Opleidingsspecifiek deel MA Geschiedenis. toelatingseisen opleiding

Vergelijkbare documenten
Voor de te onderscheiden programma s van de opleiding gelden, in aanvulling op het in art. 2.1 bepaalde, geen aanvullende toelatingsvoorwaarden.

Opleidingsspecifiek deel MA Portugese taal en cultuur. toelatingseisen opleiding

Opleidingsspecifiek deel MA Engelse taal en cultuur. toelatingseisen opleiding

Voor het programma van de opleiding gelden geen aanvullende toelatingsvoorwaarden.

Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding

Voor de te onderscheiden programma s van de opleiding gelden, in aanvulling op het in

De onder artikel 2.1, lid 1, genoemde kennis, inzicht en vaardigheden kunnen onder. Opleidingsspecifieke deel OER MA Geschiedenis

Men komt in aanmerking voor toelating tot het programma Kunstgeschiedenis indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties:

Opleidingsspecifiek deel MA Italiaanse taal en cultuur. toelatingseisen opleiding

4. De bezitter van het diploma van de bacheloropleiding Liberal Arts & Sciences van de

Opleidingsspecifiek deel MA Religie en theologie. toelatingseisen opleiding

Opleidingsspecfiek deel BA Kunstgeschiedenis. colloquium doctum

In aanvulling op bovenstaande voorwaarden gelden de volgende aanvullende toelatingsvoorwaarden per track:

6. Het eindniveau van de onderzoeksvaardigheden die via (1), (2) en (3) verworven zijn, komt tot uitdrukking in het bacheloreindwerkstuk.

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Nederlandse taal en cultuur

Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding Voor toelating tot de opleiding Mediastudies komt in aanmerking de bezitter van

Het diploma van de opleiding kan behaald worden tot en met 31 december 2015.

2. Voor het onderscheiden programma Kunstgeschiedenis van de opleiding Kunst- en

kennis op bachelorniveau op het gebied van en inzicht in theorieën en vraagstukken binnen de cultuurgeschiedenis;

Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Neerlandistiek (voorheen Nederlandse taal en cultuur)

Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding

Afgestudeerden in de bacheloropleiding Keltische talen en cultuur

- verdiepende kennis op het gebied van en inzicht in theorieën en vraagstukken binnen de cultuurgeschiedenis;

2. De afgestudeerde: o heeft kennis van en inzicht in (westerse) muziek in de hedendaagse samenleving en heeft vaardigheid in de historiografische,

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Communicatie- en informatiewetenschappen. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

2. Selectie van studenten geschiedt op basis van een oordeel over de volgende kerncompetenties van belangstellenden:

Opleidingsspecifieke deel OER, BA Taalwetenschap. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

1. De opleiding omvat een gedeelte (major) met een studielast van 135 studiepunten, dat betrekking heeft op Taalwetenschap. Van de major dienen

de kennis, het inzicht en de vaardigheden, genoemd in het eerste lid, en wordt uit

Onderwijs- en examenregeling masteropleiding Geschiedenis

Afgestudeerden in de bacheloropleiding Taalwetenschap

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: Communicatie- en Informatiewetenschappen/ Communicatie en Organisatie

Opleidingsspecifieke deel OER, BA Wijsbegeerte. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Opleiding / programma: Communicatie- en Informatiewetenschappen/ Communicatie en Organisatie

2. De afgestudeerde: o heeft kennis van en inzicht in (westerse) muziek in de hedendaagse samenleving en heeft vaardigheid in de historiografische,

Opleidingsspecifieke deel OER, BA Literatuurwetenschap. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

1. De opleiding wordt in het Frans en Nederlands verzorgd. 2. In afwijking van het eerste lid kunnen een of meer onderdelen van de opleiding

De opleiding wordt zowel voltijds als in deeltijd verzorgd.

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding American Studies. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Afgestudeerden in de bacheloropleiding Spaanse taal en cultuur

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences

Opleidingsspecifiek deel MA Nederlandse taal en cultuur. toelatingseisen opleiding

Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Opleidingsspecifieke deel OER, BA Wijsbegeerte. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Opleidingsspecifieke deel OER, BA Literatuurwetenschap. Artikel Tekst uit OER Colloquium doctum

De opleiding wordt zowel voltijds als in deeltijd verzorgd.

Opleidingsspecifieke deel OER, BA Wijsbegeerte. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op VWO-niveau: Wiskunde A of B en Engels.

Opleidingsspecifieke deel OER, BA Spaanse taal en cultuur. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Communicatie- en informatiewetenschappen. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Nederlandse Literatuur en Cultuur (voorheen Nederlandse letterkunde)

Afgestudeerden in de bacheloropleiding Spaanse taal en cultuur

Opleiding / programma: Filosofie - Philosophy / Wijsbegeerte (dicht per 1 september 2016), Applied Ethics (see English EER)

Opleiding / programma: Filosofie - Philosophy / Wijsbegeerte (dicht sinds 1 september 2016), Applied Ethics (see English EER)

Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Nederlandse Literatuur en Cultuur (voorheen Nederlandse letterkunde)

De opleiding wordt zowel voltijds als in deeltijd verzorgd.

Opleidingsspecfiek deel BA Taal- en cultuurstudies. colloquium doctum

Opleidingsspecifieke deel OER, BA Islam en Arabisch. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

De opleiding wordt zowel in voltijd als in deeltijd verzorgd.

Opleidingsspecfiek deel BA Franse taal en cultuur. colloquium doctum

2. Afgestudeerden in de bacheloropleiding Taalwetenschap:

Afgestudeerden in de bacheloropleiding Engelse Taal en Cultuur:

Studenten worden vanaf het eerste bachelorjaar vertrouwd gemaakt met theorie en praktijk van wetenschappelijk onderzoek.

Opleidingsspecifieke deel OER, Duitse taal en cultuur. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Cultureel Erfgoed. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

De opleiding wordt zowel voltijds als in deeltijd verzorgd.

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Dramaturgie. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Afgestudeerden in de bacheloropleiding Franse taal en cultuur

Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op VWO-niveau: Wiskunde A of B en Engels.

Afgestudeerden in de bacheloropleiding Franse taal en cultuur

Onderwijs- en examenregeling masteropleiding Cultureel erfgoed

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Spaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Geschiedenis. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Bijlage Onderwijs- en Examenregeling (OER) Master Programma van Pedagogische Wetenschappen. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

De opleiding wordt zowel in voltijd als in deeltijd verzorgd.

De opleiding wordt zowel in voltijd als in deeltijd verzorgd.

Opleiding / programma: BA Communicatie- en informatiewetenschappen. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Nederlandse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en examenregeling cohort masteropleiding Cultureel erfgoed

Opleidingsspecfiek deel BA Duitse taal en cultuur. colloquium doctum

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Italiaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Bachelor Religiewetenschappen

BA Taal- en cultuurstudies. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Opleidingsspecfiek deel BA Portugese taal en cultuur. colloquium doctum

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Pedagogische Wetenschappen. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Midden-Oostenstudies CROHO 60842

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Pedagogische Wetenschappen. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Neerlandistiek CROHO 60849

Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op vwo-niveau: Wiskunde A of B, en Engels.

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010

Afgestudeerden in de bacheloropleiding Italiaanse taal en cultuur

Opleidingsspecifieke deel OER, BA Nederlandse taal en cultuur. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

De opleiding wordt zowel voltijds als in deeltijd verzorgd.

Opleidingsspecifieke deel OER BA Media en cultuur

BA Nederlandse taal en cultuur. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Onderwijskunde. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Onderwijs- en examenregeling masteropleiding Keltische talen en cultuur

1. De opleiding omvat een gedeelte (major) met een studielast van 120 studiepunten, dat betrekking heeft op Literatuurwetenschap.

Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Programma Masteropleiding Sociologie Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Transcriptie:

Opleidingsspecifiek deel Art.2.1 toelatingseisen opleiding 1. Toelaatbaar tot de opleiding is de bezitter van een Nederlands of een buitenlands diploma van hoger onderwijs, die aantoont te beschikken over de volgende kennis, inzicht en vaardigheden: a) algemene kennis van historische onderzoeksmethoden, historiografische tradities en/of wetenschapstheorie in ten minste één bachelorcursus (7,5 ECTS) b) inleidende (handboek-)kennis op het terrein van de Geschiedenis c) Ervaring met het zelfstandig verrichten van historisch onderzoek op gevorderd (bachelor-) niveau, d.w.z. met het verzamelen van materiaal, het toepassen van theorie, en het schrijven van een eindwerkstuk; 2. De bezitter van het diploma van de bacheloropleiding Geschiedenis van de Universiteit Utrecht wordt geacht te beschikken over de kennis, het inzicht en de vaardigheden, genoemd in het eerste lid, en wordt uit dien hoofde toegelaten tot de opleiding. 3. De bezitter van het diploma van de bacheloropleiding Taal- en cultuurstudies van de Universiteit Utrecht, met als hoofdrichting Kunst, cultuur en geschiedenis 1750- heden, Amerikanistiek, Politieke geschiedenis en internationale betrekkingen of Film- en televisiewetenschap wordt geacht te beschikken over de kennis, het inzicht en de vaardigheden, genoemd in het eerste lid, en wordt uit dien hoofde toegelaten tot de opleiding. 4. De bezitter van het diploma van de bacheloropleiding Liberal Arts & Sciences van de Universiteit Utrecht, die een bij de opleiding aansluitende hoofdrichting gevolgd heeft, wordt geacht te beschikken over de kennis, het inzicht en de vaardigheden, genoemd in het eerste lid, en wordt uit dien hoofde toegelaten tot de opleiding. 5. oor het programma Comparative History geldt dat de bezitter van het diploma van de bacheloropleiding Sociologie met minor Geschiedenis, Sociale Wetenschappen met minor Geschiedenis, Politieke Wetenschappen met minor Geschiedenis, Sociologie met minor Geschiedenis, Economie met minor Geschiedenis, of Antropologie met minor Geschiedenis, Humanities (University College) of een ander hiermee overeenkomstig diploma wordt geacht te beschikken over de kennis, het inzicht en de vaardigheden, genoemd in het eerste lid, en uit dien hoofde toegelaten wordt tot het programma Comparative History van de opleiding. Art.2.3 toelating programma s oor de te onderscheiden programma s van de opleiding gelden, in aanvulling op het in art. 2.1 bepaalde, de volgende toelatingsvoorwaarden: programma (A) roegmoderne Geschiedenis: - inleidende (handboek-)kennis op het terrein van de roegmoderne Geschiedenis - Goede passieve en actieve kennis van het Nederlands en het Engels; passieve kennis van Duits en/of Frans. programma (B) Geschiedenis van Politiek en Cultuur: - Goede passieve en actieve kennis van het Nederlands; goede passieve kennis van het Engels, Duits en Frans. - Inleidende (handboek-)kennis op het terrein van de moderne en eigentijdse geschiedenis. programma (C) Comparative History: - kennis op het gebied van Geschiedenis en/of Sociale Wetenschappen (in het bijzonder de Sociologie, Politicologie, Economie en/of Antropologie) op niveau 3 (= gevorderd); - inzicht in Historische en Maatschappelijke processen op niveau 3 (= gevorderd); - vaardigheid m.b.t. onderzoek, schriftelijk en mondeling rapporteren op niveau 3 (= gevorderd). 1

- Goede passieve en actieve kennis van het Engels. programma (D) Geschiedenis deeltijd: - Goede passieve en actieve kennis van het Nederlands; goede passieve kennis van het Engels, Duits en Frans. - Inleidende (handboek-)kennis op het terrein van de vroegmoderne, moderne en eigentijdse geschiedenis. Art.2.5.4 toelatingsprocedure Het toelatingsonderzoek vindt eenmaal per jaar plaats. Art.2.5.5 toelatingsprocedure Een verzoek te worden toegelaten tot de opleiding wordt vóór 1 maart voor studenten met een buitenlandse vooropleiding en 15 april voor studenten met een Nederlandse vooropleiding ingediend bij de toelatingscommissie. Art.2.5.7 toelatingsprocedure De toelatingscommissie beslist vóór 15 mei op het verzoek. De toelating wordt verleend onder de voorwaarde dat de kandidaat uiterlijk op de betreffende begindatum van de opleiding zal voldoen aan de in art. 2.1 en 2.3 bedoelde eisen t.a.v. kennis en vaardigheden, zoals die blijken uit getuigschriften van door hem gevolgde opleidingen. Art.3.1 doel van de opleiding 1. Met de opleiding wordt beoogd: i.gespecialiseerde kennis, vaardigheid en inzicht op het gebied van de geschiedenis, en het bereiken van de eindkwalificaties genoemd in het tweede lid; ii.voorbereiding op de beroepsuitoefening gerelateerd aan de geschiedenis en iii.voorbereiding op de opleiding tot onderzoeker op het gebied van de geschiedenis. 2. De afgestudeerde: o heeft diepgaande kennis van en inzicht in het vakgebied geschiedenis, in het bijzonder van de vroegmoderne, moderne en/of eigentijdse geschiedenis. o heeft een grondige kennis van een specialisme binnen de opleiding, dan wel een gedegen kennis op het snijvlak van de opleiding en een ander vakgebied; o heeft de vaardigheid om zelfstandig problemen op het terrein van geschiedschrijving te signaleren, formuleren, analyseren en eventuele oplossingen aan te dragen. o heeft de vaardigheid om onderzoek op historische vraagstukken uit te voeren en daarover te rapporteren op een wijze die voldoet aan de gebruikelijke disciplinaire normen. o beschikt over professionele en academische vaardigheden, in het bijzonder met betrekking tot: de geschiedenis. o is in staat om kennis en inzicht op dusdanige wijze toe te passen, dat dit een professionele benadering van zijn/haar werk of beroep laat zien o is in staat om conclusies, alsmede kennis, motieven en overwegingen die hieraan ten grondslag liggen over te brengen op een publiek bestaande uit specialisten of niet-specialisten. Art.3.2 vorm van de opleiding De opleiding wordt zowel in voltijd als in deeltijd verzorgd. Art.3.3 taal waarin de opleiding wordt verzorgd 2

1. De opleiding wordt in het Nederlands verzorgd, met uitzondering van het programma Comparative History. Dit programma wordt in het Engels verzorgd. 2. In afwijking van het eerste lid kunnen een of meer onderdelen van de opleiding in het Engels worden verzorgd indien de herkomst van de studenten daartoe noodzaakt. Art.3.5 startmomenten 1. De opleiding kent de volgende programma s: a. het programma (A) roegmoderne Geschiedenis, dat voorbereidt op het verrichten van onderzoek op het gebied en beroepsuitoefening gerelateerd aan het gebied van de roegmoderne Geschiedenis. b. het programma (B) Geschiedenis van Politiek en Cultuur, dat voorbereidt op het verrichten van onderzoek op het gebied van de geschiedenis van de moderne tijd en op beroepsuitoefening op het gebied van de geschiedenis van de moderne tijd. c. het programma (C) Comparative History, dat voorbereidt op functies die een brede visie en inzicht in inter-culturele kwesties in hun historisch context vereisen, en het vermogen om complexe data te verwerken. d. het programma (D) geschiedenis deeltijd, dat voorbereidt op het verrichten van historisch onderzoek en beroepsuitoefening gerelateerd aan het gebied van de geschiedenis. 2. De masterprogramma s starten een keer per jaar: per 1 september. Art.3.6.1 samenstelling programma s De onderscheiden programma s omvatten de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast: Programma (A) roegmoderne Geschiedenis Programma (B) Geschiedenis van Politiek en Cultuur Programma (C) Cursorisch onderwijs erplicht 15 ECTS Onderzoeksopdracht erplicht 15 ECTS Cursorisch onderwijs erplichte keuze 22,5 ECTS Cursorisch onderwijs Keuze 7,5 ECTS Cursorisch onderwijs erplichte keuze 45 ECTS Onderzoeksopdracht erplichte keuze 15 ECTS cursorisch onderwijs erplicht 15 ECTS cursorisch onderwijs erplichte keuze 15 ECTS onderzoeksopdracht erplicht 15 ECTS cursorisch onderwijs Keuze 15 ECTS Bijlage 1 (art.3.6) roegmoderne Geschiedenis 200400645 Ges-Thesis 15 1 2 3 4 ERPLICHT B K 200500252 Ges-Growth and Inequality 1000-2000 (II) 7,5 3 200500255 Ges-Growth and Inequality, 1000-2000 (I) 7,5 2 200400725 Ges-Paleografie 16e en 17e eeuw (M) 7,5 1 2 200400708 Ges-Tutorial vroegmoderne geschiedenis 1 7,5 1 2 3 4 GG-M012 Reformaties en ritueel 7,5 2 3

ERPLICHT A 200900157 Ges-Handel, staat en oorlog 17e eeuw 15 2 3 200600157 Ges-Inleiding vroegmoderne geschiedenis 7,5 1 Geschiedenis van Politiek en Cultuur 200400645 Ges-Thesis 15 1 2 3 4 ERPLICHT K 200900327 Ges-Geschiedenis en samenleving 7,5 3 200500251 Ges-Introductie politiek en cultuur 7,5 1 200400616 Ges-Moderne klassieken 7,5 4 200400623 Ges-Tutorial politiek en cultuur 7,5 2 3 4 200500228 Ges-Utopie en dystopie 15 1 2 Comparative History 200900010 Ges-Thesis Comparative History 15 3 4 KEUZE K 200401067 Eng-Topics in American Diversity 7,5 2 200500276 Ges-American Cultural Influence 15 1 2 200900072 Ges-Ancient Greek citizenship 7,5 3 200500252 Ges-Growth and Inequality 1000-2000 (II) 7,5 3 200500255 Ges-Growth and Inequality, 1000-2000 (I) 7,5 2 200800175 Ges-Heroes and illains I 7,5 3 200800174 Ges-Heroes and illains II 7,5 4 200400779 Ges-Introduction to American Studies 7,5 1 200500223 Ges-Tutorial Medieval Central Europe 7,5 2 3 200400623 Ges-Tutorial politiek en cultuur 7,5 2 3 4 200400708 Ges-Tutorial vroegmoderne geschiedenis 1 7,5 1 2 3 4 ERPLICHT 200300903 Ges-Comparative History: an Introduction 7,5 1 200900225 Ges-The welfare state 7,5 4 Geschiedenis deeltijd 200400645 Ges-Thesis 15 1 2 3 4 4

ERPLICHT B K 200400616 Ges-Moderne klassieken 7,5 4 200400623 Ges-Tutorial politiek en cultuur 7,5 2 3 4 200400708 Ges-Tutorial vroegmoderne geschiedenis 1 7,5 1 2 3 4 ERPLICHT A 200500228 Ges-Utopie en dystopie 15 1 2 Bijlage 2 Overgangsregelingen Algemene opmerkingen oor studenten die gestart zijn vóór 2008-2009 zijn geen overgangsregelingen opgenomen. Zij dienen te overleggen met de examencommissie van de opleiding. Overgangsregelingen vervallen na een bepaalde termijn. oor voltijd masteropleidingen is de termijn vastgesteld op twee jaar, voor deeltijd masteropleidingen is deze vastgesteld op vier jaar. Na twee jaar (vier in deeltijd) is de opleiding niet meer verplicht een vervangende cursus aan te bieden. Indien een onderwijsprogramma ingrijpend wijzigt, dan wordt dat programma omgezet naar een nieuw programma. Het oude programma komt net als de overgangsregelingen na een bepaalde periode te vervallen. Hiervoor worden dezelfde termijnen gehanteerd als voor de overgangsregelingen. Een student die niet binnen de gestelde termijn het oude onderwijsprogramma afrondt, dient over te stappen naar het dan nieuwste programma. De examencommissie van de opleiding bekrachtigt die overstap. Overgangsregelingen voltijd die ingaan per 1 september 2009 gelden vanaf dat moment twee jaar (deeltijd vier jaar). Dit houdt in dat vanaf september 2011 de regeling stopt (deeltijd 2013). Hetzelfde geldt voor een onderwijsprogramma dat vanaf per 1 september 2009 is omgezet naar een nieuw programma. Een onderwijsonderdeel kan in een nieuw onderwijsprogramma terugkomen op een andere plek in het curriculum, terwijl de cursus ongewijzigd blijft (bijv. verschuiving van verplicht naar verplichte keuze of andersom). Indien u een onderdeel heeft behaald dat in uw programma op een bepaalde plek stond (bijv. verplicht) dan blijft deze cursus voor u op diezelfde plek geregistreerd staan. Indien u dit onderdeel nog niet heeft behaald, ook dan blijft dit onderdeel voor u een verplicht onderdeel, ook al geldt het onderdeel voor studenten gestart in een ander studiejaar als een keuzeonderdeel. Een onderdeel kan nooit twee keer behaald worden, ook al is de plek in het curriculum veranderd. Overgangsregelingen voor studenten die zijn ingestroomd in het collegejaar 2008-2009 (cohort 2008) Studenten die gestart zijn in studiejaar 2008-2009, dienen het onderwijsprogramma af te ronden zoals beschreven in de OER-bijlage 2008-2009. Indien bepaalde onderdelen van dat onderwijsprogramma in het huidige studiejaar 2009-2010 niet meer worden aangeboden, geldt onderstaande overgangsregeling*. Het is mogelijk om over te stappen naar het onderwijsprogramma van het huidige studiejaar (2009-2010). Als men hiervoor kiest, dient te worden voldaan aan alle voorwaarden van het onderwijsprogramma 2009-2010 en dient dit te worden goedgekeurd door de examencommissie van de opleiding**. 1) Programma A roegmoderne geschiedenis 5

Niet behaald Te doen in 2009-2010 Opmerkingen Moderne Klassieken (200400616) (7,5 ects) Studenten kunnen kiezen voor de cursus Het politieke bestel in de periode 1600-1800 Eendracht maakt macht (200800062) (15 ects) Werkcollege roegmoderne geschiedenis (15 ects) 2) Programma B Geschiedenis van Politiek en Cultuur Niet behaald Te doen in 2009-2010 Opmerkingen rije keuze (7,5 ects) Studenten kunnen kiezen voor het Practicum geschiedenis en samenleving (200900327) (7,5 ects, blok 3) 3) Programma C Comparative History Niet behaald Te doen in 2009-2010 Opmerkingen Thesis Comparative History (200300904) (22,5 ects) Studenten kunnen ervoor kiezen de Thesis (22,5 ects) te vervangen door Thesis Comparative History (200900010) (15 ects) en cursus The Welfare State (200900225) (7,5 ects) Studenten die nog geen 30 ects in de verplichte keuzeonderdelen hebben behaald, kunnen kiezen voor de nieuwe cursus The Welfare State (200900225) (7,5 ects, blok 4). 4) Programma D Geschiedenis Deeltijd Niet behaald Te doen in 2009-2010 Opmerkingen Eendracht maakt macht (15 Werkcollege vroegmoderne ects) geschiedenis (15 ects) * Ontbreekt er een onderdeel, neem dan contact op met uw studieadviseur. ** Als u dit overweegt, neem dan contact op met uw studieadviseur. 6