Husky TM 2150 luchtaangedreven membraanpompen

Vergelijkbare documenten
Bedieningsinstructies Onderdelenlijst

Husky 1590 Luchtaangedreven membraanpompen

Bedieningsinstructies Onderdelenlijst

Husky 1590 Luchtaangedreven membraanpomp

INSTRUCTIES ONDERDELENLIJST Rev. ZAA NL. ALUMINIUM EN ROESTVAST STAAL V E R D E R VA 40 Luchtgedreven membraanpompen

Bedieningsinstructies Onderdelenlijst

Husky 2150 luchtgedreven membraanpompen

INSTRUCTIES ONDERDELENLIJST Rev. ZAC NL. ALUMINIUM EN ROESTVAST STAAL V E R D E R VA 40 Luchtgedreven membraanpompen

Luchtgeregelde membraanpompen

BEDIENINGSINSTRUCTIES ONDERDELENLIJST H

Husky luchtgedreven membraanpompen model 1040

INSTRUCTIES ONDERDELENLIJST Rev. Y. ALUMINIUM, ROESTVAST STALEN EN GIETIJZEREN POMPEN VERDER VA 50 Luchtgedreven membraanpompen

INSTRUCTIES ONDERDELENLIJST Rev. ZAA. *Geldt alleen voor pompen met

Rev. Y NL INSTRUCTIES ONDERDELENLIJST. *Geldt alleen voor pompen met vloeistofgedeeltes van geleidend polypropyleen.

VERDER VA 10 Luchtgedreven membraanpompen

Husky 307 luchtaangedreven membraanpompen

Husky 3300 pneumatische membraanpomp

Pneumatische membraanpompen VERDER VA 15 ACETAAL* EN GELEIDEND POLYPROPYLEEN* VERDER VA 20 INSTRUCTIES/ONDERDELENLIJST

Luchtgedreven membraanpompen VERDER VA 15. VERDER VA 20 Zie het pompoverzicht op blz. 20 om het modelnummer van uw pomp te bepalen.

VERDERAIR VA 80 pneumatische membraanpomp

Pneumatische membraanpomp

Bedieningsinstructies Onderdelenlijst

Husky 307 Luchtgedreven membraanpompen

Husky 716 structuurpomp Maximum lucht- en materiaalwerkdruk: 0,7 MPa (7 bar)

Husky 1050 Luchtgedreven membraanpomp

TECHNISCHE HANDLEIDING

INHOUD. CE Verklaring van Overeenstemming 8. 2

Husky 205 Luchtaangedreven membraanpompen

Kleur-/katalysatordoseerventielen

Reparatie/onderdelen Husky pneumatische membraanpomp

HANDLEIDING. Sesame. Thermoplastic Tank Technologies

transferpompen Instructies/Onderdelen E Maximale vloeistofwerkdruk: 1,7 MPa (17,0 bar, 250 psi)

Husky pneumatische membraanpomp. Bediening B. Maximale werkdruk: 0,86 MPa, (8,6 bar, 125 psi)

membraanpomp Bediening D Maximale werkdruk: 0,86 MPa, (8,6 bar, 125 psi) Lees alle waarschuwingen en instructies in deze handleiding en in uw

INSTALLATIE- EN ONDERHOUDSINSTRUCTIES

Gebruikershandleiding Pneumatische rechte stiftslijper EG120ST EG120K-19R

Afgiftesysteem voor vaten van 55 gallon 3A3634C BEDIENINGSINSTRUCTIES-ONDERDELENLIJST. Husky 515

Installatie & Onderhoudsinstructies

Husky 1050 Luchtaangedreven membraanpompen

Gebruikershandleiding Pneumatische haakse boormachine EG225-19R

Pneumatische membraanpomp

Husky 2150e. membraanpomp. Bediening 3A5326C NL. gebruik. Maximale werkdruk: 0,69 MPa (6,9 bar, 100 psi) Zie pagina 7 voor goedkeuringen.

Handleiding aansluiten en in gebruik nemen zelfaanzuigende SHE pompen

Inhoudsopgave. Gerelateerde handleidingen

Productcatalogus voor procestoepassingen. Pompoplossingen voor procesindustrieën

Gebruikershandleiding Lees deze handleiding voor gebruik goed door Nietmachine/tacker luchtdruk

Documentatie. magneetventielen

Gebruikershandleiding Pneumatische naaldbikhamer EG671CF

VEILIGHEID EN CORRECT GEBRUIK

Kleur-/katalysatordoseerventielen

Leidingreparatie en -onderhoud

Husky 3300 pneumatische membraanpomp

Packard Bell Easy Repair

Uitdeukset hydraulisch 4 ton Handleiding

Versnellingsschakelaar

Gebruikershandleiding Festec FNS hydraulische moerensplijter

Bedieningsinstructies Onderdelenlijst

ChemSafe Luchtgedreven membraanpomp. Instructies/onderdelen 3A3572C

Gebruikershandleiding Pneumatische haakse slagmoersleutel EG557A (3/8 ) EG557B (1/2 )

G15/G40 Spuitpistool. Bedieningsinstructies - Onderdelenlijst 3A0446E NL

Vlak pedaal. Dealerhandleiding DEORE XT PD-M8040 SAINT PD-MX80 PD-M828. Geen Serie PD-GR500. RACE MTB Trekking. Stads-toer/ comfort-fiets DM-PD

Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL

Husky / Twistork Set. Inhoudsopgave BEDIENINGSINSTRUCTIES - ONDERDELENLIJST H. Rev. A

Voornaaf/cassettenaaf (standaardtype)

Handleiding HAMA Reparatiepistool GR1500

Gebruikershandleiding Reactieloze pneumatische ratel EG554A (3/8 ) EG554B (1/2 )

Gebruikershandleiding Pneumatische kitspuit EG195

Gebruikershandleiding Pneumatische slagmoersleutel EG2460 (1/2 ) EG2480 (3/8 )

Bedieningsinstructies Onderdelenlijst

Montage handleiding Meskantafsluiters

Gebruikershandleiding Pneumatische haakse slijpmachine EG805

GEBRUIKSAANWIJZING (NL)

KEYSTONE. CompoSeal-vlinderafsluiters, ringtype Handleiding voor installatie & onderhoud. Lees deze instructies zorgvuldig

ALGEMENE AANWIJZINGEN VOOR VERLICHTINGSARMATUREN

HINDLE. Hindle Ultra-Seal kogelkranen Handleiding voor gebruik, installatie en onderhoud. Inhoud 1 Opslag/bescherming 1

Luchtgedreven Membraanpomp

Reparatie/onderdelen 3A3671F

Gebruikershandleiding Pneumatische slagmoersleutel EG1662C (1")

Bouwset, circulatiekraan

CE-Installatieset kg verplaatsbaar X X X a 54 kg verplaatsbaar X X X X kg tweewielige wagen X X X

Professional Supplies EIERKOOKAPPARAAT. Modelnr.: *

TRITON 3D350HP membraanpomp

STIGA PARK 107 M HD

HANDLEIDING ZONNESCHERM 4X3M MONTAGEINSTRUCTIES

RACE Voornaaf / cassettenaaf met 11 versnellingen

A3 & A4 / U3 & U4 Version 3/ INSTALLATIE & ONDERHOUDSINSTRUCTIES

BEDIENINGSINSTRUCTIES ONDERDELENLIJST H

INSTALLATIEHANDLEIDING

Tribomatic II poederpomp

Fire-Ball 9 en President 9 Smeerpompen Vaste en mobiele installaties voor zwaar vet

3D150, 3D350, 4D150. membraanpomp. Instructies/onderdelen 3A3457J NL. professioneel gebruik.

Gebruik en functies van de 6 wegklep voor filtersets FS350- FS400- FS450- FS500- FS650

Packard Bell Easy Repair

Transcriptie:

Bedieningsinstructies Onderdelenlijst ALUMINIUM, ROESTVRIJSTALEN EN GIETIJZEREN Husky TM 50 luchtaangedreven membraanpompen 3A359ZAK NL AODD-pomp voor toepassingen met vloeistofoverdracht. Alleen voor professioneel gebruik. Zie Modellen op pagina 3 voor een overzicht van pompmodellen en beschrijvingen. Maximale vloeistofwerkdruk 0,8 MPa (8 bar; 0 psi) Maximale luchtinlaatdruk 0,8 MPa (8 bar; 0 psi) Belangrijke veiligheidsinstructies Lees alle waarschuwingen en instructies in deze handleiding. Bewaar deze instructies. 03940B Aluminium model afgebeeld

Inhoudsopgave Inhoudsopgave............................ Modellen.................................. 3 Symbolen................................. 4 Installatie................................. 6 Gebruik.................................. Onderhoud............................... 3 Problemen oplossen....................... 4 Onderhoud............................... 5 Het luchtventiel repareren................. 5 Repareren van de kogelkleppen............ 8 Membraan repareren..................... 9 Verwijderen van lager en luchtpakking....... Pompmatrix.............................. 4 Reparatieset selectie....................... 6 Onderdelen............................... 7 Koppelinstructies.......................... 3 Afmetingen............................... 33 Technische gegevens...................... 36 Overzichtsgrafiek van de prestaties........... 37 Graco-informatie.......................... 38 3A359

Modellen Modelnr. *DF3 *DG3 *DFH *DGH *DF4 *DG4 *DF6 *DG6 *DFC *DGC *DFD *DGD *DFF *DGF *DFG *DGG *DFP *DFR *DV4 *DVD *DVP *DVR 4B78 4B783 4B80 4G43 4J360 5A08 5A49 5A50 5A5 Beschrijving Aluminium pompen Aluminium pompen, extern Aluminium verlengde pomp Aluminium verlengde pomp, extern Roestvaststalen pompen Roestvrijstalen pompen, extern Gietijzeren pompen Gietijzeren pompen, Extern Aluminium BSPT-pompen Aluminium BSPT-pompen, Extern Roestvrijstalen BSPT-pompen Roestvrijstalen BSPT-pompen, Extern Gietijzeren BSPT-pompen Gietijzeren BSPT-pompen, Extern Aluminium verlengde BSPT-pomp Aluminium verlengde BSPT-pomp, extern Roestvrij staal, middenflens, verticale uitlaat: Roestvrij staal, middenflens, horizontale uitlaatpoort: Roestvrijstalen Plus-pompen Roestvrijstalen BSPT Plus-pompen Roestvrij staal, middenflens, verticale uitlaat: Roestvrij staal, middenflens, horizontale uitlaatpoort: Aluminium pomp met gietmembranen Roestvrijstalen Plus-pomp met gietmembranen Roestvrijstalen pomp met gietmembranen Aluminium BSPT-pomp met gietmembranen Aluminium pomp met gietmembranen Aluminium pomp met gietmembranen, rvs kogels Gietijzeren pomp met gietmembranen, PTFE kogels Gietijzeren pomp met gietmembranen, geolast kogels Gietijzeren pomp met gietmembranen, Santoprene kogels * Zie de Pompmatrix op pagina 4 op pagina om het modelnummer van uw pomp te bepalen. OPMERKING: Plus-modellen hebben roestvrijstalen middengedeeltes. 3A359 3

Symbolen Waarschuwingssymbool WAARSCHUWING Dit symbool waarschuwt u voor mogelijk ernstig of fataal letsel als u de aanwijzingen niet opvolgt. Voorzichtigheidssymbool OPGELET Dit symbool waarschuwt u voor mogelijke beschadiging of vernietiging van apparatuur als u de aanwijzingen niet opvolgt. WAARSCHUWING GEVAREN VAN VERKEERD GEBRUIK VAN DE APPARATUUR INSTRUCTIES Elke vorm van onjuist gebruik van de spuitapparatuur of de accessoires, zoals de druk te hoog opvoeren, onderdelen aanpassen, het gebruik van ongeschikte chemicaliën en vloeistoffen of het gebruik van versleten of beschadigde onderdelen, kan ertoe leiden dat onderdelen beschadigen, wat vloeistofinjectie kan veroorzaken, of er kan vloeistof in de ogen of op de huid spatten of ander ernstig letsel door worden veroorzaakt. Ook kan het tot brand, ontploffing of schade aan goederen leiden. Dit apparaat is uitsluitend voor professioneel gebruik. Volg alle waarschuwingsaanduidingen op. Lees alle instructiehandleidingen, plaatjes en labels vóór gebruik van het toestel. Breng nooit wijzigingen of modificaties aan de apparatuur aan; hierdoor zou de juiste werking verstoord kunnen zetten. Gebruik uitsluitend originele Graco-onderdelen en -toebehoren. Controleer het apparaat regelmatig en herstel of vervang versleten of beschadigde onderdelen onmiddellijk. Overschrijd nooit de aanbevolen werkdruk of de maximale luchttoevoerdruk, die staat aangegeven op de pomp, of in de Technische gegevens op pagina 36. Overschrijd niet de maximale werkdruk van de zwakste component in uw systeem. Deze apparatuur heeft een maximale werkdruk van 0,8 MPa (8 bar; 0 psi) bij een maximale inkomende luchtdruk van 0,8 MPa (8 bar; 0 psi). Zorg ervoor dat alle gebruikte materialen en oplosmiddelen chemisch compatibel zijn met de bevochtigde delen in de Technische gegevens op pagina 36. Lees altijd eerst de documentatie van de fabrikant, voordat u een vloeistof of oplosmiddel in de pomp gebruikt. Een pomp die onder druk staat nooit verplaatsen of optillen. Als u een apparaat onder druk laat vallen, kan het vloeistofgedeelte scheuren. Volg altijd de Drukontlastingsprocedure op pagina voordat de pomp wordt verplaatst of opgetild. De pomp is erg zwaar. Laat twee personen de pomp optillen door hem stevig bij het uitlaatspruitstuk vast te pakken indien de pomp moet verplaatst worden. 4 3A359

GEVAARLIJKE MATERIALEN Onjuiste omgang met gevaarlijke materialen of het inademen van giftige dampen kan uitermate ernstige verwondingen of zelfs de dood veroorzaken, wanneer ze in de ogen spatten, worden ingeslikt of bij besmetting van het lichaam. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen als u omgaat met materialen die gevaar kunnen opleveren of waarvan u vermoedt dat ze gevaarlijk kunnen zijn. Zorg dat u op de hoogte bent van de specifieke gevaren van de vloeistof die u pompt. Neem voorzorgsmaatregelen om te voorkomen dat er giftige materialen worden gemorst. Draag altijd geschikte kleding en bescherming, zoals een veiligheidsbril en ademhalingsfilter om uzelf te beschermen. Bewaar gevaarlijke vloeistof in een geschikt, goedgekeurd vloeistofvat. Voer gevaarlijke vloeistof af conform alle geldende voorschriften en richtlijnen. Zet de uitlaatslang voor de vloeistof goed vast in de opvangbak om te voorkomen dat hij losschiet en de vloeistof op een onjuiste manier wordt afgevoerd. Zorg dat de uitstromende lucht op een veilige manier wordt afgevoerd, ver van mensen, dieren, en plaatsen waar voedsel is opgeslagen of wordt bereid. Als een membraan kapot is, kan in de uitstromende lucht vloeistof meekomen. Zie Luchtuitlaatventilatie op pagina. BRAND- EN EXPLOSIEGEVAAR WAARSCHUWING Statische elektriciteit ontstaat doordat vloeistof door de pomp en de slang stroomt. Als de apparatuur niet goed wordt geaard, dan kan er vonkoverslag plaatsvinden. De vonken kunnen dampen van oplosmiddelen en de verpompte vloeistof, stofdeeltjes en andere brandbare stoffen doen ontbranden, of u nu binnen of buiten pompt en zo brand of explosies en ernstig letsel of ernstige schade aan goederen veroorzaken. Om het gevaar te verminderen van vonken door statische elektriciteit, moet u de pomp en alle andere apparatuur die gebruikt wordt, of zich in de nabijheid bevindt, aarden. Lees de voorschriften van de elektriciteitsmaatschappij na op gedetailleerde aardingsinstructies, die gelden voor dit soort apparatuur en deze omstandigheden. Zie Aarding op pagina 6. Stop onmiddellijk met pompen zo gauw u vonken door statische elektriciteit ziet, of zelfs een lichte, elektrische schok krijgt. Controleer de gehele installatie op goede aarding. Gebruik de installatie niet meer, totdat het probleem gevonden en opgelost is. Leid de uitstromende lucht op een veilige manier weg, ver van alle ontstekingsbronnen. Als een membraan kapot is, kan in de uitstromende lucht vloeistof meekomen. Zie Luchtuitlaatventilatie op pagina. Rook niet in de werkruimte. Gebruik de apparatuur niet in de nabijheid van een ontstekingsbron of een open vlam, zoals een waakvlam. GEVAREN VAN HALOGEENKOOLWATERSTOFFEN Gebruik nooit,,-trichloorethaan, methyleenchloride, andere oplosmiddelen met halogeenkoolwaterstoffen of spuitmaterialen die zulke stoffen bevatten. Gebruik van dergelijke stoffen kan leiden tot heftige chemische reacties, met mogelijk ontploffingen tot gevolg, hetgeen kan leiden tot de dood, ernstig lichamelijk letsel en/of aanzienlijke schade aan goederen. Raadpleeg de vloeistofleveranciers om zeker te zijn dat de vloeistofen geschikt zijn voor gebruik met delen van aluminium. 3A359 5

Installatie Algemene informatie De gebruikelijke opstelling zoals weergegeven in is slechts bedoeld als hulpmiddel voor het selecteren en installeren van systeemonderdelen. Neem contact op met uw Graco-dealer of met Graco Technical Assistance (zie achterpagina) voor technische ondersteuning bij het ontwerpen van een systeem dat aan uw behoeften voldoet. Gebruik altijd originele Graco-onderdelen en toebehoren. Nummers en letters tussen haakjes verwijzen naar de overeenkomstige aanduidingen in de afbeeldingen en de onderdelenlijsten op pagina 7 tot 8. WAARSCHUWING GEVAARLIJKE MATERIALEN Om het risico van ernstig letsel, spatten in de ogen of op de huid en het morsen van giftige materialen te verminderen mag u nooit een pomp die nog onder druk staat optillen of verplaatsen. Als u een apparaat onder druk laat vallen, kan het vloeistofgedeelte scheuren. Volg altijd de Drukontlastingsprocedure op bladzijde vóór u de pomp verplaatst of optilt. De pomp is zeer zwaar. Als hij moet worden verplaatst, laat twee mensen de pomp dan optillen door het uitlaatspruitstuk (03) stevig vast te pakken. Zie AFB. 3 op pagina 0. Schroeven vastdraaien voor eerste gebruik Voordat de pomp voor het eerst gebruikt wordt, moeten alle externe bevestigingen worden gecontroleerd en aangetrokken. Zie Koppelinstructies op pagina 3. Trek de bevestigingen na de eerste gebruiksdag opnieuw aan. Hoewel het gebruik van de pomp varieert, is een algemene richtlijn dat ze elke twee maanden moeten worden nagetrokken. Tips om cavitatie te verminderen Cavitatie in een membraanpomp is het ontstaan en knappen van belletjes in de verpompte vloeistof. Frequente of overmatige cavitatie kan ernstige schade veroorzaken, waaronder het ontstaan van putjes en vroegtijdige slijtage van vloeistofkamers, kogels en zittingen. Ook kan de efficiency van de pomp afnemen. De schade door cavitatie en de afgenomen efficiency kunnen beide leiden tot hogere gebruikskosten. Cavitatie is afhankelijk van de dampdruk van de verpompte vloeistof, de zuigdruk van het systeem en de stuwdruk. Het verschijnsel kan worden beperkt door één van deze factoren te veranderen.. Dampdruk verminderen: Verlaag de temperatuur van de verpompte vloeistof.. Zuigdruk verhogen: a. Zorg dat de pomp lager is geplaatst dan het vloeistofniveau in het toevoersysteem. b. Verminder de wrijvingslengte van de zuigleiding. Onthoud dat fittingen wrijvingslengte aan de leiding toevoegen. Verminder het aantal fittingen om de wrijvingslengte te beperken. c. Kies voor een groter formaat zuigleiding. OPMERKING: Zorg dat de inlaatdruk van de vloeistof niet hoger is dan 5% van de uitgaande werkdruk. 3. Snelheid van de vloeistof verlagen: vertraag de cyclussnelheid van de pomp. De viscositeit van de verpompte vloeistof is ook heel belangrijk, maar wordt meestal bepaald door procesafhankelijke factoren en kan niet worden veranderd om de cavitatie te verminderen. Viskeuze vloeistoffen zijn moeilijker te verpompen en veroorzaken sneller cavitatie. Graco adviseert om met alle bovenstaande factoren rekening te houden bij het ontwerpen van uw systeem. Om de pompefficiency te handhaven, dient u voldoende luchtdruk aan de pomp te leveren om de gewenste flow te behalen. Graco-distributeurs kunnen specifieke suggesties voor uw bedrijf doen om de pompprestaties te verbeteren en de bedrijfskosten te verlagen. Aarding WAARSCHUWING BRAND- EN EXPLOSIEGEVAAR Deze pomp moet worden geaard. De pomp moet voor gebruik eerst geaard worden, zoals hieronder beschreven. Lees ook het hoofdstuk BRAND- EN EXPLOSIEGEVAAR, op pagina 4. Om het risico van vonken door statische elektriciteit te verkleinen moeten de pomp en alle andere apparatuur in de omgeving waar gepompt wordt goed geaard worden. Lees de voorschriften van de elektriciteitsmaatschappij na op gedetailleerde aardingsinstructies, die gelden voor dit soort apparatuur en deze omstandigheden. Alle volgende onderdelen moeten geaard zijn: Pomp: Gebruik een aarddraad en aardklem, zoals afgebeeld in AFB.. Draai de aardschroef los (W). Steek één uiteinde van een aarddraad (Y) van minimaal,5 mm ( ga) achter de aardingsschroef en draai de schroef goed vast. Verbind het klemuiteinde van de aarddraad met een echte 6 3A359

aardaansluiting. Aarddraad en klem te bestellen als onderdeelnr. 38909. Y Bevestig de pomp zodanig dat het luchtklepdeksel (), de luchtinlaat en de inlaat- en uitlaatpoorten voor vloeistof goed bereikbaar zijn, om gebruik en onderhoud eenvoudiger te maken. Montageset Rubberen trillingsdemper 3645 is verkrijgbaar om het geluids- en trillingsniveau bij het gebruik te verlagen. Luchtleiding WAARSCHUWING W Uw systeem moet voorzien zijn van een drukontlastende luchtkraan (B), om lucht te laten ontsnappen die is blijven zitten tussen de kraan en de pomp. Opgesloten lucht kan de pomp onverwachts aan het lopen brengen, wat kan resulteren in ernstige verwondingen, zoals door vloeistof die in de ogen of op de huid spat, verwondingen door bewegende delen, of verontreiniging door gevaarlijke vloeistoffen. AFB. Lucht- en vloeistofslangen: Gebruik alleen geaarde slangen met een totale lengte van maximaal 50 meter (500 ft) om de continuïteit van de aarding te waarborgen. Luchtcompressor: Lees de aanbevelingen van de fabrikant. Alle emmers met oplosmiddel die worden gebruikt bij het spoelen: Volg de plaatselijk geldende voorschriften. Gebruik alleen metalen vaten, die geleidend zijn. Plaats het vat niet op een niet-geleidend oppervlak, zoals papier of karton, omdat dat de aarding onderbreekt. Vloeistoftoevoerhouder: Volg de plaatselijk geldende voorschriften. Bevestigingen OPGELET De lucht die uit de pomp stroomt, kan verontreinigingen bevatten. Voer de uitlaatlucht naar een afgelegen plaats indien de verontreiniging de vloeistofaanvoer kan beïnvloeden. Zie Luchtuitlaatventilatie op pagina. Zorg dat het montage-oppervlak stevig genoeg is om het gewicht van pomp, slangen en toebehoren te dragen, en ook nog de mechanische belasting die door het werken van de pomp ontstaat. De pomp moet altijd rechtstreeks met bouten op het montage-oppervlak vastgeschroefd worden. 0646B. Installeer de luchtleidingstoebehoren zoals afgebeeld op. Bevestig deze toebehoren aan de muur of aan een muurconsole. Let erop dat de luchtleiding die de toebehoren voedt geaard is. a. Installeer een luchtreduceerventiel (C) met manometer om de vloeistofuitlaatdruk te regelen. De vloeistofuitlaatdruk aan de uitlaat is hetzelfde als de ingestelde luchtdruk aan het reduceerventiel. b. Plaats het ene zelfontlastende hoofdluchtventiel (B) dicht bij de pomp en gebruik hem om opgesloten lucht te laten ontsnappen. Zie de WAARSCHUWING hierboven. Voorzie eveneens een zelfontlastend luchtventiel (E) stroomopwaarts van alle luchtleidingtoebehoren en gebruik die om de accessoires af te sluiten tijdens werkzaamheden voor schoonmaak en reparatie. c. Het luchtleidingsfilter (F) verwijdert schadelijk vuil en vocht uit de aangevoerde perslucht.. Monteer tussen de toebehoren en de / npt(f) luchtinlaat (N) pomp, een geaarde, soepele luchtslang (A). Zie Afb.. Gebruik een luchtslang met tenminste een binnendiameter van 3 mm (/ ). Monteer een snelkoppeling (D) op het eind van de luchtslang (A) en schroef de bijpassende fitting goed in de luchtinlaat van de pomp. Plaats de koppeling (D) nog niet op nippel, totdat u klaar bent om de pomp te gaan gebruiken. Installatie van externe voorgestuurde luchtleidingen. Zie de onderdelentekeningen. Sluit de luchtleiding aan op de pomp zoals in de stappen hierboven wordt aangegeven.. Sluit een buis met een buitendiameter van 6,3 mm (/4 inch) aan op de drukstekkers (4) op de luchtmotor van de pomp. 3A359 7

Installatie OPMERKING: koppelingen van een ander formaat of type kunnen worden gebruikt door de drukstekkers te vervangen. Voor de nieuwe fittingen is schroefdraad van /8 inch npt vereist. 3. Sluit de overige uiteinden van de buizen aan op het externe luchtsignaal, bijv. de Cycleflo-regelaar (onderdeelnr. 9564) of de Cycleflo-II-regelaar (onderdeelnr. 9565) van Graco. Vloeistofaanzuigleiding. Gebruik geaarde vloeistofslangen (G). De vloeistofinlaat (R) van de pomp heeft de maat inch npt(f). Schroef de slangfitting goed in de inlaat van de pomp.. Als de vloeistofinlaatdruk van de pomp meer is dan 5% van de uitlaatwerkdruk, zullen de kogelterugslagkleppen niet snel genoeg sluiten, wat de pompwerking inefficiënt maakt. 3. Een vloeistofdruk bij de inlaat van meer dan 0, MPa ( bar; 5 psi) verkort de levensduur van de membranen. Vloeistofuitlaatleiding WAARSCHUWING Een aftapkraan (J) moet in uw systeem zijn aangebracht om de druk te ontlasten als de slang dicht zit. Het afvoerventiel vermindert het risico op ernstige verwonding, zoals door vloeistofspatten in de ogen of op de huid, of verontreiniging met gevaarlijke vloeistof bij het ontlasten van de druk. Plaats de kraan dichtbij de vloeistofuitlaat van de pomp.. Gebruik geaarde vloeistofslangen (L). De vloeistofuitlaat (S) van de pomp heeft de maat inch npt(f). Schroef de slangfitting goed in de pompuitlaat.. Installeer een aftapkraan (J) dicht bij de vloeistofuitlaat. Zie de WAARSCHUWING hierboven. 3. Installeer een afsluiter (K) in de vloeistofuitlaatleiding. 4. Zie de Technische gegevens op pagina 36 voor de maximale aanzuighoogte (nat en droog). 8 3A359

Installatie VOORBEELDOPSTELLING MET OP DE BODEM BEVESTIGDE POMP VERKLARING A Luchttoevoerslang B Zelfontlastende hoofdluchtklep (vereist voor de pomp) C Luchtregelaar D Snelkoppeling voor de luchtleiding E Hoofdkraan voor lucht (voor toebehoren) F Luchtleidingsfilter G Vloeistofaanzuigslang H Vloeistoftoevoer J Vloeistofaftapkraan (vereist) K Vloeistofafsluiter L Vloeistofslang N Luchtinlaatpoort / inch npt(f) R Vloeistofinlaatpoort inch npt(f) S Vloeistofuitlaatpoort inch npt(f) Y Aardingsdraad (vereist; zie bladzijde 6 voor installatie-instructies) Y A D B S N C F J E K L H R G 03943B AFB. 3A359 9

Installatie De richting veranderen van de vloeistofinlaat- en uitlaatpoorten Verwijder de middelste spruitstukken om de richting van de inlaat- of uitlaatpoort(en) te veranderen. Voer de procedure Koppelinstructies uit, pagina 3. De vloeistofpoorten van de pompen zijn van het type npt, bspt of ANSI/DIN-flens. Verklaring N Luchtinlaatpoort P Geluiddemper. Luchtafvoerpoort is 3/4 npt(f). 0 Deksels 0 Vloeistofinlaatspruitstuk 03 Vloeistofuitlaatspruitstuk 06 Spruitstuk- en dekselschroeven Dekselschroeven (boven en onder) Gebruik middelsterke (blauwe) vloeibare pakking op het schroefdraad. Zie Koppelinstructies op pagina 3. Gebruik middelsterke (blauwe) vloeibare pakking op het schroefdraad. Zie Koppelinstructies op pagina 3. Aluminium model afgebeeld 03 Drukontlastingskraan voor vloeistof OPGELET In sommige systemen is een drukontlastingskraan nodig aan de uitlaat van de pomp om te voorkomen dat door een te hoge druk de pomp of de slang zou kunnen scheuren. Zie Afb. 4 Een te hoge druk kan ontstaan door uitzetting van de vloeistof bij hogere temperaturen. Dit kan gebeuren als lange vloeistofleidingen in de zon liggen, of door een hoge omgevingstemperatuur, of als van een koele naar een warme ruimte gepompt wordt (bijvoorbeeld vanuit een ondergrondse tank). Een te hoge druk kan ook optreden als de Husky-pomp wordt gebruikt om een zuigerpomp te voeden en de inlaatklep van de zuigerpomp sluit niet goed, waardoor zich vloeistof ophoopt in de uitlaatleiding. VERKLARING R inch npt(f) vloeistofinlaat S inch npt(f) vloeistofuitlaat V Drukontlastingskraan Onderdeelnr. 9 (roestvrij staal) Plaats de klep tussen de vloeistofinlaat- en -uitlaatpoort. Sluit hier de vloeistofinlaatleiding aan. N 06 3 Sluit hier de vloeistofuitlaatleiding aan. 06 S 3 0 P V 0 03940B AFB. 3 AFB. 4 R 0394B 0 3A359

Installatie Luchtuitlaatventilatie WAARSCHUWING BRAND- EN EXPLOSIEGEVAAR; GEVAARLIJKE VLOEISTOFFEN Lees voordat u deze pomp gaat gebruiken eerst de waarschuwingen over GEVAARLIJKE VLOEISTOFFEN en BRAND- EN EXPLOSIEGEVAAR op pagina 5, en neem de nodige voorzorgsmaatregelen. Zorg ervoor dat het systeem voldoende ventilatie krijgt, passend bij de soort opstelling. De afvoerlucht moet naar een veilige plaats kunnen uitstromen, ver van mensen, dieren, plaatsen waar voedsel is opgeslagen of wordt bereid, en van alle ontstekingsbronnen wanneer brandbare of gevaarlijke vloeistof wordt gepompt. Als een membraan kapot is, kan vloeistof meekomen in de uitstromende lucht. Plaats een geschikte opvangbak aan het eind van de luchtafvoerleiding om de vloeistof in op te vangen. Zie Afb. 5. De luchtafvoerpoort is 3/4 npt(f). Pas op dat u de uitstroming van de lucht niet belemmert. Door een geblokkeerde luchtuitstroom kan de pomp van slag raken. Als de geluiddemper (P) rechtstreeks op de luchtafvoerpoort is geïnstalleerd, breng dan vóór de montage PTFE-tape of draadsmeermiddel met antivastloopeigenschappen aan op de schroefdraad van de geluiddemper. Om een luchtuitlaat op afstand te voorzien:. Haal de geluiddemper (P) van de luchtuitlaat van de pomp.. Sluit een geaarde luchtslang (T) aan en verbind de geluiddemper (P) met het andere einde van de slang. Het minimumformaat voor de luchtuitlaatslang is 9 mm (3/4 in.) voor de binnendiameter. Gebruik een grotere slangdiameter als u een slang nodig hebt die langer is dan 4,57 meter (5 ft). Vermijd scherpe bochten of knikken van de slang. Zie Afb. 5. 3. Plaats een vat (U) aan het eind van de luchtuitlaatleiding, zodat in geval van eventueel scheuren van het membraan de vloeistof opgevangen wordt. WEG LATEN STROMEN VAN UITLAATLUCHT E F C B D A VERKLARING A Luchttoevoerleiding B Zelfontlastende hoofdluchtklep (vereist voor de pomp) C Luchtregelaar D Snelkoppeling voor de luchtleiding E Hoofdkraan voor lucht (voor toebehoren) F Luchtleidingsfilter P Geluiddemper T Geaarde luchtuitlaatslang U Opvangbak voor luchtuitlaat op grotere afstand T U P AFB. 5 0394 3A359

Gebruik De pomp spoelen vóór het eerste gebruik De pomp is getest met water. Als het water de vloeistof die u pompt zou kunnen vervuilen, spoel de pomp dan grondig met een geschikt oplosmiddel. Voer de stappen uit onder De pomp starten en afstellen. De pomp starten en afstellen. Zorg ervoor dat de pomp goed geaard is. Zie Aarding op pagina 6.. Controleer alle aansluitingen om zeker te zijn dat ze goed vastzitten. Gebruik een geschikte vloeibare pakking voor alle mannelijke draadeinden. Zorg dat de vloeistofinlaat en -uitlaat stevig vastzitten. 3. Plaats de aanzuigbuis (indien gebruikt) in de te pompen vloeistof. OPMERKING: Als de vloeistofinlaatdruk van de pomp meer is dan 5% van de uitlaatwerkdruk, zullen de kogelterugslagkleppen niet snel genoeg sluiten, wat de pompwerking inefficiënt maakt. 4. Doe het uiteinde van de slang (L) in een geschikt opvangvat. 5. Sluit de vloeistofaftapkraan (J). Zie AFB.. 6. Open alle drukontlastende luchtkranen (B, E), terwijl het luchtreduceerventiel (C) van de pomp gesloten is. 7. Als er een doseervoorziening op de vloeistofslang een doseerapparaat is aangesloten, houd deze dan geopend bij het uitvoeren van de volgende stap. 8. Open geleidelijk het reduceerventiel (C) totdat de pomp begint te lopen. Laat de pomp langzaam lopen totdat alle lucht uit de leidingen is geperst en de pomp is gevuld. Als u gaat spoelen, laat de pomp lang genoeg lopen om de pomp en de slangen grondig te reinigen. Sluit de luchtregelaar. Haal de aanzuigslang uit het oplosmiddel en plaats deze in de te pompen vloeistof. 3A359 WAARSCHUWING GEVAARLIJKE MATERIALEN Om het risico van ernstig letsel, spatten in de ogen of op de huid en het morsen van giftige materialen te verminderen mag u nooit een pomp die nog onder druk staat optillen of verplaatsen. Als u een apparaat onder druk laat vallen, kan het vloeistofgedeelte scheuren. Volg altijd de Waarschuwing Drukontlastingsprocedure rechts voordat u de pomp verplaatst of optilt. Bediening van op afstand gestuurde pompen. Afb. en onderdelentekeningen. Volg de voorgaande stappen tot en met 7 van De pomp starten en afstellen.. Open de luchtregelaar (C). WAARSCHUWING De pomp kan één cyclus draaien voordat het externe signaal wordt geactiveerd. Hierdoor kan iemand letsel oplopen. Als de pomp draait, wacht dan tot het einde voordat u verder gaat. 3. De pomp werkt, wanneer er om en om luchtdruk wordt gezet op en ontlast uit de drukstekkers (4). OPMERKING: Wanneer er gedurende langere perioden luchtdruk blijft staan op de luchtmotor terwijl de pomp niet draait, kan dat de levensduur van de membranen verkorten. Dit is te voorkomen door een driewegmagneetklep te gebruiken die automatisch de druk op de luchtmotor ontlast wanneer de doseercyclus is voltooid. De pomp uitschakelen Volg de onderstaande Drukontlastingsprocedure als u klaar bent met uw werkzaamheden en voordat u het systeem controleert, afstelt, reinigt of repareert. Drukontlastingsprocedure WAARSCHUWING Om het risico te verminderen van ernstige verwonding, zoals door vloeistofspatten in de ogen of op de huid, moet u steeds deze procedure volgen, wanneer de handleiding daartoe de instructie geeft, bij het uitschakelen van de pomp, en voor het controleren, afstellen, reinigen, verplaatsen of repareren van enig onderdeel van het systeem.. Sluit de luchttoevoer naar de pomp af.. Open de doseerkraan, wanneer gebruikt. 3. Open de aftapkraan om alle druk te ontlasten, waarbij u een opvangvat klaar houdt of de uitstromende vloeistof in op te vangen.

Onderhoud Smering Het luchtventiel is ontworpen om zonder smering te werken, echter als smering gewenst is, iedere 500 gebruiksuren (of maandelijks), haal dan de slang van de luchtinlaat van de pomp, en laat twee druppels machineolie in de luchtinlaat lopen. Doorspoelen en opslag OPGELET Smeer de pomp niet te overdadig. Er kan dan olie uit de geluiddemper komen, wat de vloeistoftoevoer of andere installaties kan vervuilen. Te veel smering kan ook de werking van de pomp verstoren. Spoel de pomp vaak genoeg door om te voorkomen dat de vloeistof die u pompt in de pomp opdroogt of bevriest en zo schade veroorzaakt. Spoel de pomp altijd door en volg de Waarschuwing drukontlastingsprocedure op pagina voordat u de pomp opbergt. Gebruik een geschikt oplosmiddel. Schroefdraadverbindingen vastdraaien Controleer voor ieder gebruik alle slangen op slijtage of beschadiging en vervang ze indien nodig. Controleer of alle schroefdraadverbindingen goed vastzitten en niet lekken. Kijk het bevestigingsmateriaal na. Waar nodig, vastdraaien of opnieuw op het juiste aanhaalmoment draaien. Hoewel het gebruik van de pomp varieert, is een algemene richtlijn dat ze elke twee maanden moeten worden nagetrokken. Zie Koppelinstructies op pagina 3. Schema voor preventief onderhoud Stel een preventief onderhoudsschema op gebaseerd op het onderhoudsverleden van de pomp. Dit is vooral belangrijk ter voorkoming van morsen of lekkage van vloeistof als gevolg van een defecte membraan. 3A359 3

Problemen oplossen WAARSCHUWING Om de kans te verkleinen op ernstig letsel, zoals door vloeistofspatten in de ogen of op de huid, moet u steeds de Drukontlastingsprocedure op pagina volgen, wanneer de handleiding daartoe de instructie geeft, bij het uitschakelen van de pomp, en voor het controleren, afstellen, reinigen, verplaatsen of repareren van enig onderdeel van het systeem. OPMERKING: Controleer eerst alle mogelijke oorzaken en problemen, voordat u de pomp demonteert. PROBLEEM OORZAAK OPLOSSING Pomp slaat af, hapert of houdt de druk niet vast. Pomp wil niet lopen of maakt één slag en stopt dan weer. De pomp werkt onregelmatig. Er zitten luchtbellen in de vloeistof. Versleten kogels (30), zittingen (0) of O-ringen (0). Luchtventiel zit vast of is vuil. Kogel (30) is erg versleten en is in zitting (0) of spruitstuk (0 of 03) gedrongen. Terugslagklepkogel (30) zit vastgeklemd in de zitting (0) als gevolg van overdruk. De doseerkraan is verstopt. Verstopte aanzuigleiding. Vervangen. Zie pagina 8. Haal de luchtklep uit elkaar en maak deze schoon. Zie pagina's 5 tot en met 6. Gebruik gefilterde lucht. Vervang kogel en zitting. Zie pagina 8. Monteer een drukontlastafsluiter (zie pagina 0). Ontlast de druk en maak de klep schoon. Nakijken, vrijmaken. Klevende of lekkende kogels (30). Reinig of vervang. Zie pagina 8. Gescheurd membraan. Vervangen. Zie pagina's 9 tot en met. Geblokkeerde uitlaat. Maak uitlaat vrij. De zuigleiding zit los. Vastdraaien. Gescheurd membraan. Vervangen. Zie pagina's 9 tot en met. Los inlaatspruitstuk (0), beschadigde afdichting tussen verdeelstuk en zitting (0), beschadigde o-ringen (0). Draai de bouten (06) van het spruitstuk vast of vervang de zittingen (0) of o-ringen (0). Zie pagina 8. Bout van membraanas zit los (07). Aandraaien of vervangen. Zie pagina's 9 tot en met. Beschadigde O-ring (08). Vervangen. Zie pagina's 9 tot en met. Vloeistof in luchtafvoer. Gescheurd membraan. Vervangen. Zie pagina's 9 tot en met. Bout van membraanas zit los (07). Aandraaien of vervangen. Zie pagina's 9 tot en met. Beschadigde O-ring (08). Vervangen. Zie pagina's 9 tot en met. Er komt lucht uit de pomp, en hij hapert. Aan de buitenkant van de pomp komt lucht vrij. Pomp lekt aan de buitenkant vloeistof uit de kogelkleppen. Versleten luchtklepblok (7), o-ring (6), plaat (8), stuurblok (8), U-pakking (0) of o-ring (7) van regelpen. Herstellen of vervangen. Zie pagina's 5 tot en met 6. Versleten asafdichtingen (40). Vervangen. Zie pagina's 9 tot en met. Luchtdeksel () of de bouten (3) daarvan zitten los. Draai bouten aan. Zie pagina 6. Luchtkleppakking (4) of luchtklepdekselpakking () is beschadigd. Inspecteer; vervang. Zie pagina's 5 tot en met 6, tot en met 3. Bouten van het luchtdeksel (3) zitten los. Draai bouten aan. Zie pagina's tot en met 3. Losse spruitstukken (0, 03), beschadigde afdichting tussen spruitstuk en zitting (0) of beschadigde o-ringen (0). Draai de bouten (06) van het spruitstuk vast of vervang de zittingen (0) of o-ringen (0). Zie pagina 8. 4 3A359

Onderhoud Het luchtventiel repareren 3 Benodigd gereedschap Momentsleutel Torx (T0) kruiskopschroevendraaier of een 7 mm (9/3 ) dopsleutel. Kabeltang O-ring-lichter Vet op lithiumbasis OPMERKING: Reparatiesets Luchtklep 3673 (aluminium middelste behuizing) en 5506 (roestvrijstalen middelste behuizingen) zijn beschikbaar. Zie pagina 7. Onderdelen die voorkomen in de set zijn aangeduid met een symbool, bijvoorbeeld (4 ). Gebruik alle onderdelen in de set voor optimale resultaten. 4 Demontage. Volg de Waarschuwing drukontlastingsprocedure op pagina.. Verwijder de zes schroeven (3), het luchtklepdeksel () en de pakking (4) met een Torx-schroevendraaier (T0) of een dopsleutel van 7 mm (9/3 ). Zie Afb. 6. 3. Schuif de ventielhouder (5) in de middenpositie en trek die uit de holte. Verwijder het luchtklepblok (7) en o-ring (6) uit de klephouder. Trek met behulp van een kabeltang het stuurblok (8) recht omhoog uit de holte. Zie Afb. 7. 4. Trek de twee drijfstangen () uit de lagers (). Verwijder de U-pakkingen (0) van de stangen. Trek de regelpennen (6) uit de lagers (5). Verwijder de o-ringen (7) uit de stuurpennen. Zie Afb. 8. 5. Inspecteer de ventielplaat (8) op zijn plaats. Als deze is beschadigd, verwijder dan de drie schroeven (3) met een Torx-schroevendraaier (T0) of dopsleutel van 7 mm (9/3 ). Verwijder de klepplaat (8) en (alleen bij modellen met een aluminium middenhuis) de dichting (9). Zie Afb. 9. Draai aan met 5,6 tot 6,8 N m (50 tot 60 in-lb). 03944 AFB. 6 Zie de detailtekening rechts. Vet 3 Onderzijde invetten. 3 5 6 7 8 3 5 6. Inspecteer de lagers (, 5) zonder ze te verwijderen. Zie Afb. 8. De lagers zijn conisch, en moeten, indien beschadigd, vanaf de buitenzijde worden verwijderd. Hiervoor is het nodig de vloeistofsectie uit elkaar te halen. Zie pagina. 7. Reinig alle delen en let op slijtage en beschadiging. Vervang indien nodig. Zet alles weer in elkaar zoals uitgelegd op pagina 6. 6 03945 AFB. 7 3A359 5

Onderhoud Smalle uiteinde eerst insteken. Hermontage 3 4 Vet Aanbrengen met lippen gericht naar smalle uiteinde van zuiger (). Brede uiteinde eerste insteken.. Als de lagers (, 5) zijn verwijderd, plaats dan nieuwe zoals staat beschreven op pagina. Zet de vloeistofsectie weer in elkaar.. Plaats bij modellen met aluminium middenhuis de afdichting (9 ) van de ventielplaat in de uitsparing onderin de klepholte. De afgeronde zijde van de afdichting moet omlaag in de groef zijn gericht. Zie AFB. 9. 0 4 3 3. Plaats de ventielplaat (8 ) in de holte. Bij modellen met een aluminium middenhuis is de plaat omkeerbaar; beide zijden mogen dus naar boven gericht zitten. Breng de drie schroeven (3) aan met behulp van een Torx-schroevendraaier (T0) of een dopsleutel van 7 mm (9/3 ). Aandraaien tot de bouten onder uit de behuizing komen. Zie AFB. 9. 4. Doe een o-ring (7 ) op elk van de paspennen (6). Vet de pennen en de o-ringen in. Steek de pennen in de lagers (5), met het smalle uiteinde eerst. Zie AFB. 8. 7 5 6 03946 AFB. 8 De afgeronde zijde moet omlaag gericht zijn (alleen bij modellen met een aluminium middenhuis). Draai bouten aan tot ze onder uit het huis steken. 3 8 5. Monteer de U-pakking (0 ) op elke aandrijfzuiger (), zodat de lipjes op de pakkingen naar het smalle uiteinde van de zuigers wijzen. Zie AFB. 8. 6. Smeer de U-pakkingen (0 ) en drijfstangen (). Steek de actuatorplunjers in de lagers (), met het brede uiteinde eerst. Laat het smalle uiteinde van de zuigers bloot liggen. Zie AFB. 8. 7. Vet de onderzijde van het stuurblok (8 ) in en plaats het zo dat de uitstulpingen in de groeven in de uiteinden van de paspennen klikken (6). Zie AFB. 7. 9 8. Smeer de O-ring (6 ) en installeer deze in het kleppenblok (7 ). Duw de blokkering op de klepslede (5). Smeer de onderste voorzijde van het kleppenblok. Zie AFB. 7. 9. Plaat de ventielhouder (5) zodat de uitstulpingen in de groeven in de uiteinden van de drijfstangen () klikken. Zie AFB. 7. 0. Plaats de kleppakking (4 ) en het deksel () zodat hun gaten over die in het middenhuis () vallen. Zet vast met zes bouten (3) met behulp van een Torx-schroevendraaier (T0) of een dopsleutel van 7 mm (9/3 ). Draai aan met 5,6 tot 6,8 N m (50 tot 60 in-lb). Zie AFB. 6. 03947 AFB. 9 6 3A359

Notities 3A359 7

Onderhoud Repareren van de kogelkleppen Benodigd gereedschap Momentsleutel 0 mm dopsleutel O-ring-lichter Demontage OPMERKING: Er is een vloeistofsectiereparatieset leverbaar. Zie pagina 6 om de correcte set voor uw pomp te bestellen. Onderdelen die daarin voorkomen, zijn gemarkeerd met een sterretje, bijvoorbeeld (0*). Gebruik alle onderdelen in de set voor optimale resultaten. 3 4 5 Gebruik middelsterke (blauwe) vloeibare pakking op het schroefdraad. Voor aluminium pompen is het aandraaimoment 4 tot 7 N m (0 tot 50 in-lb). Draai aan met tot 5 N m (90 tot 0 in-lb) bij gietijzeren en roestvrijstalen pompen. Zie Koppelinstructies op pagina 3. De pijl (A) moet naar uitlaatverdeelstuk (03) wijzen. Ontbreekt bij sommige modellen Afgeschuind zittingoppervlak moet naar de kogel (30) wijzen. Alleen gebruikt op roestvaststalen model. Alleen verlengde modellen 03 7 OPMERKING: Voor een goede zitting van de kogels (30) moeten bij het vervangen hiervan ook de zittingen (0) worden vervangen. OPMERKING: (Versie met verlenging) Voor de juiste afdichting van de verlenging (5) moet u bij vervanging van de kogels ook altijd de O-ringen (6) vervangen.. Volg de Waarschuwing drukontlastingsprocedure op pagina. Maak alle slangen los.. Haal de pomp los van de bevestiging. 06 03 *30 4 *0 3 *0 *30 *0 *0 5 6 0 TI33A 3. Haal de vier bouten (06) los met een 0 mm dopsleutel en houd daarbij het spruitstuk (03) op de deksels (0) gedrukt. Zie Afb. 0. 0 4. Verwijder de zittingen (0), kogels (30) en de o-ringen (0) van het spruitstuk. 3 5 OPMERKING: Sommige modellen hebben geen o-ringen (0). A 5. Keer de pomp om en verwijder de inlaataansluiting (0). Verwijder de zittingen (0), de kogels (30) en de O-ringen (0) van de vloeistofdeksels (0). Hermontage 0* 3. Reinig alle delen en let op slijtage en beschadiging. Vervang zo nodig onderdelen.. Zet alles in omgekeerde volgorde weer in elkaar, volgens de opmerkingen in AFB. 0. Zorg dat de kogelkleppen precies zoals afgebeeld worden 0 gemonteerd. De pijlen (A) op de vloeistofdeksels 06 TI035B (0) moeten naar de uitlaataansluiting (03) wijzen. AFB. 0 8 3A359 30* 0* 4

Onderhoud Membraan repareren Benodigd gereedschap Momentsleutel 0 mm dopsleutel 3 mm dopsleutel 5 mm dopsleutel (voor aluminium modellen) of inch dopsleutel (voor roestvaststalen modellen) Steeksleutel van 9 mm O-ring-lichter Vet op lithiumbasis Demontage OPMERKING: Er is een vloeistofsectiereparatieset leverbaar. Zie pagina 6 om de correcte set voor uw pomp te bestellen. Onderdelen die daarin voorkomen, zijn gemarkeerd met een sterretje, bijvoorbeeld (40*). Gebruik alle onderdelen in de set voor optimale resultaten.. Volg de Waarschuwing drukontlastingsprocedure op pagina.. Verwijder de aansluitingen en haal de terugslagkleppen uit elkaar zoals beschreven op pagina 6. 3. Draai met een 0 en een 3 mm dopsleutel de bouten (06 en ) die de vloeistofdeksels (0) op de luchtdeksels (3) vasthouden los. Trek de vloeistofdeksels (0) van de pomp. Zie AFB.. Gebruik middelsterke (blauwe) vloeibare pakking op het schroefdraad. Draai eerst de acht lange schroeven () aan en vervolgens de korte schroeven(06). Draai aan met tot 5 N m (90 tot 0 in-lb). Zie Koppelinstructies op pagina 3. Pijl (A) moet naar de luchtklep (B) wijzen. B 3 0 A 06 03949B AFB. 3A359 9

Service 4. Draai met een steeksleutel van 5 mm ( inch bij roestvrijstalen modellen) de bouten (07) van de membraanas iets los, maar verwijder ze nog niet. OPMERKING: Deze stap geldt niet voor pompen met gietmembranen. 5. Draai één bout uit de membraanas (4) en verwijder de O-ring (08), de membraanplaat (05) aan vloeistofzijde, het PTFE-membraan (403, alleen gebruikt bij PTFE-modellen), het membraan (40) en de membraanplaat (04) aan luchtzijde. Zie AFB.. Voor gietmembranen: U maakt ze los door beide membranen stevig rondom de buitenste rand vast te pakken en naar links te draaien. Een van de membraansecties komt los en de andere blijft aan de as bevestigd. Verwijder de losgemaakte membraan en de plaat aan de luchtzijde. 6. Trek de andere membraansectie en de membraanas (4) uit de middelste behuizing (). Houd de vlakke zijden van de as vast met een steeksleutel van 9 mm en verwijder de bout (07) van de as. Demonteer de rest van de membraansectie. Voor gietmembranen: Trek de andere membraansectie en de membraanas (4) uit de middelste behuizing (). Houd de vlakke zijden van de as vast met een 9 mm steeksleutel en verwijder de membraan en de plaat van de luchtzijde van de as. 7. Inspecteer de membraanas (4) op slijtage of krassen. Is de as beschadigd, controleer dan de lagers (9) zonder ze te verwijderen. Als de lagers beschadigd zijn, raadpleeg dan pagina. 8. Steek een O-ring lichter in de middelste behuizing (), haak de U-pakkingen (40) aan en trek ze uit de behuizing. Dit is mogelijk zonder de lagers (9) te verwijderen. 9. Reinig alle delen en let op slijtage en beschadiging. Vervang zo nodig onderdelen. Hermontage. Plaats de U-pakkingen (40*) van de as zodanig dat de lipjes vanuit de behuizing () naar buiten wijzen. Smeer de pakkingen. Zie AFB... Installeer de membraaneenheid als volgt op één uiteinde van de as (4): Ga voor pompen met gietmembranen direct naar stap g. a. Breng de o-ring (08*) aan op de asbout (07). b. Plaats de membraanplaat (05) aan vloeistofzijde op de bout, zo dat de afgeronde zijde naar binnen wijst, in de richting van het membraan (40). c. Alleen bij de PTFE uitvoering: Plaats het PTFE membraan (403*). Let erop dat de kant met de woorden AIR SIDE van het huis af () wijst. d. Plaats het membraan (40*) op de bout. Let erop dat de kant met de woorden AIR SIDE van het huis af () wijst. e. Plaats de membraanplaat (04) aan de luchtzijde, zo dat de verlaagde kant richting membraan (40) komt. f. Breng middelsterke (blauwe) vloeibare pakking aan op het schroefdraad van de bouten (07). Schroef de bout handvast in de as (4). g. Voor gietmembranen: Monteer de plaat aan de luchtzijde (04) op het membraan (403). De brede, afgeronde zijde van de plaat moet naar het membraan zijn gericht. Breng middelsterk (blauw) draadborgmiddel aan op de schroefdraad van de membraansectie. Schroef de sectie handvast in de as (4). 3. Vet de gehele membraanas (4) en ook de uiteinden in en schuif de as in het huis (). 4. Zet de andere membraansectie op de membraanas zoals beschreven bij stap. 5. Houd één asbout (07) met een sleutel vast en draai de andere bout aan met 7 tot 34 N m (0 tot 5 in-lb) met maximaal 00 tpm. OPMERKING: Deze stap geldt niet voor pompen met gietmembranen. 6. Draai de vloeistofdeksels (0) en het pomphuis () zo, dat de pijlen (A) op de deksels wijzen naar de kant waar de luchtklep (B) zit. Draai de dekselbouten (06 en ) met de hand vast. Breng de langste bouten () aan in de bovenste én de onderste gaten van de deksels vallen. Zie AFB.. 7. Draai eerst de langere schroeven () met een dopsleutel van 3 mm kruislings en gelijkmatig aan met tot 5 N m (90 tot 0 in-lb). Draai dan de kortere schroeven (06) aan met een inbussleutel van 0 mm. Zie Koppelinstructies op pagina 3. 8. Zet de kogelkleppen en aansluitingen weer in elkaar zoals staat beschreven op pagina 8. 0 3A359

Onderhoud 05 9 40* 5 07 4 04 40* 4 7 3 403* 3 6 Opengewerkte tekening, met aangebracht membraan 0398A Opengewerkte tekening, met verwijderd membraan 0398A 4 4 04 7 40* 3 403* 3 6 05 08* 4 4 07 5 3 4 5 6 Lippen vanuit het huis () naar buiten gericht. Afgeronde zijde naar membraan toe (40). De zijde met "Air Side" naar de behuizing toe gedraaid (). Vet. Gebruik een middelsterk (blauw) draadborgmiddel. Draai aan met 7-34 N m bij maximaal 00 tpm. Alleen voor modellen met PTFE membranen. 7 Holle zijde naar membraan (40). AFB. 3A359 03950B

Onderhoud Verwijderen van lager en luchtpakking Benodigd gereedschap Momentsleutel 0 mm dopsleutel Lagertrekker O-ring-lichter Pers of blok en hamer Demontage OPMERKING: Verwijder geen lagers die niet beschadigd zijn.. Volg de Waarschuwing drukontlastingsprocedure op pagina.. Verwijder de spruitstukken en haal de kogelterugslagkleppen uit elkaar, zoals uiteengezet op pagina 8. 3. Verwijder de vloeistofdeksels en de membranen zoals toegelicht op pagina 9. OPMERKING: Als u alleen het lager (9) van de membraanas gaat verwijderen, kunt u stap 4 overslaan. Hermontage. Monteer de U-pakkingen (40*) van de as (indien deze verwijderd waren), zodanig dat de lippen naar buiten uit het huis () wijzen.. De lagers (9, en 5) zijn conisch en kunnen maar op één manier worden aangebracht. Plaats de lagers in het middenhuis (), met het afgeschuinde einde eerst. Duw het lager naar binnen met een pers of met een blok en rubber hamer, zodat het gelijk komt met het vlak van het huis. 3. Zet de luchtklep weer in elkaar zoals uitgelegd op pagina 6. 4. Draai de luchtkleppakking () zo, dat de paspen (6) die uit het huis () steekt door het juiste gat (H) in de pakking past. 5. Lijn het luchtdeksel (3) zodanig uit dat de stuurpen (6) in het middelste gat (M) van de drie kleine gaten bij het midden van het deksel past. Draai de schroeven (5) eerst handvast. Zie AFB. 3. Draai de bouten met een dopsleutel van 0 mm kruislings en gelijkmatig aan met 4 tot 7 N m (0 tot 50 in-lb). 6. Breng de membranen en vloeistofdeksels aan zoals uitgelegd op pagina 9. 7. Zet de kogelkleppen en aansluitingen weer in elkaar zoals staat beschreven op pagina 8. 4. Haal de luchtklep uit elkaar zoals uitgelegd op pagina 5. 5. Draai de bouten (5), die de luchtdeksels (3) aan het huis () vasthouden, los met een 0 mm dopsleutel. Zie AFB. 3. 6. Verwijder de luchtdekselpakkingen (). Vervang de pakkingen altijd door nieuwe. 7. Gebruik een lagertrekker om de lagers van de membraanas (9), de luchtventiellagers () of de paspenlagers (5) te verwijderen. Verwijder geen lagers die niet beschadigd zijn. 8. Als u een membraanas-lager (9) heeft verwijderd, steek dan een O-ringlichter in het huis (), haak de U-pakkingen (40) daaraan en trek ze uit het huis. Inspecteer de pakkingen. Zie AFB.. 3A359

Onderhoud 3 Plaats lagers met afgeschuinde kant eerst. Druk de lagers aan totdat ze gelijk met de middelste behuizing () liggen. Gebruik middelsterke (blauwe) vloeibare pakking op het schroefdraad. Draai aan met 4 tot 7 N m (0 tot 50 in-lb). 6 H M 3 5 0395 Detail van lagers van luchtklep 5 3 9 0395B AFB. 3 3A359 3

Pompmatrix Husky 50 aluminium, roestvaststalen en nodulair-gietijzeren pompen, serie A Het typenummer van uw pomp staat aangegeven op het serieplaatje. Om het typenummer van uw pomp te bepalen uit onderstaande tabel, zoekt u de zes tekens op die uw pomp beschrijven, waarbij u van links naar rechts leest. Het eerste teken is altijd D, voor Husky-membraanpompen. De overige vijf cijfers duiden het gebruikte constructiemateriaal aan. Bijvoorbeeld: een pomp met een aluminium luchtmotor en vloeistofsectie, polypropyleen zittingen, PTFE-kogels en PTFE-membranen is Model D F 3 9. Wanneer u vervangingsonderdelen moet bestellen, zie de Onderdelenlijst op pagina's 7 en 8. De tekens in de tabel komen niet overeen met de referentienummers in de onderdelentekeningen en de lijsten op pagina's 7 en 8. Membraanpomp Luchtmotor Vloeistofsectie - Zittingen Kogels Membranen D (voor alle F aluminium (niet gebruikt) - (niet gebruikt) (PTFE) (PTFE) pompen) (standaard) 4B78* G aluminium (niet gebruikt) - (niet gebruikt) (acetaal) (niet gebruikt) (afstandsbediening) 4B783* V rvs 3 (aluminium) - 3 (36 rvs) 3 (niet gebruikt) 3 (niet gebruikt) (standaard) 4B80* 4 (rvs) - 4 (7 4 PH rvs) 4 (440C rvs) 4 (niet gebruikt) 4G43* 5 (niet gebruikt) - 5 (TPE) 5 (TPE) 5 (TPE) 6 (nodulair - gietijzer) 6 (Santoprene ) 6 (Santoprene ) 6 (Santoprene ) C (aluminium - 7 (Buna-N) 7 (Buna-N) 7 (Buna-N) BSPT) D (rvs BSPT) - 8 (fluorelastomeer) 8 (fluorelastomeer) 8 (fluorelastomeer) F (nodulair gietijzer BSPT) - 9 (polypropyleen) G (aluminium - BSPT G (Geolast ) G (Geolast ) G (Geolast ) verlengd) H (aluminium - verlengd) P (van flenzen voorziene middenpoort aan verdeelstuk, verticale uitlaat) R (van flenzen voorziene middenpoort aan verdeelstuk, horizontale uitlaat) 4645, Ombouwset roestvaststalen luchtmotor Bouw met behulp van set 4645 om van aluminium luchtmotor naar roestvaststalen luchtmotor; zie instructiehandleiding 309643 (meegeleverd bij de set). 4 3A359

* 4B78 Aluminium pomp Deze pomp is identiek aan Model DF33, behalve het serienummerplaatje en de onderdelen in het schema rechts. * 4J360 Aluminium pomp Deze pomp is identiek aan Model DF33, behalve het serienummerplaatje en de onderdelen in het schema rechts. * 4B783 Roestvrijstalen Plus-pomp Deze pomp is identiek aan model DV43, behalve het serienummerplaatje en de onderdelen in het schema rechts. * 4B80 Roestvrijstalen pomp Deze pomp is identiek aan model DV43, behalve het serienummerplaatje en de onderdelen in het schema rechts. * 4G43 Aluminium pomp Deze pomp is identiek aan model DFC3, behalve het serienummerplaatje en de onderdelen in het schema rechts. * 5A08 Aluminium pomp Deze pomp is identiek aan model DF334, behalve het serienummerplaatje en de onderdelen in het schema rechts. * 5A49 Gietijzeren pomp Deze pomp is identiek aan model DF63, behalve het serienummerplaatje en de onderdelen in het onderstaande schema. * 5A50 Gietijzeren pomp Deze pomp is identiek aan model DF63G, behalve het serienummerplaatje en de onderdelen in het onderstaande schema. * 5A5 Gietijzeren pomp Deze pomp is identiek aan model DF636, behalve het serienummerplaatje en de onderdelen in het onderstaande schema. Ref. nr. Onderdeelnr. Beschrijving Aantal 04 5H8 PLAAT aan luchtzijde; alum. 05 --- niet gebruikt 0 07 --- niet gebruikt 0 08 --- niet gebruikt 0 40 5G746 MEMBRAAN, HD, giet; PTFE/EPDM 3A359 5

Reparatieset selectie Voor Husky 50 aluminium en roestvrijstalen pompen, serie A Reparatiesets kunnen afzonderlijk worden besteld. Bestel voor het repareren van de luchtklep Onderdeelnr. 3673 voor modellen met aluminium middelste behuizing of Onderdeelnr. 5506 voor modellen met roestvrijstalen behuizing (zie pagina 7). Onderdelen die in de luchtventielreparatieset zitten zijn in de onderdelenlijst gemarkeerd met een symbool, bijvoorbeeld (4 ). Om de zittingen, kogels en membranen te repareren zoekt u de zes tekens die uw pomp aanduiden op in onderstaand schema, gaande van links naar rechts. Het eerste teken is altijd D en het tweede teken is altijd 0 (nul). De andere vier cijfers duiden de constructiematerialen aan. Onderdelen die in de reparatieset zitten zijn gemarkeerd met een sterretje in de onderdelenlijst, bijvoorbeeld (0*). Bijvoorbeeld: als uw pomp polypropyleen zittingen, PTFE-kogels en PTFE-membranen heeft, bestelt u Reparatieset D 0 F 9. De tekens in de tabel komen niet overeen met de referentienummers in de onderdelentekeningen en de lijsten op pagina's 8-30. Membraanpomp D (voor alle pompen) Nul 0 (voor alle pompen) O-ring van de as - Zittingen Kogels Membranen F (PTFE) - 0 (nul) 0 (nul) 0 (nul) - (niet gebruikt) (PTFE) (PTFE) - (niet gebruikt) (acetaal) (niet gebruikt) - 3 (36 rvs) 3 (niet gebruikt) 3 (niet gebruikt) - 4 (7 4 PH rvs) 4 (440C rvs) 4 (niet gebruikt) - 5 (TPE) 5 (TPE) 5 (TPE) - 6 (Santoprene ) 6 (Santoprene ) 6 (Santoprene ) - 7 (Buna-N) 7 (Buna-N) 7 (Buna-N) - 8 (fluorelastomeer) 8 (fluorelastomeer) 8 (fluorelastomeer) - 9 (polypropyleen) - G (Geolast ) G (Geolast ) G (Geolast ) Onderdeelnr. 5368: Reparatieset Husky 50 HD gietmembranen van PTFE/EPDM. Onderdeelnr. 896: Reparatieset Husky 50 HD gietmembranen van PTFE/EPDM, met nieuwe membraanplaten aan luchtzijde. Onderdeelnr. 4F400: Reparatieset Husky 50 Backer-membraan van PTFE/Santoprene, voor metalen pompen. Ombouwset voor extensie Wanneer u een bestaande 50 aluminium pomp wilt ombouwen tot een verlengde versie, moet u de ombouwset 3409 gebruiken. Deze set is alleen bedoeld voor aluminium pompen met een npt- of een bspt-poort van inch (50,8 mm). Het verlengt het uitlaatspruitstuk zodat het past bij de inlaat-op-uitlaatafstand van een aluminium Wilden of ARO pomp. 6 3A359