Macro-Economische Vraagstukken en Arbeidsvoorwaardenbeleid College voor de Beroepen en Opleidingen in de Gezondheidszorg T.a.v. het bestuur Koningin Wilhelminalaan 3 3527 LA UTRECHT Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag 070-340 74 00 Onderwerp Bijlage(n) Uw brief Toewijzingskader 2008 voor de zorgopleidingen 1 e en 2 e tranche opleidingsfonds 2 In aansluiting op mijn brieven van 22 december 2006 en 21 februari 2007 (MEVA/NBO- 2740356 respectievelijk -2751866) verzoek ik u een toewijzingsvoorstel op te stellen voor de 1 e en 2 e tranche van het opleidingsfonds voor 2008 en mij dit uiterlijk 15 augustus voor te leggen. In deze brief geef ik u het beleidskader en de randvoorwaarden aan waaraan het voorstel dient te voldoen. Ik verzoek u deze randvoorwaarden te volgen. Alleen dan stelt u mij in staat om uw toewijzingsvoorstel over te nemen. Hieronder ga ik achtereenvolgens in op: - de randvoorwaarden van de procedure, inclusief de betrokkenheid van veldpartijen en het tijdpad; - de randvoorwaarden voor de 1 e tranche 2008; - de randvoorwaarden voor de 2 e tranche 2008. 1. Randvoorwaarden procedure totstandkoming toewijzingsvoorstel Transparante procedure en verantwoordingsinformatie De procedure die het CBOG volgt, moet zorgvuldig en transparant voor de betrokken opleidende instellingen zijn en tijdig bij hen bekend zijn. Dit geldt eveneens voor het te hanteren afwegingskader, de momenten en de wijze waarop de keuzes worden gemaakt. Dit opdat de beschikbare subsidiemiddelen door mij op een zorgvuldig voorbereide en deugdelijk gemotiveerde wijze kunnen worden verdeeld gelet op het bepaalde hieromtrent in de Algemene Wet Bestuursrecht. Ik verzoek u daarom tijdig, doch uiterlijk 14 mei, het tijdpad, het proces en het afwegingskader om te kunnen komen tot een toewijzingsvoorstel, aan de opleidingsinrichtingen te communiceren. Daarvan ontvang ik graag vooraf het concept om te Postbus 20350 2500 EJ DEN HAAG Telefoon (070) 340 79 11 Fax (070) 340 78 34 Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX DEN HAAG Correspondentie uitsluitend richten aan het postadres met vermelding van de datum en het kenmerk van deze brief. Internetadres: www.minvws.nl
2 kunnen bepalen of een en ander voldoet aan het bepaalde in de Algemene Wet Bestuursrecht met het oog op een zorgvuldige voorbereiding. Ik ga ervan uit, dat u het concept-toewijzingsvoorstel aan de instellingen op een dusdanig tijdstip zal voorleggen, dat u mij uiterlijk 15 augustus 2007 een onderbouwd en afgestemd voorstel kan voorleggen. Uiterlijk 1 september 2007 geef ik aan of ik het toewijzingsvoorstel overneem. Overigens ben ik voornemens om uw toewijzingsvoorstel voor te leggen aan Zorgverzekeraars Nederland. De instellingen hebben vervolgens tot 1 oktober 2007 de tijd om een subsidieaanvraag in te dienen. Het is mijn streven om dit met behulp van geautomatiseerde formats te doen. Uitsluitend bij ontvangst van het toewijzingsvoorstel op of voor 15 augustus 2007 kan ik zorgen voor een tijdige bevoorschotting van de instellingen voor de subsidies van 2008. Het heeft de voorkeur dat het toewijzingsvoorstel wordt gedragen door alle partijen die bij opleiden zijn betrokken. Ik verwacht dat zij ten minste voldoende betrokken worden bij het opstellen van het toewijzingsvoorstel voor 2008 en ik hecht dan ook aan een representatieve vertegenwoordiging in deze. Ik verzoek u het voorstel tot toewijzing zodanig aan mij te laten leveren, dat voor beide tranches duidelijk is wat u toewijst per individuele zorginstelling, per zorgopleiding (bij de medische vervolgopleidingen inclusief uitsplitsing naar vooropleiding) en waarom de verdeling zo gemaakt wordt, daarbij onderscheid makend tussen instroom van nieuwe leerlingen 1 (personen en fte) en doorstroom (hierna zittend bestand ) (personen en fte). Op dit laatste punt kom ik terug. Ik verzoek u expliciet de motivering voor de voorgestelde verdeling te vermelden. De subsidiebesluiten die ik op basis van het goedgekeurde toewijzingsvoorstel zal nemen dienen immers voorzien te zijn van een deugdelijke motivering. Deze motivering dient u mij daarom bij het toewijzingsvoorstel te leveren. Ook met het oog op mogelijke bezwaarprocedures is het van belang dat voor alle partijen transparant is op basis van welke objectiveerbare overwegingen u bent gekomen tot de voorgestelde verdeling van subsidiemiddelen. 2. Randvoorwaarden toewijzing 1 e tranche 2008 Bij de toewijzing van plaatsen voor de 1 e tranche dient onderscheid te worden gemaakt tussen instroom van eerstejaars AIOS en de AIOS die al in voorgaande jaren zijn begonnen met hun opleiding (hierna: zittend bestand). Wijzigingen in aantallen (per specialisme) zijn immers uitsluitend door te voeren per beginnend cohort AIOS. Ik zal hierna voor de instroom 1 e tranche in 2008 specifieke randvoorwaarden formuleren. Om te kunnen beoordelen of deze voorwaarden zijn overgenomen in het toewijzingsvoorstel, heb ik u hierboven verzocht om het toewijzingsvoorstel op te splitsen in instroom 1 e tranche 2008 en zittend bestand 1 e tranche 2008. 1 in geval van de opleiding tot medisch specialist wordt de leerling AIOS genoemd
3 2.1 Instroom 1 e tranche 2008: beleidsmaatregelen In afwachting van een nieuw Capaciteitsplan in de loop van 2007, zet ik het ingezette beleid naar aanleiding van het Capaciteitsplan 2005 het stabiliseren van de instroom - voort. Er hebben zich in 2006 de nodige fluctuaties voorgedaan ten aanzien van de instroom ten opzichte van wat was overeengekomen tussen de BOLS + -partijen en door mij bij de subsidieverlening van 2007 was aangenomen. Hierdoor ben ik genoodzaakt om de instroom in 2008 bij te stellen. Met mijn brief van 21 februari 2007 (kenmerk MEVA/NBO-2751866) heb ik u hierover reeds geïnformeerd. Kortheidshalve verwijs ik hiernaar. Op basis van de over- en onderschrijdingen in 2006, kom ik voor 2008 per specialisme tot de instroom zoals opgenomen in bijlage 1. Hoewel de realisatie van 2006 soms met vertraging wordt doorgegeven aan de MSRC, ben ik, gezien het tijdig kenbaar maken van de randvoorwaarden voor het toewijzingsvoorstel van 2008, genoodzaakt mij te baseren op de gegevens over 2006 zoals deze door de MSRC zijn verwerkt tot april 2007. Wijzigingen die daarna nog worden opgegeven dient u voor 2008 buiten beschouwing te laten. In deze bijstelling maak ik een uitzondering voor radiologie en dermatologie, omdat de overschrijding in die gevallen zal bijdragen aan het sneller bereiken van het gewenste evenwicht van vraag en aanbod in de toekomst. Voor de goede orde merk ik in dit kader op dat de instroomcapaciteit respectievelijk de opleidingsplaatsen van een bepaald specialisme niet uitwisselbaar zijn met een ander specialisme. Bij de verdeling van de opleidingsplaatsen dient voorrang te worden gegeven aan die opleidingsinstellingen, die aantoonbaar in staat zijn een extra bijdrage te leveren aan het sneller bereiken van het gewenste evenwicht tussen vraag en aanbod bij te stimuleren specialismen zoals KNO, oogheelkunde, radiologie, neurologie en dermatologie. In uw afwegingskader dient u een voorstel te doen om uitvoering te geven aan dit punt. Afhankelijk van de manier waarop u hier uitvoering aan geeft, wordt de subsidiebeschikking aangepast op de resultaatafspraken die u bij de totstandkoming van het toewijzingsvoorstel met de instellingen heeft gemaakt. Het realiseren van extra opleidingsplaatsen voor bovengenoemde specialismen wordt dan nog eens extra bekrachtigd in de beschikking. In aanvulling op het bovenstaande, als ook op bijlage 1, merk ik met betrekking tot de bètaberoepen het volgende op. Het Capaciteitsorgaan heeft recent advies uitgebracht voor de opleidingscapaciteit van de klinisch fysici en de ziekenhuisapothekers. De bandbreedtes voor de instroom zijn voor deze specialismen bijzonder klein. Ik volg daarom het advies van het Capaciteitsorgaan om de instroom te stabiliseren. Vanaf 2009 wil ik voor de 1 e tranche zorgopleidingen en vanaf 2010 ook voor de 2 e tranche zorgopleidingen conform toezegging aan de Tweede Kamer 2 komen tot een meer prestatieafhankelijke allocatie van opleidingsplaatsen door kwaliteits- en doelmatigheidsindicatoren te (laten) betrekken bij de toewijzing 3. Bovendien wil ik het meer 2 3 Zie brief d.d. 9 februari 2007 (MEVA/NBO-2745530) Zie brief d.d. 12 februari 2007 (MEVA/NBO-2748964)
4 opleiden bij enkele specifieke zorgopleidingen waar tot nog toe te weinig is opgeleid actief stimuleren 4. 2.2 Zittend bestand 1 e tranche 2008 Voor het zittende bestand 5 dient de opleidingscapaciteit verdeeld te worden aan de hand van de opleidingsplannen van AIOS. Daarin zijn immers reeds gemaakte afspraken tussen instellingen en AIOS belegd. Voor de duidelijkheid wil ik opmerken dat tussentijdse, niet geplande uitval en uitstroom na afronding van de opleiding niet opgevuld kan worden; het Capaciteitsorgaan houdt in de ramingen rekening met uitval, zodat compensatie niet gewenst is. Vanaf 1 januari 2007 kunnen zorginstellingen niet meer zonder meer overgaan tot uitbreiding van de instroom voor zo ver te bekostigen uit het opleidingsfonds, tenzij ik daarmee heb ingestemd. 2.3 Nieuw erkende instellingen Ik breng onder uw aandacht dat er sinds 2006 nieuwe, eerste erkenningen zijn afgegeven aan opleidingsinstellingen. Graag zie ik in uw afwegingskader terug hoe u bij uw toewijzing rekening heeft gehouden met deze nieuwe toetreders. 2.4 Financieel macrokader 1 e tranche 2008 Het financieel kader is beperkt en kan pas definitief worden vastgesteld na de mutatieronde. Nadat ik kennis heb kunnen nemen van de resultaten van de enquête van de mutatieronde, zal ik u het financieel macrokader voor 2008 meedelen. 2.5 Subsidieregeling 1 e tranche 2008 De subsidieregeling zorgopleidingen 1 e tranche van 12 december 2006, (kenmerk MEVA/BO- 2727102) vormt ook het uitgangspunt bij de subsidieronde voor 2008. Hierbij teken ik met betrekking tot detacheringen aan ervan uit te gaan, zoals ook aangegeven in mijn brief van 21 februari 2007 (MEVA/NBO-2751866), dat de subsidievragende instelling die instelling is waar de AIOS op de loonlijst staat respectievelijk een leer-/arbeidsovereenkomst of een aanstellingsbesluit en niet de instelling waar de AIOS is gedetacheerd. Dit zal verder worden verduidelijkt in de subsidieregeling. Hiernaast merk ik op, dat de formats bij de subsidieregeling ietwat zullen worden aangepast om een geautomatiseerde verwerking bij subsidieaanvragen mogelijk te maken. 3. Randvoorwaarden toewijzing 2 e tranche 2008 Per 1 januari 2008 wordt de nieuwe financiering van de 2 e tranche zorgopleidingen ingevoerd. Het gaat daarbij om opleidingen met betrekking tot collectieve preventie, care, GGZ en de gespecialiseerde verpleegkundige vervolgopleidingen, opleidingen voor medisch ondersteunende functies en enkele medische vervolgopleidingen (zie bijlage2). 4 5 Zie brief d.d. 23 februari 2007 (MEVA/NBO-2751142) Hier wordt bedoeld AIOS in voorgaande jaren zijn begonnen met hun opleiding.
5 3.1 Financieel macrokader 2 e tranche 2008: macrobudgettaire neutraliteit t.o.v. 2007 Bij de 2 e tranche gaat het, net als in 2007 bij de 1 e tranche het geval was, om een beleidsarme toewijzing, omdat het hier gaat om een herallocatie van middelen onder de voorwaarde van macrobudgettaire neutraliteit. Het gaat dan om een eenmalige voortzetting per 1 januari 2008 van de historisch gegroeide situatie tot 2008 en het zo correct mogelijk en toetsbaar weergeven daarvan. Het beschikbare macrobudget voor de 2 e tranche zorgopleidingen in 2008 is de som van de middelen die per 1 januari 2008 worden geschoond uit de relevante instellingsbudgetten conform de daarbijbehorende NZa-Beleidsregels. Op basis van de door de NZa vast te stellen schoningsbedragen en opgegeven respectievelijk geënquêteerde aantallen ga ik er van uit dat voor de 2 e tranche een bedrag van maximaal 159 mln, prijspeil 2007, beschikbaar is. Dit macrokader is voor de cure-sector, medisch ondersteunende functies en verpleegkundige vervolgopleidingen is gebaseerd op het gemiddeld aantal bezette opleidingsplaatsen in 2006, aangevuld met de te verwachten groei in 2007. Voor de medische vervolgopleidingen geldt de verwachte stand ultimo 2007. Voor care-sector is het macrokader gebaseerd op de verwachte bezetting 2007. Het macrobudget is voor het merendeel gebaseerd op de opgaven van de instellingen en voor een beperkter deel vanwege non-respons geëxtrapoleerd of gebaseerd op de aantallen zoals vermeld in de zogeheten rekenstaten van de instellingen. Het kader is exclusief de psychiaters en verpleeghuisartsen en inclusief de SEH-artsen. Hierbij teken ik aan, dat een aantal instellingen nog niet heeft gereageerd, zodat het niet mogelijk is het macro-budget exact vast te stellen. Via de koepels zal ik bevorderen dat de instellingen die nog niet hebben gereageerd maar waarvan wordt vermoed dat zij opleidingen faciliteren alsnog worden aangespoord hun enquête aan de NZa te sturen. Mocht te zijner tijd blijken dat het beschikbare macro-bedrag ontoereikend is, dan ga ik er echter vanuit, dat het daaruit volgende risico bij betrokken instellingen wordt gelegd. Het ligt in mijn voornemen u uiterlijk 15 mei 2007 op dit punt nader te informeren. Overleg vindt nog plaats over de toelating van de zorgopleiding voor psychiaters tot het opleidingsfonds. Ik deel u uiterlijk medio mei mee of deze opleiding deel uit zal maken van de 2 e tranche van het opleidingsfonds. Thans bestaat bij partijen de intentie om SEH-arts te erkennen met een profielregistratie. Hoewel ik er vanuit ga dat deze intentie wordt omgezet in daadwerkelijke erkenning, zie ik mijzelf genoodzaakt om bij het eventuele uitblijven van de erkenning de bekostiging van de opleiding via het opleidingsfonds alsnog te beëindigen. Voor de goede orde verwijs ik naar mijn brief van 9 februari aan de NZa 6, die u in afschrift heeft ontvangen. Uw toewijzingsvoorstel kan uitsluitend betrekking hebben op de Wcpv-gerelateerde instellingen, als ook de instellingen waarop de NZa-beleidsregel van toepassing is. Dit zijn immers de partijen die het opleidingsfonds voor de 2 e tranche hebben gevuld. 6 MEVA/NBO - 2477347
6 3.2. Aandachtspunten rond specifieke beroepsopleidingen Wcpv-gerelateerde medische vervolgopleidingen Voor de deelopleidingen van de 4 relevante profielregistraties 7 van de opleiding tot Arts Maatschappij en Gezondheid geldt dat deze niet premiegefinancierd zijn, maar deels uit de rijksbegroting en deels vanuit (inter)gemeentelijke bronnen. Het gaat hier om een aantal van 129 plaatsen. Dit aantal en de huidige toewijzing naar opleidende zorginstellingen dient u als vaste uitgangspunten te hanteren in uw voorstel voor 2008. Verpleeghuisarts Overleg vindt nog plaats over de toelating van de zorgopleiding voor verpleeghuisartsen tot het opleidingsfonds. Ik deel u uiterlijk medio mei mee of deze opleiding deel uit zal maken van de 2 e tranche van het opleidingsfonds. Arts Verstandelijk Gehandicapten De opleiding tot Artsen Verstandelijk Gehandicapten duurt drie jaar en heeft een totale capaciteit van 45 opleidingsplaatsen. Ook dit aantal dient u als vast uitgangspunt te hanteren in uw voorstel voor 2008. 3.3 Subsidieregeling 2 e tranche De subsidieregeling zorgopleidingen 2 de tranche zal nagenoeg overeenkomen met de subsidieregeling zorgopleidingen 1 ste tranche, met dien verstande dat de mutatieronde zoals gehouden voor de 1 ste tranche niet van toepassing is voor de opleidingen uit de 2 de tranche. Met uitzondering van de Wcpv-gerelateerde medische vervolgopleidingen, als ook de careopleidingen, zal ik bij de subsidietoekenning per 2008 voor de 2 e tranche zorgopleidingen als voorwaarde ondermeer een bewijs van budgetschoning hanteren en zal me daarbij baseren op de bij NZa ingediende opgave van de aantallen. Het ligt daarom voor de hand, dat de toewijzing van plaatsen in 2008 overeenkomt met het aantal plaatsen dat de instelling heeft opgegeven aan de NZa. Ik hoop dat ik u hiermee voldoende heb geïnformeerd. Zoals u weet hecht ik zeer aan het adequaat informeren van de instellingen. Zo ook over de hierboven geschetste lijn. De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, namens deze, de directeur Macro-Economische Vraagstukken en Arbeidsvoorwaardenbeleid drs. Th. W. van Uum 7 JGZ, medische milieukunde, infectieziektebestrijding en tbc-bestrijding
7 Bijlage 1 Maximale instroom per specialisme 1 ste tranche 2008 BOLSafspraken 2006 Maximale instroom 2008 Realisatie Verschil 2006 anesthesiologie 74 83 9 65 cardiologie 59 54-5 64 cardio-thoracale chirurgie 5 4-1 6 dermatologie en venerologie 23 24 1 23 heelkunde 58 64 6 52 interne geneeskunde 108 129 21 87 keel-neus-oorheelkunde 30 24-6 36 kindergeneeskunde 42 51 9 33 klinische genetica 11 10-1 12 klinische geriatrie 23 25 2 21 longziekten en tuberculose 34 34 0 34 maag-darm-leverziekten 22 23 1 21 medische microbiologie 16 15-1 17 neurochirurgie 8 9 1 7 neurologie 55 52-3 58 nucleaire geneeskunde 11 9-2 13 obstetrie en gynaecologie 47 53 6 41 oogheelkunde 37 20-17 54 orthopedie 50 51 1 49 pathologie 21 20-1 22 plastische chirurgie 19 15-4 23 radiologie 63 65 2 63 radiotherapie 16 18 2 14 reumatologie 16 16 0 16 revalidatiegeneeskunde 24 32 8 16 urologie 23 23 0 23 Subtotaal 895 923 28 870 kaakchirurgie - - - 11 orthodontie - - - 8 Klinische chemie - - - 19 klinisch fysicus - - - 22 Ziekenhuisapotheker - - - 20 Subtotaal 0 0 0 80 totaal 950
8 Bijlage 2 opleidingen 2 de tranche IC verpleegkundige IC neonatologie verpleegkundige Kinder IC-verpleegkundige kinderverpleegkundige dialyseverpleegkundige oncologie verpleegkundige SEH-verpleegkundige obstetrie-gynaecologie verpleegkundige operatie-assistenten anesthesie-assistenten radiodiagnostisch laborant radiotherapeutisch laborant klinisch perfusionist SEH-arts psychiater in ziekenhuizen Psychiater in GGZ-instellingen Gz-psycholoog Psychotherapeut Klinisch psycholoog GGZ Verpleegkundig Specialist Verpleeghuisarts Arts Verstandelijk Gehandicapten Arts Maatschappij en Gezondheid