/RP/bd OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE N.V. MONSANTO EUROPE MET BETREKKING TOT DE BUTVAR SOLVENT AFDELING, GELEGEN TE 2040 ANTWERPEN, HAVEN 627 - SCHELDELAAN 460. De bestendige deputatie van de provincieraad van Antwerpen Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij de decreten van 7 februari 1990, 12 december 1990, 21 december 1990, 22 december 1993, 21 december 1994, 8 juli 1996, 11 mei 1999 en 18 mei 1999; Gelet op het besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning (Vlarem), zoals gewijzigd bij besluiten van 24 juli 1991, 27 februari 1992, 28 oktober 1992, 27 april 1994, 24 mei 1995, 1 juni 1995, 26 juni 1996, 12 januari 1999 en 15 juni 1999; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II), zoals gewijzigd bij besluiten van 6 september 1995, 26 juni 1996, 24 maart 1998, 19 januari 1999 en 15 juni 1999; Gelet op de milieuvergunningsaanvraag, op 3 mei 2000 ingediend door de, gevestigd Tervurenlaan 270-272 te 1150 Brussel, strekkende tot het bekomen van een milieuvergunning om de Butvar Solvent Afdeling, gelegen te 2040 Antwerpen, Haven 627 - Scheldelaan 460, kadastergegevens (afdeling-sectie-perceelnummer) 18-A-162k, 18-A-162d, te veranderen als volgt : de vervanging van een opslagtank voor zuren (onder andere salpeterzuur) van 40 m³ door een opslagtank van 70 m³ (17.3.3.3.); Vlarem-rubricering : 17.3.3.3.; Gelet op de volgende vergunningstoestand met betrekking tot de exploitatie van de inrichting op de datum van de indiening van de voormelde milieuvergunningsaanvraag : - Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning (Vlarem) : vergunning afgeleverd door de bestendige deputatie op 21.09.1995 met kenmerk MLAV1/95-207 voor het verder in bedrijf houden en het veranderen van de Butvar Solvent Eenheid voor de vervaardiging van polyvinylbutyralhars met een productiecapaciteit van 11.000 ton/j voor Butvar en 15.400 ton/j voor ethylacetaat, voor een termijn verstrijkend op 21.09.2015; Gelet op het feit dat deze aanvraag voor de eerste maal werd - 1 -
ingediend op 30 maart 2000 en vervolledigd werd op 3 mei 2000; op het feit dat op datum van 9 mei 2000 de milieuvergunningsaanvraag ontvankelijk en volledig werd verklaard of geacht; Gelet op de stukken, waarbij wordt geattesteerd dat de milieuvergunningsaanvraag de vereiste publiciteit verkreeg, conform artikel 17 van het Vlarem; Gelet op het proces-verbaal betreffende het openbaar onderzoek dd. 23 juni 2000 waaruit blijkt dat er noch schriftelijke, noch mondelinge bezwaren en/of opmerkingen werden ingediend; Gelet op het gunstig advies dd. 23 juni 2000 van het college van burgemeester en schepenen van Antwerpen; Gelet op het gunstig advies dd. 5 juli 2000 (kenmerk AMV/A/VL1/7197) van de Afdeling Milieuvergunningen (AMV) van de Administratie voor Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer; op volgende elementen uit dit advies : 1. Binnen de inkuiping "C" van het tankenpark op blokveld E3 bevinden zich 6 opslagtanks waarvan 2 opslagtanks voor corrosieve zuren met een inhoud van respectievelijk 40 m³ (tank 1-403) en 25 m³ (tank 2-716). Salpeterzuur is een grondstof/katalysator voor de Butvar RB afdeling. In de grootste tank van de inkuiping wordt er 300 m³ butyraldehyde (P1-product) opgeslagen zodat de opvangcapaciteit van de inkuiping dient te voldoen aan de inkuipingsvoorwaarden voor P1-vloeistoffen. De 40 m³ tank waarin nu salpeterzuur als typisch product opgeslagen is, wordt vervangen door een opslagtank van 70 m³ (of een opslag van 96 ton zuur). Deze tank heeft dezelfde diameter en wordt geplaatst op dezelfde plaats als de tank die vervangen wordt. Deze aanpassing heeft tot doel de productieflexibiliteit te verhogen doordat permanent een grotere zuurvoorraad ter beschikking is. 2. De nieuwe tank heeft een hoogte van 8,7 m terwijl de afstand van de tank tot de rand van de inkuiping langs noordelijke- en westelijke zijde respectievelijk 3,3 m en 2,7 m bedraagt. Uit aanvullende informatie van het bedrijf blijkt dat er over de halve oppervlakte van de tank een ringmantel zal aangebracht worden om lekvloeistoffen binnen de inkuiping te houden. De beschikbare opvangcapaciteit van de inkuiping bedraagt 357 m³ terwijl na de uitbreiding er een inkuipingsvolume van 352 m³ (inhoud grootste tank + 25% van de overige tanks) vereist is. 3. Aangezien hetzelfde product als voorheen wordt opgeslagen heeft deze uitbreiding geen invloed op de procesomstandigheden van het productieproces; Gelet op het stilzwijgend gunstig advies van de Cel Ruimtelijke Ordening van de Afdeling ROHM van de Administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen (AROHM); - 2 -
Gelet op het gunstig advies dd. 22 juni 2000 (kenmerk 4035) van de Afdeling Preventieve en Sociale Gezondheidszorg (APSG); op volgende elementen uit dit advies : 1. De adviesbevoegdheid betreft de Vlaremrubriek 17.3.3.3. Het betreft hier de vervanging van een opslagtank voor salpeterzuur van 40 m³ door een opslagtank van 70 m³. De hinder en de gezondheidsbedreigende risico's die verbonden zijn aan de exploitatie van deze inrichting, zijn het vrijkomen in de lucht van irriterende en/of toxische stoffen. De mensen buiten de inrichting worden als risicogroep beschouwd. Zij zijn namelijk blootgesteld aan ernstige gezondheidsschade wanneer zich onverwacht calamiteiten voordoen. 2. Rekening houdend met de gunstige ligging, met de voorgestelde voorzorgs- en veiligheidsmaatregelen (cfr. dossier) en met de deskundige behandeling van de opgeslagen producten, blijken de opgesomde gevaren voor de mensen buiten de inrichting tot een aanvaardbaar niveau beperkt te kunnen worden. 3. De APSG stelt dan ook dat de inrichting verenigbaar is met de basisaspecten inzake de volksgezondheid en dat de toelating bijgevolg mag verleend worden als de algemene en sectorale milieuvoorwaarden van het Vlarem II stipt worden nageleefd; Gelet op het gunstig advies dd. 1 augustus 2000 van de Provinciale Milieuvergunningscommissie (PMVC); op volgende elementen uit dit advies : 1. Wat betreft omschrijving en rubrieken wordt het voorstel van de AMV gevolgd. 2. De inrichting is stedenbouwkundig verenigbaar. 3. Er werden geen bezwaren, noch opmerkingen ingediend. 4. De PMVC volgt de gunstige adviezen. 5. De vergunning kan verleend worden voor een termijn tot 21 september 2015 met een termijn voorafgaand aan de ingebruikname van 3 jaar. 6. De door de AMV voorgestelde algemene, sectorale en bijzondere milieuvoorwaarden kunnen opgelegd worden. Brandweervoorwaarden dienen tot stand te komen door overleg tussen de aanvrager en de plaatselijke brandweer; Gelet op de ligging van de inrichting in een gebied van het gewestplan Antwerpen, waarvoor volgende voorschriften van toepassing zijn : industriegebied; Overwegende dat gesteld kan worden dat de verandering van de inrichting, die het voorwerp van de voormelde milieuvergunningsaanvraag uitmaakt, verenigbaar is met voormelde ruimtelijke en stedenbouwkundige voorschriften; Overwegende dat gesteld kan worden dat de risico's voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde verandering mits naleving van de in - 3 -
onderhavig besluit opgelegde milieuvergunningsvoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen worden beperkt; Overwegende dat er bijgevolg aanleiding toe bestaat de gevraagde vergunning volledig toe te staan voor een termijn verstrijkend op 21 september 2015; ARTIKEL 1. - Voorwerp B E S L U I T : Aan de, gevestigd Tervurenlaan 270-272 te 1150 Brussel, wordt onder de voorwaarden bepaald in onderhavig besluit vergunning verleend om de Butvar Solvent Afdeling, gelegen te 2040 Antwerpen, Haven 627 - Scheldelaan 460, kadastergegevens (afdeling-sectie-perceelnummer) 18-A-162k, 18-A-162d, te veranderen door het vervangen van een vergunde opslagtank voor zuren (b.v. salpeterzuur 60% oplossing) met een inhoud van 40 m³ in de inkuiping "C" van het tankenpark op blok E3 door een grotere opslagtank met een inhoud van 70 m³ en met een opslagcapaciteit van 96 ton (17.3.3.3.). Vlarem-rubricering : 17.3.3.3. ARTIKEL 2. - Koppeling aan de bouwvergunning 1 Deze milieuvergunning is geschorst indien voor de verandering die er het voorwerp van uitmaakt ook een bouwvergunning vereist is krachtens de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en van de stedenbouw, en deze bouwvergunning niet definitief is verleend. Deze schorsing duurt tot de bouwvergunning definitief is verleend of is geweigerd in laatste aanleg. De vergunninghouder dient het definitief verkrijgen van de bouwvergunning te melden aan de bestendige deputatie bij ter post aangetekende zending. 2 De geschorste milieuvergunning vervalt van rechtswege op de dag waarop de bouwvergunning in laatste aanleg definitief zou geweigerd worden. 3 De bouwvergunning die verkregen is voor de verandering die het voorwerp is van de voormelde milieuvergunningsaanvraag wordt geschorst zolang de milieuvergunning niet definitief is verleend. 4 Deze geschorste bouwvergunning vervalt van rechtswege op de dag waarop de milieuvergunning in laatste aanleg definitief zou geweigerd worden. ARTIKEL 3. - Voorwaarden - 4 -
De in artikel 1 bedoelde vergunning is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende voorwaarden (in bijlage) : 1. Algemene : V01; 2. Sectorale : V46; 3. Bijzondere : Het gedeelte van de opslagtank waarvoor de afstand tussen de tank en de rand van de inkuiping minder bedraagt dan de halve hoogte van de tank dient voorzien te worden van een ringmantel. Deze ringmantel dient chemisch inert te zijn voor de opgeslagen vloeistof en dient voldoende stevig te zijn. ARTIKEL 4. - Termijn voorafgaand aan ingebruikname De in artikel 1 vergunde verandering dient in gebruik genomen te worden binnen de 3 jaar vanaf de datum van deze vergunning, dus uiterlijk op 24 augustus 2003, zoniet vervalt deze vergunning van rechtswege. ARTIKEL 5. - Vergunningstermijn De in artikel 1 bedoelde vergunning wordt verleend voor een termijn : 1. die aanvangt op de datum van dit besluit, behoudens wanneer : a) deze milieuvergunning is geschorst omdat de bouwvergunning voor de verandering op datum van deze milieuvergunning niet definitief is verleend; in dat geval vangt de vergunningstermijn aan op de datum waarop de bouwvergunning definitief is verleend; de exploitant dient deze datum bij aangetekende brief te melden aan de bestendige deputatie; b) Onderhavige milieuvergunning overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, 2 van rechtswege vervalt; in dat geval is geen enkele vergunningstermijn toegestaan; 2. die eindigt op 21 september 2015, samenvallend met de einddatum van de termijn van de eerder verleende lopende vergunning dd. 21 september 1995. ARTIKEL 6. - Onderhavige vergunning doet geen afbreuk aan de rechten van derden. ARTIKEL 7. - 1 Voor elke verandering van de vergunde inrichting gelden de bepalingen van hoofdstuk III-bis van titel I van het Vlarem. 2 Elke overname van de inrichting door een andere exploitant dient vóór de datum van inwerkingtreding van de overname gemeld aan de vergunningverlenende overheid, overeenkomstig de - 5 -
bepalingen van artikel 42 van het Vlarem. 3 Een hernieuwing van de vergunning moet worden aangevraagd overeenkomstig de bepalingen van het Vlarem uiterlijk tussen de 18de en de 12de maand vóór het verstrijken van de vergunningstermijn van de lopende vergunning. ARTIKEL 8. - Tegen de beslissing m.b.t. de vergunningsaanvraag kan beroep worden aangetekend bij de Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw, Graaf de Ferraris-gebouw, Koning Albert II-laan 20 bus 8, 1000 Brussel, overeenkomstig artikel 51 van het Vlarem. Tot staving van de ontvankelijkheid van het eventuele beroep dient bij het beroepschrift het hierbij gevoegde attest van betekening evenals het bewijs van betaling van de voorgeschreven dossiertaks gevoegd te worden. Antwerpen, 24 augustus 2000. Aanwezig : de heer C. Paulus, Gouverneur-Voorzitter, de heren V. Van Eetvelt, J. Geuens, L. Helsen, Ch. De Weze, F. Geudens en A. Kockx, leden en de heer D. Toelen, wd. Provinciegriffier. Verslaggever : L. Helsen In opdracht: De wd. Provinciegriffier, De Voorzitter, D. Toelen. C. Paulus. Besluit uitgevoerd op... De Directeur, MINUUT. - 6 -