NL Installatiegids Thermostaat Deze installatiegids is bestemd voor de installateur die de thermostaat in bedrijf zal stellen. Bekijk de aanwijzingen van de thermostaat voor zijn gebruik en besturing vanuit het Internet portaal.
Overzicht 1. Presentatie 1.1. Algemeen beeld 1.2. Het scherm van de thermostaat 1.3. Betekenis van de knipperlichten 1.4. Gebruik van de toetsen 1.5. Toegang tot het hoofdmenu 2. Installatie van de thermostaat 2.1. De binnenkant van het toestel 2.2. Installatieschema en bedrading 2.3. Bedradingsbord 2.4. Test van de thermostaat 2.4.1.Test van de «WARM» modus 2.4.2.Test van de «AIRCO» modus 2.5. Instelling van de parameters 2.6. Hoe de thermostaat verbinden met de Box 2.6.1.Automatische verbinding met het netwerk 2.6.2.Controle van de verbinding met het netwerk 2.6.3.Manuele verbinding met het netwerk 3. Gebruik van de Thermostaat 3.1. Home scherm 3.2. Regelen van de gebruiksmodus 3.3. Programmatie van de gekozen temperatuur 3.4. Manuele verandering van de gekozen temperatuur 3.5. Activeren/deactiveren van de vakantiemodus 3.6. Vergrendeling van de toetsen 4. Specificaties 5. Verklaring van de naleving van de CE normen 2
Algemene instructies De thermostaat kan enkel geïnstalleerd worden op een verwarmings of airconditioning systeem in de «alles of niets» modus en die over een «alles of niets» optie beschikt. De programmeerbare communicerende thermostaat moet volgens de geldige elektriciteits- en installatienormen geïnstalleerd worden en door een erkende professioneel of door de installateur van uw verwarmingssysteem. De thermostaat heeft een permanente wisselspanningsbron nodig van 230V met een frequentie van 50 Hertz. De thermostaat moet buiten bereik van vochtigheid gehouden worden en mag enkel in een droge ruimte geplaatst worden. De thermostaat moet geïnstalleerd worden in een ruimte waar de temperatuur tussen de 0 en de 45 C ligt. Voor men alles installeert, is het van essentieel van belang om het verwarmingssysteem en de voedingssector 230V los te koppelen 1. Presentatie 1.1. Algemeen beeld Figuur 1 1.2. Het scherm van de thermostaat Kwaliteit van het signaal Icoon : vergrendeling Modus - Verwarming (WARM) Instellingsmodus - Air Conditioning Icoon : activatie - Automatisch (AIRCO) van de verwarming Morgend Dag Avond Nacht of van de - Manueel air conditionning - Vakantie 3
Omgevingstemperatuur 1.3. Betekenis van de knipperlichten Rode, oranje en groene lichtflikkeringen : de thermostaat werd aangesloten op de voeding of wordt geïnitialiseerd ; Groene flikkeringen :de thermostaat zoekt een netwerk Rode flikkeringen : de thermostaat kan geen verbinding met het netwerk vinden.de thermostaat maakt binnen enkele minuten opnieuw verbinding ; De thermostaat is correct verbonden met een ZigBee netwerk wanneer er geen licht aan gaat. Opgelet : controleer na de verbinding of de thermostaat goed verbonden is met uw huisnetwerk door naar het hoofdstuk «Verbinding met het huisnetwerk» te gaan. 1.4. Gebruik van de toetsen Op het hoofdscherm : De en toetsen maken het mogelijk om de aangewezen temperatuur tijdelijk hoger of lager in te stellen ; de < en > toetsen maken het mogelijk om de modus (WARM/AIRCO) te veranderen of de (OFF) aanpassing te deactiveren ; de MENU toets geeft toegang tot de verschillende menuʼs van de thermostaat ; de INFORMATIE toets geeft toegang tot de netwerkinformatie van de thermostaat. In de menuʼ s : de en toetsen maken het mogelijk om verticaal door de opties te navigeren ; de < en > toetsen maken het mogelijk om de waarden in te stellen ; de MENU toets maakt het mogelijk om terug te keren naar het vorige menu ; de SELECTIE toets maakt het mogelijk om een gegeven of actie te valideren. 1.5. Toegang tot het hoofdmenu Druk op de Menu toets in het HOME scherm om het hoofdmenu weer te geven. Navigeer door de submenuʼ s met de en toetsen. Druk op de SELECTIE toets om naar het gewenste menu te gaan. Eens in de submenu, druk op de Menu toets om te bevestigen en terug te keren naar het hoofdmenu of de vorige pagina. 4
2. Installatie van de thermostaat 2.1. De binnenkant van het toestel Figuur 2 Figuur 3 5
2.2. Installatieschema en bedrading Voor het installatieschema van de thermostaat heeft men pluggen en schroeven nodig aangepast aan de bevestigingsgaten. De thermostaat moet op minimum 1,3 m van de vloer geïnstalleerd worden. Kies voor een plaats die droog is en op een afstand ligt van vensters, deuren en tochtbronnen. Vermijd de hoeken van een ruimte, de blootstelling aan warmtebronnen, aan zon en aan vochtigheid. De installatie in een niet geschikte ruimte zal onmiddellijk impact hebben op de prestaties van de thermostaat en de verwarming. De thermostaat is enkel compatibel met de verwarmings- of airconditioningssystemen die over een omgevingsthermostaat ingang «alles of niets» (AON) beschikken. Andere systemen zijn niet compatibel. 1) Controleer of het verwarmingssysteem uitgeschakeld is 2) Open de thermostaat, na het losschroeven van de sluitingspen aan de onderkant van de thermostaat (Figuur 1), om deze te scheiden van zijn bevestiging door een verticale druk uit te voeren op de voorkant van de thermostaat 3) Verwijder de transparante veiligheidsklep door de schroeven van de klep los te schroeven (Figuur 3) 4) Leid de voedingskabels en stuurkabels doorheen de kabelgoot (Figuur 4) 5) Plaats de bevestiging van de thermostaat en gebruik deze als sjabloon om de fixatie punten op de muur over te brengen (Figuur 3). Plaats de houder zodanig dat de voedingskabels 220 V en stuurkabels toegankelijk blijven via de kabelgoot, eens de bevestiging op de muur vast staat 6) Verwijder de bevestiging en boor in de muur op de plaats van de aanduiding en plaats de geschikte schroeven, indien dit nodig is 7) Fixeer de houder definitief op de muur en voer de bedrading van uw verwarmingssysteem uit in functie van het hieronder vermelde bord 8) Verbind de voedingskabels 9) Schroef de transparante klep van de bevestiging van de thermostaat terug vast 10) Plug de thermostaat in op zijn bevestiging en schroef de sluitingsschroef terug vast 6
2.3. Bedradingsschema WAARSCHUWING! Voor een duidelijke en eenvoudige uitleg worden de bedradingsschemaʼ s in een eenvoudige vorm weergegeven en geven ze niet de verschillende bescherming en accessoires weer zoals voorgeschreven door de verschillende geldende normen. In ieder geval moeten de UTE NF C15-100 norm en de installatieregels gerespecteerd worden voor de plaatsing van dit product. Traditionele verwarming Verbind de CON2 en NO2 poorten met de twee poorten van de thermostaat ingang van de verwarming. Warmte pomp met warm/koud thermostaat ingang Verbind de CON1 en CON2 poorten met de gemeenschappelijke poort van de thermostaat ingang van de P.A.C., verbindt de NO1 poort met de «warm» poort en de NO2 poort met de «koud» poort van de thermostaat ingang van de P.A.C. Verwarming zonder thermostaat ingang In het geval van een verwarming zonder thermostaat is het mogelijk om de voeding van de pomp van de verwarming met de limiet van 2A onder 220V onmiddellijk te voorzien. Elektrische convectoren De thermostaat maakt de besturing van de convectoren mogelijk ENKEL via het gebruik van een contactor voor het op afstand bedienen van het vermogen (niet geleverd) De contactor voor het vermogen moet gekozen worden om het gevraagde vermogen door het geheel van de besturende convectoren te ondersteunen. 2.4. Testen van de thermostaat WAARSCHUWING! Nooit de «AIRCO» modus gebruiken of testen wanneer de buiten temperatuur onder de 10 C ligt, dit zou uw airconditioningssysteem kunnen beschadigen. 7
2.4.1. Testen van de «WARM» modus Controleer of de thermostaat aan staat en of deze de temperatuur van de ruimte correct weergeeft : 1) Druk vanuit het home scherm meerdere keren op de < of > toets tot de modus overgaat naar «WARM» 2) Druk dan op de Menu toets om de modus te bevestigen 3) Druk dan op de toets om de aangewezen temperatuur te verhogen met minstens 5 C bovenop de temperatuur van de ruimte (dan gaat de aanwijzing op het scherm over naar «MANUEEL» ). Een 20 seconden na deze instelling begint de verwarming te werken en het icoon wordt op het scherm weergegeven 4) Druk opnieuw op de < of > toets eens de verwarming aan staat en selecteer dan de «OFF» modus 5) Druk op de Menu toets om deze modus te bevestigen. Na een 20-tal seconden gaat de verwarming uit en het icoon verdwijnt. 2.4.2. Testen van de «AIRCO» modus Controleer of de thermostaat aan staat en of deze correct de temperatuur van de ruimte weergeeft : 1) Druk vanuit het home scherm meerdere keren op de < of > toets tot de modus overgaat naar«airco» 2) Druk dan op de Menu toets om deze modus geldig te verklaren 3) Druk op de toets om de aangewezen temperatuur te verlagen met minstens 5 C onder de temperatuur van de ruimte (dan gaat de aanwijzing op het scherm over naar «MANUEEL»). Een 20 seconden na deze instelling begint de airconditioning te werken en het icoon wordt op het scherm weergegeven 4) Druk opnieuw op de < of > toets eens de airconditioning aan staat en selecteer dan de «OFF» modus 5) Druk op de Menu toets om de modus geldig te verklaren. Na een 20 tal seconden gaat de air conditioning uit en het icoon verdwijnt. Stel de thermostaat in, in de gewenste modus ( WARM of AIRCO ) en stel de aangewezen temperatuur in. 2.5. Instelling van de parameters De thermostaat beschikt over algemene parameters die het mogelijk maken de thermostaat te gebruiken onder geschikte voorwaarden. Deze parameters zijn : de keuze van de meeteenheid : C of F Het regelen van de «DELTA» in C of F. Het gaat om de instellingsmarge in vergelijking met de aanwijzing. Hoe kleiner de DELTA is, hoe korter de cyclus van de verwarming of van de airconditioning zal zijn en hoe stabieler de temperatuur zal zijn. Deze instelling kan voor de eenheid C volgende waarden aannemen : 0.25, 0.50 of 1 C. Deze moet geregeld worden in functie van de apparatuur en de omgevingstemperatuur. Deze regeling beïnvloedt de werking van de thermostaat. In de WARM modus zal de verwarming pas opslaan als de temperatuur lager is dan de ingestelde temperatuur DELTA en zal enkel afslaan als de temperatuur over de ingestelde temperatuur gaat. In de AIRCO modus zal de airconditioning pas opslaan als de temperatuur hoger is dan de ingestelde temperatuur + DELTA en zal enkel afslaan als de temperatuur lager is dan de ingestelde temperatuur. Deze parameter maakt het mogelijk om de verwarmings- of airconditioningscyclus te verlengen of in te korten in functie van de ruimte en de apparatuur. De instelling van het uur en datum De keuze van de menu taal : Engels/Frans 8
De thermostaat is standaard in het Frans ingesteld, deze geeft de temperatuur in C weer, de geselecteerde DELTA is 0,25 C. U kan de thermostaat altijd terug instellen met behulp van het «Parameter» menu. Het opnieuw instellen van de thermostaat zal het geheel van de geprogrammeerde instructies, de VAKANTIE modus en de verbinding met het huisnetwerk met zich meebrengen. De parameters van het uur en de datum worden automatisch door de thermostaat opgeslagen die in de buurt van de Box staat tijdens de verbinding met het huisnetwerk. Om toegang te krijgen tot het parameter menu : De wijzigingen zullen automatisch opgeslagen worden. 1) Druk vanuit het home scherm op de MENU toets, kies dan het «PARAMETER» menu met behulp van de en toetsen ; 2) Ga naar deze submenu door op de SELECTIE toets te drukken ; 3) Ga van de ene parameter naar de andere door de en toetsen te gebruiken ; 4) Wijzig de waarden van de parameters met behulp van de < en > toetsen ; 5) Druk 2 keer op de MENU toets om uw instellingen geldig te verklaren. 2.6. Hoe de thermostaat verbinden met de Box Voor een optimaal gebruik van de thermostaat moet deze verbonden zijn met het huisnetwerk van de Box. Controleer of de Box aan staat, werkt en zich in de buurt van de thermostaat bevindt. Druk op de toets achter de Box. Op de Box zal gedurende 2 minuten een licht blauw licht flikkeren. Inmiddels kan u uw thermostaat verbinden : 1. Druk op de MENU toets 2. Selecteer in de lijst van het netwerk 3. Verbreek de verbinding door op de SELECTIE toets te drukken De LED flikkert (de thermostaat scant de netwerken) en gaat dan uit : uw thermostaat is goed verbonden met de Box 4. Uw thermostaat kan geen verbinding met uw netwerk maken als op de LED een rood licht aangaat ; probeer opnieuw verbinding te maken. 2.6.1. Automatische verbinding met het netwerk De thermostaat probeert verbinding te maken met het netwerk van de Box vanaf het moment dat deze verbinding heeft met zijn voeding (dan flikkert het licht van het netwerk groen) tot dat deze gevonden wordt (dan gaat het licht van het netwerk uit). Na een stroompanne probeert de thermostaat opnieuw verbinding te maken met het netwerk waarmee hij verbonden was vóór de stroompanne. 2.6.2. Controle van de verbinding met het huisnetwerk 1. Druk vanuit het home scherm op de Menu toets en kies dan voor het «NETWERK» menu met behulp van de en toetsen 2. Ga naar dit submenu door op de SELECTIE toets te drukken 3. Controleer of de staat als «Verbonden» wordt weergegeven en dat de PAN overeenkomt met het adres van uw huisnetwerk (bijvoorbeeld A9ED). Uw thermostaat is nu correct verbonden ; Ga naar de volgende paragraaf als de status als «Niet verbonden» wordt weergegeven of het netwerk adres niet overeenkomt. 9
2.6.3 Manuele verbinding met het Radio netwerk De thermostaat kan soms verbinding maken met een ander dichtbij gelegen huisnetwerk. Deze verbinding moet dan manueel verbroken worden om uw eigen netwerk terug te vinden ; 1. Druk vanuit het home scherm op de MENU toets, kies het «NETWERK menu met behulp van de en toetsen 2. Ga naar deze submenu door op de SELECTIE toets te drukken 3. Druk op de SELECTIE toets om de verbinding te verbreken tussen de thermostaat en het netwerk. Er flikkert een groen LEDlicht op de thermostaat om weer te geven dat er gezocht wordt naar een nieuw netwerk 4. Ga terug naar stap 3) als de staat «Niet Verbonden» weergeeft of als het netwerk adres niet overeenkomt. Plaats de Box zo dicht mogelijk bij de thermostaat en ga terug naar stap 1) als de resultaten van de verbinding niet goed zijn na meerdere pogingen 5. Controleer of de staat als «Verbonden» weergegeven wordt en dat de PAN overeenkomt met het adres van uw huisnetwerk (bijvoorbeeld A9ED). Uw thermostaat is nu correct verbonden. 3. Gebruik van de thermostaat 3.1. Home scherm Het home scherm komt overeen met de standaard weergegeven informatie. Als u op geen enkele toets drukt, wordt het home scherm automatisch terug weergegeven. 3.2. Regelen van de gebruiksmodus Druk vanuit het home scherm meerdere keren op de < of > toets tot de gewenste modus op het scherm vertoont wordt (AIRCO of WARM). wordt weergegeven wanneer de thermostaat het verwarmingssysteem activeert om de verschillende ruimtes tot de aangewezen temperatuur te verwarmen. wordt weergegeven wanneer de thermostaat het airconditioning systeem activeert om de verschillende ruimtes tot de aangewezen temperatuur te koelen. 10
3.3. Programmatie van de gekozen temperaturen Ga naar de gebruikersgids van de thermostaat om deze te programmeren en te besturen vanuit uw Internet portaal. U vindt hieronder de procedure die u moet volgen om uw programmatie op de thermostaat uit te voeren. De thermostaat beschikt over 4 aangewezen temperaturen (OCHEND, DAG, AVOND, NACHT) voor elke modus (WARM, AIRCO) en voor elke dag van de week ofwel 56 mogelijke aanwijzingen. Elke aanwijzing van elke dag beschikt over een temperatuur voor de «WARM» modus, over een temperatuur voor de «AIRCO» modus en over een start uur van de dag. Het programma maakt het mogelijk om deze verschillende aanwijzingen te verdelen over de 7 dagen van de week. Waarschuwing! Het eind uur van een aanwijzing is niet te programmeren, deze wordt enkel gedefinieerd door het start uur van de volgende aanwijzing. De thermostaat beschikt over de volgende aanwijzingen voor elke dag van de week : Aanwijzing Start uur Temperatuur modus WARM Temperatuur modus AIRCO OCHTEND 06 : 00 21.0 C 24.0 C DAG 08 : 00 16.5 C 29.5 C AVOND 18 : 00 21.0 C 24.0 C NACHT 22 : 00 16.5 C 25.5 C Om toegang te krijgen tot het programmatie menu : 1) Druk vanuit het home scherm op de MENU toets en kies dan het «PROGRAMMA» menu met behulp van de en toetsen 2) Ga naar deze submenu door op de SELECTIE toets te drukken 3) Kies een dag met behulp van de < of > toets 4) Ga van de ene waarde naar de andere door de en toetsen te gebruiken 5) Gebruik de < of > toets om een waarde te wijzigen 6) Herhaal deze handeling voor elke dag van de week De wijzigingen worden automatisch opgeslagen bij het verlaten van de menu. Om de programmatie te vergemakkelijken, kan u de programmatie van één dag van de week kopiëren en plakken op andere dagen van de week : 1) Druk vanuit het «PROGRAMMA» menu op de Informatie toets en kies voor kopie of reset 11
2) Verklaar de kopie of de reset geldig door op de SELECTIE toets te drukken. 3.4. Manuele verandering van de gekozen temperatuur (tijdelijke afbreuk) De thermostaat neemt de keuze enkel in rekening voor de geselecteerde modus (WARM of AIRCO). Controleer of de thermostaat aan staat en dat deze de temperatuur van de ruimte aanduidt. 1) Druk vanuit het hoofdscherm meerdere keren op de < of > toets tot de modus over gaat naar de gewenste modus (WARM of AIRCO) 2) Druk op de Menu toets om deze modus te kiezen 3) Stel de temperatuur hoger of lager in met behulp van de < of > toets. Op het scherm verandert de aanwijzing naar «MANUEEL». Een 20-tal seconden na deze instelling gaat de verwarming of de airconditioning aan in functie van de gebruiksmodus en het of het icoon worden weergegeven op het scherm. Deze temperatuur zal tot het volgende tijdsinterval van de programmatie van de aanwijzing behouden worden. De aangewezen temperatuur zal overgaan naar de gedefinieerde aanwijzing in het programma bij de overgang naar dit nieuwe tijdsinterval van de programmatie. De thermostaat zal dan de modus weergeven waarin hij gebruikt wordt ( WARM of AIRCO ) aangewezen temperatuur voor dat interval. 3.5. Activeren/deactiveren van de VAKANTIE modus en de geprogrammeerde De VAKANTIE modus maakt het mogelijk om een lagere aangewezen temperatuur te activeren wanneer u afwezig bent gedurende maximum 99 dagen. De vakantie modus is enkel beschikbaar wanneer de thermostaat in WARM of AIRCO modus ingesteld staat. 1. Druk vanuit het home scherm op de Menu toets en kies dan de «VAKANTIE» menu met behulp van de < of > toets ; 2. Ga naar het submenu door op de SELECTIE toets te drukken ; 3. Activeer of deactiveer de modus door ON en OFF aan te duiden met de < of > toets ; 4. Gebruik de < of > toets om het aantal dagen en de gebruikte temperatuur in te stellen en stel de waarden in met behulp van de < of > toets ; 5. Druk 2 keer op de MENU toets om uw instellingen te bevestigen De thermostaat herneemt automatisch de vastgelegde wekelijkse programmatie op het einde van de ingestelde vakantieperiode. 3.6. Vergrendeling van de toetsen Om de onvrijwillige manipulatie van de toetsen te vermijden, kan u het geheel vergrendelen door gelijktijdig op de < en > toetsen te drukken tot het vergrendelingsicoon weergegeven wordt op het scherm. 12
Om de toetsen te ontgrendelen druk gelijktijdig op de < en > toetsen tot het vergrendelingsicoon verdwijnt op uw scherm. 4. Specificaties Temperatuurseenheid Gebruikstemperatuur Meetbereik van de binnen temperatuur Radiofrequentie Reikwijdte Maximum capaciteit voor het onderbreken van de relais Voeding Omvang Gewicht C/ F 0-45 o C(32-113 F) 5-37 o C (40-99 F) 2.445GHz, 2.450GHz, 2.475GHz Tot 150m in open ruimte 2A onder 230V 230V AC / 50HZ neutraal + fase 13.6 (L) x 10.6 (H) x 3.05 (P) cm 251.2 g 5. Verklaring van de CE conformiteit Het product beantwoordt aan volgende normen: EN 301 489-3 V1.4.1, EN 301 489-1 V1.8.1 EN 60730-1:2000+A1:2004+A12:2003+A13:2004+A14:2005+A15:2007+A16:2007+A2:2008, EN 60730-2-9:2002+A1:2003+A11:2003+A12:2004+A2:2005, EN 60730-2-7:1991+A1:1997+A11:1994+A12:1993+A13:2003+A14:2003, ETSI EN 300 328:2006 V1.7.1, ETSI EN 50371:2002 (EN 55022:2006+A1:2007, EN61000-3-2:2006+A1:2009+A2:2009, EN 61000-3-3:2008, IEC 61000-4-2:2008, IEC 61000-4-3:2006+A1:2007+A2:2010, IEC 61000-4-4:2004+A1:2010, IEC 61000-4-5:2005, IEC 61000-4-6:2008, IEC 61000-4-11:2004, EN 50371:2002) 13