VvE Johan de Meesterstraat M.R. Pitlo Kleiweg GV ROTTERDAM. Datum 28 april 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Vergelijkbare documenten
Lyaemer Wonen Y.A. Tiemensma Straatweg PZ LEMMER. Datum 7 augustus 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Woonstad Rotterdam Postbus CJ ROTTERDAM. Datum 23 augustus 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer/mevrouw,

U verzoekt mij om de ontheffingstermijn te wijzigen in 18 oktober 2016 tot en met 17 oktober 2021.

Aannemingsbedrijf Lagendijk B.V. G.J. Lagendijk Kade EP HARDINXVELD GIESSENDAM

Gemeente Almere A.R.M. Loijer Postbus AE ALMERE. Datum 18 augustus 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Koninklijke Woudenberg Ameide B.V. L.G.P.M. Camps Postbus ZG AMEIDE. Datum 25 juli 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Amarant Groep K. Hermens Postbus AS TILBURG. Datum 12 januari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Hermens,

Provincie Groningen Afdeling Omgeving & Milieu R.W.G. van der Zwaag Postbus AP GRONINGEN

Woningstichting Eigen Haard Arlandaweg EX AMSTERDAM. Datum 30 januari 2015 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Dimensis B.V. A. van der Zaan Kerkplein BM OLST. Datum 22 juli 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Elburg W. Jager Postbus AB ELBURG. Datum 28 oktober 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Jager,

J. Bosch Buntlaan MG DOORN. Datum 23 december 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Bosch,

Moerhave B.V. R.J. Noordman Raadhuisstraat 1b 4835 JA BREDA. Datum 30 november 2015 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Amsterdam Afdeling Onderwijs, Jeugd en Zorg J.M. Stam Postbus BV AMSTERDAM

BVR Groep B.V. A. Oomen Postbus BJ ROOSENDAAL. Datum 11 januari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Oomen,

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Onze referentie Bijlagen De aanvraag Overwegingen

Reinbouw Vastgoed B.V. Postbus AA DIEREN. Datum 29 juni 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer/mevrouw,

Gemeente Rotterdam O. van Velthuijsen Posbus KP ROTTERDAM. Datum 12 april 2016 Betreft Wijziging ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Logchies Renovatie en Onderhoud B.V. Postbus AM BEVERWIJK. Datum 19 juli 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Van Wijnen Projectontwikkeling Noord B.V. P.W.L. Hutten Postbus AB GORREDIJK

Dura Vermeer Onderhoud en Renovatie Hengelo Postbus AW HENGELO OV. Datum 11 november 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Renkum Postbus HA OOSTERBEEK. Datum 1 november 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer/mevrouw,

Provincie Noord-Brabant J.A.L. van Zandvoort Postbus MC s-hertogenbosch. Datum 20 juli 2016 Betreft Beslissing op wijzigingsverzoek

Een kopie van deze brief en de ontheffing wordt verstuurd aan Arcadis Nederland B.V.

Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland A. Oosterhoff Hoofdweg BL VEENHUIZEN

De Vuurvogel B.V. J. van Lamoen en T. Etaoil Coninckstraat WD AMERSFOORT

Stichting Brabantwonen H.G.P.F. Roozendaal Postbus AD OSS. Datum 2 november 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Servatius Woningstichting L. Hupperts Postbus BD MAASTRICHT. Datum 31 maart 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Ymere Ontwikkeling B.V. V.A.C. Regout Postbus GG AMSTERDAM. Datum 28 oktober 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Koninklijke Burgers' Zoo B.V. E. Peeters Antoon van Hooffplein SH ARNHEM. Datum 29 juni 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Breda Postbus RH BREDA. Datum 13 januari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Petter,

Stadhuis Gemeente Tiel B. Jagt Postbus HH TIEL. Datum 4 november 2015 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Jagt,

Woningstichting SallandWonen P. Jong Postbus AD RAALTE. Datum 8 november 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Witteveen+Bos C.M. Sluis-de Leeuw Postbus AE DEVENTER. Datum 28 oktober 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Stichting Accolade Postbus AH HEERENVEEN. Datum 17 juni 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer/mevrouw,

Emmtec Services bv D. van der Meer Postbus CA EMMEN. Datum 25 mei 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

GEMEENTE M!D 7-EM-DELFLAND. 1 MGEKOVilN OP 2 2 NOV Zaaknum:\eí

Dijkhuis Aannemersbedrijf B.V. G.J. Horsman Molensteen NM HARDENBERG. Datum 11 november 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Woningstichting Haag Wonen A.S. Pronk Postbus CG S GRAVENHAGE. Datum 28 november 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Stichting UWOON M. de Jager Postbus AG HARDERWIJK. Datum 9 november 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Den Haag M. Schalk Postbus DP DEN HAAG. Datum 12 november 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Hurks Vastgoedontwikkeling Eindhoven B.V. J. van Daal Postbus AR EINDHOVEN

Gemeente Nijmegen Directie Grondgebied T. Martens Postbus HG NIJMEGEN

WOM Den Haag Zuidwest B.V. R.H.W. Meere Loevesteinlaan BG DEN HAAG. Datum 2 december 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Wovesto L.A.M. Overmars Postbus AC SINT-OEDENRODE. Datum 1 november 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Apeldoorn A.A.B. Klein Goldewijk Postbus ES APELDOORN. Datum 25 oktober 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Alphen aan den Rijn S. de Kogel Postbus AA ALPHEN AAN DEN RIJN. Datum 15 juni 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Stam + De Koning Bouw B.V. R. Thijssen Postbus JB EINDHOVEN. Datum 22 februari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Woningstichting Beter Wonen Vechtdal Stelling ND HARDENBERG. Datum 24 februari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Stichting wonencentraal B. van der Marel Postbus CA ALPHEN AAN DEN RIJN

TriVia/School met de Bijbel De Kandelaar Meidoornlaan 2- Bestuursknt 4233 CN AMEIDE

Rijkswaterstaat A. Thielking Postbus MA MAASTRICHT. Datum 5 september 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Wijk Ontwikkelings Maatschappij Kerckebosch B.V. F. Steenbergen Graaf Lodewijklaan DM ZEIST

Stichting HOZO A.J.C. Ricke-Molleman Garbialaan LA HILLEGOM. Datum 16 december 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Van den Berg Lopik B.V. W.T. van den Berg Handelsweg NZ LOPIK. Datum 17 februari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Arnhem M. Geurs Postbus EL ARNHEM. Datum 24 juni 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte mevrouw Geurs,

Woningstichting Brummen A. Schreuder Postbus AC BRUMMEN. Datum 8 september 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Onze referentie Bijlagen De aanvraag Overwegingen

Recreatieschap Rottemeren K. Opstal Postbus AH SCHIEDAM. Datum 19 november 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Woningbouwvereniging Hoek van Holland F. Claessens Planciushof GC HOEK VAN HOLLAND. Datum 2 maart 2017 Betreft Beslissing op aanvraag

F.H. Nauta Van Hogendorplaan JM AMERSFOORT. Datum 10 juni 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Nauta,

Gemeente Rotterdam M. Meyer Postbus BE Rotterdam. Datum 23 september 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Van der Leden Schilders B.V. R. Nolkes Engeringstraat DN DEN HAAG. Datum 12 februari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Nederlandse Hervormde Kerk te Meerkerk M. van Leeuwen Postbus BB MEERKERK

Gemeente Amsterdam Afdeling Onderwijs, Jeugd en Zorg J.M. Stam Postbus BV AMSTERDAM

Gemeente Dordrecht R.P.E. Koppelaar Postbus AA DORDRECHT. Datum 7 november 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Buro Bakker Adviesburo voor Ecologie B.V. H.J. Steendam Weiersloop DZ ASSEN

Stichting Openbare Scholengemeenschap Vlaardingen Schiedam (OSVS) W.C.M. Kokx Postbus DA VLAARDINGEN

Gemeente Amstelveen S. Kuijs Postbus BA AMSTELVEEN. Datum 20 januari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Stichting Dorpshuis De Dobbe A. van der Valk Hearrewei MS ANJUM. Datum 5 juli 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

TU/e Dienst Huisvesting Mw.ir. V.H.H. Marks Postbus MB EINDHOVEN. Datum 24 november 2015 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Ecoresult M. Kaales Schipbeekstraat AS DORDRECHT. Datum 23 september 2015 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Waterschap Rijn en IJssel M.T. de Vos Postbus AC DOETINCHEM. Datum 11 juli 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Innovatiekracht b.v. S. Verwaijen Oudhuizerstraat BS KLARENBEEK. Datum 20 november 2015 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Woerden J. van Leer Blekerijlaan GR WOERDEN. Datum 22 januari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Bestuurscommissie Sarsven en de Banen I.J. Orbons-Hettema Postbus MA MAASTRICHT

Dura vermeer Divisie Infra BV R. Schunk Taurusavenue 100 Postbus AC Hoofddorp

Gemeente Amsterdam Afdeling Onderwijs, Jeugd en Zorg J. Stam Postbus BV AMSTERDAM

Combinatie Mouterijnoort VOF Postbus AC WAGENINGEN. Datum 30 november 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Deventer E.T.M. Masman Postbus GC DEVENTER. Datum 17 oktober 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Stichting Actium Postbus AM ASSEN. Datum 16 augustus 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer/mevrouw,

Kickersvoet B.V. J.M. Borstlap Carrouselweg LN HELLEVOETSLUIS. Datum 12 juli 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Stichting Beweging 3.0 D. J. van Wijk Postbus GD Amersfoort. Datum 11 december 2015 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Rijkswaterstaat Midden Nederland F. Waarsenburg Postbus AP LELYSTAD. Datum 5 december 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Stichting Woonbedrijf SWS.Hhvl P. Adriaanse Willemstraat AG EINDHOVEN. Datum 6 maart 2015 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Dalfsen Postbus AA DALFSEN. Datum 18 maart 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer/mevrouw,

Woningstichting Servatius L. Hupperts Postbus BD MAASTRICHT. Datum 19 juli 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam F. van Hage Postbus BC AMSTERDAM

Thuisvester Projectontwikkeling B.V. E.J.C. Hartman Rucphensebaan RE SPRUNDEL

GDF SUEZ Energie Nederland N.V. P. Verstappen Grote Voort BL ZWOLLE. Datum 27 mei 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Havenbedrijf Rotterdam N.V. H.J. Steens Wilhelminakade AP ROTTERDAM

Gemeente Groningen Directie Ontwikkeling en Uitvoering G. Lieffering Postbs JB GRONINGEN

De 4 jaargetijden B.V. A.R. Beumer Vijverlaan RC HAARLEM. Datum 26 mei 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Woningstichting SWZ M. Boeijen Postbus DA ZWOLLE. Datum 24 juni 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Woningbouwvereniging Anna Paulowna L.G.M. Roozendaal Molenvaart AC ANNA PAULOWNA

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Onze referentie Bijlagen De aanvraag Overwegingen

Van der Molen Groenconsult J. van der Molen Walhof AV LOBITH. Datum 17 november 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Noordwijk W.J. Groenendijk Postbus AG NOORDWIJK ZH. Datum 13 september 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Staphorst S. Brand Postbus AA STAPHORST. Datum 3 oktober 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Brinkstad Holding B.V. J.C. van de Wetering Emmalaan 33 A 2405 GA ALPHEN AAN DEN RIJN

Transcriptie:

> Retouradres Postbus 40225, 8004 DE Zwolle VvE Johan de Meesterstraat 29-31 M.R. Pitlo Kleiweg 80 3051 GV ROTTERDAM Postbus 40225, 8004 DE Zwolle mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 ffwet@rvo.nl Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen Kenmerk FF/75C/2015/0579.toek.kn Bijlagen 2 Geachte heer Pitlo, Naar aanleiding van uw verzoek van 14 december 2015 en de aanvulling hierop van 27 januari 2016, geregistreerd onder aanvraagnummer, om een ontheffing als bedoeld in artikel 75 van de Flora- en faunawet te krijgen, deel ik u het volgende mee. Ik verleen u ontheffing van de verbodsbepalingen genoemd in artikel 11 van de Flora- en faunawet voor zover dit betreft het verstoren van holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van de gewone dwergvleermuis en ruige dwergvleermuis, alsmede van de verbodsbepalingen genoemd in artikel 11 van de Flora- en faunawet voor zover dit betreft het beschadigen, vernielen en verstoren van nesten of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van de gierzwaluw. De aanvraag De aanvraag heeft betrekking op de realisatie van het project Dakrenovatie Johan de Meesterstraat 25-31, gelegen in gemeente Rotterdam. Het project betreft de renovatie van het dak. De werkzaamheden bestaan uit het afvoeren van dakpannen, nokvorsten en panlatten, het vernieuwen van de nokschoorsteen, het vervangen van lood- en zinkwerk bij de aansluiting van de dakpannen, het vernieuwen van de hemelwaterafvoer, het aanbrengen van nieuwe panlatten en nieuwe dakpannen en het schilderen van de houten kozijnen en ander houtwerk. Ontheffing wordt gevraagd van de verbodsbepalingen genoemd in artikel 11 van de Flora- en faunawet voor wat betreft exemplaren van de gewone dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus), ruige dwergvleermuis (Pipistrellus nathusii) en de gierzwaluw (Apus apus). Pagina 1 van 7

Overwegingen Wettelijk kader Beschermde soorten De gewone dwergvleermuis en de ruige dwergvleermuis zijn beschermde inheemse diersoorten als bedoeld in artikel 4, lid 1, onder a, van de Flora- en faunawet en zijn tevens opgenomen in bijlage IV van de EU-Habitatrichtlijn, dieren plantensoorten van communautair belang die strikt moeten worden beschermd. De gierzwaluw is een beschermde inheemse diersoort als bedoeld in artikel 4, lid 1, onder b, van de Flora- en faunawet. Voor vogels is alleen ontheffing nodig indien het nest valt onder de bescherming van artikel 11 van de Flora- en faunawet. Verbodsbepalingen Op grond van artikel 11 van de Flora- en faunawet is het verboden om nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van beschermde inheemse diersoorten te beschadigen, te vernielen, uit te halen, weg te nemen of te verstoren. Tot voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen als bedoeld in artikel 11 van de Flora- en faunawet worden locaties gerekend waarin zich kraamkolonies, paarverblijven, overwinteringsplaatsen en verblijven van groepen mannetjes bevinden, afhankelijk van de soort. Essentiële migratie- en vliegroutes en foerageergebieden die van belang zijn voor de instandhouding van een voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaats van de soort op populatieniveau, vallen hier ook onder. Daarnaast vallen ook tijdelijke, seizoensgebonden, verblijfplaatsen (bijvoorbeeld holen) of standplaatsen die van belang zijn voor de gunstige staat van instandhouding van een soort op populatieniveau of per exemplaar hieronder. Ontheffing Op grond van artikel 75, lid 5, van de Flora- en faunawet worden ontheffingen slechts verleend wanneer er geen afbreuk wordt gedaan aan een gunstige staat van instandhouding van de soort. Op grond van artikel 75, lid 6, aanhef en onder c, wordt voor soorten genoemd op bijlage IV van de Habitatrichtlijn en de Vogelrichtlijn, ontheffing slechts verleend wanneer er, naast de voorwaarde dat geen afbreuk wordt gedaan aan een gunstige staat van instandhouding van de soort, geen andere bevredigende oplossing bestaat en met het oog op andere, bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen, belangen. De belangen waarnaar verwezen wordt, zijn genoemd in artikel 2, lid 3 van het Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten. Pagina 2 van 7

Instandhouding van de soorten Gewone dwergvleermuis en ruige dwergvleermuis De gewone dwergvleermuis en de ruige dwergvleermuis zijn in het plangebied aangetroffen. In het plangebied is één paarverblijfplaats van de gewone dwergvleermuis en één paarverblijfplaats van de ruige dwergvleermuis vastgesteld. Door de werkzaamheden kunnen voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van de gewone dwergvleermuis en de ruige dwergvleermuis worden beschadigd, vernield en verstoord. Om negatieve effecten van de werkzaamheden op de gewone dwergvleermuis en de ruige dwergvleermuis tot een minimum te beperken stelt u maatregelen voor zoals beschreven op pagina s 15 en 16 van het bij de aanvraag gevoegde rapport Activiteitenplan Gierzwaluw, Ruige dwergvleermuis en Gewone dwergvleermuis ten behoeve van dakrenovatie Johan de Meesterstraat te Rotterdam van november 2015. De door u voorgestelde maatregelen zijn in grote lijnen voldoende. Door de werkzaamheden gaat één paarverblijfplaats van de gewone dwergvleermuis en één paarverblijfplaats van de ruige dwergvleermuis verloren. U gaat voldoende geschikte alternatieve verblijfplaatsen realiseren in de vorm van acht vleermuiskasten. Hierdoor wordt de functie van de huidige verblijfplaatsen voldoende gemitigeerd met de vleermuiskasten. Doordat de alternatieve verblijfplaatsen tijdig worden aangebracht, hebben de aanwezige exemplaren van de gewone dwergvleermuis en de ruige dwergvleermuis voldoende tijd om de alternatieven te ontdekken en in gebruik te nemen. Het dak wordt na renovatie voorzien van dakpannen die door de gewone dwergvleermuis en de ruige dwergvleermuis gebruikt kunnen worden als permanente alternatieve verblijfplaats. Met inachtneming van de door u voorgestelde maatregelen zorgt u vooraf voor voldoende alternatief dat in kwantiteit en kwaliteit overeenkomt met de huidige functionaliteit van de voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaats voor de aanwezige populatie van de gewone dwergvleermuis en de ruige dwergvleermuis. De functionaliteit van de voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van de gewone dwergvleermuis en de ruige dwergvleermuis blijft behouden. Echter, ondanks deze maatregelen worden door het realiseren van de werkzaamheden voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van de gewone dwergvleermuis en de ruige dwergvleermuis verstoord. Immers, de gewone dwergvleermuis en de ruige dwergvleermuis worden gedwongen om de huidige verblijfplaats te verlaten en een alternatief te gaan zoeken. Door de werkzaamheden wordt het in artikel 11 van de Flora- en faunawet neergelegde verbod op het verstoren van de vaste rust- of verblijfplaats van de gewone dwergvleermuis en de ruige dwergvleermuis derhalve overtreden, zodat voor die werkzaamheden een ontheffing is vereist. Daar de gewone dwergvleermuis en de ruige dwergvleermuis wel in de omgeving aanwezig blijven komt de gunstige staat van instandhouding niet in het geding. Pagina 3 van 7

Na afronding van de werkzaamheden worden er voldoende permanente alternatieve verblijfplaatsen voor de gewone dwergvleermuis en de ruige dwergvleermuis gerealiseerd in de vorm van dakpannen. De woningen blijven hiermee voor de toekomst behouden als onderdeel van het leefgebied met geschikte verblijfplaatsen voor deze soorten. De gunstige staat van instandhouding van de gewone dwergvleermuis en de ruige dwergvleermuis komt niet in gevaar, mits gewerkt wordt conform de door u voorgestelde maatregelen en volgens de overige in de ontheffing opgelegde voorschriften. Gierzwaluw Het nest van een vogel is de plaats of ruimte die een vogel gebruikt voor het leggen en uitbroeden van de eieren en, voor zover het geen nestvlieders betreft, het grootbrengen van de jongen. In de context van artikel 11 van de Flora- en faunawet moet onder nest ook de inhoud en de functionele omgeving daarvan, voor zover het broedsucces van vogels daarvan afhankelijk is, worden begrepen. Daartoe zijn alle activiteiten begrepen die het broedsucces negatief beïnvloeden of teniet doen. Artikel 11 van de Flora- en faunawet is gedurende het broedseizoen van toepassing op alle in gebruik zijnde nesten van vogels. De meeste vogels maken elk broedseizoen een nieuw nest of zijn in staat een nieuw nest te maken en gebruiken hun nest niet als vaste rust- of verblijfplaats. Dergelijke nesten voor eenmalig gebruik genieten buiten het broedseizoen niet de bescherming van artikel 11 van de Flora- en faunawet. Nesten van de gierzwaluw vallen ook buiten het broedseizoen onder de definitie van 'vaste rust- of verblijfplaatsen' in artikel 11 van de Flora- en faunawet. Deze nesten zijn daarom, voor zover ze niet permanent verlaten zijn, jaarrond beschermd. Derhalve is, bij overtreding van de verbodsbepalingen, ontheffing nodig van artikel 11 van de Flora- en faunawet met betrekking tot de vaste rustof verblijfplaatsen van deze soort. De gierzwaluw is in het plangebied aangetroffen. In het plangebied zijn acht nestplaatsen van de gierzwaluw vastgesteld. Door de werkzaamheden kunnen voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van de gierzwaluw worden beschadigd, vernield en verstoord. Om negatieve effecten van de werkzaamheden op de gierzwaluw tot een minimum te beperken stelt u maatregelen voor zoals beschreven op pagina s 15 en 16 van het bij de aanvraag gevoegde rapport Activiteitenplan Gierzwaluw, Ruige dwergvleermuis en Gewone dwergvleermuis ten behoeve van dakrenovatie Johan de Meesterstraat te Rotterdam van november 2015. De door u voorgestelde maatregelen zijn niet voldoende. Vanwege het gevaar op oververhitting van de nestdakpannen dient u aanvullend tien alternatieve tijdelijke verblijfplaatsen te realiseren in de vorm van gierzwaluwkasten. Ter aanscherping heb ik hiervoor in de ontheffing aanvullende voorschriften opgenomen. Pagina 4 van 7

Door de werkzaamheden gaan acht nestlocaties van de gierzwaluw verloren. Als alternatieve verblijfplaats gaat u 20 gierzwaluwdakpannen plaatsen. Voor elke verblijfplaats die aangetast of verwijderd wordt moeten minimaal vijf nieuwe verblijfplaatsen aangeboden worden. Door de omvang van het dak is dit echter niet mogelijk. In de oorspronkelijke situatie bevinden de nesten zich geclusterd rondom de schoorsteen dan wel de dakkapel. De kans op oververhitting van gierzwaluwen bij het gebruik van nestdakpannen is groot. Om oververhitting te voorkomen dienen er tien gierzwaluwkasten opgehangen te worden. De gierzwaluwkasten bieden een geschikte alternatieve verblijfplaats indien de ruimte onder de nestdakpannen te warm wordt. Daarnaast dienen acht van de 20 gierzwaluwdakpannen zoveel mogelijk op de exacte locatie te worden geplaatst als waar de verblijfplaatsen in de oorspronkelijke situatie zijn waargenomen. De overige gierzwaluwdakpannen dienen verspreid over het dak te worden aangebracht. De werkzaamheden aan het dak dienen buiten de voortplantingsperiode van de gierzwaluw (15 april tot 15 augustus) uitgevoerd te worden. Met inachtneming van alle bovengenoemde maatregelen zorgt u vooraf niet voor voldoende alternatief dat in kwantiteit en kwaliteit overeenkomt met de huidige functionaliteit van de voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaats voor de aanwezige populatie van de gierzwaluw. De functionaliteit van de voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaats van de gierzwaluw blijft mogelijk niet gegarandeerd. In het plangebied zijn acht nestplaatsen vastgesteld. In het woonblok ten westen van het plangebied zijn vier nestplaatsen aangetroffen. Door het treffen van de mitigerende maatregelen is het aannemelijk dat de gierzwaluw de nieuwe nestplaatsen in gebruik neemt en in de omgeving aanwezig blijft. De gunstige staat van instandhouding van de gierzwaluw komt niet in gevaar, mits gewerkt wordt conform de door u voorgestelde maatregelen en volgens de overige in de ontheffing opgelegde voorschriften. Belang van de ingreep U heeft ontheffing van verbodsbepalingen aangevraagd op grond van de belangen: de volksgezondheid of openbare veiligheid en dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard en voor het milieu wezenlijk gunstige effecten. Het belang dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard en voor het milieu wezenlijk gunstige effecten is niet van toepassing op uw project. Het is onvoldoende onderbouwd wat het openbaar belang van de werkzaamheden is. De aanvraag is daarom uitsluitend beoordeeld op grond van het belang de volksgezondheid of openbare veiligheid. Uit de bouwkundige beoordelingen van de daken van de woningen aan de Johan de Meesterstraat nummer 25 tot en met 31 is gebleken dat het pannendak in matige tot zeer matige conditie verkeert. Het dak is op diverse plaatsen versleten en beschadigd. Het niet uitvoeren van renovatie resulteert in verder verval, met lekkage en uiteindelijk het uiteenvallen van het dak als gevolg. Pagina 5 van 7

Verval van het dak levert verslechtering van het leefklimaat voor de bewoners in de woningen eronder op. Bovendien vormen losliggende dakpannen een gevaar voor voetgangers en andere verkeersdeelnemers wanneer dakpannen van het dak waaien en op straat belanden. Gelet op het voorgaande en de onverminderde actualiteit van de naar voren gebrachte omstandigheden ben ik van oordeel dat het belang de volksgezondheid of openbare veiligheid voldoende onderbouwd is om de negatieve effecten op de gewone dwergvleermuis, de ruige dwergvleermuis en de gierzwaluw die als gevolg van de uitvoering van het project zullen optreden, te rechtvaardigen. Andere bevredigende oplossing Het project is locatiegebonden vanwege de renovatie van bestaande bebouwing. De werkzaamheden zijn noodzakelijk om het verval van de daken tegen te gaan. Het niet uitvoeren van renovatie resulteert in verder verval, met lekkage en uiteindelijk het uiteenvallen van het dak tot gevolg. Hierdoor komen de nestplaatsen van vogels op termijn in gevaar. Het renoveren van het dak, zonder vervanging van de nokschoorstenen, het lood- en zinkwerk, hemelwaterafvoer, de dakpannen, nokvorsten, panlatten en schilderwerk leidt niet tot een duurzaam dak herstel. Beschadigingen blijven bestaan waardoor herhalingen van de werkzaamheden op korte termijn noodzakelijk zijn. Dit is onwenselijk in het kader van het voortbestaan van nestplaatsen en verblijfplaatsen op het dak. Door de gekozen inrichting, werkwijze en de planning (buiten de kwetsbare periode) wordt schade aan de gewone dwergvleermuis, de ruige dwergvleermuis en de gierzwaluw zoveel mogelijk voorkomen. Hiermee is het voldoende aangetoond dat geen andere bevredigende oplossing voorhanden is. Zorgplicht Voor de soorten waarvoor ik u ontheffing verleen, bent u gehouden aan de in de ontheffing opgenomen voorschriften. Voor alle soorten echter, geldt de zorgplicht ex artikel 2 van de Flora- en faunawet, die van toepassing is op zowel beschermde als onbeschermde dier en plantensoorten, ongeacht vrijstelling of ontheffing. Op grond hiervan dient u zoveel als redelijkerwijs mogelijk is schade aan deze soorten te voorkomen. Vogels U dient gedurende de werkzaamheden rekening te houden met het broedseizoen van vogels. Verstoring van broedgevallen van vogels dient te worden voorkomen. Voor de in het plangebied te verwachten vogelsoorten kan dit plaatsvinden door werkzaamheden buiten de broedperiode van aanwezige soorten uit te voeren. Tevens kunnen voorbereidende maatregelen worden getroffen om te voorkomen dat vogels tot broeden kunnen komen binnen het plangebied. Ik wijs u erop dat voor het broedseizoen geen standaardperiode wordt gehanteerd in het kader van de Flora- en faunawet. Van belang is of een broedgeval aanwezig is, ongeacht de periode. Pagina 6 van 7

Conclusie Gelet op het voorgaande verleen ik u ontheffing ex artikel 75 van de Flora- en faunawet. Aan deze ontheffing zijn voorschriften verbonden. De ontheffing en de voorschriften treft u hierbij aan. Bezwaar Als u het niet eens bent met deze beslissing, kunt u binnen zes weken na verzending van deze brief digitaal of schriftelijk een bezwaarschrift indienen. De datum bovenaan deze brief is de verzenddatum. Een digitaal bezwaarschrift kunt u indienen via mijn.rvo.nl/bezwaar. Als u schriftelijk bezwaar wilt maken, stuurt u het ondertekende bezwaarschrift naar de, afdeling Juridische Zaken, postbus 40219, 8004 DE Zwolle. Vermeld in uw bezwaarschrift in ieder geval onze referentie, het briefkenmerk en de datum van de beslissing waartegen u bezwaar maakt. U vindt onze referentie en het briefkenmerk in de rechter kantlijn van deze brief. Meer informatie Heeft u nog vragen, kijk dan op onze website mijn.rvo.nl. Of bel ons: 088 042 42 42 (lokaal tarief). Met vriendelijke groet, De Staatssecretaris van Economische Zaken, namens deze: Marco Klaassen De teammanager Vergunningen Pagina 7 van 7

ONTHEFFING Naar aanleiding van het verzoek van de heer M.R. Pitlo op 14 december 2015, namens de VvE Johan de Meesterstraat 29-31 en de aanvulling hierop van 27 januari 2016 gelet op artikel 75, lid 3, van de Flora- en faunawet Verleent de Staatssecretaris 1 van Economische Zaken hierbij aan: Naam: VvE Johan de Meesterstraat 29-31 (hierna: ontheffinghouder) Adres: Kleiweg 80 Postcode en woonplaats: 3051 GV ROTTERDAM Ontheffing voor het tijdvak van: tot en met 1 mei 2017 Van de verbodsbepalingen genoemd in artikel 11 van de Flora- en faunawet voor zover dit betreft het verstoren van holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van de gewone dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus) en ruige dwergvleermuis (Pipistrellus nathusii), alsmede van de verbodsbepalingen genoemd in artikel 11 van de Flora- en faunawet voor zover dit betreft het beschadigen, vernielen en verstoren van nesten of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van de gierzwaluw (Apus apus). Het gebied waarvoor de ontheffing geldt, betreft het plangebied voor de realisatie van het project Dakrenovatie Johan de Meesterstraat 25-31, gelegen aan de Johan de Meesterstraat 25 tot en met 31 in gemeente Rotterdam, één en ander zoals is weergegeven in figuur 1 van het bij de aanvraag gevoegde rapport Inventarisatie Huismus en vleermuizen Johan de Meesterstraat 25-31 van 2 november 2015. Aan deze ontheffing zijn de volgende voorschriften verbonden: Algemene voorschriften 1. De ontheffing wordt slechts voor de hierboven genoemde soorten en beschreven verboden handelingen verleend. 2. Deze ontheffing geldt alleen voor de werkzaamheden die conform de aanvraag worden uitgevoerd, voor zover in deze ontheffing zelf niet anders is aangegeven. 3. De ontheffinghouder dient onverwijld contact op te nemen met Ondernemend Nederland indien bij het uitvoeren van de werkzaamheden van het project andere beschermde soorten dan de genoemde worden aangetroffen of andere handelingen als bedoeld in voorschrift 1 noodzakelijk zijn. 4. Deze ontheffing kan uitsluitend gebruikt worden door (medewerkers van) de ontheffinghouder of haar rechtsopvolgers of in opdracht van de ontheffinghouder handelende (rechts-)personen. De ontheffinghouder of haar rechtsopvolgers blijven daarbij verantwoordelijk en aansprakelijk voor de juiste naleving van deze ontheffing. 1 Krachtens de wettekst is de Minister bevoegd tot het afgeven van een ontheffing ex artikel 75 van de Flora- en faunawet. Op basis van de portefeuilleverdeling tussen de Minister van EZ en de Staatssecretaris van EZ is deze bevoegdheid belegd bij de Staatssecretaris. 1 van 3

5. Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden dient een afschrift van deze ontheffing en de bijbehorende brief op de locatie van de werkzaamheden aanwezig te zijn en op verzoek te worden getoond aan de daartoe bevoegde toezichthouders of opsporingsambtenaren. 6. De ontheffinghouder dient, zodra de datum waarop de werkzaamheden zullen aanvangen bekend is, het bijgevoegde meldingsformulier volledig in te vullen en naar Ondernemend Nederland te zenden. Specifieke voorschriften 7. U dient, met in achtneming van onderstaande voorschriften, de maatregelen uit te voeren zoals beschreven op pagina s 15 en 16 van het bij de aanvraag gevoegde rapport Activiteitenplan Gierzwaluw, Ruige dwergvleermuis en Gewone dwergvleermuis ten behoeve van dakrenovatie Johan de Meesterstraat te Rotterdam van november 2015 (bijlage 2 bij dit besluit). Gewone dwergvleermuis en ruige dwergvleermuis 8. U dient bij de planning van de werkzaamheden rekening te houden met de kwetsbare paarperiode van de gewone dwergvleermuis en de ruige dwergvleermuis. Deze loopt globaal van 15 augustus tot en met 15 oktober. Afhankelijk van het seizoen en de weersomstandigheden kan deze periode langer dan wel korter zijn. De geschiktheid van de periode voor het uitvoeren van de werkzaamheden dient te worden bepaald door een deskundige 2 op het gebied van de gewone dwergvleermuis en de ruige dwergvleermuis. Gierzwaluw 9. U dient bij de planning van de werkzaamheden rekening te houden met de kwetsbare voortplantingsperiode van de gierzwaluw. Deze loopt globaal van 15 april tot en met 15 augustus. Afhankelijk van het seizoen en de weersomstandigheden kan deze periode langer dan wel korter zijn. De geschiktheid van de periode voor het uitvoeren van de werkzaamheden dient te worden bepaald door een deskundige op het gebied van de gierzwaluw. 10. U dient aanvullend tien gierzwaluwkasten op te hangen zo dicht mogelijk bij de oorspronkelijke verblijfplaats, bij voorkeur geclusterd bij elkaar. Daarnaast dienen de gierzwaluwkasten niet in de volle zon te liggen, maar bij voorkeur op een hoek langs de kopse kant van de woningen in de koele, schaduwrijke noord- en oostgevels. 11. U dient acht van 20 gierzwaluwdakpannen zoveel mogelijk op de exacte locatie te plaatsen als waar de verblijfplaatsen oorspronkelijk zijn waargenomen. De overige gierzwaluwdakpannen dient u verspreid over het dak te plaatsen. 2 Het Ministerie van Economische Zaken verstaat onder een deskundige een persoon die voor de situatie en soorten ten aanzien waarvan hij of zij gevraagd is te adviseren en/of te begeleiden, aantoonbare ervaring en kennis heeft op het gebied van soortspecifieke ecologie. De ervaring en kennis dient te zijn opgedaan doordat de deskundige: - op HBO-, dan wel universitair niveau een opleiding heeft genoten met als zwaartepunt (Nederlandse) ecologie; en/of - op MBO niveau een opleiding heeft afgerond met als zwaartepunt de Flora- en faunawet, soortenherkenning en zorgvuldig handelen ten opzichte van die soorten; en/of - als ecoloog werkzaam is voor een ecologisch adviesbureau, zoals bijvoorbeeld een bureau welke is aangesloten bij het Netwerk Groene Bureaus; en/of - zich aantoonbaar actief inzet op het gebied van de soortenbescherming en is aangesloten bij en werkzaam voor de daarvoor in Nederland bestaande organisaties (zoals bijvoorbeeld Zoogdiervereniging, RAVON, Stichting Das en Boom, Vogelbescherming Nederland, Vlinderstichting, Natuurhistorisch Genootschap, KNNV, NJN, IVN, EIS Nederland, FLORON, SOVON, STONE, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, De Landschappen en Stichting Beheer Natuur en Landelijk gebied) en/of - zich aantoonbaar actief inzet op het gebied van de soortenmonitoring en/of - bescherming. 2 van 3

Overige voorschriften 12. De werkzaamheden en bovengenoemde voorschriften dienen te worden uitgevoerd onder begeleiding van een deskundige op het gebied van de soorten waarvoor ontheffing is verleend. 13. U dient een ecologisch werkprotocol op te stellen met daarin bovengenoemde voorschriften. Alle betrokken partijen, met name ook de uitvoerenden op de bouw- of projectlocatie, dienen van het werkprotocol op de hoogte gesteld te worden. 14. Deze ontheffing kan worden ingetrokken, indien blijkt dat de ontheffinghouder zich niet houdt aan de voorschriften. 15. Indien blijkt dat de in de ontheffing gestelde termijn niet voldoende is om de werkzaamheden waarop de ontheffing betrekking heeft uit te voeren, dient u, minimaal vier maanden voor het verstrijken van deze termijn een nieuwe aanvraag in te dienen. Dit voorkomt onnodige vertraging van het project. 16. Aanspreekpunt in het kader van deze ontheffing en de daaruit voortvloeiende voorschriften is, Postbus 40225, 8004 DE Zwolle. Den Haag, De Staatssecretaris van Economische Zaken, namens deze: Marco Klaassen De teammanager Vergunningen 3 van 3