PENNCOZEB SC TOELATINGSNUMMER AARD VAN HET PREPARAAT WERKZAME STOF GEHALTE W8 : 10274 N : SUSPENSIE CONCENTRAAT (SC) : MANCOZEB : 500 G/L GEVARENAANDUIDINGEN H317 Kan een allergische huidreactie veroorzaken. H361d Wordt ervan verdacht het ongeboren kind te schaden. H410 Zeer giftig voor in het water levende organismen, met langdurige gevolgen. VOORZORGSMAATREGELEN P261 Inademing van spuitnevel vermijden. P273 Voorkom lozing in het milieu. P280 Beschermende handschoenen dragen. P308 + P313 Na (mogelijke) blootstelling: een arts raadplegen. P333 + P313 Bij huidirritatie of uitslag: een arts raadplegen. P501 Inhoud/verpakking afvoeren in overeenstemming met de nationale wetgeving. EUH401 Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor de menselijke gezondheid en het milieu te voorkomen. WAARSCHUWING SP 1 Zorg ervoor dat u met het product of zijn verpakking geen water verontreinigt. Deze verpakking is bedrijfsafval, mits deze is schoongespoeld zoals wettelijk is voorgeschreven. Hergebruik van deze verpakking is niet toegestaan. Verdeeld door: Erkenninghouder: UPL Europe Ltd. Postbus 295 The Centre, Birchwood Park 4900 AG Oosterhout Warrington, Cheshire, 0162 431 931 WA3 6YN, United Kingdom INHOUD: 10 LTR UN 3082 CHARGENUMMER: Zie elders op de verpakking 040915 Blz. 2/6
WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT Toegestaan is uitsluitend het gebruik als schimmelbestrijdingsmiddel: a. in de teelt van pootaardappelen, consumptieaardappelen en zetmeelaardappelen; b. in de teelt van winter- en zomertarwe; c. in de teelt van appel en peer; d. in de teelt van zaaiui, 1 e -jaars plantui, 2 e -jaars plantui, zilverui, picklers en sjalotten; e. in de teelt van asperge; f. in de teelt van bloembollen en bolbloemen; g. in de teelt van bloemisterijgewassen. In de teelt van bloembollen en bolbloemen is bij teelten op zandgronden (1) voor zover gelegen in de Bollenstreek (2), de toepassing niet toegestaan. Gebruik van dit middel in grondwaterbeschermingsgebieden is niet toegestaan in de teelt van appels, peren, asperges en bloemisterijgewassen. Om in het water levende organismen te beschermen is toepassing in winter- en zomertarwe en bij veldtoepassing in bloemisterijgewassen op perceelsranden die grenzen aan oppervlaktewater uitsluitend toegestaan indien gebruik wordt gemaakt van minimaal 75% driftreducerende doppen. Om in het water levende organismen te beschermen is toepassing in appels en peren op perceelsranden die grenzen aan oppervlaktewater uitsluitend toegestaan indien gebruik wordt gemaakt van de volgende driftreducerende spuittechnieken: Appel, hogere dosering, vóór 1 mei: - een wannerspuit Appel, hogere dosering, na 1 mei: - een aaneengesloten windsingel tussen boomgaard en watergang, waarbij de buitenste bomenrij 1-zijdig wordt bespoten, of - een venturi-spuitdop waarbij de laatste bomenrij 1-zijdig wordt bespoten, of Appel lagere dosering en peer, vóór 1 mei: - een venturi-spuitdop waarbij de laatste bomenrij 1-zijdig wordt bespoten, waarbij de ventilator is uitgeschakeld, of Appel, lagere dosering en peer, na 1 mei: - tunnelspuit, of - een aaneengesloten windsingel tussen boomgaard en watergang, waarbij de buitenste bomenrij 1-zijdig wordt bespoten, of - een venturi-spuitdop waarbij de laatste bomenrij 1-zijdig wordt bespoten, of Om de vogels te beschermen is toepassing in de teelt van zomer- en wintertarwe, uitsluitend toegestaan wanneer bij toepassing tot en met BBCH 39, wanneer het vlagblad volledig is uitgegroeid, een interval van minimaal 14 dagen tussen de toepassingen in acht wordt genomen. Om de vogels te beschermen is toepassing in teelt van zaaiui, 1 e -jaars plantui, 2 e -jaars plantui, zilverui, picklers en sjalotten, en bloembollen, voor BBCH 40 (wanneer knol- of bolvorming begint) uitsluitend toegestaan indien een interval van minimaal 14 dagen tussen de toepassingen in acht wordt genomen. Om de vogels te beschermen is toepassing in asperge uitsluitend toegestaan vanaf BBCH 39, wanneer het gewas gesloten is. Om de vogels te beschermen is toepassing in de onbedekte teelt van bloemisterijgewassen uitsluitend toegestaan vanaf BBCH 50, vanaf het verschijnen van de bloemknoppen. Dit middel is schadelijk voor niet-doelwit arthropoden. Vermijd onnodige blootstelling. Blz. 3/6
VEILIGHEIDSTERMIJN De termijn tussen de laatste bespuiting en de oogst mag niet korter zijn dan: 4 weken voor appel en peer en zaaiui, 1 e -jaars plantui, 2 e -jaars plantui, zilverui, picklers en sjalotten. Het is niet toegestaan dit middel met een luchtvaartuig toe te passen. Het middel is uitsluitend bestemd voor professioneel gebruik. (1) Onder zandgronden worden verstaan de volgende eenheden van de Bodemkaart van Nederland 1:250.000 (G.G.L. Steur, F. de Vries en C. van Wallenburg, Stichting voor Bodemkartering, Wageningen, 1985): - enkelvoudige eenheden met een code waarin Z voorkomt; - associaties van twee enkelvoudige eenheden waarvan een of beide eenheden een code hebben waarin Z voorkomt; - associaties van meerdere enkelvoudige eenheden met codes waarin A3 of A4 voorkomt. (2) Onder de bloembollenstreek wordt verstaan het gebied zoals is aangegeven in de Bodemkartering van Nederland, nr. 58.2, deel XI (dr. K. van der Meer, 1952). GEBRUIKSAANWIJZING Penncozeb SC is een niet-systemisch fungicide met een preventieve werking. Het middel heeft een gunstig neveneffect op gewassen met mangaangebrek. Pootaardappelen, consumptieaardappelen en zetmeelaardappelen, ter bestrijding van aardappelziekte (Phytophthora). Voor de eerste bespuitingen kan Penncozeb SC worden gebruikt. Bij voor Phytophthora gunstige omstandigheden overgaan op andere voor de Phytophthora bestrijding in aardappelen toegelaten middelen. Het tijdstip van de eerste behandeling hangt af van de ontwikkeling van het gewas en van het weer. Meestal wordt met de bespuitingen begonnen als de meeste planten zijn opgekomen. Afhankelijk van de snelheid van de ontwikkeling van het gewas de weersomstandigheden en de infectiedruk de bespuitingen om de 7 à 10 dagen herhalen. Dosering: 3,2 liter middel per ha Winter- en zomertarwe, ter bestrijding van afrijpingsziekten. Twee bespuitingen uitvoeren met een tussenruimte van 10-14 dagen na BBCH 30 (begin strekking) tot aan begin bloei (BBCH 61). Tot en met BBCH 39 (vlagblad volledig uitgegroeid) een interval van 14 dagen hanteren. Om bij hoge ziektedruk een sluitend spuitschema te houden bij toepassing tot en met BBCH 39 het middel afwisselen met een ander daartoe toegelaten middel op basis van een andere actieve stof. Voor een gelijktijdige bescherming van de aren tegen meeldauw verdient het aanbeveling bij elke bespuiting een specifiek voor de bestrijding van meeldauw in granen toegelaten middel toe te voegen. Dosering: 4,8 liter middel per ha. Appel, ter bestrijding van schurft (Venturia inaequalis). Toepassen rond de bloei, ten hoogste 2 maal een behandeling uitvoeren. Dosering: 0,3% (300 ml per 100 liter water) bij 10-12 dagen interval; 0,24% (240 ml per 100 liter water) bij 7 dagen interval. Peer, ter bestrijding van schurft (Venturia pirina). Toepassen rond de bloei; eenmaal voor en maximaal tweemaal in en na de bloei met een interval van 7-10 dagen. Niet toepassen op het ras Conference. Dosering: 0,3 % (300 ml per 100 liter water). Zaaiui, 1 e -jaars plantui, 2 e -jaars plantui, zilverui, picklers en sjalotten, ter bestrijding van valse meeldauw. Blz. 4/6
Afhankelijk van de ontwikkeling van het gewas en de weersomstandigheden een behandeling uitvoeren met een spuitinterval van 14 dagen, indien toegepast voor BBCH 40. Om een sluitend spuitschema te behouden, de handeling afwisselen met een ander daartoe toegelaten middel. Vanaf BBCH 40 behandelingen uitvoeren met een spuitinterval van 7-10 dagen. Penncozeb SC bestrijdt tevens de bladvlekkenziekte (Botrytis squamosa). Dosering: 4,0 liter per ha Asperge, ter bestrijding van grauwe schimmel (Botryotinia fuckeliana). Vanaf juli (na de oogst) herhaald voorbehoedend spuiten om de 7 tot 10 dagen. Maximaal 4 behandelingen. Dosering: 4,0 liter middel per ha Bloembollen en bolbloemen, ter bestrijding van vuur (Botrytis). Vanaf opkomst van het gewas regelmatig behandelingen uitvoeren met een spuitinterval van 14 dagen, indien toegepast voor BBCH 40. Om een sluitend spuitschema te behouden, de handeling afwisselen met een ander daartoe toegelaten middel. Vanaf BBCH 40 behandelingen uitvoeren met een spuitinterval van 7-10 dagen. Maximaal 8 behandelingen. Dosering: 3,0-4,0 liter per ha. Bedekte teelt van Chrysanten, ter bestrijding van Chrysantenroest (Puccinia horiana) en Pelargoniumroest (Puccinia pelargonii-zonalis). Vanaf het planten in verband met de kans op het ontstaan van teveel zichtbaar residu maximaal 3 à 4 keer voorbehoedend toepassen met intervallen van 7 tot 14 dagen. Zowel de onderkant als de bovenkant van de bladeren moeten grondig bespoten worden. Zorg voor lage luchtvochtigheid in de kas. Het verdient aanbeveling eerst door middel van een proefbespuiting vast te stellen of de betreffende cultivar(s) het middel verdraagt (verdragen). Dosering: 0,48% (480 ml middel per 100 liter water) Bedekte en onbedekte teelt van bloemisterijgewassen, ter bestrijding van Japanse-roest (Puccinia horiana) en Pelargonium-roest (Puccinia pelargonii zonalis). Om de 7-14 dagen voorbehoedend spuiten. Maximaal 4 behandelingen. Zowel de onderkant als de bovenkant van de bladeren moeten grondig bespoten worden. Zorg bij toepassing in de kas voor een lage luchtvochtigheid. Om zichtbaar residu op het oogstproduct te voorkomen ruim (4 weken) voor het oogsttijdstip stoppen met de bespuitingen of overgaan op andere producten. Dosering: 0,48% (480 ml middel per 100 liter water) Bereiding spuitvloeistof: Voor gebruik goed schudden. De benodigde hoeveelheid Penncozeb SC wordt onder roeren in de met water gevulde tank gegoten. MAATREGELEN VOOR DE EERSTE HULP Algemeen advies Bij een ongeval, of indien u zich onwel voelt, onmiddellijk een arts raadplegen (indien mogelijk het etiket tonen). Contact met de ogen BIJ CONTACT MET DE OGEN: voorzichtig afspoelen met water gedurende een aantal minuten. Contactlenzen verwijderen, indien mogelijk; blijven spoelen. Indien oogirritatie aanhoudt een specialist raadplegen Contact met de huid Onmiddellijk afspoelen met veel water. Een arts raadplegen indien symptomen aanhouden. Inslikken Mond spoelen met water. Bij onwel voelen een ANTIGIFCENTRUM of een arts raadplegen. Inademing In de frisse lucht brengen. Bij onwel voelen een ANTIGIFCENTRUM of een arts raadplegen. NOTA: Blz. 5/6
Voor schaden voortvloeiende uit vervoer, opslag en gebruik van onze producten kunnen wij geen aansprakelijkheid aanvaarden. Blz. 6/6