Bedrijfsvoorschrift Luchtgekoelde Persluchtnakoelers RA-E Elektrisch gedreven modellen: 1, 2, 3, 4, 65, 8, 12, 16, 2 en 25 (Bouwjaar: 27)
Klompenmakerstraat 16d 2984 BB Ridderkerk Nederland Tel: +31-()18-412855 Fax: +31-()18-418218 e-mail: info@gritco.nl URL: http://www.gritco.nl
INHOUD 1. VOORWOORD... 4 2. INLEIDING... 5 Theorie... 8 Capaciteitstabel in m³/h... 9 3. OMSCHRIJVING... 11 Overzicht van de machine... 11 4. INSTALLEREN...13 5. BEDIENING...15 Stoppen...15 6. VEILIGHEIDSINSTRUCTIE...15 7. TRANSPORT EN OPSLAG...17 8. ONDERHOUD...17
1. VOORWOORD 1.1 Dit bedrijfsvoorschrift beschrijft hoe met de machine te werken, te installeren en te onderhouden.. 1.2 Dit bedrijfsvoorschrift dient gelezen te worden door de gebruiker als wel door de onderhoudsdienst. Beide dienen kennis en vaardigheid te hebben in elektrische en pneumatische systemen. 1.3 Delen die schuin, vet, onderstreept, of in een a box zoals deze: [text] gedrukt zijn, dienen met extra aandacht gelezen te worden. 1.4 Onjuist gebruik van de machine kan ongelukken tot gevolg hebben. Lees daarom dit bedrijfsvoorschrift aandachtig door vóór met de machine te werken. 1.5 Neem contact op met de leverancier omtrent vragen over de machine, het bedrijfsvoorschrift of storingen. 1.6 Bewaar dit bedrijfsvoorschrift op een aparte plaats voor onderhoudswerkzaamheden, storingsanalyse en onderdelen bestellingen.
2. INLEIDING 2.1 Deze machine is ontworpen om door middel van geforceerde koeling vocht van perslucht te scheiden. 2.2 Uitvoering hoog Uitvoering laag Optioneel kan de koeler met plaatstalen poten of in een stevig ransportframe geleverd worden. 2.3 Het gewicht van de machine verschilt per model: RA-2-E: 2 kg RA-12-E: 97 kg RA-3-E: 29 kg RA-16-E: 12 kg RA-4-E: 32 kg RA-2-E: 24 kg RA-65-E: 51 kg RA-25-E: 25 kg
RA-8-E: 53 kg Houdt ook rekening met het gewicht van het optionele frame. 2.4 Maximale druk: - model 1, 2, 3, 4: 16 bar - andere modellen: 12 bar Minimale omgevingstemperatuur: 5 C
2.5 Het vermogen van de motor verschilt per model: RA-1-E: 38 Watt RA-8-E: 52 Watt RA-2-E: 5 Watt RA-12-E: 55 Watt RA-3-E: 14 Watt RA-16-E: 55 Watt RA-4-E: 29 Watt RA-2-E: 75Watt RA-65-E: 52 Watt RA-25-E: 75 Watt 2.6 Aansluitschema
2.7 Gebruik de machine enkel voor de in punt 2.1 beschreven werkzaamheden. 2.8 Theorie: Bij het comprimeren van lucht wordt het volume hiervan sterk verkleind. Hoe hoger de gewenste druk, hoe kleiner het aangezogen volume zal worden. Daarbij wordt het in deze lucht aanwezige vocht t.o.v. het gecomprimeerde volume verveelvoudigd. Door de temperatuurstijging die er bij compressie optreedt, zal het vocht in dampvorm in de perslucht aanwezig zijn. Condensatie zal eerst bij sterke afkoeling worden verkregen. Om deze afkoeling geforceerd te verkrijgen wordt een persluchtnakoeler toegepast. De persluchtnakoeler kan in water- en in luchtgekoelde versie worden toegepast. Het principe van de luchtnakoeler is warmte uitwisseling, met als genoemd water of lucht als koelmedium. De luchtgekoelde persluchtnakoeler bestaat uit een warmte wisselaar in de vorm van een koelblok (radiateur principe), waarover met behulp van een axiaal ventilator omgevingslucht wordt geblazen. Hierdoor wordt de perslucht die in contact is gebracht met een groot warmte uitwisselingsoppervlak, koperen pijpen met aluminium koelribben, afgekoeld. Door deze afkoeling zal het vocht in de vorm van waterdamp condenseren en door de centrifugaalafscheider die op de persluchtnakoeler is gemonteerd, als olie- en water worden afgescheiden. Bij een juist gekozen type luchtnakoeler wordt een effectieve vochtafscheiding verkregen van 65 tot 7%, doorgaans voldoende voor storingvrije straalwerkzaamheden.
2.9 Capaciteitstabel in m³/h Intrede Temp. Delta T 1 2 3 4 5 65 8 12 16 2 25 3 C 34 66 97 131 158 212 25 3 391 55 632 785 6 C 6 C 54 14 148 197 24 32 39 586 778 98 1215 8 3 2 9 C 73 146 219 28 36 45 561 838 1116 142 1777 2 7 12 C 99 19 27 37 47 62 74 111 1493 1869 237 9 5 6 4 3 C 3 61 92 12 155 2 5 25 375 5 626 78 8 C 6 C 45 98 144 192 24 2 315 38 6 578 771 965 125 9 C 66 133 198 26 33 43 52 793 158 132 165 3 2 9 12 C 88 172 25 341 42 55 68 123 1363 172 213 5 8 6 3 3 C 3 61 92 116 152 199 24 4 365 488 68 76 12 C 6 C 47 94 141 185 23 3 37 562 75 94 117 5 5 6 9 C 6 12 18 24 3 39 48 72 96 12 15 12 C 75 15 22 29 37 49 6 9 12 15 1875 6 9 6 3 C 25 49 72 97 123 16 197 294 392 49 611 16 C 6 C 34 68 11 138 175 22 8 27 9 416 556 695 87 9 C 44 89 13 177 22 3 291 35 7 533 713 89 1115 22 28 36 45
12 C 55 111 165 3 2 7 672 898 112 14 Bovenstaande capaciteiten gelden bij de volgende condities: Omgevingstemperatuur: 21 C - 35 C, Werkdruk: 8 bar, Relatieve Vochtigheid: 6% Voor andere condities neemt u contact op met uw leverancier en/of fabrikant.
3. OMSCHRIJVING 3.1 Overzicht van de machine: # Omschrijving Functie 1 Dop Sluit het fitwerk van het koelblok af 2 Koelblok Geleid de perslucht langs de koelribben 3 Ventilator (compleet) Forceert omgevingslucht over de koelribben 4 Separator Scheidt onstane waterdruppels van de perslucht 5 Handaftap Maakt aftappen van afgescheiden water mogelijk. 6 Automatische aftap Tapt automatisch het afgescheiden water af. 7 Handaftap Maakt aftappen van afgescheiden water mogelijk. A Inlaat Aansluiting perslucht vanaf de compressor B Uitlaat Aansluiting perslucht naar persluchtapparaat.
4. INSTALLEREN In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe de machine te installeren. Het wordt aangeraden om de tekening van hoofdstuk 3 hierbij te gebruiken. 4.1 Zet de machine op een stevige en vlakke ondergrond. Hou rekening met het gewicht van de machine maar ook met dat van de gebruiker. 4.2 Zet de machine op een droge plaats. 4.3 Zorg ervoor dat de koeler zo staat opgesteld dat de ventilator voldoende lucht kan aanzuigen en uitblazen. Dit is essentieel voor de goede werking van de koeler. 4.4 Zorg ervoor dat het juiste model is geïnstalleerd voor de benodigde hoeveelheid perslucht. Persluchtafname is hierbij bepalend en niet de capaciteit van de compressor! 4.5 Voorzie de motor van de ventilator van de juiste stroomvoorziening. Raadpleeg hiervoor de typeplaat op de machine!. Het is aan te raden de motor stroomtoevoer te voorzien van een schakelaar en thermische beveiliging. Controleer de draairichting van de ventilator bij 3 fase motoren. Laat deze werkzaamheden over aan een ervaren elektricien. 4.6 Sluit een persluchtslang vanaf de compressor aan op de inlaat van de machine. Het is aan te raden dit door middel van een koppeling te doen. Ook een kogelkraan is aan te raden zodat de machine eenvoudig drukloos gesteld kan worden. 4.7 Sluit een persluchtslang naar het persluchtapparaat aan op de uitlaat van de machine. Het is aan te raden dit door middel van een koppeling te doen..
5. BEDIENING In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe de machine functioneert en hoe de machine te bedienen. Het wordt aangeraden om de tekening van hoofdstuk 3 hierbij te gebruiken. 5.1 Start de ventilator van de koeler met de geïnstalleerde schakelaar. Voor een optimale werking dient er een bepaalde hoeveelheid lucht over het koelblok te worden geblazen. Het juiste type ventilator en motor is daarvoor geïnstalleerd. 5.2 Zet de machine onder druk door de compressor te starten of eventueel de systeemkraan te openen. 5.3 Zorg ervoor dat alle handaftappen ieder half uur geopend worden om het afgescheiden water te verwijderen. Controleer tevens de functie van de automatische aftap wanneer deze is geïnstalleerd. Stoppen 5.5.1 Zet de compressor uit. Zowel de machine als de slangen en persluchtapparatuur ontluchten. Wanneer alles ontlucht is kunnen de slangen losgekoppeld worden en kan de machine worden opgeborgen. 5.5.2 Schakel de ventilator uit met behulp van de geïnstalleerde schakelaar. 5.5.3 Open alle aftappen om het afgescheiden water te verwijderen. Dit om eventuele vorstschade te voorkomen. 6. VEILIGHEIDSINSTRUCTIE 6.1 Volg altijd de plaatselijke veiligheidsregels. 6.2 De machine mag alleen gewijzigd worden na overleg en schriftelijke
toestemming van de leverancier. 6.3 Ontlucht de machine voordat men werkzaamheden wil verrichten. 6.4 Gebruik enkel slangen en koppelingen die in goede conditie verkeren. Neem bij twijfel contact op met uw leverancier. 6.5 Ontkoppel nooit een slang wanneer deze onder druk staat. 6.6 Controleer de machine volgens hoofdstuk 8 voor probleemloos werken. 6.7 Zorg ervoor dat er bij een draaiende ventilator geen vreemde objecten door het beschermgaas kunnen steken, deze kunnen de ventilator en de motor onherstelbaar beschadigen. 6.8 Gebruik de machine nooit bij vorst. Dit kan de machine onherstelbaar beschadigen.
7. TRANSPORT EN OPSLAG 7.1 Verplaats de machine nooit wanneer deze onder druk staat of wordt gebruikt.. 7.2 Verplaats de machine nooit met aangekoppelde slangen. 7.3 Verplaats de machine nooit met aangekoppelde stroomtoevoer. 7.4 Wanneer de koeler in een optioneel transportframe is geplaatst kan deze vervoerd worden met behulp van de hijsogen en of de lepelgaten (heftruck). 8. ONDERHOUD In dit hoofdstuk wordt het regelmatige onderhoud aan de machine besproken. Zorg ervoor dat machine ontlucht is wanneer de volgende punten orden gevolgd. 8.1 Bij transportabel gebruik kan het voorkomen dat de koelribben van het koelblok vervuilen. Is dit het geval dan zal de effectieve werking van de koeler sterk verminderen. In zo'n geval kan het koelblok (niet de motor!) met een worden schoongemaakt met water. De koeler dient dan buiten werking te zijn, c.q. de afsluiter op de inlaat moet worden gesloten of de compressor moet worden gestopt en de stroomtoevoer moet worden losgekoppeld! 8.2 De centrifugaalafscheider en eventueel het koelblok zijn voorzien van handaftappen, deze dienen minimaal 1x per half uur te worden geopend om het vocht af te voeren. Onder de centrifugaalafscheider kan eventueel een automatische aftap worden geplaatst.
De machine dient eenmaal per jaar door de leverancier of fabrikant te worden gecontroleerd of door een instantie met gelijke expertise.