VAN DE WIJK VALT NIET ZOVEEL TE VERWACHTEN.



Vergelijkbare documenten
Kunnen we dat niet aan vrijwilligers overlaten?

Niemand kan het. alleen!

10 JAAR KOFFIE OM DE HOEK

Eropaf.en dan? Het Nieuwe Welzijn en de Psychosociale Hulpverlening.

Thuis in de gemeente

Relaties in de groep. Hoofdstuk 5

Bij wie kan ik terecht? Toolkit. Kinderen, waar kies ik voor? Zicht op het netwerk van mensen met een verstandelijke beperking en een kinderwens

Zijn gemeenten klaar om mensen met psychische problemen aan het werk te helpen?

Zorg voor senioren; hoe eerder, hoe beter! Beschrijving van het project Buurtcontactpersonen in Utrecht Binnenstad en Utrecht Noordoost

Van evalueren kun je leren

HOE THUISZORGORGANISATIES SAMENWERKING ORGANISEREN: VISIES, PRAKTIJKEN EN DILEMMA S

JONGEREN RAPPORTEREN OVER KINDERRECHTEN IN NEDERLAND

De 10 tips voor. Succesvol Communiceren

Bespreek je vak man! Waarom een goed gesprek? Een goed gesprek tussen werk nemer en werkgever over thema s als bijblijven

De gemeenteraad aan zet Wat wilt u weten over de jongeren met een beperking in uw regio?

1 In welke mate bent u bereid deze activiteit te doen? gemeenschappen met veel en weinig intern contact en veel en weinig extern contact.

Bouwen aan Buurthulp. Handboek voor het organiseren van. onderlinge hulpverlening in de buurt

Hoe kun je als leerkracht pesten in je klas voorkomen en bestrijden?

Professionals en ondersteuning

Kunnen we dat (niet) aan vrijwilligers overlaten?

GRENZEN STELLEN BIJ PUBERS: een moeilijke evenwichtsoefening

Sociale samenhang: mythe of must?

Heeft u Reumatoïde Artritis en bent u regelmatig moe?

Kunstbalie over het belang van een goed netwerk door Jacolien de Nooij

Zelfmanagement, wat betekent het voor de patiënt?

Het gesprek is een eerste kennismaking voor beide partijen en heeft als doel een antwoord te krijgen op de volgende twee vragen:

Zelfredzaamheid: Hoe pakt u het aan?

PROJECTEVALUATIE FOCUS OP WERK

Andere Jeugdzorg in een Nieuw Stelsel

Draaiboek voor een ouderavond over pesten in het basisonderwijs

Transcriptie:

VAN DE WIJK VALT NIET ZOVEEL TE VERWACHTEN. INTERVIEW MET PROMOVENDA FEMMIANNE BREDEWOLD in dit artikel: > geven en ontvangen > afstand > begrensde contacten > aangepaste wederkerigheid > andere aanbevelingen Begin dit jaar verscheen een zeer interessant proefschrift over de maatschappelijke participatie van mensen met een beperking. Femmianne Bredewold onderzoekt hierin de perspectieven voor contacten van deze kwetsbare groep met gewone wijkbewoners. Die perspectieven zijn volgens haar minder rooskleurig dan de beleidsmakers van de participatiesamenleving veronderstellen. Niet zozeer wijk bewoners maar vooral zorgaanbieders hebben volgens haar een belangrijke rol bij inclusie. Goede organisatie en aansturing van initiatieven, zoals bij Buurtcirkels, is harde noodzaak.

GEVEN EN ONTVANGEN Wederkerigheid is het hoofdingrediënt in alle recepten voor een participatiesamenleving. Menselijke contacten draaien in belangrijke mate draaien om het uitwisselen van goederen en diensten, om geven en ontvangen. De kunst is om daar samen een goede balans in te vinden. Jij neemt voor de buurvrouw wel even een postpakketje aan, zij zet jouw kliko bij de weg tijdens je vakantie. Misschien zit er na thuiskomst zelfs nog een gezellige barbecue in. Helaas is die balans in de praktijk nogal eens zoek. Kijkers van de Rijdende rechter zien wekelijks hoe de kleinste irritaties al kunnen leiden tot grondig verziekte contacten. Om het perspectief voor inclusie wetenschappelijk te onderzoeken, nam Bredewold de uitwisselingspatronen tussen mensen met en zonder beperking onder de loep. Het resultaat is een kritisch proefschrift waarin ze waarschuwt voor overtrokken optimisme, met name van de overheid; Lof der oppervlakkigheid Contact tussen mensen met een verstandelijke of psychische beperking en buurtbewoners. Volgens haar wordt er wordt veel te gemakkelijk voorbij gegaan aan de schaduwkanten van het beleid. Je kunt wel steeds wijzen op alle mogelijkheden van mensen en hoe mooi wederkerigheid kan zijn, maar als je je ogen sluit voor hun beperkingen en voor de risico s die aan maatschappelijke deel name kleven, werk je zelf juist problemen in de hand.»

SCHADUWKANTEN Zonder te vervallen in pessimisme brengt haar proefschrift de schaduwkanten wel in beeld. Reserves in de omgang, uitbuiting, wijken met een zwakke cohesie het zijn realiteiten die je niet onder tafel mag schuiven. Eén van de belangrijkste realiteiten is simpelweg dat veel buurtbewoners geen of weinig omgang hebben met mensen met een beperking. Van de onderzochte groep burgers in Zwolle geeft twee derde aan nooit contact te hebben met mensen met een psychiatrische achtergrond of een verstandelijke beperking. Over en weer zijn er diverse belemmeringen die de werelden gescheiden houden. En als er wel contacten zijn, hebben die vaak een licht en oppervlakkig karakter. Een groet in de winkel, een kort praatje op het hondenveldje daar blijft het doorgaans bij. Dat past ook bij het moderne sociale leven: buren houden gepaste afstand van elkaar en schermen hun privédomein veelal af.»

AFSTAND De afstand tussen mensen met en zonder beperkingen zal volgens Bredewold niet gemakkelijk kleiner worden. Van de wijk hoef je niet zoveel te verwachten, dat veel buurtbewoners spontaan een warme betrokkenheid zullen tonen is een illusie. Dit betekent dat er hoe dan ook een belangrijke taak ligt voor zorgprofessionals. Er zal echt op participatie gestuurd en georganiseerd moeten worden. Uit mijn onderzoek in Zwolle komt naar voren dat de gewenste ontmoeting nog niet zo van de grond komt, dat wijkgericht werken in de kinderschoenen staat. Veel zorgaanbieders zijn nog steeds behoorlijk intern gericht en zouden de eigen organisatie eerst eens goed moeten doorlichten voordat ze op de rijdende trein stappen. In hoeverre wordt het netwerkgericht werken werkelijk gefaciliteerd? Hebben medewerkers daar voldoende tijd en middelen voor? Is de organisatie er helemaal op ingericht, te beginnen bij de ingang? Die kritische blik is hard nodig.» Het accepteren en stimuleren van aangepaste weder kerigheid is belangrijk.

Veel mensen zijn best bereid om eens iets voor een ander te doen, maar het contact moet wel begrensd zijn. De balans tussen geven en ontvangen raakt gemakkelijk verstoord in ongelijkwaardige relaties. BEGRENSDE CONTACTEN Zoals de titel van haar proefschrift aangeeft, pleit Bredewold voor lichte, oppervlakkige contacten tussen buurtbewoners en mensen met een beperking. Zonder goede begrenzing en respect voor elkaars privacy is de kans dat het mis gaat groot. Veel mensen zijn best bereid om eens iets voor een ander te doen, maar het contact moet wel begrensd zijn. Intensievere contacten leiden nogal eens tot overlast, conflicten, uitputting of een patroon van uitbuiting. De balans tussen geven en ontvangen raakt gemakkelijk verstoord in ongelijkwaardige relaties. Uit haar onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat mensen met een verstandelijke beperking, en in iets mindere mate ook mensen met een psychiatrische achtergrond, regelmatig het slachtoffer zijn van kwaadwillende medeburgers. Van de eerste groep heeft maar liefst de helft van de ondervraagden ervaring met uitbuiting in enigerlei vorm (financieel, psychisch of seksueel). Veel mensen herkennen dit getuige de reacties die ik krijg, het is een probleem dat absoluut meer aandacht verdient.»

AANGEPASTE WEDERKERIGHEID Opvallend genoeg hoor ik niet zoveel terug over het andere uiterste van een scheef interactiepatroon, te weten liefdadigheid. Dat is niet zo n hip onderwerp. Het strookt niet met het idee van de onafhankelijke, zelfstandige burger die zijn eigen kracht benut. Maar ik besteed er in mijn proefschrift ook ruim aandacht aan. In de praktijk zijn veel mensen met een beperking afhankelijk van anderen, bijvoorbeeld van mantelzorgers. Ook in zo n situatie is er geen sprake van evenredige wederkerigheid, maar contacten op basis van liefdadigheid blijken voor beide partijen erg waardevol te zijn. Het zou toch mooi zijn als we wat meer solidariteit konden inbouwen in het maatschappelijk verkeer. Wat meer rekening houden met in plaats van voor wat hoort wat. Dat is soms ook nodig waar het mensen met een beperking betreft, die kunnen niet altijd in gelijke mate teruggeven wat ze ontvangen. Het accepteren en stimuleren van aangepaste wederkerigheid is daarom belangrijk. De link naar vrijwilligerswerk, waarbij mensen ook kosteloos iets voor anderen doen, is dan snel gelegd.»

ANDERE AANBEVELINGEN Een andere belangrijke aanbeveling van Bredewold is om projecten op te zetten waarin mensen met beperkingen duidelijk iets bijdragen aan de buurt. Als je bijvoorbeeld klussen voor anderen doet, in de groenvoorziening werkt, of in een restaurant, vervul je een gewaardeerde rol. Op die manier krijgt wederkerigheid echt inhoud. Tot besluit leggen we haar nog even de vraag voor wat ze vindt van een initiatief als Buurtcirkel. Daar is ze merkbaar enthousiast over. Buurtcirkel lijkt me een heel mooi initiatief. Het past prima in de richting van mijn aanbevelingen, met name waar het gaat om het goed organiseren en aansturen van netwerken. Ik denk wel dat het heel belangrijk is om de verwachtingen van mensen goed te managen. Zoals ik in mijn proefschrift concludeer, kun je het beste beginnen met wat meer afgebakende, begrensde afspraken. Het kan gauw misgaan in contacten, bijvoorbeeld als mensen er vanaf het begin al hoge emotionele verwachtingen van hebben. Ik ben erg benieuwd hoe het zich in de praktijk zal ontwikkelen. Het boek Lof der oppervlakkigheid is uitgegeven door Uit ge verij Van Gennep en kan via boekwinkel en internet worden besteld.