Voorstel In te stemmen met de voorgestelde (wijzigins-)verordeningen inzake belastingen en retributies.

Vergelijkbare documenten
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 december 2013;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

GEMEENTE LOPIK. Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2010

Gemeente Langedijk. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 november 2014, nummer 86;

Artikel 1 Inleidende bepaling

Verordening reinigingsheffingen Noord-Beveland 2018

GEMEENTEBLAD. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 november 2016;

Raadsbesluit. De raad van de gemeente Wijk bij Duurstede; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2016 nr.

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 november 2015;

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Houten. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 november 2014;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van xxxxxx, nr. xx ;

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2018

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2016

Gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders, nummer van..

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

No.ZA /DV , afdeling Middelen en Advies. Onderwerp: Vaststellen "Verordening reinigingsheffingen gemeente Vlagtwedde 2015"

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 november 2014;

De tariefsontwikkeling laat dan vanaf 2008 het volgende beeld zien: Belastingjaar Rioolheffing per zelfstandig gedeelte

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2014,

Nummer 090 G. Afvalstoffenheffing

Verordening reinigingsheffingen 2016 gemeente Sliedrecht. gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten gemeente Heemskerk 2018

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 23 oktober 2007;

VERORDENING AFVALSTOFFENHEFFING EN REINIGINGSRECHTEN Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 oktober 2014;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 1 november 2016, nummer ;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 november 2015, nummer ;

RAADSVOORSTEL MET VERORDENING

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr d.d. 27 september 2016;

Verordening rioolheffing

Reinigingsheffingen. gelet op artikel van de Wet milieubeheer en artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2012

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 november 2018;

Gemeente Grootegast Verordening reinigingsheffingen 2017

Verordening rioolheffing Opmeer 2019.

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2017

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten gemeente Veendam

* GEWIJZIGD, 22 NOVEMBER 2017 (pagina 7) Gemeenteblad 612

Verordening reinigingsheffingen 2014

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Ede (Gelderland)

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel van de Wet milieubeheer; B E S L U I T:

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel van de Wet milieubeheer; B E S L U I T:

Wetstechnische informatie

Raadsbesluit. De raad van de gemeente Wijk bij Duurstede; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 november 2018 nr.

Verordening op de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2019

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2019

"Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2017"

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2016

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2011

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere (Flevoland)

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet en artikel van de Wet Milieubeheer;

vast te stellen de volgende Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing

Verordening op de heffing en de invordering van de rioolheffing 2018 (Verordening rioolheffing 2018)

Besluit: vast te stellen de: VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING EN REINIGINGSRECHTEN (REINIGINGSHEFFINGEN) 2016

Wetstechnische informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 29 oktober 2013 (kenmerk );

Wetstechnische informatie

De raad van de gemeente Moerdijk, in zijn vergadering van 24 november 2016;

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Verordening reinigingsheffingen 2019

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 november 2018, zaaknummer ;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 oktober 2018, met overneming van de daarin vermelde motieven; besluit:

Verordening rioolheffing

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2014

besluit Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2014.

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Wijk bij Duurstede (Utrecht)

Wetstechnische informatie

Raadsbesluit. GEMEENTE VELSEN gemeenteraad

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel van de Wet milieubeheer; B E S L U I T:

WIJZIGING VERORDENINGEN RIOOLRECHTEN 2012 EN 2013

Verordening op de heffing en invordering van leges 2019

Datum Van Steller Aan. Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing /306654

Format verordening raad. Gemeente Westerkwartier. Gemeente. Gemeenteraad. Financiën. Gemeentewet. vastelling nieuwe regeling

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2015

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 5 november 2013

Verordening op de heffing en de invordering reinigingsrechten 2018 gemeente Alkmaar

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere (Flevoland)

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders 21 november 2017;

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN REINIGINGSHEFFINGEN gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING EN REINIGINGSRECHTEN 2016 (versie geldig vanaf )

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Verordening op de heffing en invordering van reinigingsheffingen 2015

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2019

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude. De raad van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude;

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2018

BESLUIT: VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN RIOOLHEFFING

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2018

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 11 november 2014, nummer 2014/72;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 oktober 2013; VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN RIOOLHEFFING 2014.

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 november 2014;

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2017

gelet op de artikelen 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel van de Wet milieubeheer;

RAADSBESLUIT 14R.00481

Verordening afvalstoffenheffing 2019

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 november 2017 b e s l u i t : Artikel 1 Begripsomschrijvingen

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 24 november 2015, nr. 42/5, reg.nr. INTB ;

REINIGINGSHEFFINGEN DE RAAD VAN DE GEMEENTE SCHINNEN; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 november 2014;

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2019 (Legesverordening 2019)

Gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a. en b. van de Gemeentewet en artikel van de Wet Milieubeheer; b e s l u i t:

Transcriptie:

RAADSVOORSTEL Vergadering van : 15 december 2009 Agendanummer : 9 Onderwerp : Belastingverordeningen 2010 Programma : -- Voorstel In te stemmen met de voorgestelde (wijzigins-)verordeningen inzake belastingen en retributies. Vraag, probleemstelling In de begroting 2010 is rekening gehouden met tariefsaanpassingen voor de belastingen en heffingen( retributies). Ter formalisering hiervan wordt voorgesteld u de volgende (wijzigings)verordeningen te laten vaststellen door de raad. Het uitgangspunt voor het tarievenbeleid voor 2010 met betrekking tot deze belastingen is dat de totale lasten ervan per inwoner in 2010 ten opzichte van 2009 stijgen conform de CBS consumptie prijsindex van maart 2009, of te wel met 2%. Hiermee wordt aangesloten bij toezeggingen van het college aan de raad bij de voorbereiding van de begroting 2010. Het pakket houdt in dat voor de afvalstoffenheffing wordt uitgegaan van een kostendekkend tarief, wat leidt tot een stijging van het tarief en dat deze stijging wordt gecompenseerd door gelijkblijvende lasten van het rioolrecht en dalende lasten van de onroerend-zaak-belastingen. a. de onroerende zaakbelastingen: Het betreft een wijzigingsverordening, waarbij rekening is gehouden met een tariefsdaling van 2 procent van woningen en niet-woningen. Voor de berekening zie de bijlage. b. de afvalstoffenheffing/ reinigingsrechten Een nieuwe verordening, waarin de afvalstoffenheffing en de reinigingsheffingen zijn verdisconteerd. Tot op heden vallen de tarieven van de verwijdering van bedrijfsafval niet onder de reinigingsrechten. Door deze onder de reinigingsrechten te laten vallen heeft dit met name voordelen voor de (dwang-) invordering. De tarieven van de afvalstoffenheffing zijn met 6,3 % verhoogd. c. de rioolheffing: Invoering brede rioolheffing op 1 januari 2010 Op 1 januari 2008 is de Wet verankering en bekostiging van gemeentelijke watertaken in werking getreden. De belangrijkste wijzigingen hiervan zijn: verankering grondwaterzorgplicht voor gemeenten voor openbaar gebiedsplitsing van afvalwaterzorgplicht en hemelwaterzorgplicht; verbreding van de afvalwaterzorgplicht; invoering van de brede rioolheffing ter bekostiging van alle gemeentelijke wateropgaven.

Gemeenten konden de brede rioolheffing af vanaf 2008 invoeren maar moeten deze uiterlijk met ingang van 2010 invoeren. De invoering en implementatie daarvan vraagt inspanningen van de gemeenten waarbij ook belangrijke fiscaaljuridische vragen aan de orde komen. Door de invoering van de brede rioolheffing is er niet meteen een nieuw GRP nodig. Binnen 5 jaar na inwerkingtreding van de wet gemeentelijke watertaken moet de gemeenteraad een GRP vaststellen waarin het beleid n.a.v. de nieuwe zorgplichten is opgenomen (dus uiterlijk 1 januari 2013!). Dit najaar wordt het nieuwe GRP ter vaststelling voorgelegd aan de raad. Dit verbrede GRP geeft al inzicht in hoe om zal worden gegaan met de nieuwe zorgplichten. Kosten hiervoor zijn mee genomen in de kostendekkingsberekening en dus ook in de met het GRP vast te stellen tariefsontwikkeling. Dit GRP moet echter worden gezien als een onderzoeks GRP. Tijdens de looptijd van het GRP zal meer inzicht ontstaan in de impact en omvang van de nieuwe zorgplicht. Doel van dit onderzoeksdeel van het GRP is dan ook om in 2013 tot een GRP te komen waarin de zorgplicht nauwkeurig is uitgewerkt op basis waarvan aanbevelingen worden gedaan voor het heffingen stelsel. Bij de invoering per 1 januari 2010 zoeken wij aansluiting bij het GRP. Daar het GRP 2009-2013 slechts in hoofdlijnen invulling geeft aan de hemelwaterzorg en grondwaterzorg, en het in 2013 vast te stellen GRP dit gedetailleerd en onderbouwd zal geven, gaan wij de groep belastingplichtigen thans niet uitbreiden. d. de leges: De tarieven genoemd in de bijbehorende tarieventabel zijn verhoogd met 2% inflatiecorrectie, waarbij de bedragen zijn afgerond op een veelvoud van vijf cent. Bij de tarieven, waarbij rijksleges worden geheven zijn de bedragen niet afgerond, zie bijvoorbeeld punt 10.4. Er is een nieuwe verordening opgesteld, waarbij rekening is gehouden met de Europese Dienstenrichtlijn, welke op 29 december 2009 in werking zal treden. De Dienstenrichtlijn heeft als doel de toegang tot dienstenmarkten in de Europese Unie te vereenvoudigen. De Dienstenrichtlijn dient voor 28 december 2009 te zijn ingevoerd in de Nederlandse wetgeving, waaronder ook in de gemeentelijke verordeningen. In de tarieven tabel onder Titel 3 zijn de tarieven van de leges genoemd, die vallen onder de Dienstenrichtlijn. Daarnaast is in de tarieventabel onder Titel 2 opgenomen Dienstverlening vallend onder leefomgeving/omgevingsvergunning. Deze is al diverse keren uitgesteld maar wordt volgend jaar ingevoerd. Ook zijn er in de tarieventabel een aantal wijzigingen doorgevoerd: Onderdeel 9 Trouwboekjes, toegevoegd is het tarief voor trouwboekje inclusief akte Burgerlijke Stand. Onderdeel 17.7 Verstrekken van ID-kaart aan kinderen tot en met 13 jaar (nieuw artikel). Onderdeel 30.3 Sloopmelding. Afvoer asbest houdend materiaal: Door de gemeenteraad is besloten dat de tarieven voor leges naar een niveau van 100% kostendekkendheid moeten worden gebracht, enkele uitzonderingen daargelaten. Ter uitvoering daarvan wordt ingaande 1 januari 2009 voor een sloopvergunning een tarief van 150,-- euro in rekening gebracht en voor een sloopmelding 125,--. In geval van een sloopmelding gaat het om de afvoer van asbesthoudend materiaal dat door de bewoner/gebruiker van een woning zelf mag worden afgevoerd zonder tussenkomst van een deskundig asbestverwijderingsbedrijf.

De ervaring in het lopende jaar heeft aangetoond dat veel burgers onaangenaam worden verrast door het leges tarief voor een sloopmelding. De verwachting is daarom dat veel asbesthoudend materiaal niet meer bij de gemeente zal worden gemeld en dus ook niet legaal kan worden afgevoerd. Omdat het uit milieu oogpunt niet gewenst is dat asbesthoudend materiaal illegaal wordt gedumpt of in de grond verdwijnt wordt voorgesteld de leges voor een sloopmelding af te schaffen. Uiteraard dient de melding wel te worden gedaan, waardoor de gemeente er ook zicht op blijft houden dat het materiaal betreft van bewoners/eigenaren uit onze gemeente. Onderdeel 31 Wet geluidhinder (nieuw artikel) De volgende onderdelen van de tarieventabel zijn vervallen: Onderdeel 21 Ventvergunningen Onderdeel 26 Wet op de openluchtrecreatie Onderdeel 31 aanlegvergunningen Onderdeel 32 uitwerkings- en wijzigingsplannen ex artikel 11 WRO Daarnaast zijn er diverse redactionele wijzigingen doorgevoerd. e. Begraafrechten. Een wijzigingsverordening, waarbij de tarieventabel is aangepast conform de vastgestelde tariefsverhogingen. In het verleden werden graven voor onbepaalde tijd uitgegeven. De kosten van de begraafplaatsen drukken daardoor geheel op de nieuw uit te geven graven. De afgelopen jaren is bij het berekenen van de tarieven het aantal uit te geven nieuwe graven steeds te hoog geschat. Op basis van de werkelijke aantallen over de afgelopen 5 jaar zijn de te verwachten aantallen geactualiseerd. Het niet toepassen van de geactualiseerde aantallen zou leiden tot een schijn kostendekkendheid, maar het toepassen van de geactualiseerde aantallen zou leiden tot onredelijk hoge tarieven. In de Begroting 2010 is daarom de stijging van de opbrengst begraafrechten beperkt tot 2% en wordt 70.000 van de kosten gedekt uit algemene middelen. In de aanbiedingsbrief bij de begroting is de raad toegezegd dat er bij de voorstellen voor de belastingverordening in december ook een voorstel zal worden opgenomen voor een aangepaste toerekeningsystematiek van de begraafrechten. Tot nu toe werden de kosten van de begraafplaatsen verdeeld over de vier meest voorkomende componenten: grafrecht, grafdelven, vergunning plaatsen gedenkteken en onderhoud begraafplaats. Voor de overige componenten werd geen opbrengst geraamd en de tarieven van deze componenten werden afgeleid van de vier hierboven genoemde componenten. Gebleken is dat er naast de vier genoemde componenten nog een drietal andere componenten (recht op een urnennis, het bijzetten van een urn in een urnennis en het overboeken van grafrechten) toch wel regelmatig voorkomen en leiden tot een substantiële opbrengst. Deze componenten en ook de zaterdagstoeslag die ook leidt tot een substantiële opbrengst zijn meegenomen in de nieuwe berekeningsmethodiek ( zie bijlage 1, Berekening begraaftarieven). De conclusie mag dan ook zijn, dat de tarieven in voorgaande jaren: enerzijds te laag zijn berekend, omdat er van te hoge aantallen werd uitgegaan, en anderzijds te hoog zijn berekend, omdat de (substantiële) opbrengst van een aantal componenten niet werd meegerekend.

In de nieuwe berekeningsmethodiek is gekeken naar de redelijkheid van de afzonderlijke tarieven en wordt getracht een onderbouwing te geven van de tarieven van de hiervoor genoemde en geregeld voorkomende componenten. Er treedt daarom een verschuiving van de kosten op, waardoor niet alle tarieven met 2% stijgen. Sommige tarieven dalen en anderen stijgen met meer dan 2%. Uiteraard is de stijging van de totale opbrengst, conform de afspraak beperkt tot 2%. In de nieuwe methodiek dalen de totale kosten van een begrafenis met 183. De vergelijking van de kosten van een begrafenis in 2010 met 2009 is: 2010 2009 Grafrecht 20 jaar 380 305 Beheer en onderhoud begraafplaatsen 1.171 1.116 Grafdelven 903 962 Vergunning plaatsen gedenkteken 260 514 ---------------- ----------------- 2.714 2.897 Uiteraard is hierin verdisconteerd de 70.000 die in 2010 gedekt wordt uit algemene middelen. Deze middelen moeten gezien worden als een bijdrage van de oude graven in de kosten van Beheer en onderhoud begraafplaatsen en zonder deze middelen zou een begrafenis in 2010 ca. 1.200 meer kosten. De kostendekkendheid van de begraaftarieven wordt niet losgelaten, alleen worden de nieuwe graven niet belast met de kosten van de oude. Argumenten, beoogd maatschappelijk effect en de relatie tot het gemeentelijk beleid Wettelijk regelgeving Gemeentelijk tarievenbeleid. Financiële toelichting De financiële gevolgen van deze voorstellen zijn al meegenomen in de programmabegroting. Planning en evaluatie Niet van toepassing Communicatie en interactiviteit Niet van toepassing Behandeling presidium Het presidium heeft op 1 december 2009 besloten het punt als opiniërend te behandelen. Damwâld, 24 november 2009. Burgemeester en wethouders van Dantumadiel, A. Aalberts, burgemeester. A.J.H.M. Stierhout, secretaris.

RAADSBESLUIT Vergadering van : 15 december 2009 Agendanummer : 9.a Onderwerp : OZB verordening Programma : -- De raad van de gemeente DANTUMADIEL; gelezen het voorstel van het presidium d.d. 1 december 2009 gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 24 november 2009; gelet op de artikelen 220 tot en met 220h van de Gemeentewet; Besluit vast te stellen de volgende verordening: Wijzigingsverordening op de heffing en de invordering van onroerende-zaakbelastingen 2007 ARTIKEL I Artikel 5 Belastingtarieven wordt als volgt gewijzigd: 1. Het tarief van de belasting bedraagt een percentage van de heffingsmaatstaf. Het percentage bedraagt: a. de gebruikersbelasting 0,0930%; b. de eigenarenbelasting: 1. voor onroerende zaken die in hoofdzaak tot woning dienen 0,1025%; 2. voor onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen 0,1200%. ARTIKEL II 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking. 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010. Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad der gemeente Dantumadiel, gehouden in het gemeentehuis te Damwâld op 15 december 2009. De r a a d voornoemd,, voorzitter., griffier.

RAADSBESLUIT Vergadering van : 15 december 2009 Agendanummer : 9b. Onderwerp : Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2010 Programma : -- De raad van de gemeente DANTUMADIEL; gelezen het voorstel van het presidium d.d. 1 december 2009; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 24 november 2009; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer ; Besluit vast te stellen de volgende verordening: Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2010 Hoofdstuk I Algemene bepalingen Artikel 1 Inleidende bepaling Krachtens deze verordening worden geheven: a. een afvalstoffenheffing; b. reinigingsrechten. Artikel 2 Begripsomschrijvingen Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder grof bedrijfsafval: afvalstoffen, met uitzondering van autowrakken, afkomstig van bedrijven en instellingen, welke door aard, omvang of hoeveelheid niet periodiek worden ingezameld. Hoofdstuk II Afvalstoffenheffing Artikel 3 Aard van de belasting en belastbaar feit 1. Onder de naam 'afvalstoffenheffing' wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer (Stb. 1994, 80).

2. De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt. Artikel 4 Belastingplicht 1. De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt. 2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt: a. degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht feitelijk gebruik maakt van het perceel; b. ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruike is afgestaan: degene die dat gedeelte ten gebruike heeft afgestaan. Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel. Artikel 6 Belastingjaar Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar. Artikel 7 Wijze van heffing De belasting wordt bij wege van aanslag geheven. Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang 1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht. 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan vijf euro. 4. Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt. 5. Belastingbedragen van minder dan vijf euro worden niet geheven.

Artikel 9 Termijnen van betaling 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later. 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen. 3. In afwijking van het eerste lid geldt ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan 140,- doch minder dan 1.400,- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in twaalf gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later. Hoofdstuk III Reinigingsrechten Artikel 10 Belastbaar feit Onder de naam 'reinigingsrechten' worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn. Artikel 11 Belastingplicht De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt. Artikel 12 Maatstaf van heffing en belastingtarief 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de hoofdstukken 2 en 3 van de bij deze verordening behorende tarieventabel. 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt. Artikel 13 Belastingjaar Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar. Artikel 14 Wijze van heffing 1. De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 en 3 van de tarieventabel worden geheven bij wege van aanslag met dien verstande dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.

Artikel 15 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten 1. De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht. 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt zijn de rechten verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan vijf euro 4. Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist. 5. Belastingbedragen van minder dan vijf euro worden niet geheven. Artikel 16 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten De rechten bedoeld in hoofdstuk 3 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen. Artikel 17 Termijnen van betaling 1. De aanslagen moeten worden betaald binnen 14 dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet. 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen. Hoofdstuk IV Aanvullende bepalingen Artikel 18 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reinigingsheffingen. Artikel 19 Inwerkingtreding en citeertitel 1. De 'Verordening afvalstoffenheffing 2002 van 18 december 2001, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 16 december 2008, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.

4. Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening reinigingsheffingen 2010'. Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad der gemeente Dantumadiel, gehouden in het gemeentehuis te Damwâld op 15 december 2009. De r a a d voornoemd,, voorzitter., griffier.

RAADSBESLUIT Vergadering van : 15 december 2009 Agendanummer : 9c. Onderwerp : Verordening rioolheffing 2010 Programma : -- De raad van de gemeente DANTUMADIEL; gelezen het voorstel van het presidium d.d. 1 december 2009 gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 24 november 2009; Besluit vast te stellen de volgende verordening: Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2010 Artikel 1 Begripsomschrijvingen Deze verordening verstaat onder: a. perceel: een roerende of onroerende zaak of een zelfstandig gedeelte daarvan; b. gemeentelijke riolering: een voorziening of combinatie van voorzieningen voor inzameling, verwerking, zuivering of transport van afvalwater, hemelwater of grondwater, in eigendom, in beheer of in onderhoud bij de gemeente; c. water: huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater, hemelwater of grondwater. Artikel 2 Aard van de belasting Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan: a. de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, alsmede de zuivering van huishoudelijk afvalwater; en b. de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemelwater, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken.

Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht 1. De belasting wordt geheven: van de gebruiker van een perceel van waaruit water direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd, 2. Met betrekking tot de belasting, wordt als gebruiker aangemerkt: o o a. degene die naar de omstandigheden beoordeeld het perceel al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt; b. ingeval een gedeelte van een perceel niet een gedeelte als bedoeld in artikel 4 voor gebruik is afgestaan: degene die dat gedeelte voor gebruik heeft afgestaan. Artikel 4 Zelfstandige gedeelten Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt. Artikel 5 Maatstaf van heffing De belasting wordt geheven naar een vast bedrag per perceel. Artikel 6 Belastingtarieven 1. De rechten als bedoeld in artikel 2, bedragen per belastingjaar: a. voor een perceel, uitsluitend gebruikt als woonhuis 174,95 b. voor een bedrijfspand: 1. gebruikt als woning met winkel 189,60 2. gebruikt als woning met café 213,10 3. gebruikt als woning met café-restaurant 235,70 4. gebruikt als woning met hotel 286,75 5. gebruikt als woning met bakkerij of slagerij, ongeacht of er winkelruimte in gebruik is 235,70 6. gebruikt als woning met garage, waarin een garagebedrijf wordt uitgeoefend 289,60 7. gebruikt als fabrieksruimte of werkplaats waarin werkzaam zijn: 10 personen of minder 189,60 meer dan 10 personen, doch niet meer dan 30 213,10 meer dan 30 personen, doch niet meer dan 50 289,60 meer dan 50 personen, doch niet meer dan 90 579,35 vermeerderd met 85,00 voor elk tiental personen of gedeelte daarvan boven 90 personen 8. gebruikt als pension, verpleeginrichting of bejaardentehuis, huisvesting biedende aan 10 personen of minder 189,60 meer dan 10 personen, doch niet meer dan 30 213,10 meer dan 30 personen, doch niet

meer dan 50 289,60 meer dan 50 personen, doch niet meer dan 90 579,35 vermeerderd met 85,00 voor elk tiental personen of gedeelte daarvan boven 90 personen. 9. voor een gebruik niet hiervoor genoemd onder 1. tot en met 8. 213,10 c. voor een autobox 18,90 Artikel 7 Belastingjaar Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar. Artikel 8 Wijze van heffing De belasting wordt bij wege van aanslag geheven. Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang 1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of voor de belasting, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht. 2. Indien de belastingplicht met betrekking tot het perceel in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. 3. Indien de belastingplicht met betrekking tot het perceel in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan 5,- 4. Belastingbedragen van minder dan 5,- worden niet geheven. Artikel 10 Termijnen van betaling 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later. 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen. 3.In afwijking van het eerste lid geldt ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan 140,- doch minder dan 1.400,- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in twaalf gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rioolheffing. Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel 1. De 'Verordening Rioolrechten 2002' van 18 december 2001, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 16 december 2008, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010. 4. Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening rioolheffing 2010'. Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad der gemeente Dantumadiel, gehouden in het gemeentehuis te Damwâld op 15 december 2009. De r a a d voornoemd,, voorzitter., griffier.

RAADSBESLUIT Vergadering van : 15 december 2009 Agendanummer : 9d. Onderwerp : Legesverordening Programma : -- De raad van de gemeente DANTUMADIEL; gelezen het voorstel van het presidium d.d. 1 december 2009; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 24 november 2009; Besluit vast te stellen de volgende verordening: Verordening op de heffing en de invordering van leges 2010 (Legesverordening 2010). Artikel 1 Begripsomschrijvingen Deze verordening verstaat onder: a. dag : de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt; b. week : een aaneengesloten periode van zeven dagen; c. maand : het tijdvak dat loopt van n e dag in een kalendermaand tot en met de (n-1) e dag in de volgende kalendermaand; d. jaar : het tijdvak dat loopt van de n e dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1) e dag in het volgende kalenderjaar; e. 'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december. Artikel 2 Belastbaar feit Onder de naam leges worden rechten geheven voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel. Artikel 3 Belastingplicht Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend.

Artikel 4 Vrijstellingen Leges worden niet geheven voor: a. het in behandeling nemen van aanvragen van verklaringen omtrent inkomen en vermogen; b. stukken, strekkende tot betaling van pensioenen, lijfrenten en andere periodieke uitkeringen; c. het aan belanghebbenden verstrekken van minuten, afschriften of uittreksels van besluiten, akten en beschikkingen houdende: 1. de benoeming van ambtenaren en leden van colleges of commissies; 2. de verhoging van de bezoldiging van ambtenaren en leden van colleges of commissies. d. het afgeven van stukken, alsmede voor het legaliseren van handtekeningen op stukken betreffende militaire zaken; e. het afgeven van kwitanties voor geldsommen, alsmede van andere stukken, waarbij de ontvangst of de overneming van gelden of goederen wordt erkend of vermeld; f. het afgeven van stukken en het verstrekken van inlichtingen, waarvan de kosteloze afgifte of verstrekking bij enig wettelijk voorschrift aan de gemeentebesturen is opgelegd; g. het afgeven van beschikkingen op verzoekschriften; h. het afgeven van ontheffingen ingevolge het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 indien deze het gevolg zijn van invaliditeit van de aanvrager; i. diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald; Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel. 2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt. Artikel 6 Wijze van heffing De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt. 2. De uit de onderdelen 1, 2, 7, 8, 9, 17, 18 en 19 van de tarieventabel voortvloeiende leges worden geheven zonder dat de verplichting daartoe bij beschikking is vastgesteld. Artikel 7 Termijnen van betaling 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6: a. mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving; b. schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen. Artikel 8 Kwijtschelding Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend. Artikel 9 Vermindering of teruggaaf Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling. Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening in de loop van het kalenderjaar, indien de wijzigingen: a. van zuiver redactionele aard zijn; b. een tariefsverlaging betreffen; c. een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in de loop van dat kalenderjaar in werking treedt of onderdelen van de tarieventabel: 1. onderdeel 17 (reisdocumenten); 2. onderdeel 18 (rijbewijzen); 3. onderdeel 10 (papieren verstrekking uit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens); 4. onderdeel 19.1 (verklaring omtrent het gedrag); Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges. Artikel 12 Overgangsrecht 1. De artikelen en tarieventabel van de Legesverordening 2002 van 18 december 2001, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 16 december 2008, vervallen met ingang 1 januari 2010, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. In afwijking van het eerste lid vervallen de volgende onderdelen 22, 23 24, 36, 38 en 42. van de tarieventabel van de in het eerste lid genoemde verordening met ingang van 28 december 2009, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan: De op artikel 10 van de in het eerste lid genoemde verordening gebaseerde regels van het college worden geacht mede gebaseerd te zijn op artikel 11 van deze verordening. Artikel 13 Inwerkingtreding 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking. 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010. 3. In afwijking in zoverre van het eerste en tweede lid, treden de onderdelen van de bij deze verordening behorende tarieventabel genoemd in artikel 12 lid 2 in wer-

king op 28 december 2009, welke datum tevens de datum van ingang van de heffing voor die titel is. Artikel 14 Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening 2010. Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad der gemeente Dantumadiel, gehouden in het gemeentehuis te Damwâld op 15 december 2009. De r a a d voornoemd,, voorzitter., griffier.

RAADSBESLUIT Vergadering van : 15 december 2009 Agendanummer : 9e Onderwerp : Invordering van lijkbezorgingsrechten Programma : -- De raad van de gemeente DANTUMADIEL; gelezen het voorstel van het presidium d.d. 1 december 2009; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 24 november 2009; Besluit vast te stellen de: Wijzigingsverordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2005. ARTIKEL I De in artikel 4 lid 1 bedoelde tarieventabel wordt ingetrokken. ARTIKEL II Vastgesteld worden de tarieven, zoals opgenomen in de als bijlage bij dit besluit gevoegde tarieventabel. ARTIKEL III 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking. 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010. Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad der gemeente Dantumadiel, gehouden in het gemeentehuis te Damwâld op 15 december 2009. De r a a d voornoemd,, voorzitter., griffier.