ECLBR/U Lbr. 16/049

Vergelijkbare documenten
ECLBR/U Lbr. 16/049

,1,),IM121,11k1010, GPD

Lbr. 16/049 - Aanpassing Model Huisvestingsverordening 2014 en ontwikkelingen t.a... Page 1 of 2

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

In beide modelverordeningen is er in voorzien dat bij aanwijzing van vergunningplichtige woonruimte standplaatsen voor woonwagens worden uitgezonderd.

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. XXXXXX 2015, nr. XXXXXX;

gelet op de artikelen 4, 5, 7, 9, 10, 11, 12, 13, 18, 19 en 20 van de Huisvestingswet 2014 en de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet;

Wijziging Model Huisvestingsverordening Leeswijzer modelbepalingen

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 17 maart 2015, nr. B ;

Nieuwe regels met betrekking tot de verdeling van woonruimte en de samenstelling van de woonruimtevoorraad (Huisvestingswet 2013)

De huisvestingsverordening gemeente Epe 2015 vast te stellen.

Tweede Kamer der Staten-Generaal


Huisvestingsverordening gemeente Heusden 2016

In deze bijlage zijn een aantal terugkerende en veelgestelde vragen in willekeurige volgorde opgenomen.


Tweede Kamer der Staten-Generaal

ARTIKEL I. Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd: Artikel 232, vierde lid, vervalt.

VERORDENING TOT WIJZIGING VAN DE HUISVESTINGSVERORDENING REGIO UTRECHT 2015 GEMEENTE BUNNIK

gezien het advies van de raadscommissie d.d. 2 juni 2015; besluit vast te stellen de Huisvestingsverordening Terschelling 2015

De Huisvestingsverordening Regio Utrecht 2015 Gemeente Nieuwegein wordt als volgt gewijzigd:

INFORMATIEBLAD. Huisvestingswet en huisvestingsverordening 2019

Onderwerp Aanpassing Huisvestingsverordeningen per 1 juli 2017

Overzicht wijzigingen van de huisvestingsverordening per 1 juli 2017

Huisvestingsverordening Alkmaar

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 27 februari 2018 U Lbr. 18/007 (070)

Model Raadsbesluit Urgentieverordening Huisvestingswet 2014

ONDERWERP Huisvestingsverordening Zuid-Kennemerland/IJmond: Heemstede 2017

tot wijziging van het Besluit beheer sociale-huursector (verplichte verhuiskostenvergoeding bij renovatie en enkele kleine wijzigingen)

Bijlage 1: Ambtelijke toelichting belangrijkste aspecten Huisvestingswet 2014

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Cromstrijen houdende regels omtrent huisvesting Huisvestingsverordening Cromstrijen

GEMEENTEBLAD. Dit is besloten in de openbare vergadering van de raad op 15 juni 2017.

ons kenmerk ECSD/U Lbr. 15/014

Toelichting. Algemeen

Huisvestingsverordening, onderdeel woonruimtevoorraad, Leiden 2015 vastgesteld

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Huisvestingsverordening s-hertogenbosch 2015

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Advies aan de gemeenteraad

Kennissessie Spoedzoekers In samenwerking met gemeente Utrecht

Huisvestingsverordening Papendrecht 2005

ECGR/U Lbr. 13/034

Uitvoeringsbesluit kamerverhuur Hellevoetsluis 2012:

Beleidsregels toewijzen woonwagenstandplaatsen Gouda

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 125 van het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015;

het Raadbesluit tot wijziging van de de Huisvestingsverordening Regio Utrecht 2015 gemeente Nieuwegein

Beantwoording technische vragen forumavond 7 april 2015

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Versie PHO 22 mei Was/wordt tabel Concept Huisvestingsverordening Holland Rijnland 2019

Versie PHO 22 mei Was/wordt tabel Concept Huisvestingsverordening Holland Rijnland 2019

Huisvestingswet 2014 Geldend van t/m heden

Huisvestingsverordening Zuid-Kennemerland/IJmond: Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2015

Bijlage 3 Toelichting wijzigingen ten opzichte van de Huisvestingsverordening Regio Utrecht 2015 Gemeente Montfoort (aangepast per 1 juli 2017)

agendanummer Gelezen het voorstel van het college van de gemeente Albrandswaard met kenmerk d.d. 17 februari 2015;

Beantwoording technische vragen forumavond 7 april 2015

Onderwerp: Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Roerdalen 2015

Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere

IIMIIIIIIIIIIIIIIII Stuknummer: Registratiedatum: 30/11/2011

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Ede (Gelderland)

Onderwerp : Aanpassing Huisvestingsverordening

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Model Verordening loonkostensubsidie Participatiewet

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Heerenveen 2015

Contact en vragen via

Portefeuillehouder: J. Hoekzema Behandelend ambtenaar J. van der Weij, (t.a.v. J. van der Weij)

Toelichting Huisvestingsverordening Elburg Algemeen

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Heerenveen

Bijlage 2 Toelichting wijzigingen ten opzichte van Huisvestingsverordening Regio Utrecht 2015 Gemeente Montfoort (vastgesteld 22 juni 2015)

Huisvestingsverordening Breda 2015

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van [datum en nummer] gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel d, van de Participatiewet;

Raadsvoorstel Vaststellen Bouwverordening 2010 (Ie wijziging)

Titel : Huisvestingswet 2014 en intrekken beleidsregels bindingseisen woningmarkt Besluit pag. 3. Toelichting pag. 4

b. In het eerste lid, onderdeel l, wordt bij besluit als bedoeld in artikel 21 vervangen door: bij besluit als bedoeld in artikel 20.

gezien het voorstel inzake aanpassen verordeningen Wwb in verband wetswijzigingen 2013 (Gem. blad Afd. A 2013, no. );

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen,

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Nadere uitleg is opgenomen in de implementatiehandleiding, onderdeel van de bij deze modelverordening behorende ledenbrief.

Bijlage 1 Implementatiehandleiding Model-Huisvestingsverordening 2014

Vraag en antwoord subsidieregeling huisvestingsvoorziening

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Krimpen aan den IJssel 2015

BOETE BIJ RECIDIVE GEMEENTE MARUM 2015

Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Groningen van <datum>;

ons kenmerk ECSD/U Lbr. 16/024

ons kenmerk ECSD/U Lbr. 16/024

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Participatiewet 2015 Neerijnen

Nadere uitleg is opgenomen in de implementatiehandleiding, onderdeel van de bij deze modelverordening behorende ledenbrief.

Gemeente Den Haag DSO/ RIS HUISVESTINGSVERORDENING GEMEENTE DEN HAAG HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 mei 2013,

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive. Participatiewet 2015

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive 2015 GR Ferm Werk

6 januari 2015 Huisvestingswet

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 8 maart ECSD/U Lbr: 17/013 (070)

Hoofdstuk 2 Verdeling van woonruimte

ARTIKEL I. De Woningwet wordt als volgt gewijzigd:

ECLBR/U Lbr. 15/091

Transcriptie:

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8393 uw kenmerk bijlage(n) 2 betreft Aanpassing Model Huisvestingsverordening 2014 en ontwikkelingen t.a.v. Huisvestingswet 2014 ons kenmerk ECLBR/U201600924 Lbr. 16/049 Datum 23 juni 2016 Samenvatting Het betreft de eerste aanpassing van de Model Huisvestingsverordening 2014. Deze aanpassing is in hoofdzaak ingegeven door een aanstaande wijziging van de Huisvestingswet 2014 (te weten, de Wet doorstroming huurmarkt 2015). Van het moment wordt ook gebruik gemaakt om een kleine wijziging door te voeren die is ingegeven door een eerdere wijziging van de wet. Daarnaast worden in deze ledenbrief de diverse relevante aanhangige wetsvoorstellen belicht, in het bijzonder t.a.v. hun mogelijke betekenis voor Huisvestingsverordeningen.

Aan de leden informatiecentrum tel. (070) 373 8393 betreft Aanpassing Model Huisvestingsverordening 2014 en ontwikkelingen t.a.v. Huisvestingswet 2014 uw kenmerk ons kenmerk ECLBR/U201600924 Lbr. 16/049 bijlage(n) 2 datum 23 juni 2016 Geacht college en gemeenteraad, Voor u ligt de ledenbrief bij de eerste aanpassing van de Model Huisvestingsverordening 2014. Deze aanpassing is in hoofdzaak ingegeven door een aanstaande wijziging van de Huisvestingswet 2014 (te weten, de Wet doorstroming huurmarkt 2015, inwerkingtreding op 1 juli 2016). Van deze gelegenheid wordt ook gebruik gemaakt om een kleine wijziging door te voeren die is ingegeven door een eerdere wijziging van de wet. Daarnaast worden in deze ledenbrief de diverse relevante aanhangige wetsvoorstellen belicht, in het bijzonder t.a.v. hun mogelijke betekenis voor Huisvestingsverordeningen. 1. Wijziging van de Huisvestingswet 2014 A. De Wet doorstroming huurmarkt 2015 in combinatie met de (initiatief)wet van 14 april 2016 tot wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Huisvestingswet 2014 en de Woningwet (aanvulling van de opzeggingsgrond dringend eigen gebruik voor de tijdelijke huisvesting van jongeren) Inhoud wet: De Wet doorstroming huurmarkt (Stb. 2016, 158, Kamerstukken 34 373) breidt via een wijziging van het Burgerlijk Wetboek de mogelijkheden voor tijdelijke huurcontracten uit. Een deel van de woningvoorraad kan zo makkelijker gereserveerd worden voor doelgroepen die nu lastig aan passende huisvesting kunnen komen. Daarnaast blijven speciaal geschikte woningen zo beschikbaar voor de betreffende doelgroep. Dat draagt bij aan een efficiënter gebruik van de woningvoorraad.

Het huurrecht kent nu alleen nog bepalingen voor de doelgroepen ouderen, gehandicapten en studenten. Met deze wet wordt dit uitgebreid met contracten voor promovendi en grote gezinnen. Ook sluit de wet hiermee aan bij de initiatiefwet die een 5-jaarscontract voor jongeren tussen de 18 en 27 regelt. Verder komt er een huurcontract van maximaal 2 jaar en een huurcontract van maximaal 5 jaar voor onzelfstandige woonruimte. Deze contracten eindigen na de afgesproken termijn van rechtswege. In de wet is expliciet vastgelegd dat woningcorporaties, afgezien van een aantal uitzonderingen, geen contracten van maximaal 2 jaar voor zelfstandige woningen mogen aanbieden. Op grond van artikel II van de Wet doorstroming huurmarkt worden twee nieuwe artikelen in de Huisvestingswet 2014 ingevoegd, luidende: Artikel 11a In de huisvestingsverordening bepaalt de gemeenteraad dat indien een jongere als bedoeld in artikel 7:274c lid 2 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek een huurovereenkomst op grond van dat artikel is aangegaan, de inschrijving van die jongere om in aanmerking te komen voor een woonruimte niet vervalt. Artikel 11b In de huisvestingsverordening bepaalt de gemeenteraad dat indien een huurder een huurovereenkomst voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 271 lid 1 tweede volzin van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek is aangegaan, de inschrijving van die huurder om in aanmerking te komen voor een woonruimte niet vervalt. In de initiatiefwet (Stb. 2016, 157) staat een (nagenoeg) 1 gelijkluidend artikel 11a. Stand van zaken: Deze wijzigingen treden op 1 juli 2016 in werking (Stb. 2016, 159). Consequenties voor Huisvestingsverordeningen: Ja, deze wetswijzigingen hebben consequenties voor Huisvestingsverordeningen. De Model Huisvestingsverordening 2014 wordt daarom aangepast (er worden een tweetal leden toegevoegd aan artikel 4). Als bijlagen bij deze ledenbrief hebben we een modelraadsvoordracht (bijlage 1) en modelraadsbesluit (bijlage 2) bijgevoegd ten behoeve van een eenvoudige aanpassing van 1 Het artikel 11a dat middels de initiatiefwet aan de Huisvestingswet 2014 wordt toegevoegd treedt ook op 1 juli 2016 in werking. Hierin wordt abusievelijk nog verwezen naar artikel 7:274a van het Burgerlijk Wetboek, terwijl dat inmiddels artikel 7:274c is geworden. Middels een toekomstige Veegwet zal deze dubbeling worden hersteld. onderwerp Aanpassing Model Huisvestingsverordening 2014 en ontwikkelingen t.a.v. Huisvestingswet 2014 datum 23 juni 2016 02/07

Huisvestingsverordeningen. Beide zijn opgesteld overeenkomstig Igr 86 van de 100 Ideeën voor de gemeentelijke regelgever. B. De Herzieningswet toegelaten instellingen volkshuisvesting in combinatie met de Wet van 20 maart 2015 tot wijziging van de Herzieningswet toegelaten instellingen volkshuisvesting Inhoud wet: Artikel VI van de Herzieningswet (Stb. 2015, 145, Kamerstukken 32 769) in combinatie met artikel VI van de Wet tot wijziging van de Herzieningswet (Stb. 2015, 146, Kamerstukken 33 966) bevat een technische wijziging van de Huisvestingswet 2014 vanwege wijzigingen in de Woningwet. De verwijzing in artikel 1, onderdeel f, van de Huisvestingswet 2014) wordt gewijzigd van artikel 70 naar artikel 19 van de Woningwet. Stand van zaken: Deze wijziging is op 1 juli 2015 in werking getreden. Consequenties voor Huisvestingsverordeningen: Ja, deze wetswijziging heeft consequenties voor Huisvestingsverordeningen, i.i.g. voor zover deze in lijn met de modelverordening waren vastgesteld. Deze technische wijziging is nog niet doorgevoerd in de Model Huisvestingsverordening 2014; dat wordt nu gedaan door wijziging van de verwijzing naar artikel 70 in artikel 19 van de Woningwet. Dit betekent een aanpassing van artikel 1 (en de toelichting daarop). 2. Aanhangige wetsvoorstellen A. Voorstel van wet van het lid Bosman houdende regulering van de vestiging van Nederlanders van Aruba, Curaçao en Sint Maarten in Nederland Inhoud wetsvoorstel: Het doel van dit initiatiefwetsvoorstel is om vestiging in Nederland van kansarme immigranten van de eilanden te reguleren. Dit laatste ook in de hoop dat de autonome landen hun verantwoordelijkheid nemen door zelf te investeren in hun bevolking om zo de problemen op te lossen. Deze mensen vormen de toekomst voor de eilanden en moeten daarom ten volle worden benut (Kamerstukken 33 325, nr. 3). onderwerp Aanpassing Model Huisvestingsverordening 2014 en ontwikkelingen t.a.v. Huisvestingswet 2014 datum 23 juni 2016 03/07

Stand van zaken: Het wetsvoorstel is op 3 juli 2012 ingediend bij de Tweede Kamer. De Afdeling advisering van de Raad van State heeft sterke twijfels geuit of het onderscheid dat in het wetsvoorstel wordt gemaakt naar nationale afkomst en afstamming, kan worden gerechtvaardigd (Kamerstukken 33 325, nr. 11). De indiener van het initiatiefwetsvoorstel heeft op 17 mei 2016 bij Tweede nota van wijziging hieraan tegemoet willen komen door een aantal wijzigingen in het wetsvoorstel (Kamerstukken 33 325, nr. 12). Het wetsvoorstel staat op de langetermijnagenda van de Tweede Kamer voor antwoord eerste en tweede termijn. Consequenties voor Huisvestingsverordeningen: Het is niet de verwachting dat dit wetsvoorstel aanvaard zal worden. B. Voorstel van wet van het lid Van Klaveren tot wijziging van de Huisvestingswet 2014 in verband met het laten vervallen van de gemeentelijke plicht om zorg te dragen voor opvang van asielzoekers Inhoud wetsvoorstel: Initiatiefnemer spreekt van een onevenwichtigheid in het systeem en stelt voor om de gemeentelijke plicht om zorg te dragen voor opvang van asielzoekers te laten vervallen, en de genoemde groep op de reguliere wachtlijsten te plaatsen. Men is immers reeds gehuisvest (in de opvang) en de noodzaak van nieuwe woonruimte is voor deze groep niet per definitie groter dan die van andere woningzoekenden (Kamerstukken 33 308, nr. 3). Stand van zaken: Het wetsvoorstel is op 1 oktober 2015 ingediend bij de Tweede Kamer, zonder advies van de Afdeling advisering van de Raad van State. Dit advies is nodig voor een verdere behandeling door de Tweede Kamer. Consequenties voor Huisvestingsverordeningen: Het is niet de verwachting dat dit wetsvoorstel aanvaard zal worden. C. Wijziging van de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek (Wbmgb) in verband met de selectieve woningtoewijzing ter beperking van overlastgevend en crimineel gedrag onderwerp Aanpassing Model Huisvestingsverordening 2014 en ontwikkelingen t.a.v. Huisvestingswet 2014 datum 23 juni 2016 04/07

Inhoud wetsvoorstel: In artikel II van dit wetsvoorstel (Kamerstukken 34 314) wordt ten gevolge van de voorgestelde wijzigingen van de Wbmgp de verwijzing in artikel 3 van de Huisvestingswet 2014 gewijzigd (in het tweede lid van artikel 3 wordt «Gebieden, bedoeld in artikel 5, eerste lid» vervangen door: Complexen, straten of gebieden als bedoeld in artikel 5, eerste, tweede of derde lid). Stand van zaken: Het wetsvoorstel is op 8 oktober 2015 ingediend bij de Tweede Kamer, op 29 maart 2016 aanvaard door de Tweede Kamer en thans in behandeling bij de Eerste Kamer; voorlopig verslag Eerste Kamer 24 mei 2016. Consequenties voor Huisvestingsverordeningen: Nee, er zijn geen gevolgen voor Huisvestingsverordeningen. De voorgestelde wijziging betreft een technische wijziging en bevat geen wetgevingsopdracht voor gemeenten. Artikel 3 van de Huisvestingswet 2014 is niet uitgewerkt in de Model Huisvestingsverordening 2014 en ook niet vermeld in de toelichting daarop. D. Wijziging van de Huisvestingswet 2014 inzake de huisvesting van vergunninghouders Inhoud wetsvoorstel: Dit voorstel (Kamerstukken 34 454) is ingediend om uitvoering te geven aan een Kamermotie waarin de regering wordt verzocht om met inachtneming van de noodzaak van snelle doorstroming van statushouders uit asielzoekerscentra, asielzoekers met een tijdelijke verblijfsvergunning als voorrangscategorie uit de Huisvestingswet te schrappen (Kamerstukken 34 300, nr. 40). Deze motie is in de Tweede Kamer met een ruime meerderheid aangenomen. Het wetsvoorstel schrapt de verplichte urgentiestatus voor vergunninghouders in het geval een gemeente een Huisvestingsverordening heeft met een urgentieregeling. Al voor het opstellen van het wetsvoorstel heeft de VNG zich fel verweerd tegen voornemen van het kabinet om een wetsvoorstel met een dergelijke strekking in te dienen. Wij zijn van mening dat de regering met een dergelijk wetsvoorstel een verkeerd signaal afgeeft; het Rijk schrapt de urgentie voor vergunninghouders, maar laat het vervolgens wel gewoon aan de gemeenten over om de vergunninghouders met urgentie te huisvesten. Gemeenten moeten immers vergunninghouders met enige urgentie huisvesten; zonder dat lukt het huisvesten niet op tijd en voldoet de gemeente niet aan haar wettelijke taakstelling. Ons standpunt leidde tot overleg met minister Blok. Uiteindelijk is het oorspronkelijke wetsvoorstel aangepast. Omdat de aangenomen Kamermotie echter klip en klaar verwoordt dat de urgente positie van vergunninghouders moet worden geschrapt is dat wel nog steeds als zodanig opgenomen in het wetsvoorstel. In het wetsvoorstel wordt nu wel duidelijk aangegeven dat gemeenten onderwerp Aanpassing Model Huisvestingsverordening 2014 en ontwikkelingen t.a.v. Huisvestingswet 2014 datum 23 juni 2016 05/07

een taakstelling tot het huisvesten van vergunninghouders behouden. Het kabinet geeft ook aan het van groot belang te achten dat gemeenten hieraan blijven voldoen, ook als dat met zich meebrengt dat vergunninghouders op initiatief van individuele gemeenten zelf als urgente groep woningzoekenden aangewezen worden. Het wetsvoorstel staat er niet aan in de weg dat gemeenten in de Huisvestingsverordening of een plan van aanpak vastleggen hoe aan de taakstelling invulling wordt gegeven. Het kabinet stelt dat gemeenten hiermee maximale ruimte wordt geboden voor lokaal maatwerk, hetgeen wat betreft het kabinet een belangrijke doelstelling van dit wetsvoorstel is. Gezien deze aanpassing van het wetsvoorstel en gelet op de politieke werkelijkheid is het uiteindelijke wetsvoorstel voor ons acceptabel. Er ligt naar ons idee een voor gemeenten uitvoerbaar wetsvoorstel. Stand van zaken: Het wetsvoorstel is op 15 april 2016 ingediend bij de Tweede Kamer. De Kamer heeft op 2 juni 2016 schriftelijk verslag uitgebracht en wacht nu op schriftelijk antwoord van de regering. Consequenties voor Huisvestingsverordeningen: De modelverordening is dusdanig geredigeerd (met een dynamische verwijzing naar artikel 12, derde lid, van de Huisvestingswet 2014 en het gebruik van de wettelijke term urgentiecategorie ) dat het komen te vervallen van verplichte urgentiestatus van vergunninghouders niet tot aanpassing van Huisvestingsverordeningen hoeft te leiden. Gemeenten die vervolgens vergunninghouders op eigen initiatief als urgentiecategorie aan willen wijzen kunnen dit doen door deze groep toe te voegen aan de opsomming van artikel 9, tweede lid, van de Huisvestingsverordening (nummering van de modelverordening). E. Wijziging van de Huisvestingswet 2014, de Wet op de huurtoeslag, de Woningwet en enkele andere wetten teneinde daarin een aantal technische wijzigingen en een aantal wijzigingen met beperkte beleidsmatige gevolgen aan te brengen (Veegwet wonen) Inhoud wetsvoorstel: Zoals in de uitgebreide titel van het wetsvoorstel (Kamerstukken 34 468) is vermeld gaat het hier om een aantal technische wijzigingen en een aantal wijzigingen met beperkte beleidsmatige gevolgen. In artikel II van het wetsvoorstel worden wijzigingen voorgesteld van: artikel 1: invoegen van definities van standplaats en toevoeging van standplaats aan het begrip woonruimte. Met toevoeging van standplaats herleeft de mogelijkheid om regels te stellen voor de rechtvaardige verdeling van woonwagenstandplaatsen, zoals dit ook mogelijk was tot 1 januari 2015 onder de oude Huisvestingswet; onderwerp Aanpassing Model Huisvestingsverordening 2014 en ontwikkelingen t.a.v. Huisvestingswet 2014 datum 23 juni 2016 06/07

artikel 9: het tweede lid wordt duidelijker geformuleerd op verzoek van de VNG en het derde lid vervalt onder herformulering van de inhoud daarvan in het tweede lid; artikel 21: uitbreiding handhavingsbevoegdheden naar toekomstige huiseigenaren vanwege jurisprudentie waarbij is gebleken dat het opleggen van een bestuurlijke boete uitsluitend mogelijk is ten aanzien van een eigenaar die zelf feitelijk de woonruimte heeft onttrokken of omgezet. In de praktijk blijkt echter dat een aantal eigenaren een woonruimte illegaal omzetten of onttrekken en daarna het pand doorverkopen; artikel 25: puur technische wijzigingen (hernummering leden 1 t/m 5 en paragraaf ipv. afdeling 4.1.3.3 Awb in het vijfde lid). Stand van zaken: De Veegwet wonen is 4 mei 2016 ingediend bij de Tweede Kamer. De Kamer heeft op 3 juni 2016 schriftelijk verslag uitgebracht en wacht nu op schriftelijk antwoord van de regering. Consequenties voor Huisvestingsverordeningen: Nee, gelet op de stand van zaken in dit dossier zijn op korte termijn geen consequenties voor Huisvestingsverordeningen te verwachten. Als dit wetsvoorstel te zijner tijd tot wet wordt verheven, zal de toelichting bij artikel 1 van de Model Huisvestingsverordening 2014 worden aangepast voor wat betreft standplaatsen en de definitie van woonruimte. Hoogachtend, Vereniging van Nederlandse Gemeenten J. Kriens Voorzitter directieraad Deze ledenbrief staat ook op www.vng.nl onder brieven onderwerp Aanpassing Model Huisvestingsverordening 2014 en ontwikkelingen t.a.v. Huisvestingswet 2014 datum 23 juni 2016 07/07

Model raadsvoordracht wijziging Huisvestingsverordening Leeswijzer modelbepalingen - [naam gemeente] of [beschrijving gebied] = door gemeente in te vullen, zie bijvoorbeeld artikel 1, begrip woningmarktregio. - [iets] = facultatief, zie bijvoorbeeld artikel 1, begrip inwoning. - [iets OF iets] = door gemeente te kiezen, zie bijvoorbeeld artikel 4, eerste lid. In de bestaande tekst zijn de woorden en leestekens waaraan iets verandert cursief gezet én onderstreept. Voor zover het facultatieve onderdelen betreft staan deze tevens tussen blokhaken ( [ ). Facultatieve onderdelen waaraan niets verandert staan tussen blokhaken en zijn cursief gezet, maar niet onderstreept. In de nieuwe tekst zijn de nieuwe woorden en leestekens vet gedrukt. De raad van de gemeente [naam gemeente]; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van [datum en nummer]; gelet op de artikelen 4, 11a en 11b van de Huisvestingswet 2014; gezien het advies van [naam commissie]; besluit:. Artikel I De [citeertitel Huisvestingsverordening] wordt gewijzigd als volgt: A Artikel 1 wordt gewijzigd als volgt: Bestaande tekst Artikel 1. Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: - woningcorporatie: toegelaten instelling als bedoeld in artikel 70 van de Woningwet die feitelijk werkzaam is in de gemeente; [- inwoning: bewoning van een woonruimte die onderdeel uitmaakt van een woonruimte die door een ander huishouden in gebruik is genomen;] - mantelzorg: hulp als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015; [- onzelfstandige woonruimte: woonruimte, niet zijnde woonruimte bestemd voor inwoning, welke geen eigen toegang heeft en welke niet door een huishouden kan worden bewoond, zonder dat dit daarbij afhankelijk is van wezenlijke voorzieningen buiten die woonruimte;] - wet: Huisvestingswet 2014; Nieuwe tekst Artikel 1. Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: [- inwoning: bewoning van een woonruimte die onderdeel uitmaakt van een woonruimte die door een ander huishouden in gebruik is genomen;] - mantelzorg: hulp als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015; [- onzelfstandige woonruimte: woonruimte, niet zijnde woonruimte bestemd voor inwoning, welke geen eigen toegang heeft en welke niet door een huishouden kan worden bewoond, zonder dat dit daarbij afhankelijk is van wezenlijke voorzieningen buiten die woonruimte;] - wet: Huisvestingswet 2014; - woningcorporatie: toegelaten instelling als bedoeld in artikel 19 van de Woningwet die feitelijk werkzaam is in de ge-

- woningzoekende: huishouden dat in het inschrijfsysteem als bedoeld in artikel 4 is ingeschreven; [- woningmarktregio: [beschrijving gebied].] meente; [- woningmarktregio: [beschrijving gebied];] - woningzoekende: huishouden dat in het inschrijfsysteem als bedoeld in artikel 4 is ingeschreven. B Artikel 4 wordt gewijzigd als volgt: Bestaande tekst Artikel 4. Inschrijfsysteem van woningzoekenden 1. [Verhuurders OF Woningcorporaties OF Particuliere verhuurders] dragen in het kader van deze verordening zorg voor het aanleggen en bijhouden van een uniform inschrijfsysteem van woningzoekenden. 2. Zij stellen regels op over de wijze van inschrijving, registratie van gegevens, opschorting en einde van de inschrijving. 3. De woningzoekende ontvangt een bewijs van inschrijving. Nieuwe tekst Artikel 4. Inschrijfsysteem van woningzoekenden 1. [Verhuurders OF Woningcorporaties OF Particuliere verhuurders] dragen in het kader van deze verordening zorg voor het aanleggen en bijhouden van een uniform inschrijfsysteem van woningzoekenden. 2. Zij stellen regels op over de wijze van inschrijving, registratie van gegevens, opschorting en einde van de inschrijving. 3. De woningzoekende ontvangt een bewijs van inschrijving. 4. Indien een jongere als bedoeld in artikel 7:274c, tweede lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek een huurovereenkomst op grond van dat artikel is aangegaan, vervalt de inschrijving van die jongere om in aanmerking te komen voor een woonruimte niet. 5. Indien een huurder een huurovereenkomst voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 271, eerste lid, tweede volzin, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek is aangegaan, vervalt de inschrijving van die huurder om in aanmerking te komen voor een woonruimte niet. Artikel II Dit besluit treedt in werking op [datum] [en werkt terug tot en met 1 juli 2016]. Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van [datum]. De voorzitter, De griffier,

Toelichting Artikelsgewijs Artikel I A De verwijzing in de begripsomschrijving woningcorporatie is overeenkomstig artikel 1, onderdeel f, van de Huisvestingswet 2014 gewijzigd van artikel 70 naar artikel 19 van de Woningwet. Deze wijziging komt voort uit de Herzieningswet toegelaten instellingen volkshuisvesting (Stb. 2015, 145) in combinatie met de Wet van 20 maart 2015 tot wijziging van de Herzieningswet toegelaten instellingen volkshuisvesting (Stb. 2015, 146), beide in werking getreden op 1 juli 2015. Verder is van deze wijziging gebruik gemaakt om de begripsomschrijving in de alfabetische volgorde te plaatsen (overeenkomstig Igr 47, onder 5, van de 100 Ideeën voor de gemeentelijke regelgever. B Het vierde en vijfde lid zijn verplichte toevoegingen aan deze verordening op grond van de Wet doorstroming huurmarkt (Stb. 2016, 158) in combinatie met de Wet van 14 april 2016 tot wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Huisvestingswet 2014 en de Woningwet (aanvulling van de opzeggingsgrond dringend eigen gebruik voor de tijdelijke huisvesting van jongeren) (Stb. 2016, 157). Hierbij worden met inwerkingtredingsdatum 1 juli 2016 twee nieuwe artikelen in de Huisvestingswet 2014 ingevoegd, luidende: Artikel 11a In de huisvestingsverordening bepaalt de gemeenteraad dat indien een jongere als bedoeld in artikel 7:274c lid 2 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek een huurovereenkomst op grond van dat artikel is aangegaan, de inschrijving van die jongere om in aanmerking te komen voor een woonruimte niet vervalt. Artikel 11b In de huisvestingsverordening bepaalt de gemeenteraad dat indien een huurder een huurovereenkomst voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 271 lid 1 tweede volzin van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek is aangegaan, de inschrijving van die huurder om in aanmerking te komen voor een woonruimte niet vervalt. De Wet doorstroming huurmarkt breidt via een wijziging van het Burgerlijk Wetboek de mogelijkheden voor tijdelijke huurcontracten uit. Een deel van de woningvoorraad kan zo makkelijker gereserveerd worden voor doelgroepen die nu lastig aan passende huisvesting kunnen komen. Daarnaast blijven speciaal geschikte woningen zo beschikbaar voor de betreffende doelgroep. Dat draagt bij aan een efficiënter gebruik van de woningvoorraad. Artikel 4, vierde en vijfde lid, kunnen worden gezien als sluitstuk van deze wetswijziging aangezien deze bepalingen imperatief voorschrijven dat bij aanvaarding van deze tijdelijke woonruimte bestaande inschrijvingen in het inschrijfsysteem van woningzoekenden in stand blijven. [Artikel II Deze wijziging van de [citeertitel verordening] werkt terug tot en met 1 juli 2016 de inwerkingtredingsdatum van de Wet doorstroming huurmarkt omdat met ingang van die datum de (imperatief geformuleerde) artikelen 11a en 11b van de Huisvestingswet 2014 verplichten deze aanpassingen doorgevoerd te hebben.]

Leeswijzer modelbepalingen - [naam gemeente] of [beschrijving gebied] = door gemeente in te vullen, zie bijvoorbeeld artikel 1, begrip woningmarktregio. - [iets] = facultatief, zie bijvoorbeeld artikel 1, begrip inwoning. - [iets OF iets] = door gemeente te kiezen, zie bijvoorbeeld artikel 4, eerste lid. Model raadsbesluit wijziging Huisvestingsverordening De raad van de gemeente [naam gemeente]; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van [datum en nummer]; gelet op de artikelen 4, 11a en 11b van de Huisvestingswet 2014; gezien het advies van [naam commissie]; besluit: Artikel I De [citeertitel Huisvestingsverordening] wordt gewijzigd als volgt: A Artikel 1 komt te luiden: Artikel 1. Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: [inwoning: bewoning van een woonruimte die onderdeel uitmaakt van een woonruimte die door een ander huishouden in gebruik is genomen;] mantelzorg: hulp als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015; [onzelfstandige woonruimte: woonruimte, niet zijnde woonruimte bestemd voor inwoning, welke geen eigen toegang heeft en welke niet door een huishouden kan worden bewoond, zonder dat dit daarbij afhankelijk is van wezenlijke voorzieningen buiten die woonruimte;] wet: Huisvestingswet 2014; woningcorporatie: toegelaten instelling als bedoeld in artikel 19 van de Woningwet die feitelijk werkzaam is in de gemeente; [woningmarktregio: [beschrijving gebied];] woningzoekende: huishouden dat in het inschrijfsysteem als bedoeld in artikel 4 is ingeschreven. B Aan artikel 4 worden twee leden toegevoegd, luidende:

4. Indien een jongere als bedoeld in artikel 7:274c, tweede lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek een huurovereenkomst op grond van dat artikel is aangegaan, vervalt de inschrijving van die jongere om in aanmerking te komen voor een woonruimte niet. 5. Indien een huurder een huurovereenkomst voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 271, eerste lid, tweede volzin, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek is aangegaan, vervalt de inschrijving van die huurder om in aanmerking te komen voor een woonruimte niet. Artikel II Dit besluit treedt in werking op [datum datum] [en werkt terug tot en met 1 juli 2016]. Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van [datum datum]. De voorzitter, De griffier,