G E M E E N T E B E S T U U R v a n V A A L S No. Onderwerp: DE RAAD DER GEMEENTE VAALS; gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. gelet op het bepaalde in artikel 168 van de gemeentewet; overwegende dat het verantwoord is ten aanzien van het te voeren gemeentelijk beleid in het kader van de straathandel een regeling in het leven te roepen; B E S L U I T onder intrekking van de Standplaatsverordening d.d. 26 juni 1989 en de Ventverordening d.d. 26 juni 1989 en de daarbij behorende Beleidsregels Standplaats en Ventverordening; vast te stellen de volgende: Standplaatsen- en Ventverordening voor de gemeente Vaals 2002. Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Definities In deze verordening wordt verstaan onder: 1. Bestuursorgaan: Burgemeester en wethouders; 2. Aanvraag: De aanvraag voor een standplaats- of ventvergunning; 3. Vergunninghouder: Eenieder aan wie het bestuursorgaan een standplaats- of ventvergunning heeft verleend; 4. Standplaats: een ruimte op of aan de openbare weg, door het bestuursorgaan aangewezen voor het uitstallen, te koop aanbieden of verkopen van waren; 5. Vaste standplaats: een standplaats die voor onbepaalde tijd wordt toegewezen; 6. Tijdelijke standplaats: een standplaats die voor ten hoogste drie maanden wordt toegewezen; 7. Vergunning: Een schriftelijke beslissing van het bestuursorgaan op grond van deze verordening. Artikel 2 Vergunningsbewijs Van de toewijzing van een standplaats- of ventvergunning wordt door Burgemeester en Wethouders aan de vergunninghouder een schriftelijk bewijs afgegeven, vermeldende o.a.: 1. naam en voornamen, geboortedatum en -plaats, alsmede woonplaats en adres; 2. een duidelijke omschrijving van de toegewezen standplaats met vermelding van de afmetingen van de standplaats of het toegewezen ventgebied; 3. een omschrijving van de verkoopinrichting; 4. de branche, artikelen, goederen of waren, welke door de vergunninghouder op de hem toegewezen standplaats of tijdens het venten mogen worden verkocht; 5. de dag of de dagen, het tijdvak en de tijden waarop van de standplaats gebruik mag worden gemaakt.
Artikel 3 Aanvragen standplaats- of ventvergunning 1. Aanvragen voor toewijzing van een standplaats- of ventvergunning moeten ten minste zes weken voordat men de standplaats- of ventvergunning wenst in te nemen, schriftelijk worden ingediend bij Burgemeester en Wethouders. De vergunning kan worden geweigerd indien de aanvraag als hier bedoeld niet tijdig is ingediend. Burgemeester en Wethouders beslissen op de betreffende aanvraag binnen 8 weken na ontvangst. 2. De aanvraag gaat vergezeld van een bewijs van registratie, afgegeven door het Centraal Registratiekantoor Detailhandel en Ambacht; 3. Als een formulier niet volledig is ingevuld stelt het bestuursorgaan de aanvrager in de gelegenheid om binnen twee weken de ontbrekende gegevens aan te vullen; Artikel 4 Vereisten voor de vergunninghouder Om voor een vergunning in aanmerking te komen dient de aanvrager aan te tonen: 1. Ouder te zijn dan de leeftijd van 18 jaar; 2. Te voldoen aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie 3. dat hij van het bedrijven van handel zijn hoofdberoep maakt. 4. het bepaalde in artikel 6 lid 2 van deze verordening; Artikel 5 Toewijzing vergunning 1. Een vergunning wordt uitsluitend verleend aan natuurlijke personen; 2. Per persoon wordt niet meer dan één vergunning afgegeven. Artikel 6 Aansprakelijkheid 1. De vergunninghouder dient voldoende verzekerd te zijn tegen vorderingen tot schadevergoeding waartoe hij als gebruiker van een verkoopinrichting krachtens wettelijke aansprakelijkheidsbepalingen zou kunnen worden verplicht wegens aan derden toegebrachte schade; 2. De aanvrager voldoet aan het bepaalde in het eerste lid als hij een geldig bewijs overlegt van het lidmaatschap van een organisatie die voor haar leden een collectieve verzekering als in lid 1 bedoeld heeft afgesloten. Artikel 7 Legitimatieplicht De vergunninghouder dient zich te kunnen legitimeren door middel van een door een officiële instantie afgegeven identiteitsbewijs. Hij moet dit identiteitsbewijs op eerste aanvraag aan de controleur tonen. Artikel 8 Intrekken vergunning De vergunning kan worden ingetrokken indien: 1. De vergunninghouder het bij of krachtens in deze verordening bepaalde overtreedt; 2. De vergunning de voorschriften in de vergunning niet naleeft; 3. De vergunninghouder niet of niet tijdig de rechten, onder welke naam dan ook verschuldigd, voldoet; 4. De vergunninghouder zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog.
Artikel 9.Vrijgekomen standplaats- of ventvergunning Burgemeester en Wethouders kunnen besluiten een vrijgekomen vaste standplaats c.q vervallen ventvergunning niet meer uit te geven of uit te geven voor de verkoop van andere artikelen dan waarvoor de standplaats c.q. ventvergunning eerder was uitgegeven. Artikel 10 Vervallen standplaats- of ventvergunningen Het recht op een vaste standplaats of vergunning vervalt: 1. op eigen verzoek; 2. bij overlijden van de standplaatshouder; 3. wanneer niet langer wordt voldaan aan één of meer van de eisen, gesteld in artikel 4, de vergunninghouder gedurende 3 achtereenvolgende dagen of gedurende zes dagen binnen een tijdvak van drie maanden, geen gebruik heeft gemaakt van de vergunning Met achtereenvolgende dagen worden bedoeld de achtereenvolgende dagen waarop de vergunning geldig is. 4. Bij het overlijden van de vergunninghouder wordt het recht op de standplaats- of ventvergunning, overgeschreven op de overblijvende echtgenote (echtgenoot), mits een daartoe strekkend verzoek binnen één maand na het overlijden wordt ingediend. Artikel 11 Vakantie en ziekte vergunninghouder 1. Houders van standplaats- of ventvergunning, die wegens ziekte verhinderd zijn hun vergunning te gebruiken, dienen Burgemeester en Wethouders daarvan schriftelijk in kennis te stellen. 2. Deze schriftelijke mededeling moet tijdig, vóór de dag waarop de vergunning ingaat worden ingezonden. Bij plotselinge verhindering moeten Burgemeester en Wethouders mondeling of telefonisch worden ingelicht, gevolgd door een schriftelijke bevestiging van deze melding. 4. Bij langdurige afwezigheid van een vergunninghouder wegens ziekte, dient van deze reden van verhindering iedere drie maanden een geneeskundige verklaring te worden overgelegd aan Burgemeester en Wethouders. 5. Vergunninghouders die wegens vakantie hun vergunning niet kunnen gebruiken, moeten daarvan tijdig, onder opgave van de duur van de vakantie, schriftelijk mededeling doen aan Burgemeester en Wethouders. Paragraaf 2 Standplaatsen Artikel 12 Aanwijzing standplaatsen 1. Het is verboden op of aan de weg of op een voor het publiek toegankelijke plaats een standplaats in te nemen zonder schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders; 2. Standplaatsen worden uitsluitend ingenomen op de volgende locaties; A. Centrum Vaals; B. Camerig; C. Lemiers; D. Vijlen. 3. De locaties, genoemd bij punt 2, zijn op de bij deze verordening behorende bijlagen met rood aangegeven.
4. Per kern mogen maximaal 5 standplaatsen worden toegewezen, waarbij het niet zo mag zijn dat producten verkocht worden waarvoor reeds een standplaatsvergunning verleend is geworden. 5. Geen vaste standplaats kan worden aangewezen, indien redelijkerwijs Is te verwachten dat de bezetting daarvan: a. uitgaat boven het door Burgemeester en Wethouders in het kader van de openbare orde gehanteerde maximum aan aantal uit te geven standplaatsen; b. de rust en leefbaarheid in een woonbuurt verstoort; c. het stedebouwkundig karakter van het betrokken gebied aantast; d. de verkeersveiligheid in gevaar brengt; e. anderszins een gevaar betekent voor de aantasting van de openbare orde; f. en/of in strijd is met een geldend bestemmingsplan. 6. Burgemeester en Wethouders kunnen, Indien dringende omstandigheden daartoe aanleiding geven, aan een standplaatshouder tijdelijk een andere standplaats toewijzen. Artikel 13 Innemen standplaats Een standplaats mag, iedere dag van 10.00 uur tot 22.00 uur worden ingenomen, met dien verstande dat er geen standplaats mag worden ingenomen tijdens feestdagen, tijdens evenementen en tijdens weekmarkten. Artikel 14 Standplaats met een beperkte tijd Een standplaats die elk jaar gedurende een beperkte tijd wordt gebruikt (seizoenplaats), wordt beschouwd als vaste standplaats. Artikel 15 Tijdelijke standplaats Op een aanvraag voor het Innemen van een tijdelijke standplaats beslissen Burgemeester en Wethouders. Artikel 16 Persoonlijk innemen van de standplaats Een standplaats moet door de houder ervan persoonlijk worden ingenomen en mag derhalve niet aan een ander afgestaan of in gebruik gegeven worden. De houder van een standplaats mag zich doen bijstaan. Artikel 17 Ontheffing persoonlijk aanwezig zijn In bijzondere gevallen kan door Burgemeester en Wethouders aan standplaatshouders, op schriftelijk verzoek, tijdelijk ontheffing worden verleend van de verplichting om persoonlijk op de standplaats aanwezig te zijn. In de gevallen bedoeld in het eerste lid, alsmede in die bedoeld in artikel 16, kunnen Burgemeester en Wethouders de houder van een standplaats toestemming verlenen zich te laten vervangen. Paragraaf 3 Venten Artikel 18 Bepalingen t.a.v. venten Ten aanzien van het venten gelden dezelfde bepalingen als in deze verordening opgenomen in paragraaf 2 ten aanzien van standplaatsen, tenzij hierna anders is bepaald.
Artikel 19 Ventvergunningen Per kern mogen maximaal 2 ventvergunningen worden verleend, waarbij het niet zo mag zijn dat er producten verkocht worden, waarvoor reeds een vent- en/of standplaatsvergunning is afgegeven. Artikel 20 Gebruiken ventvergunning Er mag iedere dag gevent worden van 10.00 uur tot 22.00 uur, met dien verstande dat er niet gevent mag worden tijdens feestdagen, tijdens evenementen en tijdens weekmarkten Paragraaf 4 Straf- en handhavingsbepalingen Artikel 21 Maatregelen van orde A. De standplaats mag niet eerder in gebruik worden genomen dan één uur voordat met de verkoop mag worden begonnen. De standplaats moet volledig zijn ontruimd binnen één uur nadat de verkoop moet zijn beëindigd. B. Het is de standplaatshouder verboden zich behoudens toestemming van Burgemeester en Wethouders langer dan 15 minuten van zijn uitstallen te verwijderen. Gedurende deze tijd mag hij zijn standplaats niet onbeheerd achterlaten; C. De doorgangen buiten de standplaats op enigerlei wijze te verhinderen of te belemmeren; D. De standplaatshouder is verplicht er zorg voor te dragen dat zijn standplaats en onmiddellijke omgeving daarvan, zulks ter beoordeling van Burgemeester en Wethouders, steeds een verzorgd aanzien biedt. E. Hij dient de standplaats en de onmiddellijke omgeving daarvan tijdens en na het gebruik vrij te houden van afvallen en verpakkingsmaterialen. F. Het is de standplaatshouder verboden gebruik te maken van luidsprekers, versterkers en andere middelen ter versterking van het geluid. G. Burgemeester en Wethouders kunnen in bijzondere gevallen, zonodig onder door hen te stellen voorwaarden, ontheffing verlenen van het in lid F gestelde verbod. H. Het is de standplaatshouder verboden verwarmingstoestellen en/of kook- en baktoestellen te gebruiken op de standplaats. I. Burgemeester en Wethouders kunnen van het in het achtste lid gestelde verbod ontheffing verlenen onder door hen te stellen voorwaarden; J. Standplaatshouders, aan wie het is toegestaan op de standplaats geringe eet- en drinkwaren voor de consumptie gereed te maken, dienen aan de voorzijde van hun verkoopinrichting 2 korven van voldoende grootte te plaatsen voor het inwerpen van afval; K. Standplaatshouders zijn verplicht, gedurende de tijd dat zij goederen of waren ten verkoop aanbieden, op een duidelijk zichtbare plaats aan of in de verkoopinrichting een bord te hebben waarop duidelijk leesbaar de naam en de voorletters van de standplaatshouder. L. De op een standplaats in gebruik zijnde verkoopinrichting mag op geen enkele wijze aan opstallen of vaste voorwerpen zijn verbonden, noch zijn aangesloten op het electriciteits-, gas-, waterleiding- of telefoonnet. Kortom de verkoopinrichting dient te allen tijde mobiel te zijn; M. De prijsaanduiding van de ten verkoop aangeboden producten moet voor het publiek duidelijk leesbaar zijn; N. De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats vanaf zonsondergang voorzien te hebben van een verlichting, waarmee de uitgestalde goederen helder verlicht dienen te zijn.
Artikel 22 Verboden waren/goederen 1. Het is verboden andere producten in voorraad te houden, uit te stallen, te koop aan te bieden of te verkopen dan waarvoor vergunning is verleend; 2. Het bestuursorgaan kan, als hun dit in het belang van de openbare orde of volksgezondheid noodzakelijk voorkomt, de handel in bepaalde producten gedurende een bepaalde termijn verbieden Artikel 23 Strafbepalingen 1. Het bestuursorgaan kan het recht op een standplaats of het recht op venten al dan niet voorwaardelijk vervallen verklaren, dan wel het recht op een standplaats of het recht op venten telkens voor ten hoogste twee achtereenvolgende dagen dat de vergunning geldig is ontnemen als: A. De rechthebbende de in deze verordening opgenomen bepalingen overtreedt; B. Van de standplaats of van het venten gebruik wordt gemaakt dat strijdig is met het doel waarvoor het is bestemd; C. De rechthebbende zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog; D. De rechthebbende niet of niet tijdig het recht, onder welke naam dan ook verschuldigd, voor het gebruik van de vergunning voldoet; 2. Degene die in strijd handelt met de bepalingen in deze verordening of zich aan wangedrag of bedrog schuldig maakt, het bestuursorgaan, of diens vertegenwoordiger, in de uitoefening van hun taak belemmert, dan wel direct of indirect de orde verstoort of in gevaar brengt, een en ander ter beoordeling van het bestuursorgaan kan, gelast worden zich met zijn goederen/waren ogenblikkelijk van de standplaats te verwijderen, aan welke last ogenblikkelijk gevolg dient te worden gegeven; 3. Eenieder die wegens wanbetaling het recht op zijn standplaats heeft verloren, wordt niet opnieuw als gegadigde voor een standplaats ingeschreven, zolang het verschuldigde recht niet is voldaan. Artikel 24 Sancties Overtreding van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 12, 13, 16, 19, 20 en 21 van deze verordening wordt, voorzover daartegen niet reeds bij wet, algemene maatregel van bestuur of een provinciale verordening is voorzien, gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste 2 maanden. Paragraaf 5 Inwerkingtreding Artikel 25 Inwerkingtreding Deze verordening kan worden aangehaald als "Standplaatsen- en Ventverordening Gemeente Vaals 2002". Deze verordening treedt in werking 6 weken na publicatiedatum in het kader van de Tijdelijke Referendumwet. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de Raad der gemeente Vaals d.d. 1 juli 2002 De Secretaris, De Burgemeester,
Bekendgemaakt door: J. Gulikers * Opname in het gemeenteblad van Vaals, jaargang 2002, nummer 4; * Publicatie in Vaalser Weekblad d.d. 26 juli 2002 * Inwerkingtreding: 6 weken na publicatiedatum in het kader van de Tijdelijke Referendumwet.