Eerste Kamer der Staten-Generaal

Vergelijkbare documenten
Tweede Kamer der Staten-Generaal

Puntensysteem voor huurovereenkomsten die vóór 1 januari 2008 zijn ingegaan en waarvan de woning nog geen energielabel heeft (oud puntensysteem)

1 punt per m 2. 0,75 punt per m 2. 2 punten 1 punt * eengezins woning

Aanpassingen woningwaarderingsstelsel

B Baarle Nassau mhz 6875 kbd QAM-64

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Achtervangsoort Limiet einddatum A Gemeente Alblasserdam Limiet op tijd en naam Gemeente Alkmaar. Limiet op bedrag en naam

Aa en Hunze 0,00 Aalten 0,00 Albrandwaard 275,00 Alkaar 0,00 Almelo 0,00 348,75 Intrekken schriftelijke aanvraag: 50% korting Alphen 0,00 Alphen aan

Overzicht verzoeken vangnetuitkering 2017

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 10 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Almelo 0,00 Ook in 2017 zijn de leges 0,00.

Indien een aanvraag schriftelijk wordt ingetrokken voordat deze om advies. Het in exploitatie nemen van een voorziening voor gastouderopvang, als

Puntentelling: zelfstandige woonruimte

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

382,40 per inwoner 2/5 WMO ,00 382,40 per inwoner 2/5 werk ,00

Bijlage 1 Gemeenten die (nog) niet deelnemen aan LAA peildatum: mei 2017

Tweede Kamer der Staten-Generaal

BINNEN DE REGIO VAN DE KLEINE PRINS

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Leges gastouder Landelijk Register Kinderopvang

Verhoging maximumhuur met maximaal 25 punten in 140 gemeenten per

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Uitslagen stemmingen buitengewone ALV VNG 17 november 2014 Account Gemeente Agenda Item Uitslag Aa en Hunze 4. Invulling vacatures in bestuur

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Banen en vestigingen per gemeente [2010] ALLE BANEN BE Nijverheid TOTAAL

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aantal ontvangen klachten per gemeente

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Na Amsterdam is Utrecht de stad met de meeste deelauto s. In deze stad staan meer auto s dan in Den Haag en Rotterdam samen.

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Leden GV Centric 2015 Belastingsamenwerking Rivierenland Bestuursdienst Ommen-Hardenberg De Friese Meren Gemeenschappelijk Belastingkantoor

Aantal deelauto s stijgt licht grote en middelgrote steden blijven achter

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

nrv Gemeente Soort Achtervang Einddatum A 517 Gemeente Alphen aan den Rijn Ongelimiteerd Gemeente Achtkarspelen Limiet op bedrag en naam - 473

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Naam_Organisatie Belastingsamenwerking Rivierenland Gemeente Achtkarspelen Gemeente Alkmaar Gemeente Almelo Gemeente Almere Gemeente Alphen aan den

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Leden GV Centric 2016 Belastingsamenwerking Rivierenland De Fryske Mârren Dienst Dommelvallei Gemeenschappelijk Belastingkantoor Lococensus-Tricijn

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Datum 28 juni 2016 Betreft Rapport SUWInet 2015 Vervolgonderzoek veilig omgaan met elkaars gegevens

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

VOORSTEL VAN RIJKSWET. Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Conceptvoorstel consultatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Duurzame huizen. met een verhaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

2. Het vierde lid vervalt, onder vernummering van het vijfde tot en met achtste lid tot vierde tot en met zevende lid.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Bouwaanvragen agrarische bedrijven t/m 20 september 2013 aanvragen per gemeente per week. week 13 (t/m 29-3) week 11 (t/m 15-3) week 12 (t/m 22-3)

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Transcriptie:

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2016 2017 34 548 Wijziging van de Wet maatregelen woningmarkt 2014 II naar aanleiding van de evaluatie van de verhuurderheffing A GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET 22 december 2016 Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben dat uit de evaluatie van de verhuurderheffing is gebleken dat het wenselijk is de Wet maatregelen woningmarkt 2014 II op onderdelen aan te passen; Zo is het dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: ARTIKEL I A De Wet maatregelen woningmarkt 2014 II wordt als volgt gewijzigd: Artikel 1.2 wordt als volgt gewijzigd: 01. In het eerste lid, onderdeel e, wordt voor de puntkomma ingevoegd: en van een woning die krachtens artikel 3.1 van de Erfgoedwet als rijksmonument is aangewezen. 1. In het eerste lid, onderdeel f, wordt «bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, onder 1 tot en met 6» vervangen door: bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, onder 1 tot en met 7. 1a. In het eerste lid, onderdeel h, wordt voor de punt toegevoegd:, waarbij voor de toepassing van deze wet een waarde van 250.000 wordt gehanteerd, indien deze waarde hoger is dan dat bedrag. 2. Het tweede lid, onderdeel b, wordt als volgt gewijzigd: kst-34548-a ISSN 0921-7371 s-gravenhage 2016 Eerste Kamer, vergaderjaar 2016 2017, 34 548, A 1

a. In de aanhef vervalt: «op of na 1 januari 2014». b. Onderdeel 1 komt te luiden: 1. bouw van huurwoningen waarvan de huurprijs gelijk of hoger is dan het bedrag, genoemd in artikel 20, tweede lid, onderdeel a, van de Wet op de huurtoeslag;. c. Onder vernummering van de onderdelen 2 tot en met 6 tot onderdelen 3 tot en met 7 wordt na onderdeel 1 een onderdeel ingevoegd, luidende: 2. bouw van huurwoningen waarvan de huurprijs lager is dan het bedrag, genoemd in artikel 20, tweede lid, onderdeel a, van de Wet op de huurtoeslag;. 3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende: 3. Het bedrag, bedoeld in het eerste lid, onderdeel h, wordt jaarlijks met ingang van elk kalenderjaar bij ministeriële regeling gewijzigd met het percentage waarmee het gemiddelde van de woningwaarden in het voorafgaande kalenderjaar gewijzigd is ten opzichte van het gemiddelde van die waarden in het daaraan voorafgaande kalenderjaar. B C In artikel 1.4 wordt «tien» vervangen door: vijftig. Artikel 1.6 wordt als volgt gewijzigd: 1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst. 2. In het eerste lid (nieuw) wordt «tien maal» vervangen door: vijftig maal. 3. Er worden vier leden toegevoegd, luidende: 2. Van de huurwoningen, bedoeld in het eerste lid, zijn uitgezonderd de huurwoningen die de belastingplichtige in eigendom verwerft tussen 1 januari 2017 en 31 december 2021 voor zover de belastingplichtige een toegelaten instelling is als bedoeld in artikel 1 van de Woningwet en voor zover die huurwoningen: a. gelegen zijn in een gemeente als bedoeld in artikel 1.11, tweede lid, onderdelen b en c; b. zijn opgenomen in een plan dat beoogt uitvoering te geven aan een activiteit in het kader van stedelijke vernieuwing als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Woningwet, en c. de belastingplichtige hiervoor een verklaring heeft van Onze Minister. 3. De uitzondering, bedoeld in het tweede lid, geldt voor een periode van twintig jaren nadat de huurwoning in eigendom is verworven. 4. De aanvraag om in aanmerking te komen voor de toepassing van de uitzondering, bedoeld in het tweede lid, wordt langs elektronische weg ingediend bij Onze Minister. 5. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld omtrent de toepassing van het tweede lid, alsmede omtrent de aanvraag, bedoeld in het vierde lid. D Aan artikel 1.10 wordt een lid toegevoegd, luidende: Eerste Kamer, vergaderjaar 2016 2017, 34 548, A 2

3. Indien aan de belastingplichtige een besluit als bedoeld in artikel 1.13, vijfde lid, is afgegeven, vermeerdert de belastingplichtige het bedrag van de verhuurderheffing in het eerstvolgende aanslagjaar na bekendmaking van dat besluit, met het bedrag, genoemd in dat besluit. E Artikel 1.11 wordt als volgt gewijzigd: 1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd: a. In onderdeel a wordt «huurwoningen» vervangen door «huurwoningen als bedoeld in artikel 1.2, tweede lid, onderdeel b, onder 1» en wordt «15.000» vervangen door: 25.000. b. Onder verlettering van de onderdelen b tot en met f tot onderdelen e tot en met i worden na onderdeel a drie onderdelen ingevoegd, luidende: b. de bouw van huurwoningen als bedoeld in artikel 1.2, tweede lid, onderdeel b, onder 2, die niet gelegen zijn in een gebied als bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, of in een gemeente als bedoeld in het tweede lid, onderdeel d: 10.000 per gebouwde huurwoning; c. de bouw van huurwoningen als bedoeld in artikel 1.2, tweede lid, onderdeel b, onder 2, die gelegen zijn in een gemeente als bedoeld in het tweede lid, onderdeel d: 20.000 per gebouwde huurwoning; d. de bouw van huurwoningen als bedoeld in artikel 1.2, tweede lid, onderdeel b, onder 2, die gelegen zijn in een gebied als bedoeld in het tweede lid, onderdeel a: 35.000 per gebouwde huurwoning; c. In de onderdelen e (nieuw), g (nieuw) en i (nieuw) wordt «15.000» vervangen door: 25.000. d. Onder vervanging van «en» aan het slot van onderdeel h (nieuw) door een puntkomma en van de punt aan het slot van onderdeel i (nieuw) door «, en» wordt na onderdeel i (nieuw) een onderdeel toegevoegd, luidende: j. de bouw van huurwoningen als bedoeld in artikel 1.2, tweede lid, onderdeel b, onder 2, die gelegen zijn in een gebied als bedoeld in het tweede lid, onderdeel a: 25.000 per gebouwde huurwoning. 2. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd: a. In onderdeel a wordt «gerealiseerde investeringen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a, b en e,» vervangen door «investeringen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a, e en h, die zijn gerealiseerd op of na 1 januari 2014» en wordt «deelgemeenten» vervangen door «gebieden». Voorts wordt «, en» vervangen door een puntkomma. b. In onderdeel b wordt «gerealiseerde investeringen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen d en f,» vervangen door «investeringen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen g en i, die zijn gerealiseerd op of na 1 januari 2014» en wordt «deelgemeenten» vervangen door: gebieden. c. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma worden zes onderdelen toegevoegd, luidende: c. met betrekking tot investeringen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen g en i, die zijn gerealiseerd op of na 1 januari 2017 uitsluitend van toepassing in de in onderdeel a genoemde gebieden, de in onderdeel b genoemde gemeenten en de gemeenten Aalten, Achtkarspelen, Berkelland, Bronckhorst, Dantumadiel, Doetinchem, Dongeradeel, Ferwerderadiel, Kollumerland en Nieuwkruisland, Montferland, Oost Eerste Kamer, vergaderjaar 2016 2017, 34 548, A 3

Gelre, Oude IJsselstreek, Tytsjerksteradiel en Winterswijk; d. met betrekking tot investeringen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, die zijn gerealiseerd op of na 1 januari 2017 uitsluitend van toepassing in de gemeenten, genoemd in de bijlage bij deze wet; e. met betrekking tot investeringen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, die zijn gerealiseerd op of na 1 januari 2017 uitsluitend van toepassing in de in onderdeel a genoemde gebieden; f. met betrekking tot investeringen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel f, uitsluitend van toepassing voor zover die investeringen gerealiseerd zijn op of na 1 januari 2014; g. met betrekking tot investeringen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, uitsluitend van toepassing voor zover die investeringen gerealiseerd zijn op of na 1 januari 2017, en h. met betrekking tot investeringen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel j, uitsluitend van toepassing voor zover die investeringen zijn gerealiseerd in de in onderdeel a genoemde gebieden in de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2016. 3. Het derde lid komt te luiden: 3. Gerealiseerde investeringen worden voor de toepassing van de heffingsvermindering slechts in aanmerking genomen indien de investeringskosten voor: a. de bouw van huurwoningen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, ten minste 62.500 per gebouwde huurwoning bedragen; b. de bouw van huurwoningen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, ten minste 25.000 per gebouwde huurwoning bedragen; c. de bouw van huurwoningen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, ten minste 50.000 per gebouwde huurwoning bedragen; d. de bouw van huurwoningen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, ten minste 87.500 per gebouwde huurwoning bedragen; e. de grootschalige verbouw van huurwoningen ten minste 62.500 per verbouwde huurwoning bedragen; f. de verbouw van niet voor bewoning bestemde ruimten tot huurwoningen: ten minste 25.000 per gerealiseerde huurwoning bedragen; g. de sloop van huurwoningen ten minste 62.500 per gesloopte huurwoning bedragen; h. de kleinschalige verbouw van huurwoningen ten minste 25.000 per verbouwde huurwoning bedragen; i. de samenvoeging van huurwoningen teneinde een of meer huurwoningen te verkrijgen ten minste 62.500 per huurwoning waarmee het aantal huurwoningen door die samenvoeging is verminderd, bedragen, en j. de bouw van huurwoningen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel j, ten minste 62.500 per gebouwde huurwoning bedragen. 4. De tweede volzin van het vijfde lid komt te luiden: Bij ministeriële regeling kan de begrenzing van de gebieden, genoemd in het tweede lid, onderdeel a, nader worden aangevuld, kunnen de gemeenten, bedoeld in het tweede lid, onderdelen b en c, en de gemeenten, genoemd in de bijlage, bedoeld in het tweede lid, onderdeel d, worden gewijzigd indien dit noodzakelijk is ten gevolge van een wijziging van de gemeentelijke indeling als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Wet algemene regels herindeling. F Artikel 1.12 wordt als volgt gewijzigd: 1. Het eerste lid komt te luiden: 1. Een voorgenomen investering wordt langs elektronische weg bij Eerste Kamer, vergaderjaar 2016 2017, 34 548, A 4

Onze Minister uiterlijk aangemeld op: a. 31 december 2017 indien het een voorgenomen investering als bedoeld in artikel 1.2, tweede lid, onderdeel b, onder 4, betreft in huurwoningen waarvan de huurprijs hoger dan of gelijk aan het bedrag, genoemd in artikel 20, tweede lid, onderdeel a, van de Wet op de huurtoeslag, is; b. 31 december 2019 indien het een voorgenomen investering als bedoeld in artikel 1.2, tweede lid, onderdeel b, onder 1, 3, 5, 6 of 7, betreft, dan wel indien het een voorgenomen investering als bedoeld in artikel 1.2, tweede lid, onderdeel b, onder 4, betreft in huurwoningen waarvan de huurprijs lager is dan het bedrag, genoemd in artikel 20, tweede lid, onderdeel a, van de Wet op de huurtoeslag, of c. 31 december 2021 indien het een voorgenomen investering als bedoeld in artikel 1.2, tweede lid, onderdeel b, onder 2, betreft. 1a. het derde lid wordt als volgt gewijzigd: a. De onderdelen a en b worden geletterd tot b en c; b. Voor onderdeel b (nieuw) wordt een onderdeel ingevoegd, luidende: a. de voorgenomen investering, bedoeld in artikel 1.11, tweede lid, onderdelen a tot en met g, is voor de desbetreffende activiteit aangevangen op of na het ten aanzien van die activiteit genoemde tijdstip en de voorgenomen investering, bedoeld in artikel 1.11, tweede lid, onderdeel h, is aangevangen op of na 1 januari 2014 en voor 31 december 2016, 2. Het vierde lid wordt als volgt gewijzigd: a. In onderdeel a wordt «artikel 1.2, tweede lid, onderdeel b, onder 1, 2 of 3» vervangen door: artikel 1.2, tweede lid, onderdeel b, onder 1, 2, 3 of 4. b. In onderdeel b wordt «artikel 1.2, tweede lid, onderdeel b, onder 4, 5 of 6» vervangen door: artikel 1.2, tweede lid, onderdeel b, onder 5, 6 of 7. G Artikel 1.13 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het tweede lid, onderdeel d, wordt «artikel 1.2, tweede lid, onderdeel b, onder 2 of 5» vervangen door: artikel 1.2, tweede lid, onderdeel b, onder 3 of 6. 2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende: 5. In het besluit tot intrekking van een definitieve investeringsverklaring wordt het bedrag vermeld waarmee de heffingsvermindering wordt verminderd. Onze minister verstrekt het in dit lid bedoelde besluit aan de inspecteur, bedoeld in artikel 2, derde lid, onderdeel b, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen. H Artikel 1.14 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid wordt «artikel 1.2, tweede lid, onderdeel b, onder 1 tot en met 6, juncto artikel 1.11, tweede lid» vervangen door: de artikelen 1.2, tweede lid, onderdeel b, onder 1 tot en met 7, juncto artikel 1.11, tweede lid, en artikel 1.6, tweede lid. Eerste Kamer, vergaderjaar 2016 2017, 34 548, A 5

2. In het derde lid wordt «vier» vervangen door: zes. I Artikel 1.15 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste, tweede en derde lid, wordt «artikelen 1.12 en 1.13» telkens vervangen door: artikelen 1.6, tweede en vijfde lid, 1.12 en 1.13. 2. In het derde lid wordt «artikelen 47, 47a, 47b, tweede lid, 48 tot en met 51 en 53, eerste en vierde lid, tot en met 56 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen» vervangen door: artikelen 47, 47a, 47b, 48 tot en met 51 en 53, eerste en vierde lid, tot en met 56 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen. J K In artikel 2.3 wordt»0,536%» vervangen door: 0,543%. Na artikel 2.3 wordt vier artikelen ingevoegd, luidende: Artikel 2.4 Met ingang van 1 januari 2018 komt artikel 1.7 te luiden: Artikel 1.7 De verhuurderheffing bedraagt 0,591% van het belastbare bedrag. Artikel 2.4a Met ingang van 1 januari 2020 wordt in artikel 1.7 het genoemde percentage verhoogd met 0,001 procentpunt. Artikel 2.4b Met ingang van 1 januari 2022 wordt in artikel 1.7 het genoemde percentage verhoogd met 0,001 procentpunt. Artikel 2.5 Met ingang van 1 januari 2023 wordt in artikel 1.7 het genoemde percentage verlaagd met 0,026 procentpunt. L De bijlage bij deze wet wordt als bijlage aan de Wet maatregelen woningmarkt 2014 II toegevoegd. ARTIKEL II De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld. In dat besluit wordt zo nodig toepassing gegeven aan artikel 12, eerste lid, van de Wet raadgevend referendum. Eerste Kamer, vergaderjaar 2016 2017, 34 548, A 6

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. Gegeven De Minister voor Wonen en Rijksdienst, Eerste Kamer, vergaderjaar 2016 2017, 34 548, A 7

Bijlage bij artikel 1.11, tweede lid, onderdeel d, van de Wet maatregelen woningmarkt 2014 II Gemeenten bedoeld in artikel 1.11, tweede lid, onderdeel d, per 1 januari 2017 Aalsmeer Alkmaar Amersfoort Amstelveen Amsterdam Apeldoorn Asten Baarn Barneveld Beemster Bergeijk Bergen (Noord-Holland) Bernheze Best Bladel Blaricum Bloemendaal Boekel Boxmeer Boxtel Bunnik Bunschoten Buren Cranendonck Cuijk Culemborg De Bilt De Ronde Venen Deurne Diemen Edam-Volendam Ede Eemnes Eersel Eindhoven Elburg Epe Ermelo Geldermalsen Geldrop-Mierlo Gemert-Bakel Gooise Meren Grave Haaren Haarlem Haarlemmerliede en Spaarnwoude Haarlemmermeer Harderwijk Hattem Heemstede Heerde Heerhugowaard Heeze-Leende Heiloo Helmond Eerste Kamer, vergaderjaar 2016 2017, 34 548, A 8

s-hertogenbosch Heusden Hillegom Hilversum Houten Huizen IJsselstein Kaag en Braassem Katwijk Laarbeek Landerd Landsmeer Langedijk Laren Leiden Leiderdorp Leusden Lingewaal Lisse Lopik Maasdriel Meierijstad Mill en Sint Hubert Montfoort Neder-Betuwe Neerijnen Nieuwegein Nijkerk Noordwijk Noordwijkerhout Nuenen, Gerwen en Nederwetten Nunspeet Oegstgeest Oirschot Oldebroek Oostzaan Oss Ouder-Amstel Oudewater Purmerend Putten Renswoude Reusel-De Mierden Rhenen Scherpenzeel Sint Anthonis Sint-Michielsgestel Soest Someren Son en Breugel Stichtse Vecht Teylingen Tiel Uden Uithoorn Utrecht Utrechtse Heuvelrug Valkenswaard Veenendaal Veldhoven Eerste Kamer, vergaderjaar 2016 2017, 34 548, A 9

Vianen Voorschoten Voorst Vught Waalre Wageningen Waterland Weesp West Maas en Waal Wijdemeren Wijk bij Duurstede Woerden Woudenberg Zaltbommel Zandvoort Zeist Zoeterwoude Eerste Kamer, vergaderjaar 2016 2017, 34 548, A 10