k volledige betrekking: een betrekking waarbij de arbeidsduur per jaar ten hoogste 1836 uur bedraagt en de formele arbeidsduur per week 36 uur bedraagt; l overwerk: werkzaamheden door de ambtenaar in dienstopdracht verricht buiten de feitelijke arbeidsduur per week; m werkdag: een dag waarop de ambtenaar arbeid moet verrichten; n werktijd: de periode tussen vastgestelde tijdstippen gedurende welke door de ambtenaar arbeid moet worden verricht; o uurloon: 1/156 gedeelte van het - zo nodig naar een volledige betrekking herberekende - salaris van de ambtenaar per maand; p Zvw: de Zorgverzekeringswet; q CAR: Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling voor de sector gemeenten; r UWO: Uitwerkingsovereenkomst; s functioneringstoelage: een toelage die aan de ambtenaar wordt toegekend op grond van buitengewone bekwaamheid, geschiktheid en ijver; t waarnemingstoelage: een vergoeding die wordt toegekend aan de ambtenaar die ingevolge hem daartoe door of namens het college verstrekte opdracht volledig een andere betrekking waarneemt, indien voor die betrekking een hogere schaal geldt dan voor de eigen betrekking; u LOGA: Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden; v WAO: de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering; w arbeidsongeschiktheid: arbeidsongeschikt in de zin van artikel 18, eerste lid, van de WAO; x WAO-uitkering: een uitkering op grond van de WAO; y WIA: Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen; z IVA: Regeling inkomensvoorziening volledig arbeidsongeschikten; 2

aa bb cc dd ee ff gg hh ii jj kk ll mm nn oo pp IVA-uitkering: de uitkering bij volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid op grond van de WIA; WGA: Regeling werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten; WGA-uitkering: de werkhervattingsuitkering gedeeltelijk arbeidsgeschikten op grond van de WIA; WAJONG: Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening voor jong gehandicapten; WAZ: Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen; Waz: Wet arbeid en zorg; SUWI: de wet Structuur Uitvoeringsorganisatie Werk en Inkomen; uitvoeringsinstelling: een uitvoeringsinstelling als bedoeld in artikel 39, derde lid, van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997; pensioenreglement: het pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP; WPA: de Wet privatisering ABP; FPU-regeling: regeling flexibel pensioen en uittreden, bedoeld in artikel 2 van de Centrale Vut-overeenkomst overheids- en onderwijspersoneel; FPU-reglement basis- en aanvullende uitkering: het reglement zoals bedoeld in artikel 6, tweede lid, van de Centrale Vut-overeenkomst overheids- en onderwijspersoneel; deeltijdbetrekking: een betrekking waarbij de arbeidsduur per jaar minder dan 1836 uur bedraagt en de formele arbeidsduur per week minder dan 36 uur bedraagt; ZW: de Ziektewet; ZW-uitkering: ziekengeld of uitkering krachtens de ZW; UWV: het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen, als bedoeld in hoofdstuk 5 van de wet SUWI. 2 Tot de openbare dienst van de gemeente behoren alle diensten en bedrijven door de gemeente beheerd. Overige begripsomschrijvingen Artikel 1:1:1 1 Onder deze regeling wordt verstaan: alle in de "Rechtspositieregeling gemeente 's-hertogenbosch" opgenomen artikelen. 2 Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder: a functie: het samenstel van werkzaamheden door de ambtenaar te verrichten krachtens en overeenkomstig hetgeen hem door het bestuursorgaan is opgedragen; b deeltijdarbeid: een betrekking waarvan de formele arbeidsduur minder dan 36 uur per week bedraagt; c commissie voor georganiseerd overleg: de commissie bedoeld in artikel 12:2; d sectordirecteur: degene die belast is met de dagelijkse leiding van een sector; e hoofd van dienst: de sectordirecteur; f afdelingshoofd: het hoofd van de afdeling waarbij de ambtenaar werkzaam is of hij die in dit verband als zijn vervanger is aangewezen; g bureauhoofd: het hoofd van het bureau waarbij de ambtenaar werkzaam is en als zodanig belast met het voeren van functioneringsgesprekken; h Bijlage II: Bijlage II tenzij artikel 3:1, derde lid, onderdeel b, of vijfde lid, toepassing vindt, in welk geval - met uitzondering van artikel 3:8:1, derde lid - voor Bijlage II dient te worden gelezen Bijlage IIa; i maximale arbeidsduur per jaar: 1824 uur. 3

Geen ambtenaar Artikel 1:2 1 Voor de toepassing van deze regeling en de uitwerkingsovereenkomst wordt niet als ambtenaar beschouwd: a hij die anders dan bij wijze van beroep werkzaam is bij de gemeentelijke brandweer; b het onderwijzend personeel bij een inrichting van openbaar onderwijs; c het onderwijsondersteunend personeel bij een inrichting van openbaar onderwijs, indien zij belanghebbenden zijn in de zin van het Rechtspositiebesluit onderwijspersoneel; d de (buitengewoon) ambtenaar van de burgerlijke stand als zodanig; e de onbezoldigd gemeenteambtenaar als genoemd in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, c, d en e van de Gemeentewet; f de directeur van de RDW Dienst Wegverkeer die tevens is benoemd tot onbezoldigd ambtenaar der gemeentelijke belastingen; g de onbezoldigd gemeenteambtenaar die toezichthouder is zonder opsporingsbevoegdheid; h de onbezoldigd gemeenteambtenaar die toezichthouder is met opsporingsbevoegdheid; i hij die een indicatie heeft voor de sociale werkvoorziening en op grond daarvan op basis van een arbeidsovereenkomst in dienst is van de gemeente, met uitzondering van de geïndiceerde die werkzaam is bij de gemeente in het kader van begeleid werken als bedoeld in artikel 7 van de Wet sociale werkvoorziening. 2 Voor toepassing van onderdeel g of h van het eerste lid is, afhankelijk van de lokale bevoegdheidsverdeling tussen het georganiseerd overleg en de ondernemingsraad, overeenstemming vereist in het georganiseerd overleg of instemming vereist van de ondernemingsraad. Stageplaats Artikel 1:2a 1 Het college kan een student in het kader van opleiding, studie of onderzoek een stageplaats aanbieden op basis van een stage-overeenkomst. 2 Op de stage-overeenkomst is de CAR-UWO van toepassing, met uitzondering van de hoofdstukken 3, 4a, 5a, 6, 6a, 7,10d en 17 en artikelen 2:1A, 2:1B, 2:4. 3 De stage-overeenkomst wordt aangegaan voor bepaalde tijd, waarbij de duur afhankelijk is van de leerdoelen van de stagiair. 4 De te verrichten werkzaamheden worden bepaald in samenspraak met de stagiair en onderwijsinstelling, waarbij het leerproces van de stagiair centraal staat. Het college zorgt voor adequate begeleiding. 5 Aan de stagiair kan een onkostenvergoeding worden betaald. 6 De stagiair is geen werknemer in de zin van artikel 2:4 van het Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds ABP. 4

Werkervaringsplaats Artikel 1:2b 1 Het college kan degene die daarom verzoekt een werkervaringsplaats aanbieden op basis van een werkervaringsovereenkomst. 2 Op de werkervaringsovereenkomst is de CAR-UWO van toepassing, met uitzondering van de hoofdstukken 3, 4a, 5a, 6, 6a, 7,10d en 17 en artikelen 2:1A, 2:1B en 2:4. 3 De werkervaringsovereenkomst wordt aangegaan voor bepaalde tijd, voor een periode van maximaal 6 maanden. De werkervaringsovereenkomst kan eenmalig worden verlengd met een periode van maximaal 6 maanden. 4 De te verrichten werkzaamheden worden bepaald in overleg met de medewerker, waarbij het leerproces van de medewerker centraal staat. Het college zorgt voor adequate begeleiding. 5 Aan de medewerker wordt een onkostenvergoeding betaald. 6 De medewerker is geen werknemer in de zin van artikel 2:4 van het Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds ABP. Aanstellingen op grond van de banenafspraak Artikel 1:2c 1 In afwijking van artikel 3:1, tweede lid, onderdeel b kan het college salarisschaal A in bijlage IIa vaststellen voor de ambtenaar die op grond van de Wet banenafspraak een aanstelling krijgt omdat hij onder de Participatiewet valt en door beperkingen niet het wettelijk minimumloon kan verdienen. 2 In afwijking van artikel 3:1, tweede lid, onderdeel b kan het college vaststellen dat de ambtenaar die op grond van de Wet banenafspraak een aanstelling krijgt omdat hij Wajonger is met arbeidsvermogen en voor wie een loonwaarde van minder dan 100% is vastgesteld, recht heeft op een door zijn loonwaarde bepaald percentage van het salaris. Is het door het loonwaarde bepaalde percentage van het salaris lager dan het wettelijk minumumloon, dan is het salaris van de ambtenaar gelijk aan het wettelijk minimumloon. 3 Voor de in het eerste lid genoemde ambtenaar geldt niet het in artikel 3:6, eerste lid genoemde minimumbedrag voor de eindejaarsuitkering. 4 Voor de in het eerste lid genoemde ambtenaar geldt niet het in de toelichting op artikel 6:3, tweede lid, genoemde minimumbedrag voor de vakantietoelage. 5 Voor de in het eerste lid genoemde ambtenaar geldt niet het in artikel 6a:7, eerste lid genoemde minimumbedrag voor de levensloopbijdrage. 6 Voor de in het tweede lid genoemde ambtenaar geldt als minimumbedrag voor de eindejaarsuitkering het in artikel 3:6, eerste lid genoemde minimumbedrag naar rato van de loonwaarde en de deeltijdfactor. 7 Voor de in het tweede lid genoemde ambtenaar geldt als minimumbedrag voor de vakantietoelage het in de toelichting op artikel 6:3, tweede lid genoemde minimumbedrag naar rato van de loonwaarde en de deeltijdfactor. 8 Voor de in het tweede lid genoemde ambtenaar geldt als minimumbedrag voor de levensloopbijdrage het in artikel 6a:7 eerste lid genoemde minimumbedrag naar rato van de loonwaarde en de deeltijdfactor. 5

9 Indien het college voor de in het tweede lid genoemde ambtenaar loondispensatie op grond van de Wajong ontvangt, past het college deze loondispensatie toe op het salaris en de daarop gebaseerde toelagen en vergoedingen. Geen ambtenaar Artikel 1:2:1 De in artikel 1:2 genoemde categorieën worden ook voor de toepassing van de lokale onderdelen van de Rechtspositieregeling gemeente s-hertogenbosch niet als ambtenaar beschouwd. Artikel 1:2:2 [1:2:1] 1 Op de ambtenaar met wie een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht is aangegaan zijn de volgende artikelen en hoofdstukken niet van toepassing: a artikel 3:1:1 en 3:1:2 (algemeen en overige begripsomschrijvingen); b artikel 3:1:4 (vaststelling van de salarisschaal); c artikel 3:1:5, 3:1:6 en 3:1:7 (periodieken, bevordering en onvoldoende functioneren); d artikel 3:1:9, 3:1:10 en 3:1:11 (periodieke en incidentele uitkering en waarnemingstoelage); e artikel 3:2:1, 3:2:2 en 3:2:4 (overwerktoelage, afbouwregelingen overwerktoelage en structurele overwerkvergoeding); f artikel 3:3, 3:3:1, 3:3:2 (onregelmatige dienst); g artikel 3:7:1, 3:7:2 en 3:7:3 (beschikbaarheiddienst); h artikel 3:8:1 (inconveniënten); i artikel 3:9:1 en 3:9:2 (bedrijfshulpverlening); j artikel 3:10:1 (opkomst- en overwerkvergoeding in kader van gladheidsbestrijding); k artikel 3:12:1 (afbouw garantietoelage); l artikel 3:14:1 (nadere uitwerking refertetijdvak toelage onregelmatige dienst/ beschikbaarheiddienstvergoeding); m artikel 4:2:3 (keuzemogelijkheid qua omvang en indeling van de feitelijke arbeidsduur); n artikel 7:24a, 7:25a en 7:25b (tegemoetkoming ziektekosten, hoogte tegemoetkoming, meerdere dienstverbanden en inhouding ziektekostenpremies); o hoofdstuk 17 (opleiding en ontwikkeling); p hoofdstuk 18 (verplaatsingskosten en -faciliteiten); q hoofdstuk 24 (systematische functiewaardering); r hoofdstuk 25 (spaarloonregeling). 2 Op de ambtenaar die is aangesteld hoofdzakelijk ten behoeve van een wetenschappelijke of praktische opleiding of vorming zijn de volgende artikelen en hoofdstukken niet van toepassing: a hoofdstuk 3 (salaris en vergoedingsregelingen); b artikel 4:2:3 (keuzemogelijkheid qua omvang en indeling van de feitelijke arbeidsduur); c hoofdstuk 7 (aanspraken bij ongeschiktheid wegens ziekte of gebrek); d hoofdstuk 10d (voorzieningen bij werkloosheid); e hoofdstuk 13 (suppletie); f hoofdstuk 17 (opleiding en ontwikkeling); 6

g h i artikelen 18:2:1, 18:2:3 tot en met 18:2:5, 18:2:7 tot en met 18:2:12 (diverse tegemoetkomingen in het kader van woon-werkverkeer); hoofdstuk 24 (systematische functiewaardering); hoofdstuk 25 (spaarloonregeling). 3 Op de ambtenaar die is aangesteld als vakantiekracht zijn de volgende artikelen en hoofdstukken niet van toepassing: a hoofdstuk 3 (salaris en vergoedingsregelingen); b artikel 4:2:3 (keuzemogelijkheid qua omvang en indeling van de feitelijke arbeidsduur); c hoofdstuk 10d (voorzieningen bij werkloosheid); d hoofdstuk 17 (opleiding en ontwikkeling); e artikelen 18:2:1, 18:2:3 tot en met 18:2:5, 18:2:7 tot en met 18:2:12 (diverse tegemoetkomingen in het kader van woon-werkverkeer); f hoofdstuk 24 (systematische functiewaardering); g hoofdstuk 25 (spaarloonregeling). 4 Op de ambtenaar die is aangesteld voor het verrichten van werkzaamheden in het kader van een door de overheid getroffen regeling, die het karakter draagt door een tijdelijke tewerkstelling de opneming in het arbeidsproces te bevorderen van personen, die behoren tot één of meer bepaalde groepen van werklozen, zijn de volgende artikelen en hoofdstukken niet van toepassing: a hoofdstuk 3 (salaris en vergoedingsregelingen); b hoofdstuk 10d (voorzieningen bij werkloosheid); c hoofdstuk 13 (suppletie); d hoofdstuk 24 (systematische functiewaardering); e hoofdstuk 25 (spaarloonregeling). 5 Op de ambtenaar die is aangesteld voor het verrichten van werkzaamheden in het kader van het Besluit in- en doorstroombanen van 17 december 1999 zijn de artikelonderdelen van hoofdstuk 3 die betrekking hebben op de bevordering naar een uitloopschaal uitgesloten. Buiten het salaris, opgenomen in de salaristabel, wordt aan de ambtenaar geen financiële vergoeding verstrekt voor overwerk, onregelmatige dienst of beschikbaarheiddienst. De vergoeding bestaat in dat geval uitsluitend uit verlof. 6 Artikel 18:2:1 is niet van toepassing op de ambtenaar met een tijdelijke aanstelling, tenzij het gaat om een aanstelling: a voor vervulling van een betrekking bij wijze van proef; b voor het verrichten van werkzaamheden in het kader van het Besluit In- en Doorstroombanen van 17 december 1999; c voor bepaalde tijd zolang de ambtenaar nog in opleiding is. 7 Op de bij De Muzerije gedetacheerde ambtenaren zijn de volgende artikelen niet van toepassing: a artikel 4:2:3 (keuzemogelijkheid qua omvang en indeling van de feitelijke arbeidsduur); b artikel 4:2:5 (collectieve sluiting). 7

Toepassing Artikel 1:3 1 De bepalingen van deze regeling en de uitwerkingsovereenkomst vinden ten aanzien van ambtenaren, omtrent wier rechtstoestand bij of krachtens de wet regelen zijn gesteld, slechts toepassing, voor zover bij of krachtens de wet die rechtstoestand niet is geregeld. 2 Bij besluit van het college kan de toepasselijkheid van deze regeling en de uitwerkingsovereenkomst of van delen daarvan op ambtenaren of groepen ambtenaren om bijzondere redenen worden uitgesloten. Het voornemen een besluit te nemen, bedoeld in de eerste volzin, wordt - met redenen omkleed - gemeld bij het secretariaat van het LOGA. Deze melding kan voor LOGA-partijen aanleiding zijn te besluiten tot een verdere handelwijze. 3 Het college kan bijlage IV van toepassing verklaren op de ambtenaar behorend tot het onderwijzend personeel in de Kunstzinnige vorming, als bedoeld in artikel 1 onder punt d van deze bijlage. Over de invoering van bijlage IV dient overeenstemming te bestaan in de commissie voor georganiseerd overleg. Griffie Artikel 1:3a Voor de toepassing van deze regeling ten aanzien van de griffier en de op de griffie werkzame ambtenaren is de raad bevoegd. Toepassing Artikel 1:3:1 [1:3:1] Het college kan bijlage V van toepassing verklaren op de ambtenaar behorend tot het onderwijzend personeel in de Kunstzinnige vorming, als bedoeld in artikel 1 onder punt d van bijlage IV van de CAR. Over de invoering van bijlage V dient overeenstemming te bestaan in de commissie voor georganiseerd overleg. Voorschriften en instructies Artikel 1:4:1 [1:4:1] Met inachtneming van het bepaalde in deze regeling kan het college, indien zulks naar het oordeel van het college nodig of wenselijk is: a bijzondere voorschriften vaststellen ter uitvoering van de bepalingen van deze regeling, alsmede ten behoeve van het functioneren van de dienst; b instructies vaststellen ten aanzien van betrekkingen en bij de vervulling daarvan te volgen werkwijzen. Uitreiking van CAR en UWO Artikel 1:4:2 [1:4:2] 8

1 Op verzoek ontvangt de ambtenaar kosteloos een exemplaar van deze regeling, van de wijzigingen daarvan en van alle andere regelingen welke ter uitvoering van artikel 125 van de Ambtenarenwet zijn of worden getroffen. 2 Op verzoek ontvangen eveneens kosteloos een exemplaar van de in het vorige lid bedoelde stukken: a de centrales van overheidspersoneel welke zijn toegelaten tot het LOGA met het College voor Arbeidszaken van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten; b de organisaties die blijkens hun statuten de belangen van gemeenteambtenaren behartigen en aangesloten zijn bij de onder a aangeduide centrales; c de afdelingen van de organisaties, bedoeld onder b; d ieder ander die daarvoor naar het oordeel van het college in aanmerking komt. Artikel 1:4:3 [1:4:3] 1 Op verzoek ontvangt de ambtenaar kosteloos een exemplaar van de voor hem geldende schriftelijke regels, welke zijn vastgesteld ter uitwerking of uitvoering van de bepalingen van deze regeling of welke hij bij de vervulling van zijn betrekking heeft na te leven, tenzij de bedoelde regels op een voor hem gemakkelijk toegankelijke plaats ter inzage liggen. 2 Wanneer de ambtenaar niet schriftelijk vastgestelde regels als bedoeld in het eerste lid heeft na te leven, worden deze behoorlijk te zijner kennis gebracht. Voordragen van belangen Artikel 1:4:4 [1:4:4] De ambtenaar heeft het recht zijn belangen rechtstreeks bij het hoofd van dienst en bij het tot aanstelling bevoegd bestuursorgaan voor te dragen. Afronding bij de berekening van uren Artikel 1:5 Bij de berekening van uren onder meer bij het bepalen van de omvang van de betrekking, worden deze tot op twee decimalen afgerond. Om tot een decimaal te komen wordt de gangbare afbreekregel gehanteerd. Vrijstelling Artikel 1:6 1 In een nadere regeling kan worden bepaald dat in bijzondere gevallen voor nader te bepalen hogere functies een tijdelijke aanstelling kan worden verleend in afwijking van artikel 2:4, alsmede dat voor bedoelde functies kan worden afgeweken van de salaristabel en/of van het bepaalde in de hoofdstukken 8 en 10d. In de commissie voor georganiseerd overleg moet overeenstemming zijn bereikt over de criteria voor de aanwijzing van deze functies en over de functies zelf. Ingeval geen commissie voor georganiseerd overleg is ingesteld, wordt de procedure ingevolge bijlage III van de regeling gevoerd bij het opstellen van evengenoemde criteria en bij het bepalen van de 9

functies, waarbij het overeenstemmingsvereiste van toepassing is. 2 De in het vorige lid bedoelde regeling kan overeenkomstig van toepassing worden verklaard op ambtenaren in tijdelijke dienst die projecten of functies van tijdelijke aard uitoefenen waarbij de te bereiken resultaten in een bepaalde tijdsperiode tevoren kunnen worden vastgesteld en de betrokken ambtenaar in verregaande mate zelfstandig verantwoordelijkheid draagt voor de inrichting van werkzaamheden. 10