Inspectierapport Het Hanzehonk (BSO) Prinsenstraat 22b 8061ZC HASSELT Registratienummer 102301505 Toezichthouder: GGD IJsselland In opdracht van gemeente: Zwartewaterland Datum inspectie: 08-06-2016 Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 20-06-2016
Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Pedagogisch klimaat... 4 Personeel en groepen... 6 Inspectie-items... 7 Gegevens voorziening... 9 Gegevens toezicht... 9 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum...10 2 van 10
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. In dit onderzoek is op grond van de bevindingen bij voorgaande inspecties, een beperkt aantal kwaliteitseisen onderzocht. Dat zijn de volgende: de eisen aan het personeel; de opvang in groepen; de beroepskracht-kind-ratio; de pedagogische kwaliteit. Beschouwing Deze beschouwing beschrijft de resultaten bij de uitgevoerde inspectie. Na de feiten over buitenschoolse opvang Het Hanzehonk en de inspectiegeschiedenis, volgen de bevindingen op hoofdlijnen. Deze worden elders in het rapport verder uitgewerkt. Feiten over buitenschoolse opvang Het Hanzehonk Het Hanzehonk is een onderdeel van Stichting Kinderdagcentra Zwartewaterland (SKZ). De opvanglocatie bevindt zich in het multifunctioneel pand van MFA De Streukeler Veste. Er is één basisgroep: De Bikkels 4-8 jaar Naast de buitenschoolse opvang wordt er op deze locatie ook dagopvang geboden. In het LRKP staat deze locatie geregistreerd met 40 kindplaatsen. Momenteel worden er niet meer dan 20 kinderen tegelijk opgevangen. De oudere kinderen worden op een andere locatie opgevangen (BSO de Keien). Inspectiegeschiedenis 05-09-2013 jaarlijks onderzoek: er is een tekortkoming geconstateerd met betrekking tot de opvang in stamgroepen en een verklaring omtrent gedrag. De overige voorwaarden voldoen aan de Wet kinderopvang. 16-12-2013 nader onderzoek: de eerder geconstateerde overtredingen (september 2013) zijn hersteld. 04-11-2014 jaarlijks onderzoek: de getoetste voorwaarden voldoen aan de Wet kinderopvang. 14-09-2015 jaarlijks onderzoek: de getoetste voorwaarden voldoen aan de Wet kinderopvang. Bevindingen op hoofdlijnen Tijdens dit jaarlijks onderzoek voldoen alle onderzochte items aan de Wet kinderopvang. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 10
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Tijdens het inspectiebezoek is de pedagogische praktijk getoetst in theorie en in de praktijk. Bij de observatie van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum (januari 2015). Daarin staan specifieke aspecten waarop wordt geobserveerd. Het observatie-instrument bevat voor elke voorwaarde indicatoren. Deze worden gebruikt bij het beschrijven van de pedagogische praktijk. Pedagogische praktijk Uitvoering pedagogisch beleidsplan De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor Het Hanzehonk kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. Uit een gesprek met de beroepskrachten blijkt dat zij goed op de hoogte zijn van het beleid en daarnaar handelen. Dit kwam ook tot uiting tijdens de observatie op de groep. Emotionele veiligheid Indicator: De beroepskrachten communiceren met de kinderen. Observatie : De beroepskrachten hebben gesprekjes met kinderen waarbij beiden bijdragen aan de voortgang en inhoud van het gesprek (dialoog). Zij sluiten meestal op passende wijze aan op de situatie en/of de vraag van een kind. Er is verbaal en non-verbaal contact. -De beroepskracht en de jongen van de bso kletsen over het spelen in de zandbak. De beroepskracht vraagt bijvoorbeeld of hij thuis ook een zandbak heeft. Ontwikkeling van de persoonlijke competentie Indicator 1: De beroepskrachten ondersteunen en stimuleren de ontwikkeling van (individuele) kinderen. Observatie: De beroepskrachten sluiten aan op wensen en ideeën van een kind bij het organiseren van activiteiten. -Er is 1 bso kindje aanwezig. Hij komt zelf niet direct tot spel. De beroepskracht vraagt aan hem wat hij wil gaan doen. De jongen wil graag voetballen. De beroepskracht gaat met hem voetballen. Indicator 2: Er is wederzijdse interactie tussen beroepskrachten en individuele kinderen. Observatie: Kinderen krijgen ruimte voor zelfsturing, maar de beroepskracht is voor kinderen beschikbaar als hulp en controlepunt voor wat kan en mag. Kinderen gedragen zich redelijk zelfstandig en zelfverantwoordelijk bij het aangaan en uitvoeren van activiteiten. -Na het voetballen speelt de jongen op een trapauto/tractor. Hij komt zelf tot spel samen met een meisje van het kinderdagverblijf. Zo nodig gaat hij naar de beroepskrachten. Ontwikkeling van de sociale competentie Indicator: De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in hun onderlinge interactie. Observatie: 4 van 10
De beroepskrachten zetten gerichte activiteiten en materialen in om kinderen te laten samenspelen. Op passende wijze (zonder verstoren) wijzen zij kinderen op elkaars kennis en kunde. -De jongen die bij de bso opgevangen wordt wil graag voetballen met de beroepskracht. De beroepskracht vraagt ook kinderen uit de peutergroep om mee te doen. -Alle kinderen zitten samen in de zandbak onder de parasol. De kinderen spelen met de beschikbare materialen. De beroepskracht zit op de rand van de zandbak. Op een gegeven moment zegt de beroepskracht dat het misschien leuk is om modder te maken in de zandbak. De kinderen krijgen water en spelen samen met de modder. Conclusie: Op bso Het Hanzehonk voldoet de pedagogische praktijk aan de voorwaarden uit de Wet kinderopvang. Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskrachten) Observaties (woensdagmiddag in een samengestelde groep kdv en bso) 5 van 10
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De beroepskrachten die werkzaam zijn bij bso Het Hanzehonk hebben een geldige verklaring omtrent het gedrag. Passende beroepskwalificatie De beroepskrachten die werkzaam zijn bij bso Het Hanzehonk beschikken over een passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen Er is één basisgroep genaamd de Bikkels. In deze basisgroep worden kinderen opgevangen in de leeftijd van 4-8 jaar. De oudere kinderen worden opgevangen bij buitenschoolse opvang De Keien (sport en spel). Momenteel worden er niet meer dan 20 kinderen tegelijk opgevangen en wordt er gebruik gemaakt van één vaste groepsruimte. Indien er meer dan 20 kinderen opgevangen gaan worden moet er gewerkt gaan worden met een tweede basisgroep. Op woensdagmiddag en vrijdagmiddag wordt er geregeld gewerkt met een samengestelde groep van de Petteflet (peutergroep van het kinderdagverblijf) en de Bikkels. Dit is afhankelijk van de groepsgrootte en de samenstelling van de aanwezige kinderen. Er vindt ook voorschoolse opvang plaats op deze locatie. Van meerdere scholen worden er tussen 7.00-8.30 kinderen opgevangen. Tijdens de inspectie op woensdag werd er gewerkt met een samengestelde groep van de peutergroep Petteflet en de bso. Er werd één bso kindje opgevangen. Conclusie: De opvang in groepen is conform de Wet kinderopvang. Beroepskracht-kindratio De toezichthouder heeft de presentielijsten bekeken. De beroepskracht-kindratio is conform de Wet kinderopvang. Tijdens de inspectie waren er 8 peuters en 1 bso kindje aanwezig. Er waren twee beroepskrachten aanwezig. Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskrachten) Verklaringen omtrent het gedrag (steekproef) Diploma's beroepskrachten (steekproef) Presentielijsten (mei/juni 2016) Personeelsrooster (mei/juni 2016) 6 van 10
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen De verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht, vrijwilliger is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en 7 van 10
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en 8 van 10
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Het Hanzehonk Website : http://www.kdc-zwartewaterland.nl Aantal kindplaatsen : 40 Gegevens houder Naam houder : Stichting Kinderdagcentra Zwartewaterland Adres houder : Purperreigerlaan 138 Postcode en plaats : 8064DC ZWARTSLUIS Website : www.kdc-zwartewaterland.nl KvK nummer : 41022509 Aansluiting geschillencommissie : Ja Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD IJsselland Adres : Postbus 1453 Postcode en plaats : 8001BL ZWOLLE Telefoonnummer : 038-4 281 686 Onderzoek uitgevoerd door : P Berghuis Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Zwartewaterland Adres : Postbus 23 Postcode en plaats : 8060AA HASSELT Planning Datum inspectie : 08-06-2016 Opstellen concept inspectierapport : 15-06-2016 Zienswijze houder : 20-06-2016 Vaststelling inspectierapport : 20-06-2016 Verzenden inspectierapport naar houder : 20-06-2016 Verzenden inspectierapport naar : 20-06-2016 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 04-07-2016 9 van 10
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. 20-06-2016 In bovenstaand rapport wordt vermeld dat de inspectie goed verlopen is. SKZ vindt het erg belangrijk dat haar opvang aan alle kwaliteitseisen voldoet. Het is dan ook fijn te vernemen, dat de inzet en inspanning die wij iedere dag leveren om de kwaliteit van de opvang voor de kinderen en ouders te waarborgen, tot uitdrukking komt in dit GGD rapport. Anneke Zuidema, SKZ 10 van 10