Voorgestelde wijzigingen Verordening tweede woningen Sluis: tekst verordening VMTdifil 9 Artikel 1 Begrippenlijst Artikel 1 Begrippenlijst Artikel 1 Begrippenlijst In deze verordening wordt verstaan onder: a. Woning: een woongebouw dat in het vigerende bestemmingsplan is bestemd voor permanente bewoning; Rechthebbende: een natuurlijk persoon die eigenaar en/of huurder is voor onbepaalde duur; c. Tweede woning: een tweede woning naast de hoofdwoning die wordt gebruikt of in gebruik gegeven voor recreatieve doeleinden. In deze verordening wordt verstaan onder: a. woning: een gebouw dat in een vigerend bestemmingsplan is bestemd voor bewoning; rechthebbende: een natuurlijk persoon die eigenaar en/of huurder is van een woning voor onbepaalde duur; c. tweede woning: een woning die naast de hoofdwoning wordt gebruikt of in gebruik wordt gegeven voor recreatieve doeleinden, niet zijnde permanente bewoning; d. permanente bewoning: van permanente bewoning is sprake indien tenminste een rechthebbende van een woning is ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie op dat adres; e. het college: het college van burgemeester en wethouders van Sluis. In deze verordening wordt verstaan onder: a. woning: een gebouw dat in een vigerend bestemmingsplan is bestemd voor bewoning; b. rechthebbende: een natuurlijk persoon die eigenaar of huurder is van een woning voor onbepaalde duur; c. tweede woning: een woning, die naast de hoofdwoning wordt gebruikt of in gebruik wordt gegeven voor niet-permanente bewoning; d. permanente bewoning: van permanente bewoning is sprake indien tenminste een rechthebbende van een woning is ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op dat adres; e. het college: het college van burgemeester en wethouders van Sluis; f. woonkernen: Aardenburg, Breskens, Cadzanddorp, Eede, Groede, Hoofdplaat, Nieuwvlietdorp, Oostburg, Retranchement, Schoondijke, St. Kruis, Sluis, Waterlandkerkje, ljzendijke en Zuidzande. Pagina 1 van 6
Artikel 2 Werkingsgebied verordening Artikel 2 Werkingsgebied verordening Artikel 2 Werkingsgebied verordening 1. Deze verordening is uitsluitend van toepassing in de bebouwde kommen ingevolge de Wegenverkeerswet en de Wegenwet van de kernen Aardenburg, Breskens, Cadzand(-dorp), Eede, Groede, Hoofdplaat, Nieuwvliet-dorp, Oostburg, Retranchement, Schoondijke, Sint Kruis, Sluis, Waterlandkerkje, ljzendijke en Zuidzande, zoals is aangegeven op de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte situatietekeningen. 2. Bij elke toekomstige uitbreiding van de bebouwde komgrens ingevolge de Wegenwet en Wegenverkeerswet geldt dat dit uitbreidingsgebied automatisch komt te vallen binnen het werkingsgebied van de verordening. Deze verordening is uitsluitend van toepassing in de gearceerde gebieden van de bebouwde kommen van de kernen Aardenburg, Breskens, Oostburg, Sluis en ljzendijke, zoals is aangegeven op de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte kaarten. Deze verordening is uitsluitend van toepassing: 1. in de gebieden van de bebouwde kommen van de kernen Aardenburg, Breskens, Oostburg, Sluis en ljzendijke, zoals is aangegeven op de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte kaarten; 2. in de overige woonkernen, zoals deze zijn aangegeven op de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte kaarten, op woningen die gebouwd zijn na 1980. Artikel 3 Verbodsbepaling Artikel 3 Verbodsbepaling Artikel 3 Verbodsbepaling 1. Het is de rechthebbende op een woning verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders deze woning te gebruiken, in gebruik te geven of te laten gebruiken als tweede woning of voor andere recreatieve doeleinden. 2. Onder het gebruiken, in gebruik geven of laten gebruiken van een tot bewoning bestemd gebouw als tweede woning, wordt in elk geval verstaan het beschikbaar hebben of houden van een woning ten behoeve van zichzelf of van een ander, zonder dat hij of die ander zijn hoofdverblijf in dat gebouw heeft en er een redelijke termijn is verstreken, na welke het 1. Het is de rechthebbende op een woning verboden zonder vergunning van het college deze woning te gebruiken, in gebruik te geven of te laten gebruiken als tweede woning of voor andere recreatieve doeleinden, 1. Het is de rechthebbende op een woning, gelegen in het werkingsgebied van deze verordening, verboden zonder vergunning van het college deze woning te gebruiken, in gebruik te geven of te laten gebruiken als tweede woning of voor andere recreatieve doeleinden. 2. Onder het gebruiken, in gebruik geven of laten gebruiken van een tot bewoning bestemd gebouw als tweede woning, wordt in elk geval verstaan het beschikbaar hebben of houden van een woning ten behoeve van zichzelf of van een ander, zonder dat hij of die ander zijn hoofdverblijf in dat gebouw heeft en er een redelijke termijn is verstreken, na welke het Pagina 2 van 6
beschikbaar hebben of houden niet meer beschikbaar hebben of houden niet meer geacht kan worden te geschieden met het doel geacht kan worden te geschieden met het doel het gebouw te gebruiken, in gebruik te geven of het gebouw te gebruiken, in gebruik te geven te laten gebruiken als hoofdverblijf. Deze of te laten gebruiken als hoofdverblijf. Deze bepaling geldt niet ten aanzien van woningruil in bepaling geldt niet ten aanzien van woningruil vakantieperioden of daarmee vergelijkbare in vakantieperioden of daarmee vergelijkbare gevallen. gevallen. 3. Als criterium voor de vaststelling of iemand zijn 2. Als criterium voor de vaststelling of iemand zijn 3. Als criterium voor de vaststelling of iemand zijn hoofdverblijf in een gebouw heeft geldt of hij of hoofdverblijf in een gebouw heeft geldt dat die hoofdverblijf in een gebouw heeft geldt dat die een ander gedurende een aaneengesloten persoon is ingeschreven in de gemeentelijke persoon is ingeschreven in de gemeentelijke periode van 180 dagen ten minste 2/3 van die basisadministratie op dat adres. basisadministratie persoonsgegevens op dat tijd zijn hoofdverblijf in dat gebouw heeft EN dat adres. die persoon is ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie op dat adres. Artikel 4 Overgangsbepaling Artikel 4 Overgangsbepaling Artikel 4 Overgangsbepaling 1. Het verbod, vervat in artikel 3, geldt niet ten 1. Het verbod, vervat in artikel 3, geldt niet ten 1. Het verbod, vervat in artikel 3, geldt niet ten aanzien van iemand die een woning als tweede aanzien van een rechthebbende die feitelijk aanzien van een rechthebbende die feitelijk woning in gebruik had op het tijdstip van een woning als tweede woning in gebruik had een woning als tweede woning in gebruik had inwerkingtreding van de Gebruiksverordening op 1 mei 2011. op 1 mei 2011, zoals is aangegeven op de bij Tweede Woningen van de voormalige deze verordening behorende en als zodanig gemeente Sluis d.d. 9 juni 1994 (vastgesteld bij gewaarmerkte bijlage. raadsbesluit van 24 juni 1993, laatstelijk gewijzigd op 28 mei 1994). 2. Het verbod, vervat in artikel 2, geldt ook niet ten aanzien van iemand die een woning op het grondgebied van de voormalige gemeente Aardenburg als tweede woning in gebruik had op het tijdstip van inwerkingtreding van de Gebruiksverordening Tweede Woningen van de voormalige gemeente Aardenburg d.d. 1 juli 1994 (vastgesteld bij raadsbesluit van 30 juni 1994). 3. Het verbod, vervat in artikel 2, geldt evenmin ten aanzien van iemand die een woning als tweede woning in gebruik had op het tijdstip van Pagina 3 van 6
de vaststelling van de Verordening Tweede Woningen van de voormalige gemeente Oostburg d.d. 16 juni 1994. 4. De uitzonderingen zoals bepaald in de leden 1, 2. De uitzondering zoals bepaald in lid 1 heeft 2. De uitzondering zoals bepaald in lid 1 heeft 2 en 3 hebben een persoonlijk karakter en een persoonlijk karakter en geldt voor de een persoonlijk karakter en geldt voor de gelden voor de rechthebbende op een tot rechthebbende op een voor bewoning bestemd rechthebbende op een voor bewoning bestemd permanente bewoning bestemd gebouw op het gebouw op het tijdstip van het van kracht gebouw op het tijdstip van het van kracht tijdstip van het van kracht worden van deze worden van deze verordening. Voor het worden van deze verordening. Voor het verordening. Voor het overige geldt het verbod overige geldt het verbod onverkort, overige geldt het verbod onverkort. onverkort. 5. Het bepaalde in de leden 1, 2 en 3 is niet meer 3. Het bepaalde in lid 1 is niet meer van 3. Het bepaalde in lid 1 is niet meer van van toepassing zodra de woning weer voor toepassing zodra de woning weer voor toepassing zodra de woning weer voor permanente bewoning in gebruik wordt permanente bewoning in gebruik wordt permanente bewoning in gebruik wordt genomen. genomen en een eigendomsoverdracht heeft genomen en/of een eigendomsoverdracht plaatsgevonden, heeft plaatsgevonden. Artikel 5 Vergunningverlening Artikel 5 Vergunningverlening Artikel 5 Vergunningverlening 1. Burgemeester en wethouders kunnen 1. In afwijking van het bepaalde in artikel 3 kan 1. In afwijking van het bepaalde in artikel 3 kan vergunning verlenen tot het gebruik van een het college een vergunning verlenen tot het het college een vergunning verlenen tot het woning als tweede woning en aan een zodanige gebruik van een woning als tweede woning en gebruik van een woning als tweede woning op vergunning voorschriften verbinden op grond aan een zodanige vergunning voorschriften grond van de criteria vererving, schenking, van: verbinden op grond van de criteria vererving, verkoop aan bloed- of aanverwanten en a) vererving schenking en ongeschiktheid voor permanente ongeschiktheid voor permanente bewoning en b) schenking bewoning. kan het aan een zodanige vergunning c) ongeschiktheid voor permanente bewoning voorschriften verbinden. Om hiervoor in aanmerking te komen, dient aan 2. Om voor een vergunning in aanmerking te 2. Om voor een vergunning in aanmerking te de criteria te worden voldaan die worden komen, dient tenminste aan een van de komen, dient tenminste aan een van de vermeld in de bijlage met betrekking tot artikel criteria, als vermeld in lid 1, te worden voldaan criteria, als vermeld in lid 1, te worden voldaan 5. die nader zijn omschreven in de bij deze die nader zijn omschreven in de bij deze verordening behorende en als zodanig verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte bijlage met betrekking tot artikel gewaarmerkte bijlage met betrekking tot artikel 5. 5. 2. De vergunning heeft een persoonlijk karakter; 3. De vergunning heeft een persoonlijk karakter; 3. De vergunning heeft een persoonlijk karakter; voor een opvolgende eigenaar geldt het verbod voor een opvolgende eigenaar geldt het voor een opvolgende eigenaar geldt het onverkort, verbod onverkort, verbod onverkort. 3. Degene die in strijd handelt met een aan een 4. Degene die in strijd handelt met een aan een 4. Degene die in strijd handelt met een aan een Pagina 4 van 6
vergunning verbonden voorschrift wordt geacht te hebben gehandeld zonder vergunning. De verleende vergunning kan in dat geval worden ingetrokken. vergunning verbonden voorschrift wordt geacht te hebben gehandeld zonder vergunning. De verleende vergunning vervalt in dat geval van rechtswege. vergunning verbonden voorschrift wordt geacht te hebben gehandeld zonder vergunning. De verleende vergunning vervalt in dat geval van rechtswege. 5. Onverminderd het bepaalde in lid 1 kan het college in het belang van de volkshuisvesting woningen of groepen van woningen aanwijzen waarop deze verordening niet van toepassing is. Artikel 6 Nadere regels Artikel 6 Nadere regels Artikel 6 Nadere regels De bevoegdheid tot het opstellen van de nadere regels als bedoeld in artikel 35 van de Huisvestingswet wordt overgedragen aan het college van burgemeester en wethouders. De bevoegdheid tot het opstellen van de nadere regels als bedoeld in artikel 35 van de Huisvestingswet wordt overgedragen aan het college. De bevoegdheid tot het opstellen van de nadere regels als bedoeld in artikel 35 van de Huisvestingswet wordt overgedragen aan het college. Artikel 7 Hardheidsclausule Artikel 7 Hardheidsclausule Artikel 7 Hardheidsclausule Burgemeester en wethouders zijn bevoegd in gevallen waarin de toepassing van deze verordening naar hun oordeel tot een bijzondere hardheid leidt ten gunste van de aanvrager af te wijken van deze verordening. Het college is bevoegd in gevallen waarin de toepassing van deze verordening naar hun oordeel tot een bijzondere hardheid leidt ten gunste van de aanvrager af te wijken van deze verordening, Het college is bevoegd in gevallen waarin de toepassing van deze verordening naar hun oordeel tot een bijzondere hardheid leidt ten gunste van de aanvrager af te wijken van deze verordening. Artikel 8 Citeertitel Artikel 8 Citeertitel Artikel 8 Citeertitel Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening tweede woningen Sluis". Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening tweede woningen Sluis". Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening tweede woningen Sluis 2012". Pagina 5 van 6
Artikel 9 Inwerkingtreding Artikel 9 Inwerkingtreding Artikel 9 Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking, onmiddellijk Deze verordening treedt in werking, onmiddellijk Deze verordening treedt in werking, onmiddellijk nadat zij is bekendgemaakt. Gelijktijdig vervallen nadat zij is bekendgemaakt. Gelijktijdig vervalt de nadat zij is bekendgemaakt. Gelijktijdig vervalt de de Verordening tweede woningen van de Verordening tweede woningen Sluis, vastgesteld Verordening tweede woningen Sluis, vastgesteld voormalige gemeente Oostburg vastgesteld bij bij raadsbesluit van 9 februari 2005 en gewijzigd bij bij raadsbesluit van 9 februari 2005 en gewijzigd bij raadsbesluit van 16 juni 1994, gewijzigd bij raadsbesluit van 25 september 2008. raadsbesluit van 25 september 2008. raadsbesluit d.d. 19 december 1996 en de Gebruiksverordening tweede woning van de voormalige gemeente Sluis-Aardenburg vastgesteld bij raadsbesluit van 29 juni 1995, gewijzigd bij raadsbesluit van 2 juli 1998 en laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 8 februari 2001. Pagina 6 van 6
Voorgestelde wijzigingen Verordening tweede woningen Sluis: tekst artikelsgewijze toelichting Verordening Terl Artikel 1 Begrippenlijst Artikel 1 Begrippenlijst Toegevoegd is een omschrijving van het begrip "permanente bewoning". Hierdoor is het voormalige artikel 3, lid 3, geschrapt. De enige relevantie is de inschrijving in de gemeentelijke basisadministratie. De bepaling dat ook een bepaalde tijd per jaar in de woning doorgebracht moet worden is geschrapt. De reden hiervoor is dat het bijkans onmogelijk is om dit te controleren, tenzij dat hiervoor extra fte's worden ingezet. Toegevoegd is een omschrijving van het begrip "permanente bewoning". Hierdoor is het voormalige artikel 3, lid 3, geschrapt. De enige relevantie is de inschrijving in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens. De bepaling dat ook een bepaalde tijd per jaar in de woning doorgebracht moet worden is geschrapt. De reden hiervoor is dat het bijkans onmogelijk is om dit te controleren, tenzij dat hiervoor extra fte's worden ingezet. Voorts is toegevoegd het begrip "woonkernen". In de verordening van 2005 was het geldingsgebied van de verordening gekoppeld aan de bebouwde kommen ingevolge de Wegenverkeerswet. In deze verordening is deze koppeling losgelaten. De bij de verordening behorende kaarten geven het werkingsgebied van de verordening aan. In de verordening is een limitatieve opsomming gegeven op welke woonkernen de verordening betrekking heeft c.q. kan hebben. Artikel 2 Werkingsgebied verordening Artikel 2 Werkingsgebied verordening Artikel 2 Werkingsgebied verordening Deze verordening is gebaseerd op artikel 30 van de Huisvestingswet waarin staat bepaald dat de gemeenteraad met het oog op het behoud en de samenstelling van de woonruimtevoorraad een categorie woningen kan aanwijzen die zonder vergunning van het college van burgemeester en Deze verordening is gebaseerd op artikel 30 van de Huisvestingswet waarin staat bepaald dat de gemeenteraad met het oog op het behoud en de samenstelling van de woonruimtevoorraad een categorie woningen kan aanwijzen die zonder vergunning van het college van burgemeester en De Verordening tweede woningen Sluis is gebaseerd op artikel 2 van de Huisvestingswet. Op basis van dit artikel stelt de gemeenteraad een huisvestingsverordening vast indien het naar zijn oordeel noodzakelijk is om regelen te stellen met betrekking tot het in gebruik nemen of geven van Pagina 1 van 5
wethouders niet aan de bestemming tot bewoning mag worden onttrokken. In de toelichting op de Huisvestingswet wordt uitgelegd dat met "bewoning" bedoeld wordt dat men daar permanent zijn woonverblijf heeft. Gebruik van een woonruimte als tweede woning is derhalve geen gebruik voor bewoning in de zin van de Huisvestingswet. Onder behoud en samenstelling van de woningvoorraad wordt tevens verstaan dat met het oog op het behoud van de leefbaarheid een onttrekkingsvergunning kan worden geëist. Leefbaarheid is een moeilijk te definiëren begrip om hierop een keuze te kunnen maken welke kern of buurtschap onder de verordening behoort te vallen. Een goede graadmeter voor leefbaarheid is het al dan niet aanwezig zijn van voorzieningen als winkels en scholen. Ook de aanwezigheid van een actief verenigingsleven of het vormen van een hechte gemeenschap kan voor een kleinere kern een graadmeter voor leefbaarheid zijn. Duidelijk zijn eveneens van de werking van de verordening die panden uitgesloten die een andere bestemming hebben dan de bestemming wonen. Deze panden dienen overeenkomstig hun bestemming te worden gebruikt, ook al vallen deze niet in het werkingsgebied van de verordening. wethouders niet aan de bestemming tot bewoning mag worden onttrokken. In de toelichting op de Huisvestingswet wordt uitgelegd dat met "bewoning" bedoeld wordt dat men daar permanent zijn woonverblijf heeft. Gebruik van een woonruimte als tweede woning is derhalve geen gebruik voor bewoning in de zin van de Huisvestingswet. Onder behoud en samenstelling van de woningvoorraad wordt tevens verstaan dat met het oog op het behoud van de leefbaarheid een onttrekkingsvergunning kan worden geëist. "Leefbaarheid" is een vrij abstract begrip. In het verleden is dit in het kader van deze verordening geassocieerd met de aanwezigheid van voorzieningen, zoals scholen, middenstand en verenigingsleven. Door de vergrijzing en de krimp van de bevolking staan deze zaken al jaren onder druk. Door de toename van de leegstand en de vraag naar tweede woningen is een herbezinning noodzakelijk inzake het werkingsgebied van de verordening. Gekozen is daarom het werkingsgebied van de verordening verder te beperken tot de 5 grootste kernen van de gemeente: Aardenburg, Breskens, Oostburg, Sluis en ljzendijke. Binnen deze 5 kernen zijn er voorts nog gebieden aan te wijzen, waarop de verordening buiten toepassing verklaard dient te worden, vanwege de excentrische ligging van wijken of vanwege het grote aantal reeds aanwezige tweede woningen. Dit geldt dan voor de wijk Groenevelt in Sluis en voor de wijk ten noorden van het Spuiplein te Breskens en de Boulevard. In incidentele gevallen moet het mogelijk zijn om individuele woningen of groepen van woningen in deze 5 kernen hiervoor aan te wijzen. Hiervoor is in artikel 5 een apart criterium woonruimte. In artikel 30 van de Huisvestingswet wordt onder meer bepaald dat het zonder vergunning van burgemeester en wethouders verboden is om een woonruimte aan de bestemming tot bewoning te onttrekken. In de toelichting op de Huisvestingswet wordt uitgelegd dat met "bewoning" bedoeld wordt dat men daar permanent zijn woonverblijf heeft. Gebruik van een woonruimte als tweede woning is derhalve geen gebruik voor bewoning in de zin van de Huisvestingswet. Onder behoud en samenstelling van de woningvoorraad wordt tevens verstaan dat met het oog op het behoud van de leefbaarheid een onttrekkingsvergunning kan worden geëist. "Leefbaarheid" is een vrij abstract begrip. In het verleden is dit in het kader van deze verordening geassocieerd met de aanwezigheid van voorzieningen, zoals scholen, middenstand en verenigingsleven. Door onder meer de vergrijzing en de krimp (vermindering van het aantal inwoners en het aantal huishoudens) van de bevolking staan deze zaken al jaren onder druk. Door de toename van de leegstand en de vraag naar tweede woningen is een herbezinning noodzakelijk inzake het werkingsgebied van de verordening. Gekozen is daarom het werkingsgebied van de verordening in eerste instantie verder te beperken tot de 5 grootste kernen van de gemeente: Aardenburg, Breskens, Oostburg, Sluis en ljzendijke. Binnen deze 5 kernen zijn er voorts nog gebieden aanwezig, waarop de verordening buiten toepassing verklaard kan worden, vanwege de excentrische ligging van wijken of vanwege het grote aantal reeds aanwezige tweede woningen. Dit geldt dan voor de wijk Groenevelt in Sluis en Pagina 2 van 5
opgenomen. voor de wijk ten noorden van het Spuiplein te Breskens en de Boulevard. Tevens is in lid 2 de bepaling opgenomen dat de verordening van toepassing blijft in de overige woonkernen op woningen, gebouwd na 1980. De achtergrond van deze bepaling is dat nieuwere woningen in deze kernen interessant zijn voor mensen, die anders moeten uitwijken naar de recreatieparken in de gemeente. Door deze bepaling op te nemen blijven deze woningen in de woonkernen beschikbaar voor de lokale/regionale bevolking en treedt geen concurrentie op met de recreatieparken. Artikel 3 Verbodsbepaling Artikel 3 Verbodsbepaling Artikel 3 Verbodsbepaling In dit artikel is het verbod vastgelegd, inhoudende dat een woning niet mag worden gebruikt als tweede woning. Of iemand een woning al dan niet permanent bewoont, wordt getoetst aan 2 criteria zijnde de inschrijving op het adres in de Gemeentelijke Basisadministratie en het feit of iemand gedurende een aaneengesloten periode van 180 dagen ten minste 2/3 van die tijd zijn hoofdverblijf in dat gebouw heeft. Inherent aan het laatste criterium is dat bij vermoeden van tweede woninggebruik frequent zal moeten worden gecontroleerd of iemand al dan niet er zijn hoofdverblijf heeft. In dit artikel is het verbod vastgelegd, inhoudende dat een woning niet mag worden gebruikt als tweede woning. Of iemand een woning al dan niet permanent bewoont, wordt getoetst aan het criterium van inschrijving op het adres in de gemeentelijke basisadministratie. Zie verder de toelichting bij artikel 1. In dit artikel is het verbod vastgelegd, inhoudende dat een woning niet mag worden gebruikt als tweede woning. Of iemand een woning al dan niet permanent bewoont, wordt getoetst aan het criterium van inschrijving op het adres in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens. Zie verder de toelichting bij artikel 1, m.b.t. het schrappen van de bepaling dat iemand ook een bepaald aantal dagen moet verblijven in de gemeente. Artikel 4 Overgangsbepaling Artikel 4 Overgangsbepaling Artikel 4 Overgangsbepaling Teneinde bestaande rechten te handhaven is in de verordening een overgangsbepaling opgenomen inhoudende dat iemand die de woning reeds als tweede woning in gebruik had op het tijdstip van Teneinde bestaande rechten te handhaven is in de verordening een overgangsbepaling opgenomen inhoudende dat iemand die op dit moment de woning reeds als tweede woning in gebruik heeft, Teneinde bestaande rechten te handhaven is in de verordening een overgangsbepaling opgenomen inhoudende dat iemand die de woning reeds als tweede woning in gebruik heeft, deze als tweede Pagina 3 van 5
inwerkingtreding van de verordeningen van de voormalige gemeenten Aardenburg, Oostburg en Sluis de woning als tweede woning mag blijven gebruiken. Deze uitzondering heeft een persoonlijk karakter en geldt dus enkel voor diegenen die de woning in eigendom hebben verkregen vóór de inwerkingtreding van voornoemde verordeningen en als eigenaar staan vermeld in de koopakte van de woning. deze als tweede woning mag blijven gebruiken. Deze uitzondering heeft een persoonlijk karakter. Dit houdt in dat ook degenen die op dit moment een woning als tweede woning gebruikt zonder een vergunning, dan wel onder het overgangsrecht van de bestaande verordening valt, deze woning als zodanig mag blijven gebruiken. woning mag blijven gebruiken. Deze uitzondering heeft een persoonlijk karakter. Dit houdt in dat ook degenen die op dit moment een woning als tweede woning gebruikt zonder een vergunning, dan wel onder het overgangsrecht van de bestaande verordening valt, deze woning als zodanig mag blijven gebruiken. Als datum is gekozen voor 1 mei 2011, zijnde een datum, voorafgaande aan de terinzagelegging van de conceptverordening. Artikel 5 Vergunningverlening Artikel 5 Vergunningverlening Artikel 5 Vergunningverlening In dit artikel is de mogelijkheid opgenomen tot het In dit artikel is de mogelijkheid opgenomen tot het In dit artikel is de mogelijkheid opgenomen tot het verlenen van een vergunning. Een vergunning verlenen van een vergunning. De vergunning heeft verlenen van een vergunning. De vergunning heeft wordt slechts in bijzondere gevallen en bij wijze een persoonlijk karakter. Hiermee is tevens een persoonlijk karakter. Hiermee is tevens van uitzondering verleend. Dit uitgangspunt sluit aangegeven dat bij wijziging van het eigendom de aangegeven dat bij wijziging van het eigendom de nauw aan op de bedoelingen van de verordening vergunning komt te vervallen en de woning vergunning komt te vervallen en de woning en dat is het toeroepen van een halt aan de waarvoor vergunning is verleend vervolgens weer waarvoor vergunning is verleend vervolgens weer ongecontroleerde uitbreiding van het aantal voor permanente bewoning moet worden gebruikt. voor permanente bewoning moet worden gebruikt. (illegale) tweede woningen. De vergunning heeft De verordening kent de volgende De verordening kent de volgende een persoonlijk karakter. Hiermee is tevens vergunningsgronden: vergunningsgronden: aangegeven dat bij wijziging van het eigendom de vererving vererving vergunning komt te vervallen en de woning schenking schenking waarvoor vergunning is verleend vervolgens weer ongeschiktheid voor permanente bewoning verkoop aan bloed- en aanverwanten voor permanente bewoning moet worden gebruikt. een vergunning in het belang van de ongeschiktheid voor permanente bewoning De verordening kent 3 vergunningsgronden, volkshuisvesting. De bijlage met betrekking tot dit artikel geeft de namelijk: De bijlage met betrekking tot dit artikel geeft de criteria aan waaraan men moet voldoen om voor vererving criteria aan waaraan men moet voldoen om voor een vergunning in aanmerking te kunnen komen. schenking een vergunning in aanmerking te kunnen komen. op grond van ongeschiktheid voor permanente bewoning De bijlage met betrekking tot dit artikel geeft de criteria aan waaraan men moet voldoen om voor een vergunning in aanmerking te kunnen komen. Voor wat betreft het criterium ongeschiktheid voor Pagina 4 van 5
permanente bewoning, rust bij de verkoper van het pand een inspanningsverplichting. Deze houdt in dat het pand gedurende een periode van 12 maanden door een erkend makelaar vruchteloos te koop moet zijn aangeboden tegen een gepubliceerde en voor permanente verkoop getaxeerde verkoopprijs. Hierdoor kan worden aangetoond dat het pand blijkens voornoemde onverkoopbaarheid niet geschikt is voor permanente bewoning. Daarnaast dient te allen tijde te worden bekeken of de woning tegen lonende kosten alsnog geschikt te maken is voor permanente bewoning. Artikel 6 Nadere regels Artikel 6 Nadere regels Artikel 6 Nadere regels De Huisvestingswet biedt in artikel 35 de mogelijkheid tot het vaststellen van nadere regels die overwegend procedureel van aard zijn. Hoewel de Algemene Wet Bestuursrecht hiervoor een goede regelgeving biedt, is zekerheidshalve deze bevoegdheid ook hier vastgelegd, De Huisvestingswet biedt in artikel 35 de mogelijkheid tot het vaststellen van nadere regels die overwegend procedureel van aard zijn. Hoewel de Algemene Wet Bestuursrecht hiervoor een goede regelgeving biedt, is zekerheidshalve deze bevoegdheid ook hier vastgelegd, De Huisvestingswet biedt in artikel 35 de mogelijkheid tot het vaststellen van nadere regels die overwegend procedureel van aard zijn. Hoewel de Algemene Wet Bestuursrecht hiervoor een goede regelgeving biedt, is zekerheidshalve deze bevoegdheid ook hier vastgelegd. Artikel 7 Hardheidsclausule Artikel 7 Hardheidsclausule Artikel 7 Hardheidsclausule Teneinde onrechtvaardigheden in de toepassing van de verordening te ondervangen, is in dit artikel voorzien in een hardheidsclausule. Teneinde onrechtvaardigheden in de toepassing van de verordening te ondervangen, is in dit artikel voorzien in een hardheidsclausule. Teneinde onrechtvaardigheden in de toepassing van de verordening te ondervangen, is in dit artikel voorzien in een hardheidsclausule. Artikel 8 en 9 Citeertitel en Inwerkingtreding Artikel 8 en 9 Citeertitel en Inwerkingtreding Artikel 8 en 9 Citeertitel en Inwerkingtreding Deze artikelen spreken voor zich, zodat een nadere toelichting achterwege kan blijven, Deze artikelen spreken voor zich, zodat een nadere toelichting achterwege kan blijven, Deze artikelen spreken voor zich, zodat een nadere toelichting achterwege kan blijven. Pagina 5 van 5
Voorgestelde wijzigingen Verordening tweede woningen Sluis: tekst bijlage bij artikel 5 V o Ilin I l' n ep Pnin k ag Kei De Verordening Tweede Woningen biedt in artikel 5 de mogelijkheid om vergunning te verlenen aan de nieuwe eigenaar(s) van een woning. Deze mogelijkheid dient echter te worden beperkt daar het primaire doel van de verordening de handhaving van de permanente woningvoorraad blijft. -;--- -a-- De verordening biedt in artikel 5 de mogelijkheid om vergunning te verlenen aan nieuwe eigenaar(s) van een woning. Deze mogelijkheid dient echter te worden beperkt daar het primaire doel van de verordening de handhaving van de permanente woningvoorraad in de 5 grote kernen blijft, In deze bijlage zijn de vergunningscriteria nader uitgewerkt. Ve'" _n v r liin,-;.- - _, De verordening biedt in artikel 5 de mogelijkheid om vergunning te verlenen aan nieuwe eigenaar(s) van een woning. Deze mogelijkheid dient echter te worden beperkt daar het primaire doel van de verordening de handhaving van de permanente woningvoorraad in de 5 grote kernen blijft. In deze bijlage zijn de vergunningscriteria nader uitgewerkt. Vergunningscriterium "vererving" Vergunningscriterium "vererving" Vergunningscriterium "vererving" De vergunning wordt enkel verleend als aan de volgende bepalingen is voldaan: 1. de erflater heeft de woning, bestemd voor permanente bewoning, als tweede woning in gebruik op het tijdstip van inwerkingtreding van: de Gebruiksverordening Tweede Woningen van de voormalige gemeente Sluis d.d. 9 juni 1994; de Gebruiksverordening Tweede Woningen van de voormalige gemeente Aardenburg d.d. 1 juli 1994; de Verordening Tweede Woningen van de voormalige gemeente Oostburg d.d. 16 juni 1994. EN 2. de opvolgende rechthebbende heeft peen rechtspersoonlijkheid. De opvolgende rechthebbende dient dus een natuurlijk persoon te zijn. Om op basis van dit criterium in aanmerking te komen voor een vergunning, moet worden voldaan aan alle van de volgende voorwaarden: 1. de erflater heeft de woning, bestemd voor permanente bewoning, als tweede woning in gebruik op 1 mei 2011; 2. de opvolgende rechthebbende is een natuurlijk persoon; 3. de erfgenaam dient ten opzichte van de erflater in een 1ste of 2" graad bloed- of aanverwantschap te staan. Daarnaast zijn de volgende bepalingen van toepassing: 1. de vergunningstermijn wordt gekoppeld aan het leven van de vergunningsverkrijger. Artikel 5 lid 3 spreekt over "persoonlijk karakter"; 2. de te verlenen vergunning wordt slechts eenmalig verleend. Overdragen door middel van vererving, schenking of legaat kan hierna niet meer plaatsvinden; 3. de vergunning verliest zijn kracht op het Om op basis van dit criterium in aanmerking te komen voor een vergunning, moet worden voldaan aan alle van de volgende voorwaarden: 1. de erflater heeft de woning, bestemd voor permanente bewoning, als tweede woning in gebruik op 1 mei 2011; 2. de opvolgende rechthebbende is een natuurlijk persoon; 3. de erfgenaam dient ten opzichte van de erflater in een 1ste of 2" graad bloed- of aanverwantschap te staan. Daarnaast zijn de volgende bepalingen van toepassing: 1. de vergunningstermijn wordt gekoppeld aan het leven van de vergunningsverkrijger. Artikel 5 lid 3 spreekt over "persoonlijk karakter"; 2. de te verlenen vergunning wordt slechts eenmalig verleend. Overdragen door middel van vererving, schenking of legaat of verkoop kan hierna niet meer plaatsvinden; 3. de vergunning verliest zijn kracht op het Pagina 1 van 7
EN 3. onder het begrip "de opvolgende rechthebbende in geval van vererving" wordt verstaan: die rechthebbende die conform de regels van erfrecht "de opvolgende rechthebbende" zou zijn. Onder het begrip "vererving" wordt verstaan datgene wat bepaald is in boek 4 Burgerlijk Wetboek. In het geval dat door testament/uiterste wil, de woning door een andere opvolgende rechthebbende verkregen wordt, wordt aan deze nieuwe rechthebbende geen vergunning verleend. Bijvoorbeeld: door testament/uiterste wil verkrijgt niet het kind van de rechthebbende de woning, maar een vriend of kleinkind van de rechthebbende. In dit geval vervalt de bestaande vergunning en wordt aan de nieuwe rechthebbende geen vergunning verleend. EN 4. de vergunningstermijn wordt gekoppeld aan het leven van de vergunningsverkrijger. Artikel 5 lid 2 spreekt over "persoonlijk karakter". EN 5. de te verlenen vergunning wordt slechts éénmalig verleend. Overdragen door middel van vererving, schenking of legaat kan hierna niet meer plaatsvinden. De vergunning verliest zijn kracht op het moment dat: a. de woning permanent wordt bewoond moment dat de woning permanent wordt bewoond of op het moment dat de woning wordt verkocht, moment dat de woning permanent wordt bewoond of op het moment dat de woning wordt verkocht. Pagina 2 van 7
of b. op het moment dat de woning wordt verkocht. Vergunningscriterium "schenking" Vergunningscriterium "schenking" Vergunningscriterium "schenking" De reden om ook schenking als De reden om ook schenking als De reden om ook schenking als vergunningscriterium op te nemen, is dat het niet vergunningscriterium op te nemen is, dat het niet vergunningscriterium op te nemen is, dat het niet gerechtvaardigd is om slechts door vererving een gerechtvaardigd is om slechts door vererving een gerechtvaardigd is om slechts door vererving een vergunning "door te geven". Een burger kan meer vergunning "door te geven". Een burger kan meer vergunning "door te geven". Een burger kan meer belang hebben bij schenking in plaats van belang hebben bij schenking in plaats van belang hebben bij schenking in plaats van vererving, bijvoorbeeld om belastingtechnische vererving, bijvoorbeeld om belastingtechnische vererving, bijvoorbeeld om belastingtechnische redenen of emotionele redenen. Het verschil redenen of emotionele redenen. Het verschil redenen of emotionele redenen. Het verschil tussen schenking en vererving is gelegen in het tussen schenking en vererving is gelegen in het tussen schenking en vererving is gelegen in het moment van de eigendomswisseling. Deze wordt moment van de eigendomswisseling. Deze wordt moment van de eigendomswisseling. Deze wordt bij schenking vervroegd ten opzichte van bij schenking vervroegd ten opzichte van bij schenking vervroegd ten opzichte van vererving. vererving. vererving. De vergunning wordt enkel verleend als aan de De vergunning wordt enkel verleend als aan De vergunning wordt enkel verleend als aan volgende bepalingen is voldaan: dezelfde bepalingen is voldaan als bij het criterium dezelfde bepalingen is voldaan als bij het criterium vererving: vererving: 1. de erflater heeft de woning, bestemd voor permanente bewoning, als tweede woning in 1. de erflater heeft de woning, bestemd voor permanente bewoning, als tweede woning in 1. de schenker van de woning heeft de woning, bestemd voor permanente bewoning, als gebruik op het tijdstip van inwerkingtreding van: gebruik op 1 mei 2011; tweede woning in gebruik op 1 mei 2011; de Gebruiksverordening Tweede 2. de opvolgende rechthebbende is een natuurlijk 2. de opvolgende rechthebbende is een natuurlijk Woningen van de voormalige gemeente persoon; persoon; Sluis d.d. 9 juni 1994; 3. de erfgenaam dient ten opzichte van de 3. de begunstigde dient ten opzichte van de de Gebruiksverordening Tweede erflater in een rte of 2de graad bloed- of erflater in een 1ste of 2" graad bloed- of Woningen van de voormalige gemeente aanverwantschap te staan. aanverwantschap te staan. Aardenburg d.d. 1 juli 1994; de Verordening Tweede Woningen van de Daarnaast zijn de volgende bepalingen van Daarnaast zijn de volgende bepalingen van voormalige gemeente Oostburg d.d. 16 toepassing: toepassing: juni 1994. 1. de vergunningstermijn wordt gekoppeld aan 1. de vergunningstermijn wordt gekoppeld aan het leven van de vergunningsverkrijger. Artikel het leven van de vergunningverkrijger. Artikel 5 EN 5 lid 3 spreekt over "persoonlijk karakter"; lid 3 spreekt over "persoonlijk karakter"; 2. de te verlenen vergunning wordt slechts 2. de te verlenen vergunning wordt slechts 2. de opvolgende rechthebbende heeft geen eenmalig verleend. Overdragen door middel eenmalig verleend. Overdragen door middel rechtspersoonlijkheid. De opvolgende van vererving, schenking of legaat kan hierna van vererving, schenking of legaat of verkoop Pagina 3 van 7
EN rechthebbende dient dus een natuurlijk persoon te zijn. 3. onder het begrip "de opvolgende rechthebbende in geval van schenking" wordt verstaan: die rechthebbende die conform de regels van erfrecht "de opvolgende rechthebbende" zou zijn in geval van vererving. Onder het begrip "vererving" wordt verstaan datgene wat bepaald is in boek 4 Burgerlijk Wetboek. In het geval dat door schenking, de woning door een andere opvolgende rechthebbende verkregen wordt, wordt aan deze nieuwe rechthebbende geen vergunning verleend. Bijvoorbeeld: door schenking verkrijgt niet het kind van de rechthebbende de woning, maar een vriend of kleinkind van de rechthebbende. In dit geval vervalt de bestaande vergunning en wordt aan de nieuwe rechthebbende geen vergunning verleend. EN 4. de vergunningstermijn wordt gekoppeld aan het leven van de vergunningsverkrijger. Artikel 5 lid 2 spreekt over "persoonlijk karakter". EN 5. de te verlenen vergunning wordt slechts éénmalig verleend. Overdragen door middel van vererving, schenking of legaat kan hierna niet meer plaatsvinden. De vergunning verliest zijn kracht op het moment niet meer plaatsvinden; 3. de vergunning verliest zijn kracht op het moment dat de woning permanent wordt bewoond of op het moment dat de woning wordt verkocht. kan hierna niet meer plaatsvinden; 3. de vergunning verliest zijn kracht op het moment dat de woning permanent wordt bewoond of op het moment dat de woning wordt verkocht. Pagina 4 van 7
dat: a. de woning permanent wordt bewoond of b. op het moment dat de woning wordt verkocht. Vergunningscriterium "verkoop aan bloed- en aanverwanten" De reden om ook verkoop aan bloed- en aanverwanten als vergunningscriterium op te nemen is, dat dit vaak om fiscale redenen gunstiger is dan schenking. De vergunning wordt enkel verleend als aan dezelfde bepalingen is voldaan als bij het criterium vererving en schenking: 1. de verkoper heeft de woning, bestemd voor permanente bewoning, als tweede woning in gebruik op 1 mei 2011; 2. de opvolgende rechthebbende is een natuurlijk persoon; 3. de koper dient ten opzichte van de erflater in een lste of 2'e graad bloed- of aanverwantschap te staan. Daarnaast zijn de volgende bepalingen van toepassing: 1. de vergunningstermijn wordt gekoppeld aan het leven van de vergunningsverkrijger. Artikel 5 lid 3 spreekt over "persoonlijk karakter"; 2. de te verlenen vergunning wordt slechts eenmalig verleend. Overdragen door middel van vererving, schenking of legaat of verkoop kan hierna niet meer plaatsvinden; 3. de vergunning verliest zijn kracht op het moment dat de woning permanent wordt bewoond of op het moment dat de woning wordt verkocht. Pagina 5 van 7
Vergunningscriterium "ongeschiktheid voor permanente bewoning" Vergunningscriterium "ongeschiktheid voor permanente bewoning" Vergunningscriterium "ongeschiktheid voor permanente bewoning" Op grond van onredelijke bouwkosten kan door het Indien een woning niet geschikt is voor Indien een woning niet geschikt is voor college van burgemeester en wethouders een permanente bewoning en ook niet op basis van permanente bewoning en ook niet op basis van vergunning ingevolge artikel 5 van de Verordening redelijkheid, tegen lonende kosten, daartoe redelijkheid, tegen lonende kosten, daartoe Tweede Woningen Sluis worden verleend. Deze geschikt is te maken, kan het college een geschikt is te maken, kan het college een vergunning kan worden verleend onder de vergunning verlenen om deze woning te gebruiken vergunning verlenen om deze woning te gebruiken volgende bepalingen: als tweede woning. Deze vergunning is gekoppeld als tweede woning. Deze vergunning is gekoppeld aan de persoon van de vergunningverkrijger. aan de persoon van de vergunningverkrijger. 1. De woning wordt niet geschikt geacht voor Artikel 5 lid 3 spreekt over "persoonlijk karakter". Artikel 5 lid 3 spreekt over "persoonlijk karakter". permanente bewoning en is ook niet op basis De vergunning verliest zijn kracht op het moment De vergunning verliest zijn kracht op het moment van redelijkheid, tegen lonende kosten, daartoe dat de woning permanent wordt bewoond of op het dat de woning permanent wordt bewoond of op het geschikt te maken; moment dat de woning wordt verkocht, De woning moet tenminste een halfjaar te koop moment dat de woning wordt verkocht. EN hebben gestaan bij een erkend makelaar tegen Bij het criterium "ongeschiktheid voor permanente een getaxeerde, gepubliceerde prijs, bewoning" beoordeelt de gemeente of de woning 2. De woning is gedurende een periode van 12 al dan niet geschikt is voor permanente bewoning. maanden door een erkend makelaar, tegen een De gemeente beoordeelt of de woning niet De gemeente stelt hiervoor een bouwtechnisch voor permanente bewoning getaxeerde, geschikt is voor permanente bewoning. De rapport op, waarin de mogelijke gebreken zijn gepubliceerde prijs vruchteloos te koop gemeente stelt hiertoe een bouwtechnisch rapport opgesomd. aangeboden. op, waarin de gebreken zijn opgesomd. Dit rapport kent de volgende onderdelen: De toetsing wordt verricht op basis van het 1. algemene stedenbouwkundige karakteristiek: Bouwbesluit, zoals dat van toepassing is voor De vergunning verliest zijn kracht op het moment eventuele ligging in een storingsgebied, bestaande woningen. Aan de hand van het dat: overstromingskansen; bouwtechnisch rapport dat wordt opgemaakt maakt a. de woning permanent bewoond gaat worden 2. de ligging van de woning ten opzichte van de het college de afweging of de woning al dan niet of naaste omgeving en het omliggende terrein: voor permanente bewoning geschikt is. Aan de b. de woning verkocht wordt o.a. hoogteligging ten opzichte van de weg en hand van dit rapport stelt de gemeente een lijst op of bereikbaarheid van de woning; van de te treffen maatregelen om de woning te c. het bouwvolume van de woning uitgebreid 3. het bouwtype van de woning; laten voldoen aan het Bouwbesluit. Tevens stelt de wordt. 4. ruimte en afmetingen van de vertrekken; gemeente een raming op van de kosten van deze 5. indeling van de woning en de inrichting; maatregelen. Op basis van de hoogte van deze Pagina 6 van 7
6. hygiënische voorzieningen: welke voorzieningen zijn aanwezig en welke niet; 7. technische samenstelling van de woning (o.a. de constructie en mate van onderhoud). kosten, gezien ook in relatie tot de economische waarde van de woning, wordt de afweging gemaakt om een vergunning al dan niet te verlenen. In deze rapportage wordt tevens beoordeeld in hoeverre de woning voldoet/kan voldoen aan de NB. De grootte van een woning is niet altijd hedendaagse wensen/eisen op het gebied van bepalend of een vergunning wordt verleend. Een wooncomfort. kleine woning kan uitstekend geschikt zijn voor een Op basis van deze waardering krijgt de woning een bepaalde score. Deze score bepaalt of een vergunning wordt verleend. eenpersoons huishouden of voor een zgn. starter op de woningmarkt. Wordt geen vergunning verleend en blijkt dat de woning onverkocht blijft, kan het college de overweging maken om alsnog vergunning te verlenen. Om in dat geval in aanmerking te komen voor een vergunning, moet aan de volgende bepalingen worden voldaan: 1. De woning moet vanaf het moment dat de vergunning is geweigerd, gedurende één jaar te koop hebben gestaan. 2. De woning moet te koop hebben gestaan bij een erkende makelaar. 3. De vraagprijs van de woning moet gerelateerd zijn aan de economische waarde van de woning. Er moet een taxatierapport liggen van een erkende taxateur. De gemeente baseert haar beslissing naast deze taxatie ook op de WOZ-waarde van de woning. 4. De woning moet gedurende dat jaar te koop hebben gestaan via de website www.huizenzoekerni en/of www.funda.nl. Pagina 7 van 7