Skeletscintigrafie
Skeletscintigrafie Het is belangrijk dat u deze folder aandachtig doorleest. Hierdoor kunt u zich goed op het onderzoek voorbereiden. Goede voorbereiding draagt bij aan het uiteindelijke resultaat van het onderzoek. Wat is een skeletscintigrafie. Een skeletscintigrafie, ook wel een botscan genoemd, is een nucleair geneeskundig onderzoek waarbij verschillende aandoeningen van het skelet kunnen worden afgebeeld. Daarnaast kan de doorbloeding van delen van het skelet onderzocht worden. Het onderzoek wordt uitgevoerd met behulp van een radioactieve stof. Het resultaat geeft de arts informatie over de mogelijke oorzaak van uw klachten. Deze folder beschrijft de gang van zaken bij het onderzoek. Dat wil zeggen dat het onderzoek is beschreven zoals het meestal verloopt. Het kan zijn dat de radioloog een andere methode kiest, die beter aansluit bij uw situatie. Het is daarom niet mogelijk in deze folder alle mogelijkheden te vermelden. Wat te doen in geval van ziekte of verhindering. Als u door ziekte of om andere redenen verhinderd bent uw afspraak na te komen, vragen wij u zo snel mogelijk contact op te nemen met de afdeling radiologie. In uw plaats kan dan een andere patiënt geholpen worden. Als u wilt, kunt u meteen een nieuwe afspraak maken. 24 Uur voor het onderzoek wordt door de afdeling radiologie de benodigde radiofarmaca voor uw onderzoek besteld. Als u uw afspraak niet of niet tijdig annuleert zijn wij genoodzaakt vanwege deze bestelde radiofarmaca het onderzoek toch in rekening te brengen. 2
Waar vindt het onderzoek plaats. Het onderzoek vindt plaats op de afdeling radiologie. Deze afdeling bevindt zich in het souterrain, route 22. Wij vragen u zich vóór het onderzoek te melden bij de balie van de afdeling radiologie. Wat is belangrijk te weten voor het onderzoek. Medicijnen. Als u medicijnen gebruikt, mag u deze normaal blijven innemen. Melden. Als u (mogelijk) zwanger bent vragen wij u dit zo snel mogelijk te melden aan de afdeling radiologie. Er kan dan, in overleg met uw arts, overwogen worden een ander onderzoek (zonder straling) te laten doen. Elk stralingsrisico voor uw ongeboren kind kan dan vermeden worden! Als u borstvoeding geeft, moet dit meestal korte tijd onderbroken worden. Hoe lang die onderbreking duurt, is afhankelijk van het soort onderzoek. Informatie hierover kunt u opvragen bij de afdeling radiologie. Kleding. Metalen voorwerpen kunnen de opnamen storen, daarom raden wij u aan geen kleding met ritssluitingen en/of knopen te dragen. Mocht u onverhoopt toch kleding dragen met metaal, dan wordt u gevraagd deze uit te trekken voor het onderzoek. Wij raden u aan uw sieraden thuis te laten. 3
Mogelijke risico s en complicaties. De hoeveelheid radioactieve stof die u krijgt toegediend bij een nucleair onderzoek is erg klein. De hoeveelheid straling waaraan u wordt blootgesteld is vergelijkbaar met die van het maken van een röntgenopname. U zult hiervan geen meetbaar nadelig effect ondervinden. Van de ingespoten stof merkt u niets. Na enkele dagen zijn alle radioactieve stoffen uit uw lichaam verdwenen. U vormt geen stralingsgevaar voor uw omgeving gedurende de tijd dat deze stoffen in uw lichaam zitten. Allergische reacties komen uiterst zelden voor, en dan alleen in lichte mate. Er bestaat een kleine kans op een bloeduitstorting door het aanprikken van een bloedvat. Deze verdwijnt na enkele dagen vanzelf. Voorbereiden. Er is geen speciale voorbereiding nodig voor dit onderzoek. U hoeft niet nuchter te zijn. Tijdens de wachttijd is het belangrijk dat u ongeveer 1 liter vocht drinkt (bv. water, koffie, thee, frisdrank). Als het nodig is kunt u naar het toilet gaan. Hierdoor zult u het overbodige deel van de radioactieve stof sneller via de urine uitscheiden. Vlak voordat de opnamen gemaakt worden, moet u naar het toilet gaan om uit te plassen. Een volle blaas geeft een storing op de opnamen. Bent u incontinent, neem dan contact op met de afdeling radiologie. Wij vragen u de bijgevoegde vragenlijst in te vullen en af te geven aan de laborant(e) die het onderzoek uitvoert. Hoe gaat het onderzoek verlopen. U krijgt door middel van een injectie in de arm een kleine hoeveelheid radioactieve stof toegediend. Behalve de prik, voelt u niets. Deze stof 4
wordt opgenomen door het skelet. Dit kost echter tijd, daarom zit er een aantal uren tussen de tijd van injectie en het maken van de opnamen. Het is niet nodig dat u gedurende deze tijd in het ziekenhuis blijft. Soms worden er kort na de injectie opnamen gemaakt. Dit wordt gedaan wanneer de arts ook informatie wil hebben over de doorbloeding van een bepaald gebied. Deze opnamen duren maximaal 10 minuten. Hierna mag u de afdeling verlaten, om later terug te komen voor de resterende opnamen. Voor het maken van de opnamen komt u op een onderzoektafel te liggen waarna de camera boven en/of onder u zal bewegen om opnamen te maken. De radioactieve stof zendt straling uit, die met behulp van deze zogenaamde gammacamera gemeten kan worden. Met behulp van een computer worden de gegevens omgezet in een beeld. Aanvullend kan het zijn dat er een zogenaamde SPECT-CT opname gemaakt wordt. De gammacamera draait bij deze opname om u heen. Vervolgens wordt er een CT opname gemaakt. Tijdens het onderzoek is het belangrijk dat u stil blijft liggen. Het maken van de opnamen neemt maximaal 30 minuten in beslag. Nazorg. Na het onderzoek kunt u zelfstandig naar huis. De rijvaardigheid is niet beïnvloed. U kunt gewoon eten en drinken. Hoe komt u aan de uitslag. Een radioloog beoordeelt het onderzoek en maakt hiervan een schriftelijk verslag. U kunt bij uw behandelend arts terecht voor de uitslag. 5
Tot slot. Deze folder is niet bedoeld als vervanging van mondelinge informatie, maar als aanvulling daarop. Hierdoor is het mogelijk alles nog eens rustig na te lezen. Hebt u nog vragen over het onderzoek, neemt u dan contact op met de afdeling radiologie. Met medische vragen kunt u terecht bij de behandelend arts. Aan het begin van het onderzoek zal de laborant(e) u nog een keer vertellen wat er gaat gebeuren. Wanneer u op dat moment nog vragen heeft, kunt u deze ook aan hem/haar stellen. Belangrijke telefoonnummers: St. Anna Ziekenhuis Algemeen : 040 286 4040 Radiologie : 040 286 4832 6
Vragenlijst bij skeletscintigrafie. Naam: Geboortedatum: Onderzoeksdatum: Om het onderzoek dat u zult ondergaan goed te kunnen beoordelen, is extra informatie nodig. Beantwoord de volgende vragen zo nauwkeurig mogelijk. Als u moeite heeft om sommige vragen te beantwoorden, kunt u natuurlijk altijd uitleg vragen aan de secretaresse of aan degene die het onderzoek uitvoert. 1. a. Hebt u ergens pijn? ja/nee b. Zo ja, waar?... c. Sinds wanneer?... d. Weet u de aanleiding hiervoor (bijv. gevallen/gestoten)?... 2. a. Hebt u wel eens een botbreuk gehad? ja/nee b. Zo ja, van welk bot?... c. Hoe langs is dit ongeveer geleden?... 3. Hebt u zich onlangs pijnlijk gestoten of bent u onlangs pijnlijk gevallen? ja/nee 4. a. Bent u in het verleden geopereerd? ja/nee b. Zo ja, waaraan (bijv. hart, heup, prostaat, darm)?... c. Wanneer heeft dit plaatsgevonden?... 5. a. Hebt u een prothese? ja/nee b. Zo ja, waar (bijv. knie, heup, oog)?... 7
c. Sinds wanneer?... 6. Hebt u een pacemaker? ja/nee 7. a. Hebt u een stoma? ja/nee b. Zo ja, waar?... 8. a. Is er onlangs een botboring of botpunctie bij u verricht? ja/nee b. Zo ja, waar (bijv. linker of rechter heup)?... 9. a. Hebt u wel eens bestraling ondergaan? ja/nee b. Zo ja, waarop (bijv. hals, borst rechts of links)?... 10. a. Hebt u wel eens chemotherapie gehad? ja/nee b. Zo ja, wanneer?... 11. a. Hebt u last van uw gebit (bijv. ontstoken tandvlees)? Ja/nee b. Is er onlangs bij u een tand getrokken? ja/nee c. Hebt u een gebitsprothese? ja/nee 12. a. Hebt u speciale ziekten (bijv. van hart of longen, suikerziekte)? Ja/nee b. Zo ja, welke?... 8
Notities Heeft u na het lezen van deze folder vragen? Wij raden u aan ze hier op te schrijven. Zo weet u zeker dat u ze niet vergeet. 9
10
11